בס''ד

Moeilijke teksten over Sabbat/feestdagen

‘Nieuwtestamentische’ teksten inzake de Sabbat/feestdagen

Ik raad u aan om eerst de pagina's 'Sabbat of zondag?' en 'Bijbelse feesten' te lezen, alvorens aan deze studie te beginnen.

Inleiding

Zoals u in de studie 'Sabbat of zondag?' kon lezen, is de zondagsrust een typisch voorbeeld van wat  de protestantse/evangelische etc. kerken van hun grote moederkerk, de RKK, hebben geërfd

(zie http://www.rkk.nl/katholicisme/encyclopedie/z/zondagsplicht).

De ‘Nieuwtestamentische’ teksten die in deze studie aan bod komen:

Om te beginnen citeer ik uit de Catholic Encyclopaedia , Commandments of God, volume IV, © 1908 by Robert Appleton Company: “Aan de andere kant heeft de Kerk, nadat ze de rustdag van de Joodse Sabbat, of de zevende dag van de week, veranderd had in de eerste dag, het Derde Gebod (volgens Katholieke telling) van toepassing verklaard op de zondag. Dat is de dag die als dag des Heren geheiligd moet worden. Het Concilie van Trente (Sessio VI, canon xix) veroordeelt degenen, die ontkennen, dat de Tien Geboden voor christenen bindend zijn.”

Catholic Record, 1 september 1923: “Wanneer je het gezag van de Kerk ontkent, heb je geen adequate of redelijke verklaring of rechtvaardiging voor het vervangen van de zaterdag door de zondag in het Derde – voor protestanten Vierde – van Gods Geboden. … De Kerk staat boven de Bijbel. En deze verandering in de wijze van Sabbatviering is daarvan het bewijs.”

“Als protestanten volgens de Bijbel zouden leven, zouden ze God op de Sabbatdag aanbidden. Door het houden van de zondag gehoorzamen zij aan een wet van de Katholieke Kerk.” - Albert Smith, kanselier van het aartsdiocees Baltimore, die namens de kardinaal een brief beantwoordde op 10 februari 1920.

Dit alles gaat lijnrecht in tegen Gods Woord  (zie Markus 7: 7-9).Wij moeten juist Gods Woord volgen!

Hier volgt een samenvatting van hoe Yeshua (Jezus) en Paulus tegenover de Wet (Thora) stonden (voor uitgebreidere studie, zie andere kopjes linksboven op deze site):

1. Yeshua onderhield de Thora   (Hebreeën 4:15, 1 Petrus 2:22, 1 Joh. 3:4).

2. Yeshua onderwees de Thora   (Mat. 19:17, Mat. 24:12, Mark. 7: 8-9, Luk. 16: 17, Joh. 7:16,).

3. Yeshua leerde ons de  Thora te onderhouden  (Mat. 5:19, Mat. 23:1-3, Luk. 24: 47).

4. Yeshua vierde de Sabbat     (Mark. 1:21, Luk. 4:16,).

5. Yeshua  vierde de feesten uit Leviticus 23         (Mat. 26:18).

6. Yeshua  kwam als ons voorbeeld, niet als ons excuus 

(Joh. 13:15, Hebr. 10: 26-30, 1 Joh. 2:6).

1. Paulus hield altijd de Sabbat (Hand. 17:2, Hand. 18:4).

2. Paulus vierde de Bijbelse feesten (Hand. 20:6, Hand. 20:16).

3. Paulus leerde ons de Bijbelse feesten te vieren (1 Kor. 5:7-8,    Kol. 2: 16).

4. Paulus geloofde de hele Thora (Hand. 21: 24. Hand. 24:14, Rom. 7: 7 en 12, Galaten 3: 21).

5. Paulus zei dat we de Thora bevestigen (Rom. 3:31).

6. Paulus onderwees de Thora (Hand. 28:23, 1 Kor. 7:19, 2 Thes. 2:3).

7. Paulus verheugde zich in de Thora (Rom. 7:22-25, 1 Tim. 1:8).

8. Paulus achtte de Thora nog steeds van kracht na de Romeinen en Galaten te hebben geschreven (Hand. 21:26).

9. Paulus vertelt ons hem na te volgen, zoals hij Yeshua navolgt (1 Kor. 4:16, 1 Kor. 11:1).

Als u moeilijke teksten tegenkomt die lijken te suggereren dat de Sabbat/Bijbelse Feesten zijn afgeschaft, beseft u dan eerst het bovenstaande.

Paulus' tijd

In Paulus’ tijd was de wetteloosheid al werkzaam (2 Thes. 2: 5-7). Dan hoeft het ons niet te verbazen dat de wetteloosheid in de 'vroege kerk' ook al openbaar werd.

We zien dat in ‘Oud-Testamentische tijden’ de Sabbat niet altijd geheiligd werd. Dit was een probleem, want we lezen in Ez. 22:2, 4, 8, 12-13, 20-21 dat God dat een gruwel vond. Ja'akov (Jakobus) leert ons in het Nieuwe Testament dat God niet verandert (Jak. 1:17b).
Hoe kunnen we dan zeggen dat het God niet meer uitmaakt dat we de Sabbat niet heiligen, maar wel de zondag?
Hoe kan God zo veranderen in Zijn wil?
Hij heeft Israël gestraft voor het ontheiligen van de Shabbat, maar zou het nu goedkeuren?

Nee, Amos 3:7 leert ons dat als God iets in de toekomst gaat doen, dat hij dat voorzegt door Zijn profeten. Er is nergens voorzegd dat God de Sabbat zou veranderen in de zondag, of bijvoorbeeld Pesach in Pasen.

Om u een eindje op weg te helpen, wil ik het volgende met u delen; een verklaring betreffende de ‘moeilijke teksten’ inzake deze onderwerpen. Aan de hand van teksten die vaak worden aangehaald om te 'bewijzen' dat we geen Shabbat of Bijbelse feestdagen (meer) hoeven te houden:

Handelingen 20:7-8 

‘’“En toen wij op de eerste dag der week samengekomen waren om brood te breken, hield Paulus een toespraak tot hen en, daar hij van plan was de volgende dag te vertrekken, zette hij zijn rede voort tot middernacht. En er waren verscheidene lampen in de bovenzaal, waar wij vergaderd waren.” 

Ik citeer uit een studie van Werner Stauder (Stauder, 2015):

Dit is de enige tekst waaruit blijkt dat er inderdaad op de eerste dag der week, dus op de zondag, Messiasbelijdende Joden samengekomen waren om brood te breken. Maar is dit echt een bewijs dat reeds toen de sabbatviering door de zondagsviering was vervangen? Geenszins! 

Het is niet zo verwonderlijk, dat zij op die dag bij elkaar kwamen om brood te breken, want in Handelingen 2:46 lezen wij, dat ze dit praktisch elke dag deden: “...en voortdurend waren zij elke dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten, en zij loofden God en stonden in de gunst bij het gehele volk.” 

Dat in Handelingen 20:7 de eerste dag der week nadrukkelijk genoemd wordt, heeft een andere reden. De volgelingen van Yeshua bleven als Thoragetrouwe Joden (Handelingen 21:20) ook na Zijn dood en opstanding nog geheel de Sabbat vieren.

Daar de dagen van de Joodse kalender telkens op de avond beginnen, begint reeds op zaterdagavond omstreeks 18.30 uur de eerste dag der week. Zo hielden zij in directe aansluiting op de algemene Sabbat speciale samenkomsten bij een van hen thuis, waar zij “met elkaar brood braken”, dat wil zeggen een maaltijd hielden, de Schriften en de mondelinge overleveringen bestudeerden. Daartoe behoorde ook het leven en de leer van Rabbi Yeshua, die zij aan elkaar doorvertelden en met elkaar bediscussieerden.

Ook andere Joodse groeperingen hielden zulke bijeenkomsten, hetzij op de sabbatavond, hetzij op andere avonden. Het is heel goed denkbaar dat de Joodse volgelingen van Yeshua al vroeg op de zaterdagavond, direct na zonsondergang, dat is dus na afloop van de Sabbat, voor deze bijeenkomsten gingen bestemmen.

De bovengenoemde beschrijving van een dergelijke bijeenkomst in Handelingen 20:7-8 is daar een duidelijk voorbeeld van. Eerst wordt vermeld, dat zij op de eerste dag van de week samengekomen waren om brood te breken (Hand. 20:7a). De misvatting zou nu kunnen ontstaan dat dit op zondagochtend was, maar het vervolg van het verhaal wijst uit, dat deze samenkomst ‘s avonds plaatsvond. Omdat Paulus de volgende dag (dag in de zin van ‘overdag’, dus zondagochtend) van plan was te vertrekken, zette hij zijn toespraak voort tot middernacht (Hand. 20:7b). Ter meerdere sfeertekening van het nachtelijke karakter van de bijeenkomst worden de lampen in de bovenzaal vermeld (Hand. 20:8). Deze avondbijeenkomsten kan men dus letterlijk avondmaalsdiensten noemen, maar staan verder los van de samenkomsten ter herdenking van de opstanding van Yeshua.

Vrome Joden (messiasbelijdend of niet) zijn gewoon elke dag bij het aanbreken van de ochtend de nieuwe dag te beginnen met het ochtendgebed oftewel Shacharit, welke tegenwoordig keurig zowel in het Hebreeuws alsook in het Nederlands in de Sidur staat, het Joodse gebedenboek. Als er een synagoge in de buurt is, dan gaat men daarheen om samen met andere Joden het Shacharit te bidden. Is dit niet het geval, dan doet men het thuis. Ongetwijfeld heeft het ochtendgebed op de ochtend van de eerste dag der week voor messiasbelijdende Joden een speciale betekenis gekregen, omdat Yeshua op dit tijdstip is opgestaan uit het graf. Maar aanleiding om van de Shacharit op zondagochtend een uitgebreide eredienst te maken ter vervanging van de sabbatviering was er niet, zolang de eerste gemeente hoofdzakelijk uit Joden bestond. Zo is ook de tekst uit Handelingen 20:7-8 geen geldige rechtvaardiging voor de huidige christelijke zondagsviering en zondagsrust. Dat is en blijft een menselijke inzetting!’’

Beluister hier een andere benadering van deze tekst (Engels, 4 min.)

1 Korintiërs 16:1-2

Ik citeer uit een studie van Werner Stauder (Stauder, 2015): ‘’Sommigen denken dat zij op grond van de collecte op de eerste dag der week in 1 Korintiërs 16:1-2 een bewijs vinden dat de samenkomsten reeds toen al op de zondag waren en niet meer op de Sabbat: 

“Wat de collecte voor de heiligen betreft, moet u de richtlijn volgen die ik aan de gemeenten in Galatië gegeven heb: Laat ieder van u elke eerste dag van de week naar vermogen iets opzij leggen. Dan hoeft er bij mijn komst geen geld meer te worden ingezameld” (Nieuwe Bijbelvertaling). 

Deze tekst wordt gaarne aangehaald omdat er naast de vermelding van de zondag vooral de collecte genoemd wordt en dan denkt men daarbij nogal gauw aan een collecte zoals die in de huidige kerken een vast onderdeel van de dienst vormen. Het gaat hier inderdaad over de eerste dag van week, dus de zondag, er wordt echter niet gesproken over een samenkomst, en ook niet over een collecte in de samenkomst. Laten we deze tekst daarom ook nog een keer in de NBG-vertaling lezen: “Wat nu de inzameling voor de heiligen betreft, doet ook gij, evenals ik het in de gemeenten van Galatië geregeld heb: elke eerste dag der week legge ieder uwer naar vermogen thuis iets weg, en hij spare dit op, opdat er niet eerst na mijn komst inzamelingen moeten gehouden worden”, en in de Groot-Nieuws-vertaling: “Elke eerste dag van de week moet u thuis allemaal naar vermogen iets opzij leggen en het opsparen. Dan hoeft er bij mijn komst niet meer gecollecteerd te worden”. In deze beide vertalingen wordt niets over een samenkomst gezegd, en ook niets over een collecte tijdens een samenkomst, maar over het thuis opzij leggen en opsparen van geld, en dat is nogal iets wat je nu eenmaal niet op de Sabbat doet!’’

Romeinen 14: 5-6a

''De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn.Wie de dag in ere houdt, houdt hem in ere voor de Heere, en wie de dag niet in ere houdt, houdt hem niet in ere voor de Heere. Wie eet, eet voor de Heere, want hij dankt God. En wie niet eet, eet niet voor de Heere, en ook hij dankt God.''

Ik citeer uit het boek Vrij van de Wet (Noordermeer, 2013): ‘’Als u het hoofdstuk in zijn geheel leest, is het overduidelijk dat het niet per sé over dagen, maar over voeding gaat. Heel hoofdstuk 14 gaat over de twisten tussen vegetariërs en vleeseters en tussen wijndrinkers en geheelonthouders (zie paragraaf 2.5.2, De Hemelse Voedselbank, Noordermeer, E. (2006)). De Joden binnen de christelijke gemeente waren, reeds voor de prediking van het evangelie, gewend vegetarisch te leven en geen wijn te nuttigen. Dit werd veroorzaakt door het feit dat veel vlees aan de afgoden was gewijd, evenals de wijn. Daarnaast was de wijze van slachten en wijnbereiding niet koosjer. Hun afkeer van vlees en wijn berustte zowel op de Thora als de Mondelinge Leer. Ook de gelovigen, afkomstig uit het heidendom, hadden een afkeer van vlees en wijn. De heidenen binnen de gemeente hadden een afgodisch verleden. Voor hen was vlees en wijn, wat aan de afgoden was gewijd, een herinnering aan hun oude leven. Het was voor hen een gevoelig punt zoals alcohol dat is voor een ex-alcoholist. Dus niet alleen waren Joden vegetariërs en geheelonthouders, ook gelovige heidenen kozen daarvoor. Maar … niet allemaal. Sommigen hadden hun ‘zwakke punt’ overwonnen. Paulus schrijft dat wijn en vlees alleen gevoelig ligt bij de zwakkeren. Het conflict wordt samengevat in vers 2: De een gelooft wel dat hij alles eten mag, maar wie zwak is, eet plantaardig voedsel (Rom.14:2).

Paulus at gerust offervlees als het maar van reine dieren was. Hij had dan ook geen afgodisch verleden. Maar Paulus vindt wel dat je, vanuit de broederliefde, de zwakkeren in het geloof tegemoet moet komen. Het conflict in de gemeente verscherpte zich op de feestdagen. Juist op feestdagen zijn vlees en wijn de ingrediënten die maken dat het een feestdag is en ook dat stoelt op de Thora. Bij alle Bijbelse feesten hoorden vlees en wijn (Lev.23; Num.28 en 29; Deut.16). Er waren zodoende drie groepen in de gemeente. Een groep die altijd vegetariër/geheelonthouder was, een groep die hiervan alleen op hoogtijdagen wilde afwijken en een groep die ook buiten hoogtijdagen wijn en vlees nuttigde. Voor deze laatste groep was het geen punt meer. De consequente vegetariërs en geheelonthouders hadden goede redenen voor hun levensstijl. Zij vonden dat ook op feestdagen deze levensstijl volgehouden moest worden. Qua voeding waren voor hen alle dagen gelijk. Paulus gaat heel ver in de broederliefde. Hij spreekt groep twee en drie aan. Hij vindt dat zij de zwakkeren in het geloof tegemoet moeten komen. Het is goed geen vlees te eten, geen wijn te drinken en niets te doen waaraan uw broeder aanstoot neemt, waarover hij struikelt of waarin hij zwak is. (Rom.14:21) In Romeinen 14 staan dus niet de feestdagen zelf ter discussie, maar het gebruik van wijn en afgodenvlees tijdens de feestdagen.’’

Voor meer informatie over Rom. 14, zie ook de pagina: 'Moeilijke teksten over de spijswetten'.

Galaten 4: 8-11

''Maar destijds, toen u God niet kende, diende u hen die van nature geen goden zijn; en nu u God kent, ja wat meer is, door God gekend bent, hoe kunt u weer terugkeren naar de zwakke en arme grondbeginselen, die u weer van voren af aan wilt dienen? U houdt zich aan dagen, maanden, tijden en jaren. Ik vrees voor u dat ik mij misschien tevergeefs voor u heb ingespannen.''

Ik citeer nogmaals uit het boek Vrij van de Wet (Noordermeer, 2011): ‘’ Galaten is de vroegst gedateerde brief van alle brieven in het NT, het jaar 49. Het is de enige brief die zelfs voor het apostelconvent in het jaar 50 is geschreven. Paulus heeft dan zijn eerste zendingsreis achter de rug. De brief is gericht aan verschillende gemeenten die Paulus tijdens die eerste reis had gesticht, Iconium, Lystra en Derbe. Dit staat beschreven in Handelingen 14. Galaten is daarom een rondzendbrief aan deze gemeenten die in de streek Galatië liggen. 

Iconium had van oudsher een synagoge waaruit je kunt opmaken dat de Joodse godsdienst wel aanwezig was. In Lystra stond een tempel ter ere van Zeus (Hand.14:1,13). De algemeen gangbare godsdienst van de heidenen was de Griekse afgodendienst totdat … het evangelie daar wordt gepredikt. Paulus en Barnabas ondervinden ernstige problemen tijdens hun reis, zowel vanuit het Jodendom als vanuit het heidendom (Hand 14:5,19). Ook de pasgevormde gemeenten die hier ontstaan, hebben problemen vanuit dezelfde hoek. In de Galatenbrief springt Paulus van de ene weerlegging naar de andere. Een groot deel van de brief is gewijd aan de weerlegging van het Judaïsme, maar in hoofdstuk 4 waarschuwt Paulus tegen dwaalleraars vanuit het heidendom. 

Paulus herinnert de jonggelovigen aan hun oude goden en vraagt hun in Gal. 4: 8-11 waarom zij daarnaar terug willen keren. Net als de joodse godsdienst had de afgodencultuur ook een kalender met heilige feestdagen. De Grieks/Romeinse godsdienst kende minstens 45 officiële feestdagen. Elke vijf jaar was er een speciaal reinigingsoffer dat het lustrum werd genoemd. Zo kende de afgodencultuur in Galatië hun vaste tijden, maanden en jaren. Dat is de context waarin Paulus de gemeente vermaant met de bovenstaande tekst. ‘U houdt zich aan dagen, maanden, tijden en jaren. Ik vrees voor u dat ik mij misschien tevergeefs voor u heb ingespannen.’ Hij waarschuwt hun hier niet voor het gevaar van Bijbelse feestdagen maar juist voor het gevaar van heidense feestdagen.’’

Kolossenzen 2: 16-17

''Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus.''

Ik citeer uit een Bijbelstudie van 119 Ministries NL: ‘’Om te beginnen een inleiding vanuit Kolossenzen 2:8: Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus.

Hij zegt hier: "niet volgens Christus". Wie of wat is Christus? Hij was en is het levende Woord van God (Joh. 1: 14). Het volledige Woord, dus inclusief de Thora, de instructies die de Vader ons heeft gegeven. De instructies van de Heer zijn absoluut geen ‘inhoudsloze filosofie en verleidingen volgens de overlevering van de mensen, en grondbeginselen van de wereld', waaraan Paulus in vers 8 refereert. Vanuit de context is het overduidelijk waar Paulus zich tegen verzet, en dat is absoluut niet tegen het eeuwige Woord van God. Vergelijk in diezelfde lijn ook de verzen 20-22 eens: Kolossenzen 2:20-22: Als u dan met Christus de grondbeginselen van de wereld bent afgestorven...Let op! Hij zegt niet "de grondbeginselen van God."...waarom laat u zich dan, alsof u nog in de wereld leeft, bepalingen opleggen als: Pak niet, proef niet en raak niet aan? Dit zijn allemaal dingen die door het gebruik vergaan; ze zijn ingevoerd volgens de geboden en leringen van de mensen.

Geboden en leringen van mensen. 

De Thora bestaat niet uit menselijke geboden en leringen. De Thora bevat de instructies van de Vader! In veel studie-Bijbels wordt de context, waarover Paulus het hier in Kolossenzen, heeft, uiteengezet. Er waren namelijk gnostici in de gemeente gekomen die de geloofsleer van de Kolossenzen vervuilden. De gnostici leerden de Kolossenzen het tegenovergestelde van wat Paulus hen oorspronkelijk had onderwezen en wat hij voorleefde. Namelijk de Wet van God. Het doen van Bijbelse dingen op een Bijbelse manier. Ze begonnen zich strenge gnostische overtuigingen en menselijke geboden van strenge zelfdiscipline op te leggen, die met lichamelijk genot te maken hadden;verwaarlozing van het lichaam en dergelijke. Pak niet, raak niet aan, dergelijke dingen.

De feestdagen van Jahweh waren een groot probleem voor de gnostici, omdat ze gepaard gaan met uitbundig eten en feestvieren. Daarom worden ze ook 'Feesten' genoemd. De gnostici hielden zich bezig met engelenverering en streefden naar geheime kennis. Ze haatten Gods Feesten omdat ze ervan overtuigd waren dat alles wat met fysiek genot te maken had, waaronder dus voedsel, slecht was. Door de meeste uitleggers wordt dan ook geconcludeerd dat de gnostici aan de Kolossenzen vertelden dat ze de Feesten niet mochten vieren. Daarom zei Paulus dat ze zich niet moesten laten veroordelen als ze de Feesten wél vierden.

Denk even mee; de Voorjaarsfeesten Pascha, Eerstelingen en Ongezuurde broden en ook Pinksteren waren heilige dagen die herinnerden aan het verleden maar waarvan de werkelijkheid in Christus werd vervuld. Die heilige dagen wezen vanuit profetisch perspectief dus altijd al vooruit naar Yeshua, en nu wijzen ze terug naar Hem als een herinnering aan alles wat Hij heeft gedaan. In dit vers wijst Paulus erop dat de Feesten, Nieuwe Maanviering en de Sabbat ook als profetische verwijzingen dienen. Hij verwijst namelijk naar de Najaarsfeesten; "Bazuinendag" "Grote Verzoendag" en het "Loofhuttenfeest". De genoemde Nieuwe Maanviering IS Bazuinendag; het is namelijk de enige door Jahweh ingestelde Feestdag, die begint op een Nieuwe Maan. Dat Feest verwijst naar de wederkomst van Yeshua. Hij noemt ook de Sabbat. Waar is de Sabbat een voorafschaduwing van? Ze verwijst duidelijk naar de duizendjarige rust in het Millennium. We moeten deze dagen vieren om ons eraan te herinneren wat nog komen gaat. Ze zijn geen schaduw van de dingen die MOESTEN komen, zoals zo velen zeggen. Ze zijn echter een schaduw van dingen die nog komen. En zo blijven we er dus naar streven om de instructies van de Vader op te volgen, omdat we weten dat ze verwijzen naar de wederkomst van Yeshua.’’

Referenties:

Noordermeer, E. (2013), Vrij van de Wet? – Een dogma onder vuur -. Sliedrecht: Merweboek

Stauder, W. (2015), Bijbelstudie over de Sabbat - Deel 1: Alléén voor de Joden? Geraadpleegd via:https://sites.google.com/site/messiaansestudies/downloads-in-pdf/005.DeSabbat-haShabatdeel1-zwart.pdf?attredirects=0

Stauder, W. (2015), Bijbelstudie over de spijswetten – kashrut. Deel 4: Romeinen 14:1-23. Geraadpleegd via: https://sites.google.com/site/messiaansestudies/downloads-in-pdf/012.Spijswetten-Kashrutdeel4-zwart.pdf?attredirects=0

Stauder, W. (2015), Bijbelstudie over de spijswetten – kashrut. Deel 5: 1 Kor. 8: 1-13 en 10: 14-33. Geraadpleegd via: https://sites.google.com/site/messiaansestudies/downloads-in-pdf/013.Spijswetten-Kashrutdeel5-zwart.pdf?attredirects=0

119 Ministries NL (2015), Colossenzen 2, geraadpleegd via: https://s3-us-west-1.amazonaws.com/faithnetworkuserfilestore/FAITHNETWORK_USERFILESTORE/FAITHNETWORK_USERFILESTORE/filecabinet/ministries/00f06fd7-4de2-4d8d-922d-ccd4a82bb1a9/Scripts%20-%20Dutch/Colossenzen%202%20-%20Colossians%202%20-%20Dutch.pdf