Het nadenken over wat de student (niet) kan en hoe hij of zij dit kan gebruiken in hun loopbaan. De student reflecteert het op eigen eigenschappen, competenties en vaardigheden. Feedback over hun eigen kwaliteiten kunnen ze dan vragen aan anderen.
-Ik weet waar ik goed en minder goed in ben.
-Ik weet welke kwaliteiten ik kan inzetten voor het beroep wat ik wil gaan doen.
-Ik kan mijn ontwikkeling en talenten in verband brengen met eerdere ervaringen in mijn leven en met beelden/inzichten over mijn toekomstige studie en arbeidsloopbaan.