Begeleidingsteam

Click here for English

De student wordt door het hele proces van de masterproef begeleid: enerzijds door een begeleidingsteam voor de inhoudelijke aspecten en specifieke onderzoeksmethoden, anderzijds door een docent met onderzoekservaring in algemene onderzoeksmethodologie, vormelijke en communicatieve aspecten (tijdens het masterproefseminarie).

Per masterproef bestaat het begeleidingsteam uit MINSTENS twee personen: één of meerdere interne (co)promotoren en begeleiders verbonden aan de gezamenlijke opleiding Industriële Ingenieurswetenschappen te Diepenbeek en, indien van toepassing, één of meerdere externe (co)promotoren en begeleiders van een andere faculteit, bedrijf of instelling waarmee wordt samengewerkt. Er moet altijd MINSTENS één interne promotor zijn (ook als de masterproef wordt uitgevoerd aan een buitenlandse gastuniversiteit/onderzoeksinstelling of bedrijf ) verbonden aan de gezamenlijke opleiding Industriële Ingenieurswetenschappen te Diepenbeek. Naast deze interne promotor wordt er dus minstens nog één persoon toegevoegd, hetzij extern (andere faculteit, instelling of bedrijf waarmee wordt samengewerkt), hetzij van de gezamenlijke opleiding.

Er kunnen telkens maximum twee personen zijn per begeleidingsfunctie.

Er is een grote diversiteit aan onderzoekstopics van de masterproeven (bv. experimenteel versus eerder theoretisch). Dit betekent ook dat de concrete aanpak van elk begeleidingsteam zal verschillen van masterproef tot masterproef.

Onderstaande omschrijving geeft een algemeen profiel voor elk van de actoren betrokken bij de masterproef. Zij kan als vertrekpunt dienen voor verdere concrete inhoudelijke, vormelijke en praktische afspraken per masterproef. Indien gewenst kunnen deze afspraken tussen student en begeleidingsteam vastgelegd worden in een afsprakennota. Hier vind je tips om zo’n afsprakennota op te stellen.

Student

De student speelt de hoofdrol en is de eindverantwoordelijke van zijn masterproef. Hij bewijst dat hij de competenties bezit van een beginnend onderzoeker/wetenschapper (zie Evaluatie). Dit houdt in dat de student aantoont dat hij op zelfstandige wijze een domeinspecifiek toepassingsgericht onderzoek kan concipiëren, plannen en uitvoeren op projectmatige wijze.

In de loop van het project is hij verantwoordelijk voor een regelmatige en duidelijke communicatie met zijn begeleidingsteam waarbij de student de initiatiefnemer is. Hij maakt hierover bij de start van de masterproef duidelijke afspraken met zijn begeleidingsteam (wijze en frequentie van communiceren, eerste aanspreekpunt binnen het begeleidingsteam, wie altijd betrekken bij elke communicatie, ...). Hij plant de nodige overlegmomenten met een concrete agenda (stand van zaken, problemen, planning voor de komende periode, …) zodat constructieve feedback mogelijk is.

De student houdt zich aan de algemene deadlines met instructies en brengt de administratie die gepaard gaat met de masterproef tijdig in orde (zie Administratie voor aanvang).

De student voert de taken van het masterproefseminarie uit en respecteert ook hier de afgesproken deadlines (zie Masterproefseminarie en Toledo).



Begeleidingsteam

De leden van het begeleidingsteam geven feedback, waken over de planning/voortgang en evalueren alle aspecten van de masterproef (proces/voortgang, scriptie en mondelinge verdediging). Zij worden op de omslag van de masterproefscriptie, op de poster en bij het abstract vermeld. Meer weten over de evaluatie, klik hier.

Interne/externe promotor(en)

De interne/externe promotor(en) zijn de eindverantwoordelijken voor de begeleiding van de student. Zij bepalen welke taken worden gedelegeerd aan copromotor(en) en/of begeleiders. Zo is het mogelijk dat het eerste aanspreekpunt voor de student eerder de interne/externe copromotor(en) of interne/externe begeleider(s) is omdat zij bv. een specifieke expertise hebben in het domein van het masterproefonderwerp.

Er zijn maximum 2 interne en 2 externe promotoren.

Interne/externe copromotor(en)

Naast de promotoren kan het begeleidingsteam ook aangevuld worden met één of meerdere interne/externe copromotoren omwille van hun specifieke expertise in het domein. Zij zijn dan vaak het eerste aanspreekpunt voor de begeleiding.

Er zijn maximum 2 interne en 2 externe copromotoren.

Interne/externe begeleider(s)

Iedereen die betrokken is bij de begeleiding van de masterproef en geen (co)promotor is, neemt de rol van begeleider op, elk met een specifieke expertise. Zij zijn dan vaak het eerste aanspreekpunt voor de begeleiding.

Er zijn maximum 2 interne en 2 externe begeleiders.

Extra assessor

Daarnaast kan het begeleidingsteam beslissen om, indien nodig, nog een extra assessor van de scriptie toe te voegen. Deze persoon beoordeelt mee de scriptie van de masterproef. De interne promotor brengt de student(en) hiervan op de hoogte.

Dit kan zeker het overwegen waard zijn als de masterproef wordt uitgevoerd in een onderzoeksgroep met een beperkt begeleidingsteam of als het begeleidingsteam zijn beoordeling wil toetsen aan een onafhankelijk expert.

Docent masterproefseminarie

Tijdens het masterproefseminarie wordt de student gecoacht in zijn onderzoeksmethodologie, communicatie en rapportering door de docent masterproefseminarie. De student gaat actief aan de slag met zijn eigen case, zijnde zijn masterproef, en past de aangereikte tools en kennis daarop toe. Hij krijgt hierbij regelmatig feedback van de docent en kan zo voortdurend bijsturen met het oog op zijn eindproduct. Tijdens het masterproefseminarie komen de volgende items aan bod:

• projectmatig werken,

• communiceren en rapporteren.

De docent masterproefseminarie geeft geen inhoudelijke feedback. Daarvoor koppelt de student regelmatig terug naar zijn begeleidingsteam.

Functieprofiel

Deze nota geeft een overzicht van welke profielen de functie van interne promotor, copromotor of begeleider kunnen opnemen. Personeelsleden van de gezamenlijke opleiding hebben toegang tot dit document met hun UHasselt-account.

Externe promotoren en copromotoren hebben bij voorkeur een doctoraatsdiploma (of gelijkgestelde wetenschappelijke ervaring) of beschikken over een ruime praktijkervaring als ingenieur. Voor externe begeleiders liggen er geen vereisten vast.