Teije de Vos (Kortezwaag, 28 februari 1948) is een invloedrijke auteur en ontwikkelaar van educatieve toetsen en tests, die zich richt op het meten van leerprestaties in het onderwijs. Hij begon zijn carrière als onderwijzer en werd later directeur van een school. Teije de Vos studeerde af aan de Rijksuniversiteit Groningen als psychodiagnostisch geschoold orthopedagoog, gespecialiseerd in leerstoornissen. Hij bekleedde verschillende onderwijsgerelateerde functies en richtte in 2000 Eduforce op, een uitgeverij die toetsen en tests ontwikkelde, veelal gebaseerd op zijn eigen werk.
Teije de Vos is vooral bekend door zijn ontwikkeling van de Tempo Test Rekenen (1992), een test die zijn hoogtepunt kende met meer dan 1 miljoen afnamen per jaar. Deze test is vrijwel op elke basisschool in Nederland gebruikt, evenals in Vlaanderen en in het buitenland, bijvoorbeeld in vluchtelingenkampen. In 2010 werd de Tempo Test Rekenen opgevolgd door de TempoTest Automatiseren (TTA), die ook diagnostische mogelijkheden biedt. Daarnaast is zijn leerlingvolgsysteem, het DLE-LVS (Didactisch Leeftijdsequivalent Leerling Volg Systeem), bekend in Nederland.
In tegenstelling tot andere leerlingvolgsystemen, zoals Cito, die vaak werken met domeintoetsen, ontwikkelde De Vos toetsen die cumulatief van aard zijn. Dit houdt in dat de toetsen van eenvoudig naar moeilijk zijn opgebouwd, zodat zelfs zwakkere leerlingen altijd in staat zijn om scores te behalen. Dit heeft als voordeel dat de toetsen laten zien wat een leerling wel kan, in plaats van wat hij niet kan. De toetsen kunnen in één afname het eindniveau van de leerling in beeld brengen en bieden de mogelijkheid om herhaald af te nemen in verschillende groepen. Dit maakt het mogelijk om de vooruitgang van de leerling te meten en de leerling met zichzelf te vergelijken. Met behulp van de didactische leeftijd (DL) en het didactisch leeftijdsequivalent (DLE) kan het niveau van de leerling in maanden achterstand of voorsprong worden uitgedrukt.
De meettechniek die gebruikmaakt van DLE's is lange tijd bekritiseerd, met name vanwege psychometrische bezwaren. Er werd gesteld dat de DLE's psychometrisch onzuiver waren. Desondanks zijn DLE's inmiddels op vrijwel elke basisschool in Nederland in gebruik en worden ze zelfs wettelijk vereist bij de aanmelding van leerlingen voor PraktijkOnderwijs en LeerWegOndersteundendOnderwijs. Hoewel de techniek van de DLE's kritiek blijft ontvangen, wordt het gebruik ervan ondersteund door methodologen zoals Gerard Melis, Paul Oosterveld en Johan Schokker, die benadrukken dat DLE's de leervorderingen van leerlingen in beeld brengen, niet de positie van de leerling ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten.
In 2007 werden de schoolvaardigheidstoetsen van De Vos uitgebreid met deviatieschalen, percentielen en T-scores, en sindsdien zijn ze met behulp van geautomatiseerde regressietechnieken genormeerd. Dit heeft geleid tot continue leeftijdsnormen, wat betekent dat de toetsen in vrijwel elke onderwijsmaand kunnen worden afgenomen. Dit biedt een flexibelere afnameperiode in vergelijking met andere systemen zoals Cito, die slechts op bepaalde momenten in het jaar afgenomen worden.
De Schoolvaardigheidstoetsen (nu bekend als de Boom LVS toetsen) omvatten de kernvaardigheden zoals technisch lezen, hoofdrekenen, spelling en begrijpend lezen. De toetsen zijn ontworpen om de voortgang van leerlingen op specifieke vaardigheden te meten. Ze zijn genormeerd om in vrijwel elke onderwijsmaand afgenomen te kunnen worden, wat een voordeel biedt ten opzichte van andere systemen die vaak slechts enkele periodes in het jaar beschikbaar zijn.
In 2020 werden De Vos’ diagnostische toetsen, die ook gericht zijn op het meten van leerpotentie en leermotivatie, geïntegreerd in het Boom LVS. Dit leerlingvolgsysteem werkt met drie fasen: ‘verwachten’, ‘volgen’ en ‘verdiepen’. Dit systeem maakt het mogelijk om niet alleen de leerprestaties van een leerling te volgen, maar ook inzicht te krijgen in zijn ontwikkelingspotentieel en motivatie. De Vos blijft werken aan de uitbreiding van het LVS, waarbij in 2022 bijvoorbeeld de Boom LVS Technisch Lezen Woorden werd ontwikkeld als alternatief voor de DMT van Cito.
Teije de Vos heeft zich ook ingezet voor het ontwikkelen van een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen, waarin niet alleen het vaardigheidsniveau wordt gemeten, maar ook de aanleg en persoonlijkheidskenmerken. Hij introduceerde in 2004 de Begintest, de Tussentest en de Drempeltest, die het mogelijk maken om een leerling al vroeg in de schoolloopbaan te evalueren. Dit helpt om te voorkomen dat leerlingen onrealistische doelen worden opgelegd, wat kan leiden tot frustratie bij zowel de leerling als de ouders. Het resultaat is dat leerlingen met veel potentie, maar een teleurstellend vaardigheidsniveau, extra steun kunnen krijgen.
Teije de Vos benadrukt dat het belangrijk is om de leerprestaties van scholen niet enkel te meten aan de hand van eindtoetsen, zoals de Eindtoets Basisonderwijs, maar ook rekening te houden met de mogelijkheden van de leerlingen. Hij pleit ervoor om de scholen te beoordelen op basis van de resultaten die zij behalen met de leerlingen die zij hebben, in plaats van simpelweg te kijken naar het niveau van de resultaten.
De wet- en regelgeving van 2014 stelde scholen verplicht om een leerling- en onderwijsvolgsysteem te hanteren, maar gaf hen ruimte in de invulling daarvan. De Vos pleit voor een sobere aanpak waarbij het volstaat om eenmaal per jaar landelijke, genormeerde toetsen af te nemen. Hij is van mening dat het afnemen van landelijke toetsen in groep 1 en 2 onwenselijk is, omdat de ontwikkelingsfasen van jonge kinderen moeilijk te meten zijn met gestandaardiseerde toetsen. In plaats daarvan pleit hij voor gestructureerde observaties.
Teije de Vos bekritiseert de huidige praktijk van ‘teaching to the test’, waarbij scholen zich te veel richten op het oefenen voor de toets, in plaats van de bredere leerdoelen van het onderwijs. Hij stelt voor dat de onderwijsinspectie zelf de toetsen zou moeten ontwikkelen en afnemen, zodat scholen niet kunnen oefenen met de inhoud van de toets. De Vos suggereert dat de inspectie voor haar toetsmomenten onafhankelijke toetsassistenten moet inzetten, wat de objectiviteit van de evaluaties zou verhogen.
Teije de Vos heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van leerlingvolgsystemen en diagnostische toetsen in het Nederlandse onderwijs. Zijn werk richt zich niet alleen op het meten van leerprestaties, maar ook op het in kaart brengen van de leermotivatie, potentie en persoonlijkheidskenmerken van leerlingen. Met zijn vernieuwende benadering van toetsing en zijn pleidooi voor een meer flexibele en gepersonaliseerde benadering van onderwijs, heeft hij een blijvende invloed gehad op het onderwijslandschap in Nederland.