Wandelkleding

Wandeluitrusting


Het  is van groot belang om over aangepaste wandelkledij en schoeisel te beschikken, wil men zijn wandeltochten zo comfortabel mogelijk volbrengen. Daarom moet die uitrusting niet altijd van de duurste en bekendste merkkleding zijn, toch mag men gerust hieraan wat geld besteden, men heeft er dan ook voor vele jaren en vele kilometers plezier van.

Hierbij dan ook enkele tips hoe men zich best kleedt en waarop men  kan letten bij aankoop van kledij, schoeisel  en andere accessoires. Deze informatie is vooral bedoeld voor de meer regelmatige recreatieve wandelaar die vooral aan de ingerichte wandeltochten deelneemt.

1.Kledij: in grote mate afhankelijk van het seizoen , de wandelomgeving en de lengte van

de tochten die men onderneemt. Toch moet men er op letten dat de kledij zeker aan de volgende eigenschappen voldoet:      

 -Voldoende bewegingsruimte geven en licht zijn

-Ademende kleding (afvoer van transpiratie)

- Winddicht   


    Winterkledij:

 Bovenkleding: hierbij spreekt men meestal over een 3-lagen systeem, bestaande uit :

 -de onderlaag: deze moet zorgen voor een eerste warmte en vochtregulering . Hiervoor 

  kan een strak zittende T-shirt uit polyester of polipropyleen aangewend worden. Liefst 

  geen katoen want deze stof houdt  het vocht vast.

-de tussenlaag: deze zorgt voor verdere vochtafvoer en warmteopslag en wordt 

  gedragen over het ondergoed . Meestal wordt hier een losse T-shirt, trui, sweater of

  fleece voor gebruikt waarbij een luchtlaag gevormd wordt tussen onderlaag en          

  tussenlaag.   

-de buitenlaag: deze moet beschermen tegen wind, regen en sneeuw. Hiervoor bestaat

  een uitgebreid gamma in regenjacks die naargelang hun prijs in zekere mate bescher-

  men tegen regen, wind en toch ook een ademend vermogen hebben. Hierbij zijn

  de jassen, bewerkt met Gore-tex,  wel van de betere maar ook duurdere kwaliteit. 

  Ook kan men natuurlijk gebruik maken van een plastic poncho die ook een gedeelte

  van de benen beschermt.

Hoofdbescherming:  Het is aan te raden om in de winter een muts op het hoofd te

  dragen omdat veel warmte van ons lichaam afgevoerd wordt langs het hoofd.   

  Men zegt:  warm hoofd = warme handen!

Broek: wandelen in een spijkerbroek is wel goed te doen als de afstand niet te groot

   Is en het droog weer is. Bij langere afstanden gaat zo’n broek wel eens schuren

   door de stijfheid en bij regenweer duurt het lang eer ze terug droog is. In de handel

   zijn vele soorten wandelbroeken verkrijgbaar, meestal met afritsbare pijpen, met

   vele handige zakken en een stof die snel opdroogt na een fikse regenbui. Het dragen

   van kniebroeken met lange kousen is een beetje uit de mode geraakt. Om toch de

   lange broek te beschermen tegen modder wordt er gebruik gemaakt van de

   plastic beenbeschermers of ook genaamd “gamaschen”.






    Zomerkledij:

 Bovenkleding: meestal wordt in de zomer 1 of 2-lagige kledij gedragen. Als onder-

 laag kan men best kiezen voor een goed vochtafdrijvend singlet of T-shirt met erover

  een licht polotruitje of zomerhemdje. Kiest men voor 1 laag, dan kan men best

  gebruik maken van een goed aansluitend T-shirt zodat het zweet snel kan verdampen

  en afgevoerd worden naar de buitenlucht.

Hoofdbescherming: om oververhitting van het hoofd tegen te gaan en een zonnesteek

  te vermijden is het aan te raden van een petje te dragen bij warm zonnig weer.

  Tevens biedt dit een bescherming tegen insecten die uit bomen of struiken kunnen

  vallen, wespen die in je haren verstrikt geraken of de ellendige teken die zich via je 

  hoofd naar je lichaam kunnen verplaatsen.

Broek: bij warm weer is het aangenaam te wandelen in een korte broek. Ook hiervoor

  zijn er in de handel tal van aangepaste wandelbroeken te bekomen. Is het weer toch

  wat onzeker of fris, dan kan men de afritsbare broek bezigen.


2.Schoeisel: als we spreken over schoeisel bekijken we hiervoor 2 componenten:

      nl. de sokken en de schoenen. Willen we prettig, soepel en onvermoeid een

      wandeltocht volbrengen dan is het onontbeerlijk om zeker speciale aandacht te  

      besteden aan de wijze waarop we onze voeten verwennen.


  Schoenen: wandelschoenen worden ingedeeld in verschillende categorieën,

      naargelang de aard van het terrein en de afstanden die men doet.

      Voor wat betreft de wandelingen ingericht door onze clubs kan men met

      wandelschoenen van type A of A/B al heel goed overweg. Dit zijn wandelschoenen

      van het lage of halfhoge type. Doet men al wat langere tochten met steen- of

      rotsachtige ondergrond, of bergtochten, dan kan men al best een hoge schoen van ’t

      type B of C aanwenden. Met dit soort schoen staat men vaster en heeft men minder 

      gevaar op enkelverzwichting. Ook zijn deze wandelschoenen meestal voorzien van 

      een  goed geprofileerde zool zodat uitschuivers geminimaliseerd worden. 

       Tips: - best passen in namiddag (voeten het meest uitgezet)

                - meerdere types van schoenen passen

                - passen met wandelsokken aan

                - laat je adviseren door een kenner

                - eerste maal halfuurtje inlopen alvorens grote tocht te doen.

                - sommige merken geven zelfs 2 jaar garantie op wandelschoenen


   Wandelsokken: heb je goede schoenen, maar je sokken deugen niet dan sta je

       nog nergens. Er zijn in de handel speciale wandelsokken (anders dan sportsokken)

       te koop. Deze bestaan meestal uit een mengsel van wol en synthetische vezels

       die het vocht minder absorberen dan katoenen sokken. Men lette er ook steeds op

       dat de sokken geen naden bevatten die tot irritatie en blaren kunnen leiden.





3.Accessoires:

  

  -  Rugzak of heuptas: voor kleine afstanden wordt meestal gebruik gemaakt van een

          heuptasje waarin men wandelboekje, beurs, gsm, drankje,  opvouwbare paraplu, enz.

          kan opbergen. Het voordeel is dat men hiervan geen bezwete rug krijgt.

          Voor langere tochten of dagtochten kan men best gebruik maken van een rugzakje 

          waarin men dan ook nog wat extra kleding, drank en voedsel kan opbergen.

          Meestal geven deze rugzakken wel aanleiding tot een bezwete rug.


  -  Paraplu: een paraplu is onontbeerlijk op wandeltochten. Neem hiervoor best een klein

          opvouwbaar exemplaar , gemakkelijk mee te dragen in tasje of rugzak en ook 

          gemakkelijk om in bossen tussen de bomen en struiken te manoeuvreren. 


  -  Wandelstokken: als je ze niet echt nodig hebt als steun voor je rug of knieën kun je

          ze beter op gewone clubtochten niet meesleuren. Mensen die echt aan Nordic-Walking

          doen hebben ze natuurlijk nodig. Als je in bergachtig gebied gaat wandelen kan een

          wandelstok een handige hulp zijn.


   -  Hartslagmeter: mensen die niet boven een bepaalde hartslag mogen gaan kunnen best

          gebruik maken van een hartslagmeter. Hiermee kan men een aangepast tempo

          aanhouden die de ideale hartslag oplevert.


   -  Stappenteller: om te weten hoeveel km men reeds heeft afgelegd en hoeveel nog te

           gaan is dit een ideaal toestelletje. Men kan met de meeste stappentellers ook nagaan

           hoeveel het calorieverbruik is, de tijd dat men gelopen heeft en het uur.


    -  Fototoestel: het is altijd handig om wat fotootjes te maken van de wandeltocht, zodat 

            men achteraf kan zien of het de moeite loont om er nog eens terug te gaan wandelen.


    -  Wandel-GPS: wil men bepaalde wandeltochten nog eens overdoen dan kan men deze

             opslaan in de wandel-gps, of men kan parcours downloaden van het internet

             om deze op zijn eentje te gaan bewandelen.



Opmerking:


 Voor al deze kleding en accessoires kun je best terecht in een outdoorshop of de

 gerenommeerde sportwinkels, waar men je zeker nog meer advies en raadgevingen kan 

 verstrekken. Ook nog meer informatie over wandelkleding en toebehoren kun je vinden

op www.gezondopstap.be , www.anwb.nl/wandelen  .