Poorters

Poorter van Amsterdam

In Amsterdam werd vroeger een onderscheid gemaakt tussen verschillende inwoners van de stad. Er waren zogenaamde ‘ingezetenen’ en ‘poorters’. Dit onderscheid bestond al in de 13e eeuw. Als poorter van de stad had je meer rechten en privileges dan bewoners die geen poorter waren.

Mensen die poorter van Amsterdam wilden worden moesten op het stadhuis een eed afleggen. Hierin beloofde men plechtig een trouw en goed burger van Amsterdam te zullen zijn. De poortereed uit 1668 luidde:

Dat sweert ghy, dat ghy een goet ende getrouw Poorter deser Stede, den Burgermeesteren ende Regeerders in der tijt onderdanigh wesen sult, in Waken, Bijten, en andere Beschermenissen ende lasten deser Stede u goetwilligh hebben sult; dese goede Stede voor ‘t quaet, dat ghy sult vernemen, waerschouwen, en tot alle welvaert, met raedt ende daet, naer allen uwen vermogen, vorderen ende helpen sult; Ende voorts alles sult doen ende laten, dat een goet Poorter schuldigh is te doen ende laten.

Soo waerlick moet u Godt almachtigh helpen.

Na het afleggen van de eed kreeg de kersverse poorter een bewijsje mee die ook wel een poorterbriefje werd genoemd. Het poorterschap kon echter ook weer kwijtgeraakt worden als men naar een andere stad verhuisde, crimineel gedrag vertoonde of hoge schulden had.

Hieronder volgt een voorbeeld van een nieuwkomer, Davidt Mostert, die na een aantal jaren poorter van Amsterdam werd.

De voordelen bij het verkrijgen van het poorterschap waren erg groot. Er waren drie manieren om poorter te worden:

- Geboren worden als kind van een (mannelijke) poorter (ingeboren poorter).

- Via een huwelijk met een poorter (behuwd poorter).

- Als men van buiten de stad afkomstig was, of ingezetene was, kon je door betaling het poorterschap verkrijgen (bekocht poorter). Het was echter niet zo dat iedereen zo maar poorter kon worden door de hoge kosten die daar aan verbonden waren.

Voordelen van het poorterschap:

- Je kwam als poorter in aanmerking voor een bestuurlijke functie.

- Om lid te worden van een gilde of een eigen handel op te zetten moest je poorter zijn.

- Weeskinderen van poorters werden ondergebracht in het Burgerweeshuis. In dit weeshuis waren de leefomstandigheden veel beter dan in overige weeshuizen.

- Als poorter werd een vrijstelling gegeven voor tolbetalingen binnen Holland en enkele gebieden daarbuiten.

Ingezetene Davidt Mostert werkzaam als ‘duytschen schoelmeester’.

Davidt Mostert, ingezetene in 1584, was werkzaam als schoolmeester en ontving voor zijn diensten 45 gulden van de stad. Na zes jaar werd hij op 21 mei 1590 poorter van de stad. Bij zijn inschrijving staat vermeld dat hij afkomstig was van Antwerpen en werkzaam was als notaris. Verder wordt geschreven dat hij zijn poortereed gedaan heeft en het poortergeld betaald heeft. Davidt Mostert was dus een bekocht poorter. Hij bleef tot augustus 1615 notaris in Amsterdam. Op 27 december 1615 werd hij begraven in de Oude Kerk.

Uit: http://amsterdamsverleden.nl/poorter-van-amsterdam/

Ga naar de website en bouw je eigen stad: