Inzichten

De interviews en de input van de denktank leverden heel wat boeiende informatie op, over succesfactoren en drempels, over methodieken, over de diversiteit aan realiteiten en over het belang van kwaliteitsvolle participatie.

De inzichten, vraagtekens en geleerde lessen kan je hieronder beknopt terugvinden. Wil je graag meer informatie, duik dan zeker in ons onderzoeksrapport.

Kinderen en jongeren betrekken in planning en ontwerp is een meerwaarde

Je moet ons niet op ons woord geloven, als we zeggen dat participatie een belangrijke meerwaarde is. Ook de mensen waarmee we gesproken hebben in de interviews en tijdens de Denktank gaven dit aan. We vatten hieronder de belangrijkste waarde van participatie samen - meteen een mooi lijstje argumenten als je collega's wil overtuigd krijgen. Op zoek naar een (uit)deelbare versie? Klik dan hier.


User based design als vertrekpunt

De noden van kinderen en jongeren en hun gebruik van ruimte zijn anders dan bij volwassenen. Je moet met kinderen & jongeren praten om hun noden te kennen en daar je ontwerp op aan te passen. Daarnaast is het belangrijk om ook het projectgebied voldoende en in de diepte te verkennen en het gebied te leren begrijpen vanuit de gebruikers. In de interviews werd het belang van rechtstreekse participatie benadrukt. Ontwerpers willen gebruikers direct horen, met al hun nuances over het gebruik van de plek en de mogelijke spanningen of conflicten.


"Mijn drijfveer is ook dat je als ontwerper de plek moet kennen. [...] Als je gewoon begint met uw kaarten of misschien nog eens een terreinbezoek, in het beste geval in twee seizoenen, dan weet je iets van het groen, maar je weet nog niets over het gebruik en de betekenis van die plaats voor de mensen die er wonen en die er komen. [...]" - Ontwerper
"Als je een plek voor kinderen wil, dan moet je weten hoe zij dat beleven. [...] Het is niet omdat wij een idee in ons hoofd hebben, dat het zo moet zijn. Daarom willen we die participatie. Wij kunnen ons niet verplaatsen in hoe zij dat beleven." - Jeugdambtenaar
"Wij willen heel vaak leren met als doel een ontwerp of een beleid of welk eindproduct dan ook, beter en kwalitatiever te maken en daardoor beter te doen aansluiten op de leefwereld van kinderen en jongeren [...] De hoofddoelstelling is het collectief aanpassen en vormgeven van processen, trajecten, beleid, instrumenten, met lokale kennis, en op die manier die een gezicht geven" - Ontwerper


Vermijd weerstand, vergroot het draagvlak

Participatie opzetten betekent mensen meenemen in het verhaal. Hierdoor creëer je draagvlak voor de geplande veranderingen en betrokkenheid bij het project. Dit betekent dat het project inhoudelijk sterker wordt, maar ook dat burgers meer 'mee' zijn in het proces, minder weerstand zullen opbouwen en nadien een plek ook intensiever zullen gebruiken.


"Dat is onze echte ambitie, om zoveel mogelijk betrokkenheid te hebben, omdat wij er echt in geloven dat dat betere plannen oplevert. En misschien wel meer draagvlak, maar dat is heel moeilijk te weten. Je kan dat niet zwart-wit meten." - Ontwerper


Protip: Tijdens één van de gesprekken werd ook aangegeven dat het kan werken om "zagers en klagers" wel gewoon mee in een groepsproces te zetten, om hen mee te betrekken in dialoog. Zo wordt hen een spiegel voorgehouden en wordt hun mening in relatie gezet tot die van anderen. Die andere klanken nuanceren dan weer de draagwijdte van de klacht.


Sterke participatie kan bovendien de sociale cohesie en band tussen buurtbewoners onderling versterken.


"Als we dan kijken naar projecten die zijn afgewerkt, dan merk je dat duidelijk, doordat je die participatie doet in je werkmomenten. [...] Dat zijn bijvoorbeeld twee projecten waar dat er voordien nul sociale cohesie was of slechte sfeer zelfs. En na een traject van twee jaar zeiden de mensen dat ze hun buren hebben leren kennen." - Ontwerper

Kinderen en jongeren zijn onbevangen en empathisch

In de gesprekken gaven vooral de ontwerpers aan dat kinderen, hoewel ze vanuit hun eigen leefwereld deelnemen, zeer to the point zijn en dat ze gemakkelijk en spontaan rekening houden met andere gebruikers.


"Dat is het fantastische aan kinderen van nu, dat die zo'n brede blik hebben. Wanneer je hen bevraagt, hebben ze het bijna nooit alleen over spelen of hun doelgroep. Die denken altijd aan de natuur, het milieu, andere mensen, mensen die zorg nodig hebben. Dat zit er altijd in. En dan is het erg dat die alleen mogen beslissen over dat speeltuintje. Die willen meer. [...] Bevraag hen niet alleen als er een speelplein moet worden aangelegd. Doe dat ook als het verkeer verandert in een wijk." - Ontwerper
"Wij zien bij alle kinderen, jongeren die wij bevragen dat die breed denken. Die denken nooit alleen 'ik wil een speeltoestel'. Ze denken: 'de vogels en de vlinders moeten hier een plek hebben. Mijn oma moet hier naartoe kunnen. Mijn mama picknickt graag. Ik wil dat er hier een picknickbank is.' " - Ontwerper

Kinderen en jongeren zijn uitstekend in staat om integrerend te denken - mits ze de nodige informatie en kennis op maat aangeleverd krijgen.


"Een kind is veel sterker in het formuleren van een invulling voor hen[zelf]. Wij zijn al te veel geconditioneerd met regels: 'zo'n ruimte moet er zo uitzien' - Jeugdambtenaar
"Ik denk dat heel veel jongeren als eerste - en dat verbaast me telkens als ik met jongeren praat - een perfecte analyse kunnen maken over ruimtelijke veiligheid en over gebruikspatronen en pleintjes. [...] Ze kijken ook kritisch naar zichzelf. [...] Ze hebben heel gevoelige antennes voor straatdynamiek." - Ontwerpers

De stem van het volk

Wanneer kinderen en jongeren, bewoners of externe experten pijnpunten, uitdagingen of kansen blootleggen, weerklinkt die input vaak luider dan de interne signalen. Gebruik die kracht van 'de stem van het volk' om beleidskeuzes te verantwoorden en te onderstrepen.


"Nu voelen we hoe sterk dat die stem van kinderen en jongeren is en dat kunnen we 'gebruiken' [...] Wie zijn zij nog als politieker om al die antwoorden van al die kinderen en jongeren naast zich neer te leggen en te zeggen van 'we gaan het toch anders doen?' " - Jeugdambtenaar"Het heeft ook wel voordelen. Doordat je ruimer gaat communiceren, betrek je ook wel meer mensen. [...] Ik heb het zelf ook al meegemaakt in een participatiemoment dat mensen echt tegen een ontwikkelaar ingaan en de discussie aangaan. En dan voel je je wel gesteund" - Ontwerper


Dat geldt ook voor de input van externe experten. Daar wordt vaak heel wat gewicht aan gegeven, terwijl de interne expertise soms minder gewicht in de schaal lijkt te leggen.


Samen ontwerpen is individueel en collectief leren

Samen ontwerpen en participatie meenemen in een ontwerpproces biedt zoveel kansen tot leerervaringen, zowel individueel als gedeeld tussen de betrokkenen. Het gaat hier ook niet enkel om de kinderen en jongeren die leren. Ook de ontwerpers, burgers, beleidsmakers,... leren heel wat uit een kwalitatief participatieproces: over de buurt, over de ruimte (bijv. hoe, wanneer, door wie ze gebruikt wordt), over elkaars perspectieven,.... Maar ook competenties als kaartlezen, in dialoog gaan en abstraheren worden aangescherpt. Tot slot leidt participatie tot de erkenning van het burgerschap van alle betrokkenen.

"Het is opvoeden omtrent milieu. Het is zo breed, meer dan alleen omwille van input voor een ontwerp. Het is verbondenheid creëren. Het is democratie leren. Er zit zoveel in. Dat vind ik het waardevolle, dat wij hier ook de tijd voor nemen, want dat is ergens ook onze maatschappelijke rol om mensen en specifiek kinderen daarin te begeleiden" - Planner
"In één van de projecten was er al vroeg een budgetprobleem. De planner heeft dan samengezeten met de skaters, zodanig dat hij kan leren hoe skaters denken. Voor de planner is het goed om weten dat geïsoleerd beton of bankjes net een skateprikkel kunnen zijn. Ook omgekeerd: de skaters leren ook van de ontwerpers. Als er een busrijzone is of de weg loopt naar beneden, dan kan daar geen skatezone komen uit veiligheidsoverwegingen." - Jeugdambtenaar
"Sommige mensen beseffen door participatie of door die argumenten: 'oei, zo had ik het nog niet bekeken, want ik kijk alleen maar vanuit mijn standpunt' [...] Dat heeft ook wel gezorgd voor ideeën waar we zelf niet opgekomen zouden zijn, juiste omwille van het feit dat dat mensen zijn die daar wonen, werken, dagelijks de plekken gebruiken." - Planner


Participeren is een recht

Het Kinderrechtenverdrag voorziet in het recht voor kinderen en jongeren om gehoord te worden en om hun mening te geven. Dat betekent omgekeerd dat het onze plicht is om hen te betrekken bij beslissingen en projecten die hen aanbelangen en om gehoor te geven aan de input van kinderen en jongeren.


"We moeten kinderen en jongeren wel serieus nemen. Ik denk dat dat ook een proces is dat ik zelf heb moeten doorlopen. We zitten hier in onze stad met ongeveer 45.000 inwoners, ongeveer 10.000 daarvan zijn jonger dan 18 jaar. Bijna 10.000 jongeren kunnen niet via een bolletje zeggen wat ze verwachten. Zij hebben op dat moment geen inspraak, dus moet je hen wel kunnen betrekken op andere manieren." - Jeugdambtenaar


Koudwatervrees overwinnen

We merkten in de interviews dat er wel wat koudwatervrees is bij ontwerpers, planners en ambtenaren om aan de slag te gaan met kinderen en jongeren.

"Wij vinden dat als jeugddienst sowieso belangrijk, we willen dat op nog veel meer vlakken. Maar ik weet niet wat de reden van het bestuur is om dat niet te doen. Ik denk dat de expertise ontbreekt om dat aan te pakken en de angst voor wat er wel of niet zou uitkomen. Maar ik weet het niet zeker" - Jeugdambtenaar

Zoals vaak geldt ook hier 'onbekend is onbemind', want zodra spelers de stap zetten naar het betrekken van kinderen en jongeren zijn ze snel overtuigd van de kracht ervan.

Maar hoe kunnen we die koudwatervrees overwinnen? Een aantal tips en tricks hieronder. Klik hier voor een printbare versie.


Overtuigd zijn van participatie is belangrijker dan het zelf kunnen opzetten

De eerste tip die we willen meegeven, is om vooral in te zetten op het geloof in de kracht van participatie. Zorg dat collega's, partners en beleidsmakers mee zijn en mee willen investeren in participatie. Dat is belangrijker voor een duurzaam participatiebeleid dan het 'opleiden' van ontwerpers tot participatie-experten.

Uiteraard is het een meerwaarde als ontwerpers en planners wel die skills mee hebben - we hebben met deze multi-experten gebabbeld in onze interviews, dus het kan. Maar voor de meerderheid zal participatie opzetten een heel grote drempel zijn. Zet dan vooral in op hen meenemen in het verhaal, hen de input van kinderen en jongeren laten zien en horen in plaats van hen een trekkersrol te geven in het participatieluik.


"Gewoon die openheid hebben om iets te leren. Kijken en luisteren is het belangrijkste als je niet de trekker bent van het participatietraject. [...] En dan hopen dat het belang daarvan geleidelijk aan duidelijk wordt." - Ontwerper

Toon succesverhalen

Het is een formule die vaak ingezet wordt: good practices delen of bezoeken. Het is immers een goede manier om vooruit te kijken, om zich te kunnen inbeelden waartoe een geslaagd project kan leiden.


"En als het dan een plek is die goed werkt, die met enthousiasme en met participatie gerealiseerd is, wordt dat wervend voor anderen. Die mensen komen op gezoek, gaan dat bekijken of er wordt eens een artikeltje over geschreven. Inspiratie door realisatie" - Ontwerper


Protip: Tegelijk is zo'n bezoek of verhaal niet zomaar transfereerbaar. Elke context is uniek. Koppel zo'n bezoek of uiteenzetting dus steeds meteen aan een gesprek en reflectie over wat er voor de eigen context of het eigen project kan geleerd worden.


Laat zien wat kinderen willen

We hoorden in een aantal gesprekken dat zowel ontwerpers als ambtenaren bij anderen soms botsen op 'schrik' voor wat kinderen zouden vragen of willen in zo'n project.


"Ze hebben schrik van kinderen en jongeren. Waarom? Dat weet ik niet. Ze zeggen dan 'Ja, want die willen dan van alles' en dan denk aan ons traject. We hebben vorig jaar ondervonden dat ze niet 'van alles' willen. Want ontwerpers denken dan, die willen een glijbaan en een schuifaf en... Maar wij hebben vorig jaar heel hard ondervonden dat kinderen en jongeren in de eerste plaats denken aan de anderen die in de publieke ruimte vertoeven. Ze vertelden bvb. 'Mijn oma wil ook meekomen, je moet een bankje voorzien' of 'hier ligt veel metaal in het bos, wel spijtig dat er geen vuilbak staat, want vogels lusten geen metaal' ". - Jeugdambtenaar

Kinderen en jongeren zijn empathisch en kunnen sterke observaties en analyses maken die hun eigen positie overstijgen. Laat die kracht zien aan je collega's.


Werk in tandem

Net zoals ontwerp en planning een specifieke expertise vraagt, vraagt participatie opzetten met kinderen en jongeren eigen vaardigheden en competenties. Het logische gevolg van die vaststelling is dat een participatietraject best in team wordt opgenomen en uitgezet.

Neem je collega's mee naar participatiemomenten, schakel hen in voor verslag, praktische zaken, ondersteuning en laat hen ervaren wat voor kinderen en jongeren belangrijk is, zonder meteen de lead te moeten nemen.


"Wat ik veel gedaan heb in ons belevingsonderzoek, is om per duo te gaan werken [...]. Zeker voor de sectoren die het niet gewoon zijn. Als je dan in duo werkt, kan je afspreken: “Ah, jij doet dat stuk en ik doe dat stuk.” Maar als er toch iets misloopt of vastloopt, dan kan je bij mekaar toch nog aanvullen. Ik heb dat soms ook, dat je denkt: 'goh, die heeft dat geantwoord, wat nu?', en dat mijn collega dan wel verder kan. Dus da's een beetje mekander ook aanvoelen, denk ik." - Jeugdambtenaar
"Dus het is echt belangrijk dat je samenwerkt rond participatie. En ik denk ook wel dat de andere dienst, het Team Ruimte en Vergunningen, daar interesse in heeft, daar in mee is en dat ze daar ook wel het nut van inzien. Maar echt die stap zetten, die participatiemomenten zelf begeleiden, dat hebben ze niet zelf gedaan." - Jeugdambtenaar

Zorg omgekeerd dat de participatie-experten mee een plekje krijgen in ontwerpdiscussies en ontwerpactiviteiten. Op die manier leren zij ook wat vanuit een ruimtelijk perspectief belangrijke aandachtspunten zijn.


"In het begin hadden we, omdat we daar zelf niet in thuis zijn, het probleem van een vergunning die heel lang op zich heeft laten wachten. Wij hadden zelf niet echt een beeld van hoe zo'n aanvraag gaat. Wat ook gemaakt heeft dat de jongeren zelf te weinig informatie van ons kregen" - Jeugdambtenaar

Zet in op de talenten van collega's

Aansluitend op het samenwerken, is het belangrijk dat je inspeelt op de talenten van je collega's. Zorg voor een rolverdeling waarin iedereen zich comfortabel voel, maar voorzie ook voldoende ruimte voor groei en uitdaging.


"Het project bepaalt bij ons de rolverdeling. Voor een project rond urban sports zal het een andere collega zijn. Voor tieners is het onze tienerwerker die dat samen met ons doet. Dus dat hangt af van het project. De één is technischer en is sneller mee als skaters een curve vragen, de andere is vooral heel sterk in contact met kinderen. Dus het is iedere keer een match vinden - wie in het team is daarvoor geschikt? - Jeugdambtenaar


"Wij beiden doen dat graag [...] Als iemand al de structuur bedenkt, het organiseert en je hebt gewoon interesse in mensen, dan kan iedereen dat. [...] Je moet de structuur volgen en goed kunnen luisteren. Dat is eigenlijk meer dan genoeg" - Ontwerper


Pro tip: Deel ook pluimen uit aan collega's die sterk werk leveren, die de juiste reflexen maken of die oprecht de belangen van kinderen en jongeren naar voor schuiven.


Diepgang is belangrijker dan hoeveelheid

Publieke ruimte plannen en ontwerpen is een evenwichtsoefening tussen verschillende, soms tegenstrijdige, belangen. Het gaat om ruimtes die door een diversiteit aan mensen gebruikt worden en waar iedereen eigen wensen of noden voor heeft.

Tegelijk is het onmogelijk om al die noden, wensen en belangen exhaustief te inventariseren tijdens een participatietraject. Bovendien kunnen we een deel van die noden, wensen en belangen inschatten vanuit eerdere ervaringen en trajecten.


"Er is een bepaald niveau of threshold van basisantwoorden, sociaal wenselijke antwoorden die kinderen geven en die je kent. [...] Maar dat is informatie die een goede ontwerper al in zijn zak zou moeten hebben en die er standaard moet zijn. Als je net nieuwe informatie naar boven wil brengen en écht die extra laag wil geven aan ontwerp. Dat moet je ook op een extra diepte gaan beginnen graven en analyseren. En dat betekent enerzijds dat intuïtieve... en ook gewoon veel beter doorvragen." - Intermediair.


Kies daarom in zo'n traject voor een evenwicht tussen kwaliteit en kwantiteit. Probeer te streven naar voldoende diepgang en een diversiteit aan perspectieven, eerder dan strikte statistische representativiteit na te streven.

"Ik heb liever een gesprek met vijf kinderen uit de basisschool dan dat ik er honderd vraag om een tekening te maken" - Intermediair


Of anders gezegd: begin gerust klein. Spreek met enkele bewoners of gebruikers van een plek, ga eens langs bij een school of jeugdvereniging. Zelfs als er geen ruimte is voor een groot participatie-traject kan zo'n gesprek wel al heel wat informatie én betrokkenheid opleveren.

Een mix van rollen en profielen

Eén van de vragen die doorheen de gesprekken het vaakst aan bod kwam, was die naar wat we van verschillende stakeholders kunnen verwachten. Welke rollen nemen verschillen stakeholders op en welke zijn nodig om tot een geslaagd traject te komen?

We zijn gekomen tot een kader van 10 rollen die door 5 groepen stakeholders opgenomen (moeten) worden:

  • Ruimtelijke profielen: ontwerpers, planners, architecten, mobiliteits-ambtenaren

  • Ambtenaren binnen de sociale domeinen: jeugdambtenaar, welzijnsambtenaar, participatie-ambtenaar

  • Politieke spelers

  • Middenveldactoren en intermediairen

  • Gebruikers en bewoners - inclusief kinderen en jongeren.


Vaste en minder vaste rollen

Al vrij snel merkten we dat er heel veel verschillende rollen nodig zijn in een project, maar dat die afhankelijk van het project door meer of minder stakeholders worden opgenomen. Daarbij zien we dat er een aantal eerder vaste rollen zijn. De ontwerper zal bijna altijd de rol van ruimtelijke expert opnemen en de jeugdambtenaar die van belangenbehartiger. Een heel aantal andere rollen zijn dan weer variabel. De procesbegeleider en de tolk zijn voorbeelden van rollen die soms door planners, door ambtenaren of door intermediairen worden opgenomen.

Het is dus belangrijk om bij de start van het project na te gaan of alle rollen op de één of andere manier aanwezig zijn binnen het projectteam. Is dat niet zo, bekijk dan wie nog complementair kan zijn bij het team.


Inhoudelijke experten - jeugd, ruimte en participatie

De eerste rol is meteen een drieledige rol. Het gaat om de rol van inhoudelijk expert. In het kader van participatie van kinderen en jongeren bij planning en ontwerp onderscheiden we 3 specifieke inhoudelijke expertises: ruimtelijke expertise, expertise op vlak van jeugdbeleid en expertise op vlak van beleidsparticipatie.

In de meeste gevallen zijn het aparte stakeholders die deze expertise binnenbrengen, al tonen onze interviews aan dat er steeds meer stakeholders zijn die de expertises combineren en samenbrengen.


"Architecten en studiebureaus hebben expertise en gaan heel vaak beslissingen nemen vanuit die expertise of vanuit richtlijnen en regelgeving waar dat de eindgebruiker geen kennis van heeft - en ook niet hoeft te hebben. Dus elk moet daar eigenlijk een rol spelen, dat is niet altijd evident." - Jeugdambtenaar


"Want we moeten echt klimaatgericht gaan ontwerpen. Wij vinden het belangrijk om dat in te brengen. Maar ik heb al gesprekken gehad met anderen die zeggen 'nee, het moet van de jongeren komen'. Terwijl wij als ontwerper toch wel de ambitie hebben, omdat wij vinden dat we daar verantwoordelijkheid in hebben" - Ontwerper

Beleidsmaker

Het gaat hier in eerste instantie op de politieke spelers, die op de juiste positie zitten om van participatie een structureel en gedragen verhaal te maken én die op vlak van ruimtelijke planning de kaart van duurzaamheid en kind- en jeugdvriendelijkheid kunnen trekken.

Maar ook heel wat ambtenaren nemen in de praktijk de rol van beleidsmaker op. Ze doen dit niet op legislatief vlak, maar wel door de manier waarop ze beleidskeuzes in de praktijk brengen en waarop ze belangen van burgers doorvertalen naar de politieke laag van het lokale bestuur.

Belangenbehartiger

Het is belangrijk om een aantal belangenbehartigers mee aan de projecttafel te hebben. De belangenbehartigers zijn vaak ook die personen die kennis hebben van de leefwereld van 'hun' doelgroep en die op die manier de brug kunnen vormen tussen de burger en het projectteam.

"Ik geloof er heel sterk in dat dat over heel sterke jeugdambtenaren gaat die wakker worden en die dan bij de juiste diensten de juiste personen gaan vinden [...] Goeie jeugdambtenaren die op tafel blijven kloppen op een goeie manier en die zelf op zoek gaan naar projecten." - Jeugdambtenaar


Brugfiguur

Het gaat hier dan niet alleen over mensen die de titel 'brugfiguur' dragen in een lokaal bestuur, maar wel om die mensen die bruggen slaan tussen burgers, tussen groepen. Dit zijn meestal die actoren die verankerd zitten in een buurt, die een vertrouwensband hebben met de doelgroepen. Het zijn vaak ook die actoren die vindplaatsgericht werken of minstens vaak in de buurt aanwezig zijn en ook zichtbaar zijn voor de buurt.


"Inclusief, als in 'bruggenbouwend'... Ik denk ook gewoon dat wij daar niet zijn voor opgeleid." - Ontwerper
"Wij hebben nu het voordeel dat wij via een project een ‘verbindingsambassadeur’ hebben, dus iemand die op de jeugddienst werkt en verbinding moet zoeken tussen tieners die ergens in onze gemeente rondlopen en het al dan niet gestructureerd vrijetijdsaanbod. Maar dat kan ook gaan over invulling van ruimtes hé. Dus die gaat dan ook op straat en die doet dat gewoon interviewgewijs, tussen de boterhammen of zo. We hebben ook een [jeugdwelzijns-]werking die heel outreachend werkt. Dus dat zijn een aantal straathoekwerkers die dan ook een eigen plekje hebben." - Jeugdambtenaar

Communicator en netwerker

Deze rol wordt in de praktijk door heel diverse stakeholders opgenomen en toch blijkt het één van de moeilijkste rollen te zijn. Het belang van communicatie en een verbindende houding is immers eentje die zowel intern als naar burgers toe een doorslaggevende factor kan zijn in zo'n project.

Het gaat dan om het creëren van een gedragen plan, om transparantie over de timing en over gemaakte keuzes, maar ook over het enthousiasmeren en betrekken van die actoren die essentieel zijn voor het traject.


Vertaler-tolk

We bouwen nog even verder op het belang van een goede communicatie - een belang dat iedereen erkent, maar waarbij velen aangeven dat het niet simpel is om tot een gedeelde taal te komen. Of om abstracte principes en complexe trajecten vlot uit te leggen aan burgers en aan kinderen en jongeren (of aan collega's van andere diensten). Daarom is het goed om te zorgen dat er in het projectteam ook één of meerdere mensen zitten die op de brug zitten tussen verschillende 'talen' - mensen die ruimtelijke concepten vertaald krijgen naar de leefwereld van bewoners en mensen die die leefwereld van kinderen en jongeren ook kunnen omzetten naar beleidsaanbevelingen en handvatten voor het keuzeproces.


"In de manier waarop je iets uitlegt aan de groep, is het belangrijk je taal en methodieken aan te passen. Dat moet je op voorhand inschatten" - Ontwerper

Luisterbereide toehoorder - spons

Het klinkt misschien wat raar om te zeggen dat je een spons in je team nodig hebt, maar het is wel. Je wil ambtenaren, politici en ontwerpers die vooral in staat zijn om te luisteren en te observeren en die zich op de juiste momenten op de achtergrond houden. Dit is vooral belangrijk voor die stakeholders die heel duidelijk de touwtjes in handen hebben, om zo vanuit een open blik signalen en impressies van anderen binnen te krijgen en te verwerken in het ontwerp.

"Als al het werk vooraf gebeurd is van participatie en je krijgt zo'n lijst. Ja, dan mis je de mensen erachter, de nuances en de interpretaties, de conflicten die er misschien geweest zijn,... je mist een deel" - Landschapsarchitect

Coproducent

Ontwerpen voor een buurt betekent samenwerken met die buurt. Deze rol is met andere woorden eentje die zowat elke stakeholder in het projectteam moet opnemen. Werk samen met collega's, met burgers en met middenveldpartners. Zo kom je tot een doorleefd ontwerp én kan je ook de lasten en inzichten meteen breder delen.

"Cocreëren betekent voor ons veel meer samen een interactief proces doorlopen, samen ideeën genereren, testen en elke test ook evalueren." - Intermediair"Wat ook eigen is aan participatie, is dat je een stukje van je ontwerp-autonomie afgeeft, of bestuur-autonomie vanuit een gemeente [...] Je geeft dan soms iets op, maar je wint dan andere dingen en dat is soms moeilijk om los te laten - Landschapsarchitect


Facilitator en procesbegeleider

Net als in elk proces of traject is het nodig dat er iemand is die het overzicht bewaart en dat de nodige stappen gezet en gevolgd worden. In het ideale geval is er naast zo'n trekker ook iemand die de focus legt op de kwaliteit van het proces, die bewaakt of iedereen nog mee is en of de juiste gesprekken tot stand komen. Tijdens sessie is dit vaak iemand die ook samen met de groep evalueert hoe zo'n sessie verlopen is en die er oog voor heeft dat conclusies nog eens worden afgetoetst.


"Na zo'n sessie gaan we dan als groep even landen. 'Hebben we hier zonet gewoon een uur tikkertje gespeeld? Of hebben we ook gekeken naar de locatie waar we tikkertje hebben gespeeld? Met wie was dat? Was dat leuk of niet?' En daarna beginnen we aan ons werk." - Ontwerper
"Ontwerpers nemen vaak enkel een puzzelstukje op in het verhaal, terwijl wij ervoor moeten zorgen dat iedereen aan boord blijft, zodat hun input ook effectief in het project komt. Die terugkoppeling is daarin bvb. superbelangrijk: 'bedankt voor uw input, we gaan daar nu dat mee doen. Tegen dan mag je van ons opnieuw een seintje verwachten'. Die transparantie en dat informeren is belangrijk om mensen aan boord te houden en dat is niet iets wat een projectleider zal doen" - Jeugdambtenaar

Moderator

Tot slot zijn er ook de moderatoren. Zij staan in voor de concrete begeleiding van sessies en zorgen dat elke deelnemer evenwaardig aan bod komt. Moderatoren leiden met andere woorden de dialoog in goede banen en zorgen voor gelijkwaardigheid.

“Wat zijn de kwaliteiten van een goede inspraakbegeleider? Empathisch en kordaat! Iemand die goed luistert, maar die ook kon zeggen van: 'ja, nu jij... OK, jij hebt genoeg gezegd...' - Ontwerper

Idealisme vs pragmatisme

Als je al wat verder op deze website gesnuisterd hebt, ben je waarschijnlijk ook al ons kader voor jeugdvriendelijke (ruimtelijke) participatie tegengekomen. Een uitgebreid kader, met heel wat elementen in om aan te voldoen.

Je zal waarschijnlijk wel al eens gedacht hebben: 'allemaal goed en wel, maar ik heb daar de tijd en middelen niet voor'. Een terechte bedenking, waar we hier ook nog even op willen doorgaan.

Beschikbaarheid van middelen en tijd

Het is een feit dat er vaak te weinig tijd en middelen beschikbaar zijn, zowel binnen het lokaal bestuur als begroot voor de ontwerpers. En dan spreken we nog niet over de investering die middenveldpartners maken in zo'n participatietraject.

De enige optie is om van bij de start (bijv. bij de opmaak van de projectdefinitie en het bestek) ruimte voor kwalitatieve participatie te voorzien, doorheen het traject.


Pro tip: Geef in het bestek niet alleen hoeveel participatiemomenten je wil, maar focus vooral op wat er met de input moet gedaan worden en wat de krijtlijnen van het project zijn. Durf een inhoudelijke visie in het bestek te formuleren, zodat ontwerpers, begeleiders én participanten weten binnen welk kader ze aan de slag gaan.


Strakke deadlines en looptijden

Enerzijds wordt aangehaald dat ontwerpprocessen vaak lang duren, anderzijds blijkt er tegelijk weinig doorlooptijd voor participatie voorzien te worden. Zo vertelde één van de intermediairen dat ze op drie maand tijd een volledig participatietraject moeten opzetten - waarbij contacteren, uitwerken, uitvoeren en analyseren binnen dat tijdsbestek moet afgerond zijn. Dit maakt het vaak moeilijk om in te zetten op de meer kwetsbare groepen, of op die groepen die niet vlot via scholen of verenigingen te bereiken zijn.

"Dat is pittig, weet je. We proberen daar zo veel mogelijk mensen te bereiken om een zo rijk mogelijk en betrouwbaar mogelijk resultaat te hebben, uiteraard, maar dat loopt dan van januari tot maart, dus dan moet je al bijna met vaste groepen gaan werken of je bereikt niemand" - Intermediair.

Weersomstandigheden en context

Ook dit is een klassieker: je wil gaan observeren of een wandeling voorzien, maar de dag valt letterlijk in het water. Vaak is er geen ruimte om de activiteit te herplannen. Ook dit pleit voor een langere duurtijd en een meer verweven aanpak van participatie doorheen het volledige planningsproces.

Eén van de bevraagde landschapsarchitecten gaf ook aan dat ze minstens in twee verschillende seizoenen langs een plek wil kunnen passeren voor ze aan een ontwerp begint. Ook wordt aangegeven dat het belangrijk is om een zelfde plek op verschillende tijdstippen doorheen de dag te bezoeken en te observeren. Vaak gelden er impliciete sociale regels over wie wanneer een plek gebruikt - dynamieken die enkel zichtbaar zijn als je vaker op de plek kan zijn.

Pro tip: Wanneer de ruimte er niet is om als ontwerper of ambtenaar die observaties te doen, werk je best samen met lokaal verankerde organisaties of personen. Zij kennen die dynamieken vaak door en door en kunnen pointers geven wanneer (zowel weersomstandigheden als tijdstippen) je de plek best bestudeert. Ook kinderen en jongeren zijn goede observatoren.


Geen mandaat

Een minder tastbare drempel die ons idealisme soms tempert is de lokale bestuurscontext. In bepaalde besturen wordt participatie nog niet ten volle gewaardeerd, of is men nog heel hard zoekende.

Je kan de tips rond de participatie-reflex zeker al gebruiken om hier rond aan de slag te gaan.

Maar de belangrijkste tip herhalen we nog eens: wees proactief. Zoek naar de ruimte die je hebt om aan participatie te doen. Hoe klein ook, je kan altijd wel een manier vinden om de stem van kinderen en jongeren mee te nemen in planningsprocessen.

Plan de participatie - een werk van lange adem

Ruimtelijke planning is vaak zelf al vrij complex en begint meestal behoorlijk abstract - zeker wanneer we op bovenlokaal of Vlaams niveau zitten. Daarnaast weten we dat er verder in het traject minder ruimte is voor bijsturing, en dat dus ook het 'soort' participatie anders zal zijn. Hoe verder in het traject hoe meer de nadruk op informeren zal liggen en hoe minder ruimte voor mee denken of mee ontwerpen.

Dat betekent dat participatie in zo'n verhaal minstens even planmatig moet doordacht en aangepakt worden.


"Op dit moment is het vaak ad hoc: "we hebben een project, hoe gaan we dat eens aanpakken?' Terwijl dat je beter op voorhand zou nadenken: 'wanneer doe je wat?' zodanig dat je er goed kan over communiceren. Want daar valt of staat het soms mee - de communicatie en informatie." - Jeugdambtenaar


Daarom enkele aandachtspunten, wanneer je aan de planning van een planningsproces begint:


Zie participatie als een essentieel onderdeel van planning en ontwerp

Deze spreekt waarschijnlijk voor zich zeker als je de rest van de website al doornam. Denk van bij de start na met welk doel je participatie wil opzetten, hoe je dat wil doen en wie je bij je project wil betrekken.

"Planning vraagt tijd. Tijd ook van de jonge gasten om van droomscenario's naar realistische scenario's te gaan. Als je dat te snel doet, dan ben je ze kwijt. Dat vraagt gewoon tijd. Dat is het belangrijkste struikelblok. Als we te laat worden ingeschakeld, dan verlies je kansen" - Jeugdambtenaar.

Bouw met andere woorden een stakeholdersanalyse in de voorbereidende fase. Denk na over wie betrokken is op het project, welke bewoners en gebruikers er op een plek zijn. Denk na over welke expertise die gebruikers en bewoners kunnen inbrengen en welke stemmen je zeker mee wil nemen in het project. Beslis op basis van die analyse wie je op welke manier en op welk moment wil bevragen.

Check zeker de tijdlijn en onze visie bij de tools, als je hier graag meer over wil weten.


Hoe langer de doorlooptermijn, hoe belangrijker het communicatieve aspect wordt

We denken dan in eerste instantie aan het blijven communiceren van de timings. Je wil immers dat burgers en middenveldpartners weten wat ze wanneer mogen verwachten.

Dat betekent enerzijds dat alle betrokkenen zelf ook voldoende kennis van het proces en het verloop moeten hebben, om hierover adequaat te communiceren. Anderzijds betekent dit dat ook er niet enkel op het einde van een fase mag/kan gecommuniceerd worden. Tussentijdse informatie, over wat er 'achter de schermen' gebeurt is minstens even essentieel om mensen betrokken te houden op het project.


Zorg dat het project zichtbaar is, dat het project lokaal leeft. Werk met infopanelen, zorg dat de mensen die de touwtjes in handen hebben af en toe in de buurt zijn en dat ze aanspreekbaar zijn. Creëer een verhaal waar ook bewoners zich in kunnen vinden. Laat ook zien hoe het project verbonden is met het verhaal en de identiteit van de buurt. Laat zien wat de positieve gevolgen gaan zijn. En behoud tegelijk de authenticiteit van het verhaal - het mag geen promopraatje worden.


Die communicatie en blijvend 'contact' met burgers en bewoners is des te belangrijker, wanneer er door de opgezette participatie een lokale dynamiek is ontstaan. Die dynamiek gaande houden, ook als er tijdelijk niets zichtbaars verandert, is niet evident. Werk daarvoor samen met ingebedde middenveldpartners.

"We hebben daar twee jaar ter plaatse een participatie-verhaal uitgebouwd. We hadden daar echt een goed netwerk opgebouwd. En dan begon de werf. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ons traject stopte, maar dan viel bij ons en de gemeente onze frank: 'We hebben twee jaar iets uitgebouwd en nu gaat dat jeugdhuis gebouwd worden, maar het is er nog niet, dus zitten we met een gat'. Dus dan is ons traject verlengd en hebben we een tijdelijk een lokaal gekregen daar in de buurt [...]" - Jeugdwerker

Focus op collectieve belangen

Ook dit titeltje zijn jullie waarschijnlijk al elders tegen gekomen. We willen het hier graag koppelen aan een vaak gehoorde 'uitdaging' van het betrekken van kinderen en jongeren in langdurige projecten. Er wordt dan immers aangegeven dat kinderen het project al ontgroeid zijn, tegen dat het afgewerkt is.

"Het is niet zo eenvoudig om uit te leggen dat planningsprocessen zolang duren. Juist doordat ze zolang duren verlies je een beetje de betrokkenheid met die doelgroep, omdat zij ook groeien." - Planner

Probeer daarom in zo'n geval vooral te betrekken vanuit de collectieve belangen. Kinderen en jongeren denken mee na over een project dat iedereen ten goede zal komen, ook als zij zelf niet meer tot een bepaalde leeftijdsgroep behoren. Dit is meteen ook een pleidooi om kinderen en jongeren niet alleen bij speelruimtes te betrekken, maar hen ook over de bredere thema's te laten nadenken. Of het nu om mobiliteit, klimaat of welzijn gaat. Kinderen en jongeren kunnen vanuit een collectieve insteek mee nadenken over wat een plek of een buurt nodig heeft en niet enkel over wat ze zelf zouden willen op een plek.

HOGENT werkte onder andere rond dit punt. Check dus zeker de KIDS-gids voor meer inspiratie.


Diversifieer in participatievormen en betrokkenen

Denk van bij de opmaak en planning van het proces na wie je op welke manier wil betrekken. Je hoeft immers niet doorheen het gehele traject op eenzelfde manier aan de slag te gaan.

In de projectdefinitie is er vaak meer ruimte voor verkennen en dromen, terwijl het einde van de ontwerpfase vooral gericht zal zijn op het finetunen van het concrete ontwerp en niet meer op de visie achter het ontwerp.

Op basis van input van zowel KeKi, HOGENT als Fris in 't Landschap kwamen we tot een opdeling in een aantal 'vormen' van participatie. Deze vormen zijn elk even waardevol en hebben doorheen een traject hun eigen plek. Informeren vormt altijd de basis. Met de andere vormen kan doorheen het proces 'gespeeld' worden.


  • Informeren en terugkoppelen

    • Bvb. via lokaal magazine, informatiebrieven, website,…

    • Over timing van project, over wat met input gedaan wordt, over wie betrokken werd,…

    • Doorheen het volledige traject


  • Signaleren en detecteren

    • Vaak vanuit burgers of organisaties zelf.

  • Via klachten, mails, gesprekjes,… maar kan ook vanuit observaties en ervaringen van lokale diensten zelf.


  • Consulteren

  • Wat klassiek onder participatie zit: bevragingen, surveys, tellingen,… burgers geven input en ‘experts’ gaan er mee aan de slag.

  • Heeft zeker waarde, omdat er een brede groep kan betrokken worden


  • Samen denken en samen dromen

      • Hierbij wordt het ontwerpproces meer uit handen gegeven. Denk aan brainstormsessies, het maken van maquettes, wandelworkshops,…Deelnemers krijgen een actievere rol en er wordt samen gewerkt richting een definitief ontwerp.

  • Samen doen en samen beheren

    • Participeren kan niet enkel door mee te praten of mee te brainstormen. Voor sommige burgers kan het net betekenisvoller zijn om mee betrokken te worden in de uitvoering van een project – denk aan een lokale technische school die mee de elektriciteit mag uittekenen en leggen.

    • Ook na de oplevering van een project blijft participatie mogelijk, door burgers en organisaties actief te betrekken bij het beheer en onderhoud. Zo creëer je gedeeld eigenaarschap en samenwerking.

  • Samen beslissen

    • De beslissingsmacht wordt hier met burgers gedeeld. Kan gerust ook over specifieke deelaspecten van een project gaan – transparantie is dan wel belangrijk.

    • Het is ok om brede betrokkenheid te creëren via samen denken' en met een kleinere (vaste) groep vorm te geven aan het samen beslissen'.

    • Het gaat vaak om een kleiner werkgroepje dat een heel project lang mee opvolgt en aanstuurt – dit kan zeker ook met kinderen en jongeren.

Aanpak en methodieken

In onze gesprekken vroegen we ook naar tips rond aanpak en methodieken. Daarbij kwamen een diversiteit aan werkvormen en insteken aan bod, samen met een aantal aandachtspunten om rekening mee te houden.

"De simpele bevragingen voelen gewoon vaak nog een beetje als onderschatting van de kennis die kinderen en jongeren eigenlijk al hebben. Ze kunnen perfect meedenken, alleen moeten we gewoon de tijd nemen om ermee in gesprek te gaan" - Intermediair.

Veelgebruikte methodieken

We zien een drietal groepen methodieken die heel vaak ingezet worden in ruimtelijke projecten.

Ten eerste zijn er de visuele methodieken, waarbij kaarten, pictogrammen en maquettes veelgebruikte instrumenten zijn.

"Wij hebben het praatplan 'gelanceerd'. Dat is iets dat gebruikt wordt om van meet af aan een eerste idee te laten zien. Het is geen voorontwerp, want dan heb je er als ontwerper al veel werk in gestoken. Maar dat praatplan zijn ideeën of referentiefoto's waarmee deelnemers kunnen dromen. En dan is het voor een ontwerper nog minder een probleem als het toch nog een andere richting uitgaat" - Ontwerper

Tegelijk werd wel aangegeven dat ook hier aandacht moet zijn voor het informeren en ondersteunen van kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren missen soms nog de vaardigheden, dus is het belangrijk om de gekozen methodiek af te stemmen op wat ze kunnen en kennen.

Visuele methodieken worden met andere woorden heel vaak aangevuld en afgewisseld met actieve/fysieke methodieken. Geleide wandelingen in een buurt, observeren hoe en waar er gespeeld wordt, of welke routes genomen worden, samen iets bouwen op een plek,...

"We merken dat kaartlezen bij jongere kinderen soms moeilijk is. Dus we gaan veel meer op zoek naar speelse vormen. 'Duid bepaalde plekken aan in de ruimte. Ga naar een plek waar je rustig kan zijn'. Zij gaan dan zonder nadenken naar die plek en kan kunnen wij doorvragen: 'waarom ben je naar daar gegaan?' Zo combineren we het speelse wel met serieus doorvragen." - Intermediair.

Een derde groep methodieken kunnen we samenvatten onder de noemer 'serious games'. Hierbij gaat het vaak over een combinatie en samenhang van methodieken die, net door hun combinatie, zorgen voor een samenhangend geheel. PictoPlay is een veelgebruikte vorm, maar ook Lego serious play of Mayor at your town worden vaak gebruikt.


Een laatste set methodieken gaat eerder terug op de klassiekere onderzoeksmethoden, waarbij gericht doorvragen, steeds de kern is. Ook het vindplaatsgericht aan de slag gaan, zetten we hieronder, omdat informele gesprekken hier vaak de kracht en basis vormen.


"Ik kom veel op plekken waar jongeren rondhangen. En ik heb goed contact met de jongeren die daar zijn. Van daaruit merkte ik dat ze niet meer tevreden waren en dan heb ik gepolst wat ze wel zouden zien zitten, wat niet. Dus vanuit dat soort gesprekken hebben we dan beslist dat we hen daar echt moeten bij betrekken" - Jeugdambtenaar

Je merkt hier waarschijnlijk op dat er geen kopje 'digitale' methodieken bij staat. We merken dat het digitale een goede aanvulling kan zijn, of een hulpmiddel om bepaalde inzichten te verwerven. Maar kinderen en jongeren zijn geen vragende partij om alles digitaal te doen. Ook op vlak van werving en communicatie pleiten ze zelf voor een mix tussen online en offline content.


Aandachtspunten

Er werden een aantal belangrijke aandachtspunten meegegeven rond de aanpak van participatie binnen planning en ontwerp.

Zo werd benadrukt dat aanwezig zijn op het terrein en daar aan de slag gaan essentieel is voor goede participatie én voor goed ontwerp. Het gaat dan niet zozeer om het pure vindplaatsgericht werken, wel om enerzijds aanspreekbaar zijn voor bewoners en gebruikers van een plek. Anderzijds gaat het ook om voeling krijgen met de dynamiek van een plek. Dit geldt in eerste instantie voor de planners en ontwerpers, maar even goed voor de beleidsmakers en de stakeholders die instaan voor de communicatie. Zorg voor voeling met de plek waarrond je aan de slag bent.

Daarnaast is het belangrijk om een vertrouwensband op te bouwen - zeker met kinderen en jongeren in kwetsbare situaties. Enkel vanuit die band wordt het mogelijk om diepgaander aan de slag te gaan én hen eventueel ook mee aan het stuur van het project te zetten.


Pro tip: Wanneer de ruimte er niet is om als ontwerper of ambtenaar, lokaal aanwezig te zijn of te bouwen aan die vertrouwensband, werk je best samen met lokaal verankerde organisaties of personen. Zij hebben al een band met de betrokken kinderen en jongeren en kennen die dynamieken vaak door en door en kunnen pointers geven wanneer (zowel weersomstandigheden als tijdstippen) je de plek best bestudeert.


Vaak kiezen we methodieken vanuit wat we zelf comfortabel of leuk vinden. Maar het is belangrijk om vooral te vertrekken vanuit de context en het doel van een project en vanuit de eigenheid van de groep waarmee we aan de slag gaan. Vertrek dus steeds vanuit de vraag 'wat wil ik bereiken?' en geef van daaruit de methodiek vorm.

"Als je je methodiek zo streng gebruikt dat je geen ruimte hebt om te luisteren of om goede vragen te stellen, dan is je methodiek niet goed. De methodiek is voor jou een manier om te zwijgen en de anderen de opdracht te geven om te praten" - Ontwerper


Participatie opzetten is geen carte blanche geven. Dat haalden we al aan bij het belang van de inhoudelijke expertise, maar benadrukken we hier graag nog eens. Als er kaders of lijnen zijn waarbinnen gewerkt moet worden, is het belangrijk dat dit van bij de start duidelijk is en dat de verwachtingen helder zijn. Maar die kaders en lijnen mogen er wel degelijk zijn - zeker als het gaat om thema's waar we weten dat burgers eerder 'conservatief' denken.

Zo weten we dat kinderen bijvoorbeeld het ideaal van de alleenstaande woning met private tuin nog met de paplepel meekrijgen, via onder andere schoolboeken en diverse media. Dan een onderbouwd kader aanbieden waarom dit geen optie is in een project mag dus zeker.



Inclusieve participatie

We willen als laatste aandachtspunt nog ingaan op de vragen die leven rond de idee van 'inclusiviteit' binnen participatie. Het gaat dan enerzijds om het betrekken van specifieke doelgroepen en anderzijds om het samenbrengen van (de input van) verschillende groepen binnen één traject.


Over het betrekken van specifieke doelgroepen...

...werd in de gesprekken aangegeven dat het niet altijd evident is om deze groepen te 'vinden', maar dat het wel bijzonder waardevol is om hen mee te nemen. Want de leefwereld van deze groepen verschilt vaak heel hard van die van de ontwerpers en de beleidsmakers zelf. Investeren in de betrokkenheid van deze groepen levert dan ook bijzonder waardevolle inzichten op.


"We waren op stap met een klas uit de B-stroom [secundair onderwijs]. Dat waren echte stadskinderen die precies nog nooit in een bos waren geweest. Totaal het tegenovergestelde van die veertienjarigen van de scouts die we al bevraagd hadden. Als we bij de bus verzamelden, passeerde er in de verte iets op het pad. Het kon een muis zijn of een eekhoorn, ze wisten het niet, maar dat was al van: 'wow, we zijn hier in de wildernis'. Een wonder dat je dat ziet als ontwerper, want dan besef je dat dat bos erg belangrijk is voor die jongeren. Later passeerden we aan beek en begonnen ze daar heen en weer over te springen. Wij dachten toen: 'dat is precies de eerste keer in hun leven dat ze iets doen dat je eigenlijk moet doen als je zeven of acht jaar oud bent.' En dat was heel frappant om dat te observeren door gewoon op die plek te komen en niet op een luchtfoto te werken met de jeugdraad" - Ontwerper

Uit de gesprekken konden we opmaken dat vooral meisjes, kinderen en jongeren met een beperking, kinderen en jongeren met een migratie-achtergrond en kinderen en jongeren met een maatschappelijke kwetsbaarheid 'gemist' worden in deze processen. Heel veel hangt tegelijk af van de stakeholders die lokaal aan de slag zijn en die de brug kunnen slaan tussen deze groepen en het ontwerpteam.


In de gesprekken van de Denktank werd aangevuld dat het niet nodig is om alle groepen in één en hetzelfde traject te betrekken. Dat is praktisch vaak onhaalbaar. Maar probeer overheen alle projecten wel de betrokkenheid van verschillende perspectieven, leefsituaties en eigenheden te verzekeren.

"Eén workshop is niet inclusief voor iedereen. Eén workshop is gericht op verschillende doelgroepen en al die doelgroepen samen maken dat het project inclusief wordt, of dat we het project inclusief proberen te maken." - Intermediair

Over het samenbrengen van groepen...

werd aangegeven dat er vooral moet gekeken worden naar de meerwaarde voor kinderen en jongeren zelf. Soms kan het interessant zijn om verschillende groepen samen aan tafel te zetten - mits voldoende begeleiding en ondersteuning. Maar het kan evenzeer te verantwoorden zijn om eerst met de kinderen en jongeren aan de slag te gaan en dan zelf die input in te brengen bij andere groepen.


Meer inspiratie

Je had onder dit kopje misschien ook wel een aantal heel concrete methodieken of voorbeelden verwacht. Die geven we hier niet, omdat er genoeg digitale plekken zijn waar je die info wel vindt. We helpen je wel graag op weg naar die andere plekken:


Naar een participatie-reflex

"Ik vind het belangrijk dat we niet gaan participeren om het gewoon in ons dossier te kunnen steken. Je hebt dus echt mensen in de administratie nodig die dat echt om de juiste redenen ook wel gaan doen en die niet meegaan in het dingen van 'we zullen rap eens iets rondsturen of wat enquêtekes maken en doorsturen.' [..] Dat ik dat dus wel belangrijk vind dat dat niet zo non-participatie of zo'n beetje fake wordt." - Jeugdambtenaar

We merken dat participatie er nu vaak nog bovenop komt - zeker als het op kinderen en jongeren aan komt. En dat is jammer, omdat participatie planning en ontwerp zoveel sterker kan maken. Hoe kan je nu in je eigen werking en in je eigen lokaal bestuur werk maken van een soort participatie-reflex? Hoe zorgen we voor een participatieve mindset?


Benieuwd naar hoe het klimaat in jouw eigen organisatie zit? Registreer je dan (gratis) bij Democracy Reloading en vul de zelf-assessment in. Je vindt er meteen ook heel wat ander materiaal rond participatie van kinderen en jongeren in lokaal beleid.


Versterk het geloof in de (meer)waarde van participatie

De eerste is een logische en een simpel principe: om een reflex te creëren, moet eerst het geloof er zijn. Check zeker de argumenten bij 'Koudwatervrees overwinnen' en 'Kinderen en jongeren betrekken is een meerwaarde' voor "tips en tricks om hierop in te zetten.


Zet in op evenwaardig burgerschap van kinderen en jongeren

"'Het zijn maar kinderen', dat is iets dat we vaak horen. Vooral als er keuzes gemaakt moeten worden. Maar het zijn niet 'maar kinderen', het zijn kinderen die in die ruimte gaan lopen en effectief van die ruimte gebruik gaan maken. Ja ik denk dat dat wel een belangrijke is." - Jeugdambtenaar

Evenwaardig burgerschap? Wat houdt dat in?
Wel dat betekent dat...

  • we de belangen van kinderen en jongeren even hard laten doorwegen als die van andere burgers,

  • we vanuit hun huidige plek in de samenleving vertrekken, niet die in de toekomst (kinderen en jongeren zijn nu ook al deel van de samenleving, ze zijn geen 'nog-niet-volwassenen'.

  • we luisteren naar wat kinderen en jongeren te vertellen hebben en daar ook effectief mee aan de slag gaan.

Meer weten hierover? Check dan zeker deze tekst van De Visscher en Reynaert


Hoe kan je nu inzetten op dat evenwaardig burgerschap binnen de context van planning en ontwerp?

Dat kan je doen door partners mee aan tafel te zetten die die mindset al hebben, en die zo ook de kaart van kinderen en jongeren trekken. Kies er ook voor om jeugdactoren (middenveld of ambtenaren) standaard mee aan tafel te zetten in een projectteam, zodat ze van bij het begin betrokken kunnen worden..

"Het is cruciaal dat wij op tijd betrokken worden, zodat we de tijd hebben om met de doelgroepen een traject af te leggen. [...] We moeten er eigenlijk al bij zitten nog voor de projectdefinitie wordt opgemaakt" - Jeugdambtenaar

Je kan in je proces ook starten met participatie van kinderen en jongeren, om vervolgens die input binnen te brengen in het traject met volwassen bewoners en stakeholders.

"Voor een bevraging rond de verkeerssituatie in een wijk, hebben we onze klassieke aanpak eens omgedraaid. In plaats van te starten met een wijkmarkt, zijn we een paar maand eerder gestart met een traject in de scholen. Kinderen hebben zo al vóór de andere bewoners hun input kunnen geven. We hebben die input ook op de wijkmarkt gebracht. De kinderen hadden de gevaarlijke punten aangeduid en hadden maquettes gemaakt van hoe ze de wijk zien. We hebben ervoor gekozen om die doelgroep eerst aan bod te laten. Daar werd ook positief op gereageerd." - Jeugdambtenaar

Ga voor een structurele inzet op participatie

Inzetten op cultuur en overtuigingen is belangrijk, maar zal enkel een duurzaam effect hebben als er ook een structurele verankering is van participatie (niet enkel bij planning en ontwerp).

Het gaat dan zowel om strategisch slimme keuzes, die niet per se meer kosten, zoals bepaalde collega's laten 'landen' in andere teams.

"Soms worden er keuzes gemaakt en staan ze niet stil bij bepaalde zaken. Dus hebben we op een bepaald moment de keuze gemaakt om zo'n situaties uit te sluiten, door onze speelruimteverantwoordelijke bij hen te zetten. Dus de persoon die zich bezig houdt met speelruimte en publieke ruimte zit bij de ruimtelijke diensten" - Jeugdambtenaar


Doorheen heel wat gesprekken kwam het belang van een doordacht bestek naar voor. Je kan in het bestek al heel wat visie meegeven én ruimte maken voor kwaliteitsvolle participatie. Dat doe je niet alleen door te scoren op participatie, maar ook door budgettair die keuze door te trekken.

"Ik zou graag hebben dat ze inschrijven dat er participatie moet gedaan worden, maar ook wat ze dan met die resultaten willen doen. [...] 'Wat gaan we doen met die output? Hoe gaan we die serieus nemen en hoe gaan we werktijd van sleutelfiguren of contacten van in het begin meerekenen?' Zodat ik als participatiedeskundige niet degene ben die moet gaan hengelen bij diensten om iemand twee dagen mee te krijgen" - Intermediair.

Zoek je fans en kritische vrienden

Je kan niet anders dan voldoende in te zetten op netwerken en lobbyen, om zo mensen mee op de participatie-kar te krijgen. Zoek die contacten en collega's die al fan zijn, of die vanuit een kritische blik het verhaal sterker kunnen maken. En besef dat succes van projecten soms ook echt gewoon afhangt van de juiste persoon op de juiste plek:

"Het heeft ook altijd wel met mensen te maken. De juiste mensen op de juiste stoel. Want ik zat bvb. vroeger samen met een collega van Toerisme op bureau. En dan vertelde ik haar aan de koffiemachine over ons traject. Ik toonde haar ook de plannen die de kinderen getekend hadden. Als zij dan iemand anders had geweest, dan had die dat misschien gewoon in de vuilbak gegooid, maar nu heeft zij die wel naar de architect gestuurd, die op zijn beurt ook weer enthousiast was. Dat is een soort ketting, dus als er één iemand niet mee wil doen, dan stopt het gewoon." - Jeugdambtenaar


Wil je ruimer inzetten op een participatie-reflex? Dan kan je inzetten op een diepgaand traject met betrokkenheid van de gehele organisatie - die zullen op lange termijn tot betere samenwerking en begrip leiden.