De Eindtoets Basisonderwijs was een verplichte toets voor alle leerlingen in groep 8 van de basisschool in Nederland. Deze toets werd gebruikt om inzicht te krijgen in wat leerlingen tijdens hun basisschooltijd hadden geleerd en om te bepalen welk type vervolgonderwijs het beste bij hen paste. De resultaten van de eindtoets dienden als een aanvullende, objectieve indicatie naast het schooladvies.
De Eindtoets Basisonderwijs verving in 2015 de eerder gebruikte, niet-verplichte Cito-toets, die van 1970 tot en met 2014 werd afgenomen. In het schooljaar 2022-2023 werd de Eindtoets Basisonderwijs voor het laatst afgenomen. Vanaf 2024 is deze vervangen door de doorstroomtoets, die al in februari plaatsvindt in plaats van in april.
De Eindtoets gaf inzicht in de beheersing van de referentieniveaus voor taal en rekenen. Op basis van de toetsresultaten kregen leerlingen een advies voor het type brugklas dat bij hen past. Dit toetsadvies fungeerde als een onafhankelijk tweede gegeven naast het schooladvies, dat vóór 1 maart door de basisschool werd opgesteld op basis van leerprestaties, aanleg en ontwikkeling tijdens de basisschoolperiode.
Hoewel de eindtoets geen examen was en leerlingen er niet voor konden slagen of zakken, bood de toets belangrijke informatie om een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en voortgezet onderwijs te waarborgen. Naast de verplichte onderdelen taal en rekenen konden scholen ervoor kiezen om een derde onderdeel aan de toets toe te voegen.
Wanneer een leerling een beter resultaat behaalde op de eindtoets dan verwacht, was de basisschool verplicht het schooladvies te heroverwegen. Dit gebeurde in overleg met de ouders of verzorgers. Het schooladvies kon na de heroverweging worden aangepast, maar dat was niet verplicht. Als de toetsresultaten lager uitvielen dan verwacht, mocht het schooladvies niet worden verlaagd. Voor toelating tot het voortgezet onderwijs was het schooladvies leidend, en niet het resultaat van de eindtoets.
Basisscholen konden kiezen uit verschillende door de overheid goedgekeurde eindtoetsen. De keuze voor een toets werd gemaakt in overleg met de medezeggenschapsraad. Alleen toetsen die door de minister van Onderwijs waren toegelaten, mochten worden gebruikt. Deze toetsen werden gratis beschikbaar gesteld aan scholen en moesten voldoen aan strikte kwaliteits- en inhoudelijke eisen, zoals vastgelegd in het Toetsbesluit Primair Onderwijs en de Toetswijzer.
Tot 2022 konden scholen kiezen uit:
Centrale Eindtoets (College voor Toetsen en Examens, CvTE)
AMN-eindtoets
ROUTE 8
Vanaf 2024 wordt de doorstroomtoets afgenomen, die zowel door Cito als andere aanbieders wordt aangeboden.
Voor leerlingen met speciale behoeften waren aangepaste versies van de eindtoets beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan versies met grote letters voor slechtziende leerlingen of aangepaste versies voor leerlingen met dyslexie. Het was aan de school om te bepalen welke versie het beste paste bij de behoeften van een leerling. Scholen onderzochten vooraf welke ondersteuning nodig was en stemden de toetsvorm daarop af.
Lees ook over de NIO-toets .