werkhouding

Specifieke onderwijsbehoeften bij PROBLEMEN met de werkhouding

In deze rubriek reiken we handelingsprincipes aan die van toepassing zijn voor leerlingen met werkhoudingsproblemen. Voor volgende specifieke onderwijsbehoeften is er info voorhanden:

  • 1. De leerling heeft nood aan ondersteunende maatregelen die de werkhouding versterken of stimuleren.

SOB 1

De leerling heeft nood aan ondersteunende maatregelen die de werkhouding versterken of stimuleren.


Handelings-principes

Mogelijke ondersteunende maatregelen t.a.v. de werkhouding zijn:

  • een werksfeer in de klas installeren:
    • vlot tempo aanhouden
    • onderbrekingen tot een minimum beperken
    • aanmoedigen
    • werken met groeps- en taakdoelen
    • verwachtingen uitspreken
    • stilte tijdens zelfstandig werk eisen
  • onrust kanaliseren:
    • problemen uitpraten
    • onzekerheid of onnodige spanningen doorbreken
    • storende afleiding uitschakelen
  • voorwaarden bespreken voor een goede werkhouding:
    • uitgerust zijn
    • materiaal bij hebben
    • innerlijke rust
    • concentratie
    • afspraken
    • motivatie en positieve beleving
  • de leerlingen betrekken bij het zoeken naar oplossingen voor werkhoudingsproblemen die frequent voorkomen (aanpak, trucs, tips, goede ervaringen, …)
  • korte oefenmomenten rond werkhouding inlassen (vb. oefenen met concentreren, afspraken nakomen, rustig zijn, opkuis houden)
  • doelen leren omzetten in een concrete werkplanning (“Ik wil … doen. Wanneer doe ik dat?”)
  • zaken die het vlot starten met een taak belemmeren bespreken en aanpakken
  • werken met start-tips (vb. met eenvoudigste opgave starten)
  • voortonen en verwoorden hoe je je geconcentreerd kunt focussen op een taak
  • de leerlingen aanleren om zichzelf te managen (zie rubriek ‘self-monitoring’)
  • kwaliteitsvol werken demonstreren; werken met goede voorbeeden
  • geconcentreerd werken belonen (appreciatie uitspreken, pauze of korte ontspanning voorzien, een extra-punt geven, …)
  • tussentijds feedback over de werkhouding geven (“Je werkt nauwkeurig, goed!”)
  • leerlingen die in een bepaalde vaardigheid laks zijn aansporen en concrete aanwijzingen geven
  • van nabij toezicht houden en bijsturen
  • zorgen voor vaste gewoontes in de klas; structuur, regelmaat en voorspelbaarheid inbouwen
  • samen met de leerling(en) een beperkte lijst van nuttige, constructieve en haalbare regels rond werkhouding ontwikkelen
  • een vaste aanpak bespreken of aanbrengen
  • zorgen voor orde en overzicht in de klas
  • de schooltas leren opmaken, werkmappen leren gebruiken (bladen, taken, toetsen, …), de agenda doelmatig leren gebruiken, …
  • herinneringstekens invoeren om bepaalde zaken niet te vergeten (vb. uitroepteken plaatsen)
  • inventariseren van de verschillende werkgewoontes van de leerling(en
  • bespreken van efficiënte en inefficiënte gewoontes (wat werkt er goed? wat niet?).