Jasper's droom

Jasper zat op de rand van het dak met zijn benen heen en weer te bengelen. Eigenlijk mocht hij daar niet zitten, want zijn ouders waren bang dat hij naar beneden zou vallen. Zelf was hij daar niet zo bang voor. Hij zat er graag. Op het dak kon je door de koepel heen kijken en een beetje van de buitenwereld zien.

Het dak waar hij op zat, was het dak van een hoog flatgebouw. De bewoners verbouwden er groenten op. De muren van het gebouw waren bedekt met zonnepanelen. Vroeger hadden de mensen ook zonnepanelen gehad, maar toen werd de electriciteit alleen gebruikt voor hun apparatuur. Nu was de electriciteit ook van belang voor de zuurstofvoorziening en de beveiliging van de koepel.

Hij was net terug van een bezoekje aan zijn oma en zoals altijd kwam hij daar met gemengde gevoelens van terug. Dat kwam niet door zijn oma, maar door de verhalen die ze vertelde. Verhalen van vroeger, hoe het op de aarde was geweest voordat er flatgebouwen met koepels waren. De aarde was prachtig geweest. Hij begreep niet, dat de mensen het zo ver hadden laten komen. Waarom had niemand naar die wetenschappers geluisterd! Hoe vaak hadden ze niet gewaarschuwd voor het veranderende klimaat? Nou ja niemand, volgens zijn oma waren er dertig jaar geleden best wel mensen bezorgd geweest om het milieu, maar het merendeel had gedacht dat het allemaal wel meeviel. Daarom was de aarde, ondanks alle waarschuwingen, steeds warmer geworden. De bomen waren langzaam dood gegaan en de hoeveelheid zuurstof in de lucht was zo laag geworden, dat de mensen koepels moesten bouwen om te overleven. Hij had zijn hele leven in de koepel gewoond, zijn ouders niet.

Had hij maar een tijdmachine.... Hij wilde ook door een bos lopen, of langs het strand. Zijn oma kon geweldig vertellen en als zij vertelde van vroeger, droomde hij weg bij haar zachte stem en liep hij in de wereld van toen. Hij zag de prachtige natuur, de huizen met tuinen, de dieren, de planten, de vers gevallen sneeuw in de winter, de vogels in de lucht... Oma had ook een heleboel foto's en filmpjes van vroeger. Als ze genoeg energie credits had gespaard, nodigde ze haar kinderen en kleinkinderen uit om naar het verleden te komen kijken. Vandaag had hij zijn lievelingsfilm gezien, die van oma's hond. Oma had een Golden Retriever gehad. Een mooie donker gouden hond, met heerlijk zacht haar. Hij was lief en grappig. Jasper vroeg zich af hoe het zou zijn om zo'n hond te hebben. Vroeger hadden bijna alle mensen een huisdier. Nu waren er geen dieren meer op aarde. Alleen nog maar insecten. Dieren verbruikten teveel zuurstof en daarom hadden ze niet mee gemogen bij de grote verhuizing. Iedereen had zijn huisdier buiten de koepel moeten laten. Sommigen hadden hun dier toch meegenomen en waren betrapt. Betrapt worden betekende dat je uit de koepel werd verbannen en buiten de koepel kon je niet overleven. Insecten waren er nog wel, want die hadden weinig zuurstof nodig. Zo nu en dan vonden ze een nest kakkerlakken of kevers en dan maakte zijn moeder er iets lekkers van. Oma lustte geen insectensnacks. Hij mocht altijd haar portie.

Zijn gedachten werden ruw verstoord door het loeien van het alarm. Totaal niet bang van de hoogte waarop hij zich bevond, sprong hij op en vluchtte hij naar binnen.


'Waar was je?', vroeg zijn moeder.

'Op het dak.'

Zijn moeder zuchtte. 'Pas toch op! Je valt nog een keer naar beneden!'

'Welnee. Waarom gaat het alarm?'

'Geen idee, waarschijnlijk weer een aanval van mutanten.'

'Waarom doe je de TV niet aan? Dan kunnen we zien wat er aan de hand is.'

'Dat gaat niet Jasp, onze energie credits zijn op. Ik heb vandaag de was gedaan.'

'Dus we hebben ook geen warm eten vandaag?'

'Nee. Morgen weer.'

Mopperend ging Jasper naar zijn kamer. Alweer sla. Hij pakte een boek van de plank en ging op zijn bed liggen. Het was een oud boek met prachtige foto's. Het ging over oceanen en vissen. De vissen hadden de prachtigste kleuren. Met het boek in zijn hand viel hij in slaap.


Hij werd wakker van een vochtige lik over zijn neus. Het boek dat hij aan het lezen was, lag op de grond. Slaperig staarde hij in de ogen van een vrolijke Golden Retriever.

'Hey Simba, ouwe jongen.' Hij stond op en gaf zijn hond een stevige knuffel.

'Wat wil je? Naar beneden? Lekker wandelen?' De hond blafte.

'Kom dan maar.'

Jasper ging naar beneden en liep de keuken in, met Simba achter hem aan.

'Goeiemorgen mam', zei hij.

'Goeiemorgen Jasper. Heb je lekker geslapen?'

'Nee eigenlijk niet. Ik had een hele nare droom.'

'Wat naar voor je lieverd. Ga maar lekker zitten, dan maak ik een lekkere boterham voor je. Wat wil je erop?'

'Doe maar kaas.'

Jasper ging aan tafel zitten.

'Mam, wat is Global Warming?'

Zijn moeder fronste haar wenkbrauwen.

'Hoe kom je daar ineens bij?'

Jasper haalde zijn schouders op. 'Weet ik niet. Ik wil het gewoon weten.'

'Global Warming is een verzinsel van een handjevol wetenschappers. Ze proberen mensen bang te maken met hun verhaaltjes over het opwarmen van de aarde. Het opwarmen van de aarde zou voor grote klimaatveranderingen kunnen zorgen en slecht zijn voor de aarde. Ik geloof er niet in. Het klimaat is door de eeuwen heen steeds veranderd. Een beetje CO2 in de lucht maakt dat echt niet erger.'

'Dus de aarde is niet warmer aan het worden?'

'Welnee, bangmakerij is het.'

Zijn moeder liep naar de airco. 'Het lijkt wel of het ding stuk is', mopperde ze. Ik moet hem steeds hoger zetten om een beetje lekkere temperatuur in huis te hebben. Het is deze zomer nog warmer dan het jaar hiervoor.'

Ze deed de TV aan. De stem van de nieuwslezer schalde door de keuken.

'Als we niets aan de CO2 uitstoot doen, dan zal…’

Met een geïrriteerd gezicht deed ze de TV weer uit.

‘Bangmakerij is het, niets meer dan dat.’

Ze liep naar de airco en deed hem nog een beetje hoger.