Stelling 22 - Messiaanse Rijk

Men moet de christenen leren dat Yeshua spoedig terugkomt om zijn Rijk te vestigen (zoals wij ook bidden in het ‘Onze Vader’, zie Mat. 6: 10: ‘’Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde’’), om als nageslacht van Koning David als Koning en Heer te regeren over de hele aarde (Zach. 14: 9: ‘’De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige’’., Ps. 89: 4-5, Jer. 23: 5). 

Ca. 2000 jaar geleden verwachtte men een leeuw, maar kreeg men een Lam. Thans verwacht men een Lam, maar krijgt men een Leeuw (Judas 1: 14-15: ‘’… Ook over hen heeft Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei:  Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen, om over allen het oordeel te vellen en alle goddelozen onder hen terecht te wijzen voor al hun goddeloze daden, die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en voor al de harde woorden die zij, goddeloze zondaars, tegen Hem gesproken hebben’’).

Er is een degelijk verschil tussen het Duizendjarig Rijk en de nieuwe aarde. Zo zal op de nieuwe aarde geen zee meer zijn (Openb. 21: 1: ‘’En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer’’), maar in het duizendjarig rijk is wel sprake van de zee. Lees Zacharia 14:8: ‘’Op die dag zal het geschieden dat er levend water vanuit Jeruzalem zal stromen, de ene helft ervan naar de zee in het oosten en de andere helft ervan naar de zee in het westen: ’s zomers en ’s winters zal het plaatsvinden’’ en Jesaja 11:9. In het nieuwe Jeruzalem heeft men de zon en de maan niet meer nodig (Openb. 21: 23-25: ‘’En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar,  en het Lam is haar lamp. En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden,  want daar zal geen nacht zijn’’ en 22: 5: ‘’En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid’’) . Er zal geen nacht meer zijn. We hebben in Jesaja 4:5 gezien dat er in het duizendjarig rijk wel gesproken wordt van dag en nacht in Jeruzalem: ‘’dan zal de HEERE over elke plaats op de berg Sion en over de samenkomsten ervan overdag een wolk scheppen en rook, en 's nachts een schijnsel van vlammend vuur; ja, over alles wat heerlijk is, zal een beschutting zijn.’’

Openbaring20:1-10 geeft een beschrijving van het duizendjarig rijk.

Uit dit gedeelte blijkt onder andere:

a. Er komt een duizendjarig rijk. Er wordt zesmaal melding gemaakt van "duizend jaren".

b. Satan wordt die duizend jaren gebonden, opdat hij de volkeren niet meer kan verleiden.

c. Degenen die als gelovigen in de grote verdrukking gestorven zijn zullen weder levend gemaakt worden.

d. Deze levend gemaakte mensen zullen met Christus als koningen heersen.

e. Satan wordt na het duizendjarig rijk voor een korte tijd losgelaten om de volkeren te verleiden tot de oorlog tegen Jeruzalem.

Degenen die Yeshua navolgen in volharding zullen in 't duizendjarig rijk met Hem regeren over de heidenen (Openb. 2: 26-27, Openb. 5: 10: ‘’ En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde’’). Yeshua zal vanuit Jeruzalem regeren (Jes. 24: 23b: ‘’de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion en in Jeruzalem’’, Ez. 48: 35, Joël 3: 21b, Zach. 2: 10-11a).

Alle volken zullen naar Jeruzalem optrekken om Gods wegen te leren kennen. Er zal geen oorlogsmateriaal meer gemaakt worden en men zal de oorlog niet meer leren. Er zal volkomen gerechtigheid zijn op de gehele aarde. Zelfs de dieren zullen in vrede met elkaar leven. De aarde zal vol zijn van de kennis des Heeren (Jes. 2: 2-5, Jes. 11: 1-9).

Ook geloven wij dat de Thora weer in zijn volle omvang zal fungeren als grondwet van Gods Koninkrijk. Wat is immers een Koninkrijk zonder grondwet?

Zie Jes. 1: 26, Jes. 2: 3-5, Jes. 42: 4, Jes. 51: 4-8, Jes. 66: 15-18, Micha 4:1-3, Openb. 11: 15, Zach. 14: 9, Zach. 14: 16-19.

In de herbouwde tempel zal priesterdienst worden verricht door de zonen van Zadok uit de stam Levi om God bloed en vet te brengen. Lees voor een volledig overzicht Ezechiël 40 t/m 44. Hoewel het offer door Yeshua reeds gebracht is worden er in de nieuwe tempel toch dierenoffers gebracht (Ez. 40: 41-42).

Ook de dierenoffers in de tijd van het Oude Testament konden de zonden van mensen niet wegnemen (Hebr. 10: 4: ‘’Want het is onmogelijk dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt’’). Deze offers waren slechts een verwijzing naar het offer van Yeshua hetgeen toen nog moest plaatsvinden. Zo zullen ook de offers in het duizendjarig vrederijk geen zonden van mensen wegnemen. Deze offers zien terug op het dan volbrachte offer door Yeshua.

Dit laat nog een duidelijk verschil zien tussen de nieuwe aarde en het Duizendjarig Vrederijk: Op de nieuwe aarde zal namelijk geen tempel meer zijn (Openb. 21: 22: ‘’Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam’’), maar zoals we besproken hebben is er in 't duizendjarig rijk wel een tempel (Ezechiël de hoofdstukken 40 t/m 43 en 47). Daarnaast zal er op de nieuwe aarde geen dood meer zijn (Openb. 21: 4: ‘’En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan’’). In het duizendjarig rijk is de dood er nog zoals we besproken hebben. Lees Jesaja 65:20: ‘’want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden’’en Jesaja 66:23-24. Ook zal er op de nieuwe aarde niets vervloekts zijn (Openb. 22:3: ‘’En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen’’). In 't duizendjarig rijk is de vloek wel aanwezig. Lees Jesaja 65:20; Jesaja 66:23-24 en Zacharia 14: 16-19.

Inhoud van deze stelling is grotendeels gebaseerd op dit artikel.