Pareltjes - teksten ter overweging

Pareltjes

Teksten ter overweging

Deze teksten zijn bedoeld om u aan het nadenken te zetten, naast wat u verder op deze website hebt gelezen.

N.B. Wanneer in het 'Nieuwe Testament' over 'het Woord' of over 'de Schrift' wordt gesproken, dan wordt daar de Tenach ('Oude Testament') mee bedoeld.

In de tijd van Jezus en de apostelen was het 'Nieuwe Testament' namelijk nog niet geschreven. Met 'het Woord' kan dientengevolge dus niet het 'Nieuwe Testament' bedoeld worden.

Luk. 13: 23-24: ‘’ En iemand zei tegen Hem: Heere, zijn het weinigen, die zalig worden? En Hij zei tegen hen: Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen.’’

2 Kor. 5: 15: ‘’En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is.’’

Rom. 7: 14: ‘’Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.’’

Fil. 3: 18-19: ‘’ Want velen – ik heb dikwijls met u over hen gesproken en zeg het nu ook onder tranen – wandelen als vijanden van het kruis van Messias. Hun einde is het verderf, hun god is de buik en hun eer is in hun schande; zij bedenken aardse dingen.’’

Joh. 14: 34-34: ‘’ Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen. Wie Mij niet liefheeft, neemt Mijn woorden niet in acht; en het woord dat u hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, Die Mij gezonden heeft.’’

2 Joh. 1: 6: ‘’En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod zoals u vanaf het begin gehoord hebt dat u daarin moet wandelen.’’

Deut. 30: 9b-11: ‘’Want de HEERE zal Zich weer ten goede over u verblijden, zoals Hij Zich over uw vaderen verblijd heeft, wanneer u de stem van de HEERE, uw God, gehoorzaam bent door Zijn geboden en Zijn verordeningen, die in dit wetboek geschreven zijn, in acht te nemen; wanneer u zich bekeert tot de HEERE, uw God, met heel uw hart en met heel uw ziel. Want dit gebod, dat ik u heden gebied, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg.’’

Mat. 11: 30: ‘’Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’’

Luk. 1: 6: ‘’Zacharias en Elizabet waren beiden rechtvaardig voor God en wandelden onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de Heere.’’

Fil. 4: 13: ‘’Alle dingen zijn mij mogelijk door Messias, Die mij kracht geeft.’’

Ef. 5: 5: ‘’Want dit moet u weten, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Messias en van God.’’

Ef. 5: 15-17: ‘’ Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is.’’

Ef. 5: 27: ‘’…opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn.’’

1 Joh. 2: 3-4: ‘’ En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen. Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet.’’

2 Tim. 3: 16: ''Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid.''

Psalm 119: 105: ‘’ Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’’

Luk. 8: 15: ‘’En waar het zaad in de goede aarde valt, dat zijn zij die het Woord horen, het in een oprecht en goed hart vasthouden, en in volharding vruchten voortbrengen.’’

Luk. 8: 21: ‘’Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die het Woord van God horen en dat doen.’’

1 Joh. 3: 4-6: ‘’ Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid. En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet. Ieder die in Hem blijft, zondigt niet; ieder die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend.’’

Rom. 6: 1-2: ‘’ Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?’’

Joh. 14: 10: ‘’Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken.’’

2 Tim. 1: 7: ‘’Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.’’

1 Kor. 11: 1: ‘’Wees navolgers van mij, zoals ik navolger van Messias ben.’’

Hebr. 5: 9: ‘’En toen Hij volmaakt was geworden, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden.’’

Luk. 6: 46: ‘’Waarom noemt u Mij: Heere, Heere, en doet niet wat Ik zeg?’’

2 Kor. 6: 17: ‘’Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen.’’ Zie ook vers 14.

Mat. 12: 36-37: ‘’Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. Want op grond van uw woorden zult u rechtvaardig verklaard worden, en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden.’’

2 Tim. 2: 15: ‘’ Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt.’’

 1 Petrus 1: 24-25: ‘’ Want alle vlees is als gras en al de heerlijkheid van de mens is als een bloem in het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen. Maar het Woord van de Heere  blijft tot in eeuwigheid. En dit is het Woord dat onder u verkondigd is.’’ Vergelijk met Jes. 40: 6-8.

Mat. 4: 4: ‘’Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.’’

Lev. 19: 32: ‘’U moet opstaan voor iemand met grijze haren en eer bewijzen aan een oudere. Uw God moet u vrezen. Ik ben de HEERE.’’

Deut. 14: 3: ‘’U mag niets eten wat een gruwel is.’’

Joh. 17: 17: ‘’Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.’’

Mat. 15: 9: ‘’Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn.’’

Hand. 17: 30: ‘’God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren!’’

Joh. 5: 46-47: ‘’ Want als u Mozes geloofde, zou u Mij geloven; want hij heeft over Mij geschreven. Maar als u zijn Schriften niet gelooft, hoe zult u Mijn woorden geloven?’’

Luk. 11: 27-28: ‘’ Het gebeurde, toen Hij deze dingen sprak, dat een vrouw uit de menigte haar stem verhief en tegen Hem zei: Zalig is de schoot die U gedragen heeft, en zijn de borsten waaraan U gezogen hebt! Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren.’’

1 Joh. 2: 15: ‘’ Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem.’’

Gen. 4: 7: ‘’ Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen.’’

Jak. 2: 24: ‘’ U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof.’’

Rom. 12: 15: ‘’Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen.’’

Joh. 5: 24: ‘’Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.’’

Spr. 12: 1: ‘’ Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief, maar wie bestraffing haat, is onverstandig.’’

Spr. 26: 17: ‘’ Zoals iemand die een voorbijlopende hond bij de oren grijpt, zo is hij die zich mengt in onenigheid die hem niet aangaat.’’

Spr. 27: 19: ‘’ Zoals water gezicht tegenover gezicht stelt, zo weerspiegelt het hart van de mens de mens zelf.’’

Hebr. 12: 14:’’Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien.’’

Kol. 3: 9-11: ‘’ Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft. Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene,barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Messias is alles en in allen.’’

Fil. 2: 12-13: ''Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.''

Mat. 5:20: ''Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.''

Disclaimer: context is gelezen, maar omwille van de duidelijkheid zijn slechts deze teksten geciteerd

 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de HSV, via: http://herzienestatenvertaling.nl/bijbel.php