Coops
molenaars en veel meer
molenaars en veel meer
Na een reeks tegenslagen, die in het boek uitvoeriger worden beschreven, besloot de weduwe Horsting-Becking in 1866 alle bezittingen in Halle te verkopen. En dat waren er nogal wat, zo blijkt uit deze advertentie.
Ze hertrouwde met een jongere broer van haar man en ging met hem op landgoed Rekhem in Gaanderen wonen. Maar ook daar achtervolgde het noodlot de familie Horsting. Meer daar over in het boek.
Terug naar Halle, toen bekend werd dat het iemand uit de familie Coops was, zal dat maar weinig mensen verbaasd hebben. Als er één familie in de Achterhoek verbonden is met molens is het deze familie wel.
Rond 1998 had journalist Henk Harmsen (1951- 2018) in de Graafschapbode een rubriek “Wortels in de Achterhoek”. Een rubriek over boerderij-en familienamen. En voor wie het nog niet wist, ook daar werd duidelijk dat de naam Coops al heel lang verbonden is met molens.
Uiteraard volop aandacht voor de familie Coops in het boek . En daarom laten we het hier letterlijk een beetje vaag.
Toch even in het kort. De voorouders van Halse tak van de familie Coops waren molenaars op wat nu de Coops molen in Zelhem heet. Het was Gerhard Herman Coops die in 1866 de molen in Halle kocht van de familie Horsting. Gerhard H. was vrijgezel en woonde een groot deel van zijn leven bij zijn broer en diens gezin bij de molen in Zelhem. Na de dood van Gerhard H. erfde een zoon van die broer, Bernard de molen in Halle.
In tegenstelling tot zijn oom vestigde Bernard zich wel in Halle en was daar zelf actief als molenaar. Ook zijn vrouw was een Halse, Berendina (Dien) Abrahams, van de naburige boerderij de Rosegaar.
Een broer van Bernard bleef op de Coops molen in Zelhem. Later kwam door verkoop en vererving uiteindelijk de Zelhemse molen toch in handen van de Halse tak. In 2016 is de Zelhemse molen verkocht aan Hélène Pellegrini. Zij heeft de molen prachtig laten restaureren.
Carel Coops schreef in 2021 een boek over de Zelhemse molen. Het resultaat van de restauratie heeft hij treffend samengevat in de ondertitel van zijn boek: ‘Hoe een ruïne een juweel werd.’
Een (vaag) detail uit het boek.
Veel meer over de Zelhemse molen op hun website, klik hier of op het plaatje.
Ook op Facebook is deze molen aanwezig, klik op het symbool.
Zelfportret Herman Knaake
De Zelhemse kunstschilder Herman (H.E.) Knaake (1863-1948) heeft heel wat schilderijen gemaakt van vooral de Zelhemse Coops molen. Niet zo verwonderlijk. Zijn vrouw Mies Coops (1873-1949)was ook afkomstig van die molen.
Collectie Jan Coops
Over de familie Coops is veel te vertellen. Niet zo verwonderlijk want leden van deze familie hebben op velerlei gebied hun sporen nagelaten. Iemand noemde het al eens ‘een bont gezelschap met veel slimmeriken’.
Kijk maar eens in het Blauwe Boekje van het Nederland’s Patriciaat. Een verzamelnaam voor niet-adellijke families die op de voorgrond treden als bijvoorbeeld ‘prominente bestuurders, wetenschappers, predikanten, medici, officieren en/ of zakenlieden’. En inderdaad, op al die terreinen treffen we telgen uit de familie Coops aan. Uiteraard kunnen we in het boek (en ook op deze website) er maar beperkt aandacht aan schenken.
In het boek leest u nog wel wat meer , maar hier beperken we ons tot een wel zeer markante Doetinchemmer.
Geboren en gestorven in Doetinchem. Zijn graf is er nog steeds.
Meerdere Coopsen vinden we terug op zee, veelal in hogere rangen. Maar de meest bijzondere zeeman was toch wel Herman Hendrik Timotheus Coops. (1793–1895). Hij werd geboren in Doetinchem in 1793. Na heel wat avonturen op zee kreeg hij in 1844 als commandant van Zr. Ms. fregat Palembank de opdracht een brief van koning Willem II aan de keizer van Japan te overhandigen.
Een zeer bijzonder avontuur, want destijds was Japan nog vrijwel volledig geïsoleerd van de buitenwereld. Alleen de Hollanders mochten onder strikte voorwaarden handeldrijven met het land.
Over wat deze Coops daar beleefde is in 2015 een boek verschenen. Geschreven door W.J.C. Coops, een verre nazaat van hem.