Van 11-02-1971 tot 22-08-1971 heb ik dienst gedaan op het m.s. "KARAKORUM"
Vaarschema; Op deze reis zijn o.a de volgende havens aangedaan : Damman, Bombay, Cochin, Tuticorin, Colombo, Calcutta, Cittagong, Los Angeles, San Francisco, Seattle, Vancover, Damman ( afgelost ).
Monsterrol per 23 febr. 1971
Rang:
C. Hoedenmaker, gezagvoerder
J.C. Markies, 1e stuurman.
J.C. Otte, 2e stuurman.
H. Preurstering, 3e stuurman.
C.J. Hartering, radio officier.
B. Kamphorst, hoofdwerktuigkundige.
N.v.d.Werf, 2e werktuigkundige.
J. Waterdrinker, 3e werktuigkundige.
L.P. de Vos, 4e werktuigkundige.
G.v. Houwelingen, assistent werktuigkundige.
S.C. Rademaker,chef hofmeester.
F. Gerritsen, chef kok.
J.A.M.J. de Kanter, verpleger.
Links; Gerritsen, Boven; de Vos, Preurstering, passagiere. Onder;De Kanter, Hartering en v.d. Werf.
Deze foto is genomen in Los Angeles. De dame op de foto. is een passagiere die op de westkust meevoer.
MS Karakorum PFGY 8 Juni 1958 – 1 Juli 1970.
Bouworder: 07 April 19545 NV C.v.d.Giessen & Zonne’s Scheepswerven, Krimpen a/d IJssel.
Bouwnummer: 786.
Afmetingen: 152,41 x 20,42 x 12,68 m.
Machines: NV Gebr.Stork & Co., Hengelo. 2tew 9 Cil. dieselmotor.
Verm./Snelh.: 10.500 epk. 1 Schroef. 17,5 kn.
Type: Vrachtschip met passagiersaccommodatie.
Kiellegging: 18 Juli 1957.
Stapellloop: 5 Maart 1958.
Opgeleverd: 8 Juli 1958.
Eerste reis: 11 Juli 1958 van Rotterdam naar Houston.
Het schip werd vernoemd naar het Karakoroem- of Karakoram-gebergte in het noorden van Pakistan. Eerste reis 11 Juli 1958 voor de Nedlloyd lijn. In december 1963 over naar NV Nedlloyd Lijnen, Rotterdam. Op 1 Juli 1970 over naar de Koninklijke Nedlloyd NV Rotterdam. In Juli 1977 herdoopt in MS Nedlloyd Karakorum. In augaustus 1978 verkocht naar Singapore en herdoopt in MV Kota Dewa In 1984 verkocht naar China voor de sloop. Op 10 Maart 1984 aanvang sloop.
Het is mij niet duidelijk waarom de “Stoomvaartmaatschappij Nederland” het schip “Karakorum” vernoemd heeft naar de bergketen tussen China, India en Pakistan. Raadplegen van de encyclopedie geeft de volgende informatie :
Karakorum of Karakoram,bergketen, (480 km), tussen de Indus en Yarkant rivieren, N Kasjmir, S Centraal-Azië, SE uitbreiding van het Hindoekoesj. Het heeft betrekking op betwist gebied, in het bezit van China op het noorden, het oosten India en Pakistan in het westen. Karakorum belangrijkste reeks heeft een aantal van de hoogste toppen van de wereld.
De m.s. KARAKORUM in ieder geval net zo robuust als het gebergte met ook de zeer robuuste Kaptein Cees Hoedemaker.
Eerst even wat informatie over het schip:
De KARAKORUM; is in 1958 gebouwd op de werf C,v.d.Giessen en Zn te Krimpen aan de IJssel in opdracht van de Stoomvaartmaatschappij Nederland. De te waterlating was op 5 maart 1958
Het schip; was 163,4 meter lang, 20,47 meter breed en had een diepgang van 9,14 meter. In 1970 is het schip overgedragen aan Kon. Nedlloyd N.V. te Rotterdam in 1977 is het schip herdoopt in NEDLLOYD KARAKORUM In 1978 verkocht naar Singapore aan Kota Dewa. Op 10 maart 1984 is het schip gesloopt in China te Nantong.
De voortstuwing; werd verzorgd door een 9 cilinder Stork Diesel van 10.500 pk waarmee 17,5 knopen gelopen werd.
Het dek; een hoofddek met 5 luikhoofden en nog twee tussen dekken. Het laadgerij bestond uit 4 ongestaagde masten met drie zware spieren van 120, 80 resp. 50 ton.
De accommodatie; was ingericht voor 68 bemanningsleden en 12 passagiers.
Wel is mij bijgebleven dat we onder nogal slechte weersomstandigheden een Japans vissersbootje op drift opgepikt hebben. Dat klinkt eenvoudig maar dat was het niet. Eerst ging ondergetekende samen met de derde stuurman aan boord om te kijken of er nog iemand aan boord was. Dat was niet het geval. De Japanse visser waren al door hun vissen gevonden. De gezagvoerder besloot om de boot aan boord te hijsen. Tenslotte is een onbemand schip op zee toch maar een mooie prooi. Dat was op zich een heel avontuur op een zeegang met 6/7 Beaufort. Als ik er aan terugdenk was de hele operatie gekkenwerk met alle veiligheidsrisico's in aanmerking genomen. Een zeeman weet wel wat ik bedoel als je op volle zee op een slingerend schip de laadbomen moet uitzwaaien en met stroppen en staalkabels een boot van zo’n 12 meter lang en een gewicht van pak weg 5 tot 8 ton aan boord moet hijsen. De Kaptein dacht mooi bootje voor als ik met pensioen ben. Samen met de Hoofdmachinist werd er vervolgens na de lunch aan het bootje geklust om het weer operationeel te maken. Dat viel niet mee omdat het happy hour al vroeg begon op de Karakorum. In het kader van de goede sfeer en teamgeest bevond het gezag zich broederlijk zeer op tijd in de bar om de stemming in te luiden. O heel gezellig hoor er werd ook veel gezongen. Echte Hollandse liedjes zoals “houten klompen, houten klompen zijn zo mooi, de ene gevuld met hooi en de ander gevuld met strooi” enz. De derde stuurman Peursering (op de foto met rakker de scheepshond) kon al die liedjes uit zijn hoofd . Je hoefde allen maar mee te brullen. Kortom geweldige stemming. Als na de lunch iedereen zijn taken weer trachtte op te pakken zaten de twee hoogste gezagdragers dus in het kajuitje van het bootje te vloeken en te kreunen. Want ja, je kunt na zo’n heftige lunch wat vermoeid raken. Toen het al door zeewater geteisterde dieseltje stuk gebeukt was werden deze pogingen snel opgegeven en werd terstond begonnen aan de middag tuk om weer fris aan het tweede happy hour voor het diner te verschijnen . “Kantoor” besliste gelukkig dat de vissersboot als een goodwill gebaar weer terug moest naar Japan. En zo geschiedde. Op de foto staat de vissersboot op het haventerrein op de eigenaar te wachten.
Ja we hadden een echte scheepshond aan boord met de naam Rakker. In Calcutta vonden we hem in een nest op het haventerrein samen met nog een stel broertjes en zusjes. Ja, je kan ze niet allemaal meenemen. Eentje was al moeilijk genoeg. Het was niet eenvoudig om de kapitein te overtuigen dat een hond een positieve invloed had op de stemming aan boord. De kapitein had daar hele ander ideeën over. Maar goed als we zorgden voor de nodige papieren en inentingen voor het beest zou het wel kunnen dacht hij. Om dit te regelen hadden we Piet bijgenaamd Piet de dief. Handige Calcutta man van het agentschap waarvan je zeker wist dat hij volkomen onbetrouwbaar was. Dat geeft niet als je maar net even slimmer bent. Samen met Piet en voldoende donaties van de collega’s in een taxi Calcutta rond voor het verwerven van de benodigde paperassen en inentingen. Achteraf viel dat erg mee. Bij alle instanties werden de documenten snel getekend na overhandiging van een financiële gunst. Om kosten te besparen werd vaccinatie achterwege gelaten, ach ja je kan zo’n hondje maar kwijt zijn in Calcutta. Rakker paste zich zeer snel aan en was de lieveling van iedereen. Hij sliep in mijn hut en was uiteraard overal op dek te vinden. Voor z’n behoefte werd er dagelijks een mooi vers hoopje zand gemaakt wat daarna weer met keutel en al over de muur ging. Het was wel brandbluszand, maar ja er was toch geen brand. Mijn grootste zorg was dat Rakker niet in een ruim verdween. Maar op een of andere manier wist hij dat gevaar wel te overleven. Ook had hij geen enkel moeite met de nogal steile accommodatie trappen. Een echte overlever. Je gaat natuurlijk wennen aan zo’n beest. Ik kan mij nog steeds die blik in zijn ogen herinneren toen ik in Damman van boord ging. Zijn scheepsleven is nogal tragisch geëindigd hoorde ik vele jaren laten. Een tweede WTK heeft hem pardoes over de muur gezet toen Rakker wat lelijk tegen deed. Niet mijn vriend dus.
De foto's:
Links; Rakker onze scheepshond
Rechtsboven; Jan Waterdrinker met Rakker.
Rechtsmidden; een leerling uit Singapore met Rakker op de speeltafel.
Links; G.v. Houwelingen met Rakker.
Rechts; Piet "de Dief" in Calcutta.
De Foto's boven;
Het cadeau, een stuurwiel gesmeed door Jan Waterdrinker opgemaakt met bloemen.
Jawel, de Gezagvoerder was 25 jaar bij de club en dat moest natuurlijk gevierd worden. Al weken van tevoren weren de voorbereidingen getroffen. De Hofmeester die natuurlijk een prachtig Captains Diner in elkaar moest draaien. De kok met zijn kombuisteam die hun allerbeste prestatie probeerde te leveren, De salon werd versiert en er moest natuurlijk ook een heel mooi cadeau komen. In de machinekamer was Jan dan ook uren bezig om een mooi smeedstalen stuurwiel te maken. Dat leverde natuurlijk ook meteen heel wat overuurtjes op. Een kniesoor die daar op let. Voor de Ome Kees, zoal wij hem noemden, ging geen zee te hoog. De officieren hadden geld ingezameld er was een mooi zilveren (beetje kitsch) servies aangeschaft. Toen de grote dag was aangebroken was natuurlijk de gehele bemanning paraat. Alle officieren uiteraard in pak 1. Ook natuurlijk de deftige Engelse en Amerikaanse passagiers die we die reis aan boord hadden zaten 1e rang. Er werd wat gespeecht natuurlijk, door de Hoofd Machinist, ook de Eerste Stuurman deed nog een duit in het zakje. Het smeedstuk en overige geschenken werden overhandigd. Prachtig allemaal. De Kapitein die daarbij zeer gelukzalig en een beetje beduusd keek sloot af met een bedank speechje, zodat het officiële gedeelte gelukkig snel voorbij was en we ons bezig konden houden met belangrijker zaken zoals de alcoholische versnaperingen en de hapjes die al door de bedienden aangevoerd waren. Het was een gezellige feestje en ik heb nog wat dia's gemaakt zodat er nog iets van de sfeer van weleer is te proeven.
Foto's van de party.
De salontafel waarachter de Kapitein Cees en de Hoofdmachinist zich geïnstalleerd hadden stond er al vol van. Ook al met de noodzakelijke drankjes natuurlijk. Het was een belangrijke dag. Een van de Engelse passagiers was jarig. Een nogal belangrijk persoon. Dat moest op gepaste wijze gevierd worden. Een party in de salon met alle passagiers en officieren. Ze, Kapitein Cees en zijn rechterhand de Hoofdmachinist, waren al op tijd begonnen, eigenlijk al voor de lunch die ze hadden overgeslagen. Ome Cees ging wat moeizaam staan. We keken gespannen toe. Ach ja, hij was ook de jongste niet meer. En zo'n speech is eigenlijk ook niets voor een echte zeebonk. Met ‘Ladies en Gentlemen’ opende hij zijn speech. Op dat moment maakte de boot een klein haaltje. Tja, dat heb je op een schip in wat minder rustig weer midden op de oceaan. De niet al vast te been staande Gezagvoerder raakte hierdoor uit zijn evenwicht, viel met een niet zo'n elegante dreun op de hapjes en de drankjes en gleed vanaf de de tafel en verder over de mooie glad geboende vloer tot ongeveer midden in de salon en bleef daar ook liggen. Afijn, het feest was dus snel voorbij. De Stuurlieden dropen af met plaatsvervangende schaamde. De passagiers gunden hem ook geen blik meer waardig. Keken of er niets aan de hand was, stapten over hem heen en vertrokken naar hun accommodatie. Tja, je laat zo'n man toch niet liggen dacht ik. Zo goed en kwaad als het ging heb ik Ome Cees drie accommodatie hoog trappen opgeduwd naar zijn hut. Het was nog een hele klus met veel getrek en geduw met zo’n zware man, het was net een dood paard. Zijn stemming was ook niet al te vrolijk. In zijn kooi gedumpt, schoenen uit deken er overheen en klaar om de feestroes uit te slapen. Later heb ik wel de credits van mijn humanitaire hulp ontvangen.
In juni 1971 arriveerden we in Los Angeles. De Kapitein ging van boord want hij woonde daar met zijn Amerikaanse echtgenote en twee dochters. Wij ontvingen in onze bar een afvaardiging van de Hollandse gemeenschap in Los Angeles. Dat was heel gezellig. Ze kwamen natuurlijk zo rond bartijd s’middags om ongeveer 17.00 uur. Borrelen, grote succes verhalen, mee-eten in de salon en dan blijven hangen tot de kleine uurtjes. Wij stonden natuurlijk de de volgende ochtend om 08.00 uur te tollen in de machinekamer. Om 17.00 arriveerden onze nieuwe vrienden weer met nog meer nieuwe vrienden . Met grote Amerikaanse sleeën gingen we dan op weg naar de party’s die ze in hun riante huizen voor hun Hollandse vrienden georganiseerd hadden. Het liefst wilden ze eigenlijk dat we mee gingen in ons uniform. Dat maakt pas indruk op de kennissen en de buren. Ook Marinus W.M. van der Steen was van de partij. Marinus was de hoofdredacteur van de Holland Reporter een maandkrantje dat hij uitgaf met een oplage van 10.000 stuks met Hollands nieuws voor de Hollandse gemeenschap in L.A. Marinus schreef op de achterpagina van zijn juni uitgave een leuk stukje over de ontmoeting met de Karakorum crew. Hij schreef het volgende artikel in zijn krantje:
A Tribute from the “Holland Reporter” to the officers and Crew.
Wel daar zijn jullie dan weer! terug van Vancouver, Seattle, San Francisco en nu weer in de haven van Los Angeles om straks wederom met een nieuwe lading cargo de Grote en de Atlantische Oceaan over te steken om de Nederlandse driekleur en de maatschappijvlag op het zuidelijk halfrond te vertegenwoordigen.En wanneer jullie straks met het m.s.Karakorum voor anker gaan liggen bij, Montevideo, Kaapstad, Bombay, Tokio of wat het ook mag zijn, vergeet dan niet dat er geen betere ankerbedding te vinden is –buiten de thuishaven dan- in de Ports of Los Angeles. De Kaptein zelfs zal dit moeten beamen daar Californië voor hem de thuishaven is. En wij Nederlands-Amerikaanse landrotten hebben nog nooit zo uitbundig, vredig Hollands gezongen, zij het zonder feestneuzen, serpentines en prethoedjes drie hoog achter het ankergat in de Karakorum bar onder het genot van gekoeld Amstel-gerstenat. Hoewel wij de bezinnende woorden van de Kapitein hebben moeten missen en ondanks de kneusjes die wij als landrotten zo links en rechts aan boord hebben opgelopen zien we allemaal vol verlangen uit naar het volgende vriendschapsfeest. Aan allen aan boord, inclusief de Calcutaanse viervoeter “Rakker”een behouden vaart en beter nog een spoedige thuiskomst.
Marinus W.M. van der Steen