Quantz en de koning

Johann Joachim Quantz was de huiscomponist, fluitleraar, instrumentenbouwer en muzikaal leider aan het hof van koning Frederik de Grote van Pruisen. Toen de koning nog kroonprins was, had Quantz hem al les gegeven op de fluit. Dik tegen de zin van de vader van de prins, koning Frederik I van Pruisen. Hij had zijn zoon een 'dwarsblazer' genoemd, als hij hem weer eens aantrof met zijn geliefde instrument. Het was geen compliment. Toen Frederik na de dood van zijn vader in 1740 zelf koning werd, haalde hij Quantz (en nog veel andere beroemde musici, componisten en filosofen) naar zijn hof 'Sanssouci' bij Potsdam, niet ver van Berlijn. Quantz zelf zou tot aan zijn dood de koning blijven dienen. Hij schreef talloze composities voor Fluit en orkest, en zijn uitgebreide werk over de juiste manier van musiceren volgens de stijl van die tijd. Dat werd Versuch einer Anweisung die Flöte traversiere zu spielen.
Het pedagogisch werk van Quantz was in de eerste plaats bedoeld om koning Frederik zo goed mogelijk te onderwijzen en zijn favoriete bezigheid - de dagelijkse avondconcerten aan zijn hof - te ondersteunen. Naast de uitgebreide muzikale en technische aanwijzingen, en stijltips in 'Versuch..' schreef Quantz bijvoorbeeld ook dagelijkse oefeningen voor de koning. Een groot deel ervan is bewaard gebleven en vormt een handige nalatenschap voor hedendaagse fluitisten en traversospelers!

Zo staat het in de geschiedenisboekjes. Maar het hofleven zag er in werkelijkheid complexer uit.
De koning was een getormenteerd man en absoluut vorst tegelijkertijd. Geen ideale combinatie. Bovendien speelde hij graag fluit, maar was hij geen hoogvlieger, én had hij het geld en de macht om anderen te laten doen wat hij wilde! Kritiek op de koning en zijn fluitspel was vanzelfsprekend taboe.
Het muzikale hofleven stond ook bol van intriges en bizarre gewoontes. Zo was Quantz - weliswaar niet ongetalenteerd - maar vrij ouderwets en behoudsgezind in zijn muzikale smaak. Anderen, zoals één van de zonen van vader Bach - Carl Philip Emmanuel Bach - een interessanter componist, die wel 4 x minder dan Quantz betaald werd voor zijn werk!

Een intrigerend aspect aan de machtsverhouding tussen Quantz en koning Frederik is de combinatie van leraar - leerling, ondergeschikte - broodheer. Waarbij de broodheer natuurlijk een absoluut vorst was die kon beslissen over leven en dood. Wellicht vervulde Quantz daarnaast ook een soort vaderlijke rol, of compenseerde hij zelfs het gemis van een vader die Frederik nooit heeft gehad. In andere woorden, naar alle waarschijnlijkheid was koning Frederik II emotioneel afhankelijk van zijn leermeester.
De wanverhouding tussen Frederik en zijn eigen vader ging verder dan de afkeer van de vader (koning Frederik I) van het fluitspel van zijn zoon. Als kroonprins ervoer Frederik zijn leven aan het hof van zijn vader als onverdraaglijk, leed zwaar onder diens woede-uitbarstingen en smeedde meermaals plannen om te ontsnappen. Toen hij bij zijn laatste poging werd geholpen door een vriend (luitenant von Katte) - en werd betrapt (verraden?) - veranderde de koning het vonnis in de doodstraf en verplichtte zijn zoon de terechtstelling bij te wonen. Op een later moment werd kroonprins Frederik ook gedwongen tot een bijzonder ongelukkig huwelijk, dat feitelijk nooit heeft bestaan.


Wat was ik graag - in mijn vorige leven - een vliegje geweest in 'Sanssouci'!

Helaas.
Voor deze rubriek baseer ik me dan maar op de bronnen die er zijn; boeken, composities, feiten en weetjes die zijn bewaard, onderzocht en gepubliceerd.

1. Quantz, de leermeester

2. Fluit spelen en fruit eten