#ForFlutistsonly4 Adem

De plaats van de ademhaling

Adem. Wij fluitisten kunnen er niet omheen, hebben het hard nodig. Van alle houtblazers zijn we grootverbruikers. Binnen de groep blazers, kopers meegerekend, hebben enkel bastuba-spelers meer lucht nodig dan de fluit-blazers!

Aan de slag dan maar.

Niet elke fluitist heeft een bovengemiddelde longinhoud. Ook de techniek van circular breathing – waarbij je tegelijkertijd ademt en blaast – is niet voor iedereen weggelegd.

De basisregels hieronder zijn van toepassing voor iedereen, klein en groot.

WAAR kan je ademen?

En waar moet je zeker ademen?

Uiteraard begin je elke zin met een ademhaling. Dat wil ook zeggen VOOR elke opmaat, zowel aan het begin als middenin een stuk.

Enkele voorbeelden met en zonder opmaten:

Vb 1 Die Winter is verganghen (Volksliedje)

Vb 2 Auld lang syne (Brits volksliedje)

Vb 3 O Sanctissima

Vb 4 Spanische Caprice (25 Romantische Etüden – E. Köhler)

Vb 5 Lebe wohl! (25 Romantische Etüden – E. Köhler)

Hoe weet je of je te maken hebt met een opmaat?

Dat is – zeker voor beginners – niet altijd even duidelijk. Enkele aanwijzingen:

o Een opmaat vooraan het stuk staat meestal niet alleen. Vergelijk noten in het stuk die hierop lijken (melodische of ritmische variatie) of identiek zijn. Vaak wordt een opmaat meerdere keren herhaald. (zie bv hierboven Die winter is verganghen, Auld lang syne of het voorbeeld hieronder O Haupt voll Blut und Wunden.

o Bogen en koppeltekens kunnen wijzen op de juiste frasering en duidelijk maken welke noten tot één zin worden gerekend, al dan niet met opmaat. In het voorbeeld van Lebe wohl! Is dat het geval: de start is door de notatie duidelijk een opmaat. De legatoboog gaat over de maatstreep heen (dit hoort dus zeker bij de 1e zin). Tussen maat 2 en 3 staat een koppelteken.

o Kleine korte zinnetjes tussen een groter geheel staan zelden apart. Vb in Lebe wohl!; de sextool in maat 4 staat niet op zichzelf. Tot aan de hoge Re in maat 5 is het hele begin dus één zin.

o De woorden in muziek die worden gezongen, kunnen niet midden in een woord (tussen 2 lettergrepen) worden onderbroken door een frasering/ademhaling. We laten dus de woorden en de bijbehorende noten in één geheel. Dit geldt voor alle liederen, popsongs, volksliedjes, koralen, aria’s, enzovoort. Deze melodieën worden veel gebruikt voor melodische instrumenten zoals de fluit. Ken je de woorden niet? Zoek ze op (naam, titel, componist,..)!

Een mooi voorbeeld van woorden in de muziek:

O Haupt voll Blut und Wunden is een koraal uit een beroemd werk, de Mattheuspassie van J.S. Bach.

In maat 2 mag je pas ademen na de si, want de la en si vormen samen het woorden Wunden (wonden, een woord uit het lijdensverhaal volgens Mattheus)

Als we de plaatsen zoeken om juist te ademen, zijn we eigenlijk bezig met frasering. Dat betekent dat je de muziek in zinnen verdeelt, zoals ook met geschreven en gesproken teksten het geval is. Zelfs als je zonder nadenken praat, spreek je meestal in zinnen!

Test: probeer eens een klein stukje uit een verhaal hardop te lezen, zonder komma’s, punten, hoofdletters, vraagtekens of andere leestekens. Moeilijk!

Ook in de muziek laten we horen waar elke zin start en eindigt, zowel in het klein als in het groot. Het einde van je stuk speel je meestal anders dan het einde van je 1e zin, als je nog maar net bent begonnen.

Blazers, zoals fluitisten, laten een nieuwe zin in de muziek samengaan met een ademhaling, wel zo praktisch! Die worden in alle voorbeelden aangeduid met een V.

Daarnaast kan je ook een kleine frasering tegenkomen of een plaats waar je wel kan ademen (maar geen echte frasering) zonder dat het stoort. Deze ademhalingen duid ik aan met (V). In muziek voor dwarsfluit komen we deze ademhalingen veel tegen, juist doordat we veel lucht nodig hebben.

In de voorbeelden hierboven kom je de 2 verschillende ademhalingen tegen.

Daarnaast kan je soms een noodgeval tegenkomen waarbij je toch moet ademen, maar eigenlijk zou moeten doorspelen. Die geef ik aan met (V)>

Zie ook #ForFlutistsonly3