/* Motor PWM.
De Arduino pinnen 3,5,6,9,10 en 11 zijn voorzien van PWM (Pulse Width Modulation).
Hierdoor kan je een getal ingeven tussen 0 en 255 waardoor er op de pin een effectieve spanning
komt te staan tussen 0 en 5 Volt. Als we de instructie geven analogWrite(3, 128) dan zal de Arduino
50% van de tijd 5 Volt op pin 3 zetten en 50% 0 Volt. Gemiddeld staat er dan 2,5 Volt op de pin en
de motor draait dan op halve kracht. We geven de instructie 'analog' en niet 'digital' omdat we een
analoge waarde willen krijgen (tussen 0 en 5 V) en geen digitale (óf 0, óf 5).
De pin (3) verbonden met de basis van de transistor hebben we motorpin genoemd.
In het begin van de sketch hebben we ook variabelen gemaakt voor twee snelheden (hoog en laag) en twee
delay tijden. Dit maakt het gemakkelijker om ze te veranderen.
*/
int motorPin = 3; // PWM pin 3 is verbonden met de transistor.
int hogeSnelheid = 200; // snelheid op een schaal van 0 tot 250
int tijdHoog = 2000; // tijd dat de motor snel loopt
int lageSnelheid = 100; // snelheid op een schaal van 0 tot 250
int tijdLaag = 4000; // tijd dat de motor langzaam loopt
void setup()
{
pinMode(motorPin, OUTPUT);
}
void loop(){
analogWrite(motorPin, hogeSnelheid); // motor draait op hoge snelheid
delay(tijdHoog); // wachttijd
analogWrite(motorPin, lageSnelheid); // motor draait op lage snelheid
delay(tijdLaag); // wachttijd
}