Gegevens verzamelen

Gegevens verzamelen kan op heel veel verschillende manieren. Sommigen zijn meer betrouwbaar, maar helaas is geen enkele wijze waterdicht. In dit deel zie je enkele algemene methoden om gegevens te verzamelen en krijg je enkele tips om dit zo vlot mogelijk te doen verlopen.

Enquête

Een enquête is een vragenlijst, vaak ja/nee of meerkeuze, die aan meerdere personen wordt voorgelegd. Je kan dit aan ieder lid van de doelgroep (de groep die je wil onderzoeken) bezorgen, maar bij grote groepen kijk je vaak slechts naar een deel van de groep. Dit deel moet dan wel een correcte weergave zijn van de hele groep, dus even divers en variabel.

Bij een enquête toets je naar meningen, kennis van de bevraagden of kleinschalige feiten. "Wat vind je van voetbal?", "Wat weet je van het weerbericht?", "Waar ben je geboren?", ...

Je kan je enquête op twee manieren verspreiden:

De klassieke wijze van enquêtes afnemen gebeurt vaak via interviews. Je kan op openbare plaatsen aan mensen vragen stellen, van deur tot deur gaan, of telefonisch contact opnemen.

Dit soort enquêtes gebeurt minder en minder vaak, omdat digitale enquêtes vaak beter uitkomen voor de bevraagde.

Kranten of tijdschriften nemen soms ook enquêtes af in hun artikels, om data te verzamelen bij hun lezers.

Klassieke enquêtes zijn handig voor een statistisch onderzoek op kleine schaal, zoals in je klas of je vriendenkring. Wanneer je grotere groepen wil onderzoeken, wordt het minder praktisch. Het vergt veel tijd als je 100 of 1000 man moet ondervragen.

Het digitale tijdperk heeft een nieuwe vorm van enquêtes geïntroduceerd: online enquêtes. Dit gebeurt via mail, sms, sociale media, ... Er bestaan vele websites om enquêtes af te nemen, het wordt soms zelfs als reclame gebruikt!

De voordelen liggen voor de hand: je kan een groot doelpubliek bereiken, mensen kunnen het op hun eigen tempo invullen en je krijgt de antwoorden direct binnen.

Bij het afnemen van een online enquête is het belangrijk om goed uit te leggen waarom je deze bevraging afneemt. Tegenwoordig krijg je veel mails en berichten om enquêtes en vragenlijsten in te vullen, dus je moet je enquête "verkopen".

Enkele tips als je een enquête afneemt:

  • Vraag één ding tegelijk.

  • Maak je vragen niet te lang. Wees kort en bondig.

  • Zorg ervoor dat je vragen niet té persoonlijk zijn. Mensen vinden het niet leuk als die informatie nogal privé is.

  • Je vragen moeten neutraal zijn, niets suggereren. Vraag bijvoorbeeld niet: "Vind jij ook dat ploeg X echt slecht bezig is?".

Interviews

Interviews zijn heel gelijkaardig aan enquêtes, maar gaan vaak iets dieper. Je hebt een uitgebreide lijst met vragen, zelden meerkeuzevragen of ja/nee-vragen. Interviews worden altijd persoonlijk afgenomen; het kan wel online gebeuren, maar dan via een videosessie, online call of chatgesprek.

Boeken, kranten, tijdschriften, archieven, ...

Soms wil je gegevens verzamelen die al zijn genoteerd. Bijvoorbeeld, het thuisland van iedereen die een gouden medaille heeft behaald op de Olympische spelen. Deze informatie vind je vaak terug in boeken, kranten, tijdschriften of archieven. Het internet is een veelgebruikt archief, maar (nog) niet alles staat op het internet. Een uitstap naar een bibliotheek kan wel eens nuttig zijn. Als je echt diep moet graven, kan je vaak terecht in de archieven van uitgeverijen, al zal je hier wel een aanvraag voor moeten indienen...

Het is belangrijk dat je goed kijkt welke bronnen je gebruikt. Zijn het objectieve boeken, of zijn ze iemands mening? Zijn de gegevens nog up-to-date, of zijn ze niet meer relevant? Wees altijd kritisch (dit geldt in alle verzamelmethoden).

Gegevens observeren of zelf experimenten uitvoeren

Een statistisch onderzoek hoeft geen menselijke factor te hebben. Misschien wil je het weer onderzoeken, of de grootte van appels vergelijken, enzovoort. Je kan de gegevens uit een archief halen, maar vaak wil je juist nieuwe gegevens gebruiken. In dit geval ga je zelf een experiment uitvoeren, of een meettoestel gebruiken om de gegevens te verzamelen.

In deze gevallen is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je gegevens correct zijn en dat ze niet worden beïnvloed door andere factoren. Als je thermometer heel hoge temperaturen meet, kan dat bijvoorbeeld zijn omdat de lamp die ernaast hangt heel warm wordt. Of misschien is je thermometer stuk.

Dit is de meest complexe methode om gegevens te verzamelen en vereist veel oefening en correctie.

Opdracht: Bedenk voor elk van de onderstaande vragen een passende methode om de gegevens te verzamelen. Soms gaat dat op meer dan één manier.

  1. Als ik Cola en Mentos meng, ontploffen die altijd?
    En hangt dat af van de hoeveelheid?

  2. Ik wil de favoriete kleur van mijn klasgenoten bepalen.
    Wat zou de meest voorkomende zijn?

  3. Welke politieke partij is de populairste en waarom?
    Wat vinden de kiezers belangrijk?

  4. Wat is de gemiddelde leeftijd in mijn stad of dorp?

  5. Welke maand was de warmste vorig jaar?

Antwoord:

  1. Dit kan je best met een experiment doen. Voer het proefje een aantal keer uit en noteer wat er gebeurt. Denk eraan, het enige verschil tussen wetenschap en rotzooien is dat je de resultaten opschrijft.

  2. Dit kan je best via een enquête doen. Dat kan fysiek, door het in de klas aan iedereen te vragen, of online, door een mailtje rond te sturen.

  3. Hier kan je een online enquête opstellen, of interviews afnemen. Bij de enquête ga je een breder beeld krijgen van welke partij de populairste is, bij de interview ga je beter zien wat de kiezers belangrijk vinden en waarom zij op een partij stemmen.

  4. Je kan dit via enquête doen, maar de gemeente heeft vaak een register van al de bewoners. Als je hier toegang tot krijgt, kan je de geboortedatum van iedereen bekijken. Natuurlijk krijg je die toegang niet zomaar...

  5. Als je vorig jaar de temperatuur hebt gemeten en elke dag neergeschreven, kan je dit met een experiment doen. Zo niet, zal je online moeten zoeken naar deze gegevens.
    Tip: begin dit jaar al te meten voor volgend jaar!