בס''ד

Karaktervorming

Karakter-vorming

In een andere studie hebben we het gehad over wie we zijn in onze onbekeerde staat en dat we allen de dood verdienen (Rom. 6:23). Wat gebeurt er als je gaat geloven? (gelijkenis van de zaaier en Joh. 3: 3-6) en wat betekent het om wedergeboren te zijn?

Verder hebben we het gehad over Ef.5:1, 9, 11, namelijk dat we navolgers van God moeten zijn en dat de vrucht van de Geest in alle waarheid is en dat we de onvruchtbare werken der duisternis moeten bestraffen!

Laten we naar het eerste punt gaan; navolgers van God zijn. Wat karakteriseert God?

Hij verklaart Zichzelf: Ex. 34: 6-7: ‘’ Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die [den schuldige] geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde [lid].’’

De vrucht van de Geest is in alle waarheid, wat is waarheid? Yeshua verklaart ons in Joh. 17:17: ‘’ Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.’’

En we moeten de onvruchtbare werken der duisternis bestraffen/ontmaskeren. 

Tot zover de inleiding.

We gaan het in deze studie hebben over karakter-vorming.

Wat is karakter? Het is een Nederlands woord en volgens het woordenboek Vandale betekent het: ‘’iemands eigenschappen; aard, inborst:’’

Laten we verder kijken wat er staat in het 'Nieuwe Testament'.

Rom. 13:14: ‘’ Maar doet aan den Heere Yeshua Messias, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.’’ Of in de HSV: ‘’ Maar bekleed u met de Heere Yeshua Messias, en verzorg het vlees niet om begeerten op te wekken.’’

Wie van u gedoopt is mag hopelijk de volgende tekst zich eigen gemaakt hebben:

Gal. 3:27: ‘’Want u allen die in Messias gedoopt bent, hebt zich met Messias bekleed.’’

Wat betekent het betekent om je te bekleden met Yeshua en Zijn karakter in u laten zijn.

Karakter van Yeshua

Fil. 2:5: ‘’ Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Messias Yeshua was’’

Gezindheid, wat is een gezindheid? In het Grieks staat froneo en dat betekent: van gelijke geest/denken zijn, gedachten trainen.

We moeten dus beseffen dat we met de doop ons bekleed hebben met de Messias, dat betekent dat Hij in ons zichtbaar moet worden. Wij moeten Zijn licht in ons laten schijnen. Maar wat zijn dan de karaktereigenschappen van Yeshua?

Hij is:

-          Nederig en zachtmoedig Mat. 11:29 , 2 Kor. 10:1 (Kol. 3:12, Titus 3:2)

-          Hij leer ons op te letten op ons spreken (Mat. 12: 36-37)

-          Opkomen voor de waarheid (Joh. 17:17)

-          Liefde voor de naaste --> koninkrijk verkondigen, levensveranderend

-          Constant in relatie leven met de HEERE --> godvrezend

-          Zijn Woord kennen (Mat. 4) = Yeshua is het levende Woord

-          Tegenovergestelde bewerken van Mat. 18:6-7

-          Gal.5:22

-          2Petrus 1:6

-          Integer (want bij een tsaddik vallen denken en doen, spreken en handelen samen)

Mensen die God vrezen:

Een Godvrezend mens gedraagt zijn leven met het besef dat God hem altijd ziet. Een Godvrezend mens gelooft dat God zonde straft, rechtvaardigheid beloont en dat Hij al zijn daden ziet. Een Godvrezend persoon doet zijn zonden niet af als iets inconsequents. Hij zoekt oprecht God te behagen ongeacht wat de opinies van mensen hierover zijn. Omdat hij God vreest en meer respect heeft voor God dan hij voor mensen heeft, let hij nauwlettend op zijn gedrag zowel als hij alleen is, als wanneer hij met anderen is. Hij oordeelt eerlijk en leidt mensen eerlijk en rechtvaardig omdat hij begrijpt dat hij handelt als afgezant vanuit Gods autoriteit en niet vanuit zijn eigen.

Integere personen

Iemand die integer is, is een mens wiens gedrag consistent is met zijn overtuigingen. Hij is niet hypocriet en niet 'dubbelzinnig'. Zijn reacties zijn voorspelbaar omdat ze altijd in overeenstemming zijn met eerlijkheid en rechtvaardigheid. Zijn woorden zijn zo goed als een eed, omdat hij geen valse beloftes doet of zijn woord breekt. Hij wordt niet overgegeven aan goedpraterij/verfraaiing en doet niet aan 'witte leugens'. Hij draagt geen geheimen bij zich waar hij zich over zou schamen. Hij houdt vast aan wat goed is, zelfs als het hem wat kost. Hij velt een goed oordeel omdat zijn bepalingen altijd eerlijk en oprecht zijn.

We worden in 2 Kor. 2: 15-16 in het volgende onderwezen: ‘’ Want wij zijn voor God een aangename geur van Messias, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan; voor de laatsten een doodsgeur, die leidt tot de dood, maar voor de eersten een levensgeur, die leidt tot het leven. En wie is tot deze dingen bekwaam?’’

Ik moet denken aan de geur van mosterd, mijn opa vindt dit geen lekkere geur omdat hij negatieve herinneringen heeft aan de mosterdfabriek, maar ik vind het heel lekker. Zo kan 1 en dezelfde geur voor verschillende mensen een verschillende uitwerking hebben. Zo moeten wij de geur van Messias laten ruiken aan de mensen en sommige mensen zullen dat aangenaam vinden, maar sommige mensen niet.

1 Kor. 2: 12-16: ‘’ En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn. Van die dingen spreken wij ook, niet met woorden die de menselijke wijsheid ons leert, maar met woorden die de Heilige Geest ons leert, om geestelijke dingen met geestelijke dingen te vergelijken. Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden. De geestelijke mens beoordeelt wel alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend, dat hij Hem zal onderrichten? Maar wij hebben de gedachten van Messias.’’

Een lieflijke reuk zijn als gelovige, hoe doe je dat:

-          Laat uw welwillendheid alle mensen bekend zijn (Fil. 4:5)

-          Waarheid verkondigen in nederigheid en vriendelijkheid (Joh. 14:6)

-          Vruchten van de Geest (Gal. 5:22)

-          God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf (Mark. 12: 29-31)

-          Betrouwbaar en integer

-          Let op je spreken (Spr. 15:1) 2 Tim. 1:7

Geloven en vertrouwen 

Geloven we dat God alles ten goede werkt?

Rom. 8:28: ‘’ En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.’’

Mat. 6: 27,34: ‘’ Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.’’

Geloven we dit ook echt?

Dan moet het volgende geen belemmering meer zijn:

Romeinen 1:15-16: ‘’ Zo is wat in mij is, gewillig om ook u die in Rome bent, het Evangelie te verkondigen. Want ik schaam mij des Evangelies van Messias niet; wil het is een kracht Goden tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en [ook] den Griek.’’

Paulus zegt in Romeinen 1:16 dat hij "niet beschaamd is voor het evangelie". Toch brachten geloven en het evangelie prediken Paulus voortdurend in een kwaad daglicht. Het wekte voortdurend andere mensen op om Paulus te beschamen. Hij geeft ons een lijst met manieren waarop hij werd beschaamd in de bediening van het evangelie (in 2 Korinthiërs 11: 23-26):

‘’Ik ben boven hen; in arbeid overvloediger, in slagen uitnemender, in gevangenissen overvloediger, in doodsgevaar menigmaal. Van de Joden heb ik veertig slagen min één, vijfmaal ontvangen. Driemaal ben ik met roeden gegeseld geweest, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een gansen nacht en dag heb ik in de diepte doorgebracht. In het reizen menigmaal in gevaren van rivieren, in gevaren van moordenaars, in gevaren van mijn geslacht, in gevaren van de heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de woestijn, in gevaren op de zee, in gevaren onder de valse broeders.’’

Met andere woorden, Paulus’ manier om zich niet voor het evangelie te schamen, was niet dat hij zichzelf in het beste licht kon houden of dat hij genoeg verstand had zodat mensen hem altijd leuk vonden en goedkeurden wat hij deed. Kijk terug naar Romeinen 1:14: " Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij wijzen en onverstandigen.’’

Toen Paulus keek naar de enorme wereld van ongeloof in zijn tijd, voelde hij een schuld ten opzichte van iedereen. Hij keek niet met volslagen minachting naar de heidenen van zijn tijd.

Maar wilden zij ook dat hij aan hun schuld tegemoet kwam? Willen de ongelovige buren en collega's om u heen horen wat u te vertellen heeft? Niet veel. In 1 Korinthiërs 1: 22-23 zegt hij: " Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid; Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid."

Paulus had een schuld te betalen aan Joden en Grieken en barbaren, maar de meesten van hen wilden - zoals vandaag - zijn boodschap van liefde, genade en hoop niet horen. Het was voor hen een dwaasheid en een struikelblok.

Yeshua werd ook beschaamd, namelijk verlaten door zijn vrienden, vals beschuldigd van godslastering, geslagen met staven, belachelijk gemaakt en beschimpt, ontdaan van zijn kleren, geslagen met een zweep, gemarteld in het openbaar, en gemaakt om er uit te zien als een dwaas zoals mensen hem toeschreeuwden aan het kruis: "Jij die anderen heeft gered, red jezelf."

Wat deed Yeshua met al deze schaamte - dit schaamgedrag? Wat zou jij er mee doen?

Hebreeën 12: 2 vertelt ons wat hij ermee deed: "Voor de vreugde die vóór hem is gesteld, heeft hij het kruis doorstaan, de schande veracht en aan de rechterhand van de troon van God gezeten." Yeshua verachtte de schaamte.

Hoe kon hij dat doen? Hoe kan je dat doen? Hebreeën 12: 2 zegt dat hij het deed "vanwege de vreugde die voor hem was gesteld." Zijn vrienden maakten plaats voor schaamteloos verlating; zijn reputatie maakte plaats voor het beschamen van laster; zijn fatsoen maakte plaats voor schaamte voor naaktheid; zijn troost maakte plaats voor schaamteloze foltering.

Paulus was ook zo, 1 Kor. 11:1: ‘’ Wees navolgers van mij, zoals ik navolger van Messias ben.’’ Wat zei hij in Romeinen 1:16? "Ik schaam me niet" - "ondanks alle beschaafde Grieken die mij bespotten als dwaasheid prediken en alle ongelovige Joden die me bespotten als het prediken van een valse Messias - schaam ik me niet voor dit evangelie. Waarom? 'Want het is de kracht van God tot redding.' "

Met andere woorden, vandaag de dag is het geen schande om te zeggen dat je ongelijk hebt, maar als je denkt dat anderen ongelijk hebben. Niet dat je slecht nadenkt, maar dat je een slechte houding hebt. Het grootste wapen van schaamte vandaag in de wereld van religieuze claims is de beschuldiging dat je intolerant bent en daarom gemeen en egoïstisch.

Daarop moeten we standvastig antwoorden: het is het meest liefdevolle ding in de wereld om de waarheid te vertellen over de weg van redding. Als Yeshua heeft gezegd: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven; Niemand komt tot de Vader dan door mij "(Johannes 14: 6), daarom moeten we omwille van de liefde onze schuld aan de wereld betalen en vertellen dat er redding is bij niemand anders; want er is geen andere naam onder de hemel die gegeven is aan mensen waardoor wij gered moeten worden "(Handelingen 4:12). Het evangelie van Messias alleen is de kracht van God tot redding.

Andere aansporingen 

2 Tim. 4:2: ‘’Predik het Woord; houd aan gelegen, ongelegen; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.’’

We worden opgeroepen om Gods Woord te prediken, en hoe en wanneer we dit moeten doen wordt nader gespecificeerd:

Houd aan = efistemi --> aanwezig zijn, bij de hand, presenteer, staan

Gelegen = eukairos --> wanneer de gelegenheid zich voordoet, geschikt

Ongelegen = akairos --> ontijdig, ongeschikte tijd (ongelegen)

Wat we dus moeten doen is het woord van God prediken, en dat doen door aanwezig te zijn als de gelegenheid zich voordoet, maar ook als de tijd ongelegen is.

Wat moet er dan verteld worden. Nou, simpel, zoals het in Markus 1: 15 staat: ''Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.''

Maar dat is natuurlijk best wel spannend, want Paulus heeft best wat tegenstand gekregen toen hij dat deed.

Dat kan er voor zorgen dat je erin wordt tegengehouden om aan dit gebod te gehoorzamen, maar we krijgen gelukkig een aansporing in 2 Tim. 1:7: ‘’ Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid.’’

Vreesachtigheid = deilía --> verlegenheid, angstigheid, lafheid

Verlegenheid past er niet bij als je door de geest geleid wordt, angst en lafheid evenmin. We mogen geloven dat God ons een geest heeft gegeven van kracht, liefde en bezonnenheid. Met andere woorden staat hier dat we kracht krijgen om met discipline liefde te betonen aan de ander door het woord te verkondigen, want in het vers erna staat: ‘’Schaam u dan niet voor het getuigenis van onze Heere, en ook niet voor mij, Zijn gevangene, maar lijd met mij verdrukking om het Evangelie, overeenkomstig de kracht van God.’’

Zelfs in de gevangenis roept Paulus nog op om hem na te volgen.

Fil. 1: 12-14: ‘’ En ik wil dat u weet, broeders, dat wat er met mij is gebeurd, veeleer tot bevordering van het Evangelie heeft gediend, zodat in het hele gerechtsgebouw en aan alle overigen bekend is geworden dat ik een gevangene ben om Messias' wil, en dat het merendeel van de broeders in de Heere door mijn gevangenschap vertrouwen heeft gekregen om het Woord nog overvloediger onbevreesd te durven spreken.’’

Geloven we dit echt of nemen we dit verhaal slechts ter kennisgeving aan, alsof het een nieuwsbericht in de krant is wat verder geen invloed op ons leven uitoefent?

We moeten beseffen dat ‘’wij allen geopenbaard moeten worden voor den rechterstoel van Messias, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam [geschiedt], naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.’’ (2 Kor. 5: 10-11)

Het is nu genadetijd en dat betekent dat de Heere wacht met Zijn oordeel (2 Petr.3:9). En nu worden wij opgeroepen om de tijd uit te kopen en het woord in aangenaamheid te brengen.

Kol. 4: 5-6: ‘’ Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.’’

2 Kor. 5:20: ‘’ Wij zijn dan gezanten namens Messias, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Messias smeken wij: laat u met God verzoenen.’’

Gezanten = presbeuo --> representatief, ambassadeur

Geloven we dat dit een opdracht is, of slechts een suggestie?

Onwetendheid

Als je tegen een willekeurig persoon zou zeggen dat je blij bent dat zijn bekeuring van duizenden euro’s is betaald door iemand anders, dan kun je verwachten dat hij je vreemd aankijkt. Hij wist namelijk helemaal niet dat hij een bekeuring had gekregen.

Daarentegen zal de persoon anders reageren die staande is gehouden door een agent en hem erop wijst dat hij met 70km/u reed op een plek waar je maag 30km/u mag ivm schoolgaande kinderen. Hij moet een flinke bekeuring betalen, maar de agent besluit dit voor hem te betalen. De man weet nu wat hij verkeerd heeft gedaan en wat het hem zou kosten, maar mag in dankbaar de genade van de agent accepteren.

Zo zou je dit kunnen doortrekken in het evangeliseren. Het is belangrijk dat een mens begrijpt dat hij zondig is, dat hij straf verdient. Als de dood komt (Gods ‘politieagent’), dan wordt je in de hel geplaatst (Gods ‘gevangenis’). Die persoon krijgt wat hij verdient, God is immers een goede rechter en Die moet het recht zijn beloop laten. Als er echter iemand komt die de straf betaalt, dan mag de dader vrijuit gaan, maar hij moet dan wel zijn leven beteren.

In een evangelisatiegesprek kun je dus iemand ondervragen aan de hand van de 10 geboden, zoals in een andere studie wordt gedaan.

Wat is de link tussen het bekeren van andere mensen en het wegtrekken uit afgoderij?

En wat is 1 van de redenen waarom Abraham uit zijn land wegging? Joz.24:2 schijnt daar licht op: ‘’Aan de overzijde van de rivier hebben uw vaderen van oude tijden af gewoond, namelijk Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden gediend.’’

Het voorgeslacht van Abraham diende afgoden en daarom is hij daar onder andere weggetrokken. Wat is het dienen van een afgod?

Het volgende verscheen in het blad Daniël (jeugdblad der Ger.Gem.): Leven wij eigenlijk niet in een wereld zonder God, in plaats van een wereld vol goden naast de ene ware God? Inderdaad hebben velen God in hun denken uitgeschakeld. Ze willen leven zonder rekening te houden met de wil van God. Daarmee zijn ze echter hun uitzicht, hun perspektief kwijtgeraakt! Geen God'' betekent, geen toekomst en geen bestemming! Zo voelt de moderne mens zijn bestaan als zinloos en doelloos!

Diezelfde mondige mens, die meent het zonder God te kunnen stellen, is in wezen zeer religieus. Hij zoekt een nieuw licht, waarbij hij kan wandelen op zijn levensweg. Hij wil een nieuwe god hebben; een die aan zijn beeld en wensen beantwoordt. De mens maakt zichzelf goden. Opvallend is de grote belangstelling voor oosterse godsdiensten. Zij weten door hun waas van geheimzinnigheid velen te boeien. Honderden jongeren worden meegesleurd door bewegingen van Hare-Krisjna, Bagwan, Moon, om maar enkele te noemen. De leegte die ontstond door het uitschakelen van God moet worden opgevuld door deze goeroes. Anderen zoeken een nieuw doel in de tijdgoden, zoals sport, spel, drugs, sexualiteit, vakantie, popmuziek etc. Teveel om op te noemen. Deze goden, produkten van mensenhanden, houden de schijn op dat ze ons een nieuw doel, een extra dimensie aan ons jachtige en zakelijke bestaan geven. .De moderne mens meent hierdoor te kunnen genieten, plezier te beleven, kortom een benijdenswaardig bestaan te hebben.

De H.C. noemt afgoderij, het in plaats van of naast God iets hebben waarop de mens zijn vertrouwen zet (vgl. vr. 95). Hoe is dat bij ons? Verwachten we het in de gespannen politieke situatie van dit moment alleen van de Heere? Of vertrouwen we ook een beetje op de militaire macht van de NAVO en de superioriteit van de U.S.A.?

Wanneer je deze vragen op je in laat werken, dan zal een ieder zich schuldig voelen. Bidt daarom om bevrijding uit de slavendienst der afgoden. De Heere Jezus heeft ons geleerd te bidden: „Verlos ons van de boze". Wanneer dit de kreet van je hart is, dan zal de Heere je verlossen uit het diensthuis. En dan ben je vrij. „Want, wanneer de Zoon u heeft vrijgemaakt, zo, zult gij waarlijk vrij zijn"[1].

De moderne mens van tegenwoordig wil een nieuwe god hebben; een die aan zijn beeld en wensen beantwoordt. De mens maakt zichzelf goden. We bepalen immers zelf wat kan en niet kan. Nietwaar?

2 koninkrijken

Uit de Bijbel kunnen we leren dat er slechts 2 koninkrijken zijn: Mat. 4: 8-9: ‘’Opnieuw nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en hij liet Hem al de koninkrijken van de wereld zien, met hun heerlijkheid, en zei tegen Hem: Dit alles zal ik U geven, als U knielt en mij aanbidt.’’

Ef. 2:1-2: ‘’ Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig de leefwijze van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid…’’

De Satan is de aanvoerder van de macht in de lucht en wordt ook wel de god van deze eeuw genoemd.

2 Kor. 4:4: ‘’ Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Messias, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen.’’

Openbaring 12:9: ‘’ En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.’’

Uit deze teksten kunnen we opmaken dat de tegenstander van God ook een koninkrijk heeft en dat hij de mensen verblindt en van God weghoudt.

Mat. 13:38 leert ons in de gelijkenis van de zaaier dat er maar 2 koninkrijken zijn: ‘’ De akker is de wereld, het goede zaad zijn de kinderen van het Koninkrijk en het onkruid zijn de kinderen van de boze.’’

Als er dus maar 2 koninkrijken zijn, dan betekent dit dat je een keuze moet maken:

Mat. 6:24: ‘’ Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon.’’

Dienstknecht 

We moeten dus ervoor waken wie we dienen.

Rom. 6:16: ‘’ Weet gij niet, dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid, gij dienstknechten zijt desgenen, dien gij gehoorzaamt, óf der zonde tot den dood, óf der gehoorzaamheid tot gerechtigheid?’’

Joh. 8:34: ‘’ Yeshua antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een dienstknecht van de zonde.’’

Je kunt het ook zo stellen: of je dient God óf je dient je eigen ik. Mensen dienen hun eigen ik door een afgod te maken, een zelfgemaakte opvatting (beeld) van een god waarbij je je verlangens kunt volgen. Een afgod die niet van je verlangt dat je je bekeert van overspel, liegen, begeerte, sabbatsheiliging etc. Het hebben van andere goden voor het aangezicht van de HEERE wordt in de Bijbel afgoderij genoemd en Yeshua leert ons wat er met zodanige lieden gebeurt: 

Openbaring 21:8: ‘’Maar wat betreft de vreesachtigen, ongelovigen, gruwelijken, doodslagers, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.’’

Nu komen we tot de kern.

Yeshua leert ons namelijk nog meer hierover in Mat. 16:24-26: ‘’ Toen zeide Yeshua tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden. Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel?’’

Hij biedt hier geen mogelijkheid om je eigen te verloochenen als het jou uitkomt, of als je naasten het goed vinden. Nee, Hij zegt: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen. Het is een dus een voorwaarde.

Herinner: Rom. 6:16: ‘’ Weet gij niet, dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid, gij dienstknechten zijt desgenen, dien gij gehoorzaamt, óf der zonde tot den dood, óf der gehoorzaamheid tot gerechtigheid?’’

We moeten er dus voor kiezen om een dienstknecht te zijn van Yeshua en jezelf verloochenen.

Wat is dan verloochenen? In het Grieks staat er aparnéomay en betekent zoiets als je eigen ik vergeten, je eigen interesses verliezen. Want wie zijn leven zal willen behouden, zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, zal hetzelve vinden (Vers 25 van Mat. 16). Het is heel opmerkelijk dat er in onze Nederlandse tekst staat ‘wie zijn leven zal willen behouden zal het verliezen’, want in het Grieks staat voor het woordje leven ‘psyche’ en dat kennen we allemaal wel in relatie tot de ziel (denk aan pscyhologie, psychiater). Het is dus eigenlijk je ziel, en je ziel staat weer voor de plek waar je gevoelens, verlangens, affecties, afkeer tegen iets zijn gezeteld.

Wat Yeshua hier dus met andere woorden zegt is dat wanneer je jouw eigen gevoelens, verlangens etc. (vanuit je eigen vlees), wil behouden, zul je het verliezen, maar wie dit overwint om Yeshua’s wil zal zijn ware ziel vinden (zie ook Rom.12:2).

U hebt de keuze, bekeer u van deze afgoderij en ga de God van de Bijbel dienen zoals Hij zich in Zijn Woord openbaart. En dan is mijn gebed dat u net als Koning David het volgende  van harte kunt bidden:

Een gedeelte van Ps. 51: ‘’Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, [en] rein zijt in Uw richten. Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend. Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw. Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, [die] Gij verbrijzeld hebt. Verberg Uw aangezicht van mijn zonden, en delg uit al mijn ongerechtigheden. Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest. Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van mij. Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij. Zo zal ik den overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren.’’

Bemoediging

Als je het nog steeds spannend vindt om de boodschap te verkondigen aan andere mensen, mag je de volgende Bijbelteksten biddend voor jezelf bestuderen:

-          En een dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, [en] die de kwaden kan verdragen; Met zachtmoedigheid onderwijzende degenen, die tegenstaan; of hun God te eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid; En zij wederom ontwaken mochten uit den strik des duivels, onder welken zij gevangen waren tot zijn wil. (2 Tim. 2: 24-26)

-          Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. (2 Kor. 4:16)

-          Weet gij niet, dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid, gij dienstknechten zijt desgenen, dien gij gehoorzaamt, óf der zonde tot den dood, óf der gehoorzaamheid tot gerechtigheid? Maar Gode zij dank, dat gij [wel] dienstknechten der zonde waart, maar [dat] gij [nu] van harte gehoorzaam geworden zijt aan het voorbeeld der leer, tot hetwelk gij overgegeven zijt. (Rom. 6: 16-17)

Teksten ter waarschuwing:

Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. (Mat. 7:21)

Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan. (Mat. 18:3)

Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij, dan der schriftgeleerden en der farizeeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan. (Mat. 5:20)

Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden. (Hebr. 10:26)

Want wie het leven wil liefhebben, en goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken. Die wijke af van het kwade, en doe het goede; die zoeke vrede en jage denzelven na. (1 Petr. 3: 10-11)

Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God. (Rom. 14:12)

Wees niet te snel met uw mond, en uw hart haaste niet een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want God is in den hemel, en gij zijt op de aarde; daarom laat uw woorden weinig zijn. (Pred. 5:1)

Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels. Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld worden. (Mat. 12: 36-37)

[1] https://www.digibron.nl/search/detail/1b7d89b1f5c070c97c87a38ac799d205/dient-dan-geen-goden-nevens-mij