בס''ד

Gedachtenpatronen trainen

Deze tekst is gebruikt als preek in de samenkomst op Jom Kipoer op 19-9-2018:        

 Joel: 2:1: ‘’ Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands/van de aarde sidderen, want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij.’’

Want de dag des HEEREN komt, is nabij. Miljarden mensen gaat sterven in de nabije toekomst (Op.9:18). Het oordeel komt!

Ik wil vandaag diepgrondig met jullie Gods Woord bestuderen, en dus ook de grondwoorden van de tekst aan bod laten komen omdat dit vaak nog meer licht schijnt op de betekenis, dan alleen de Nederlandse vertaling.

In 1 Petr. 4:17 staat namelijk: ‘’Want het is de tijd, dat het oordeel beginne van het huis Gods; en indien het eerst van ons begint, welk zal het einde zijn dergenen, die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn?’’

In de grondtekst staat hier voor oordeel het woordje krima en dat kan ook vertaald worden met rechtszaak. En bij ongehoorzaam staat apeitheo, wat vertaald kan worden met weigeren, niet geloven of ongehoorzaam zijn.

Dus als de rechtszaak bij ons (gelovigen) begint, wat zal het einde zijn van hen die het evangelie weigeren te geloven of weigeren gehoorzaam te zijn?

Maar wat is dan het evangelie? Daar horen we in de kerk vaak de uitleg over dat het gaat om het geloven in Christus en Zijn volbrachte werk. Maar in openbaring wordt een specifieke definitie gegeven, namelijk Op. 14: 6-7: ‘’ En ik zag een anderen engel, vliegende in het midden des hemels, en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen dengenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk; Zeggende met een grote stem [dit is dus het evangelie zoals de engel verkondigt]: Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure Zijns oordeels is gekomen; en aanbidt Hem, Die den hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft.’’ Hij heeft ook mij en jou gemaakt!

De leer van de wereld

Daarna volgt er een andere engel (vers 8), zeggende: ‘’Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt.’’ In de Bijbel zien we wel dat er een link wordt gelegd met de wijn en een leer die verkondigd wordt (Joh. 15: 5,7).

Wat openbaring beschrijft is in verband met wat er in Jer. 51: 6-7 staat: ‘’ Vliedt uit het midden van Babel, en redt, een iegelijk zijn ziel; wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd der wraak des HEEREN, Die haar de verdienste betaalt. Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken, daarom zijn de volken dol geworden.’’

De wereld heeft de leer van Babel opgedronken. Babylon heeft een bepaalde leer verkondigd aan alle volken die ingaat tegen het eeuwig evangelie. Wat was het eeuwig evangelie ook al weer?

-          Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid à de wereld leert ons dat God niet bestaat, dat wij zelf mogen bepalen wat goed en fout is en ze willen zich vooral niets door Gods Woord laten opleggen. Dat is tegenovergesteld aan het vrezen van God en Hem eerbiedigen.

-          Want de ure Zijns oordeels is gekomen à veel mensen geloven al lang niet meer in een hemel of hel, en als ze er al in geloven, denken ze dat ze wel in de hemel komen. Men maakt zich geen zorgen meer over het oordeel van God. Voor het woord ‘oordeel’ staat in dit vers het Griekse woord crisis en dit kan ook vertaald worden met rechtszaak.

-          en aanbidt Hem, Die den hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft à de evolutietheorie is wijdverbreid en men onderwijst dit als de waarheid. De evolutietheorie is slechts een theorie en geen feit, het kan niet wetenschappelijk bewezen worden. Maar het wordt tegenwoordig wel onderwezen als feit. De God van Israel is echter de Schepper van hemel en aarde. God is de schepper van de mens. Wij zijn Zijn maaksel en behoren Hem te dienen en gehoorzamen. Dit wordt treffend beschreven in Jes. 29:16: ‘’U draait de zaken om!, alsof de pottenbakker geacht werd als leem, dat het maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij niet gemaakt; en het geformeerde voorwerp van zijn pottenbakker zeide: Hij heeft er geen inzicht in.’’

We moeten niet wandelen naar de inzettingen (choekiem à voorschriften, gebruiken, manieren) van de volkeren, zoals we in Lev. 18:3 konden lezen. De volken hebben namelijk van de wijn van Babel gedronken en zijn dol geworden. Dol is in het Hebreeuws halal en kan vertaald worden met gek gedragen, opscheppen, eigen eer zoeken of shinen. Door de leer van Babel zoeken de mensen dus hun eigen eer, gedragen ze zich gek. We zijn eigenlijk gewoon op onszelf gericht, we proberen te ‘shinen’, van ‘kijk mij eens’. Deze houding leidt tot geweld, abortus, overspel, hatelijke taal etc. want de eigen ik gaat bij veel mensen ten diepste vóór de ander.

De HEERE wil echter dat iedereen tot bekering komt (2 Petr. 3:9). Wij als gelovigen zijn echter van nature niet beter, Titus 3:3: ‘’ Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, [en] elkander hatende.’’

'Werk aan de winkel'

Als het goed is hebben wij werk gemaakt van de opdracht in Fil. 2:5: ‘’ Laat daarom dat gevoelen/ die gezindheid in u zijn die ook in Messias Yeshua was’’. In de grondtekst staat hier voor gevoelen/gezindheid ‘froneo’, hetwelk betekent van gelijke geest/denken zijn, gedachten trainen.

We moeten dus de gedachtepatronen, mindset van Yeshua in ons laten zijn. We moeten in Hem blijven zoals 1 Joh. 2:6 zegt. Dus werk aan de winkel. Wat dat inhoudt komen we straks op terug.

Eerst even verder met 2 Petrus 3. Want in vers 10 en 11 lezen we iets over wat in de nabije toekomst staat te wachten.

‘’Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid!’’

De werken zullen verbanden. Waarop heeft u gebouwd? Dit deed mij denken aan 1 Kor. 3: 9, 13 en 16: Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij. Eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven. Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?

Onze werken worden door het vuur beproefd. In hetzelfde hoofdstuk staat ook de verklaring (v 11, 14): ‘’ Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Yeshua Messias. Zo iemands werk blijft, dat hij dáárop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen.’’

We moeten dus onze werken bouwen op Yeshua, Hij is ons fundament. Dan moeten we dus wel weten wie Hij is. Hier komt weer die tekst uit Fil. 2:5 om de hoek. Ik zei al dat ik er op terug kom, maar dat moet toch nog heel even wachten, want er valt nog meer te zeggen over de parasjatekst uit 2 Petrus 3:11: ‘’ Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid!’’

Voor heilige wandel staat het Griekse woord anastrofe en dit kan vertaald worden met manier van leven, gedrag of conversatie. Hetzelfde woord staat ook in 1 Petrus 1:15: ‘’ Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, [zo] wordt ook gijzelven heilig in al [uw] wandel;’’ ook hier staat voor wandel het woord anastrofe. We kunnen de zinnen dus ook zo vertalen:

1 Petrus 1:15: ‘’ Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, [zo] wordt ook gijzelven heilig in al uw gedrag/manier van leven’’

2 Petrus 3:11: ‘’ Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen gedrag/manier van leven en godzaligheid!’’

Maar het kan dus ook conversatie betekenen en dat is eigenlijk een soort van communicatie. Dat kan door zowel wat je zegt (verbaal), maar ook door je non-verbale communicatie (houding, gedrag etc.).

En kunnen we dat; in al ons gedrag heilig worden? wordt hier een onmogelijke opdracht gegeven?

Ik denk wel dat we het kunnen met Hem, want Petrus geeft hierna nog de volgende opdracht: (v14) ‘’Daarom, geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om onbevlekt en onbestraffelijk door Hem bevonden te worden in vrede.’’ Het woord onbestraffelijk is amometos en is eigenlijk dat je onschuldig, zonder berisping wordt bevonden. Dat is dus een belangrijk punt om aan te werken. 

Gedachtepatronen trainen

Dat gedachten trainen is erg belangrijk, want je gedrag volgt je denkpatronen. We weten dat je hart de plek is van je denken vanuit de Bijbel bezien.

Hebr. 4:12: ‘’Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.’’

Dit leren we in Spr. 4:23: ‘’ Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.’’. Volgens de blue letter bible kun je hart (lev) interpreteren als je denken, en dus kunnen we deze zin als volgt opvatten: Behoed uw denken boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens, met andere woorden de resultaten van je denken, je gedrag.

En ook in Spr. 22:6 leren we dit, als er staat: Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.  En bij ‘leer’ staat het Hebreeuws woord chanach, wat vertaald wordt met trainen, versmallen of toewijden. We kunnen deze zin dus interpreteren als dat je een kind al van jongs af aan moet trainen, zijn weg smal maken en toewijding aanleren, want dan zal hij daarvan niet afwijken als hij oud geworden is. Gedachten trainen dus.

En dan het laatste wat ik voor nu uit Spreuken wil aanhalen is Spr. 23:7a: ‘’ Want gelijk hij bedacht heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen’’. In het Hebreeuws staat כְּמוֹ־שָׁעַ֥ר בְּנַפְשׁ֗וֹ כֶּ֫ן־ה֥וּא

Dit zou je dus eigenlijk vertalen als; zoals hij bedacht heeft in zijn ziel, zo is hij.

En in de KJV wordt het ook als zodanig vertaald: For as he thinketh in his heart, so is he

Er valt hier nog wel meer uit te halen in het Hebreeuws, maar het punt dat ik wil maken is dat wie jij bent/ jouw gedachten, jouw ziel, je wezen in feite bepaald wordt door de gedachten die je toelaat in je leven. Als je bijvoorbeeld constant boeken, televisie of films bekijkt waarin overspel, vulgair taalgebruik, spotternij en het vervullen van begeerten getoond worden, dan kun je raden wat het resultaat daarvan wordt. Pas dus op met waar je gedachtewereld mee vult. Zoals iemand denkt in zijn ziel, in zijn gedachtewereld, zo is hij.

Ook onze Heere Yeshua onderwijst iets dergelijks in Mat. 12:34-35: ‘’ Gij adderengebroedsels! hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? want uit den overvloed des harten spreekt de mond. De goede mens brengt goede dingen voort uit den goeden schat des harten, en de boze mens brengt boze dingen voort uit den boze schat.’’

Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond. Voor hart staat in het Grieks een woord (kardia) dat ook begrepen kan worden als je ziel of geest, datgeen wat de bron en zetel van de gedachten is, de plek van je hartstochten, verlangens, begeerten, genegenheden, doeleinden, pogingen.

Dus uit dat wat het hart (je gedachten en verlangens etc.) vult, waar men zich in verblijdt spreekt je mond. Hierna volgt het vers ‘’De goede mens brengt goede dingen voort uit de goede schat van het hart, en de slechte mens brengt slechte dingen voort uit de slechte schat.’’

Dit deed me denken aan de uitspraak van onze Heere Yeshua in Mat. 6:19-21: ‘’ Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen; Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen; Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’’

Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Waar uw thesauros is, daar zal uw hart (kardia; denkwereld zijn). Thesauros is de plaats waarin de goede en waardevolle dingen verzameld en bewaard worden. Dus als je je denkwereld conform de aardse laat zijn, dan zal het verdorven worden, maar je moet dus je denkwereld conform de hemelse laten zijn. Dit is dus eigenlijk ook wat we in Fil. 2:5 hadden gelezen; Laat daarom die gedachtepatronen in u getraind worden die ook in Messias Yeshua waren.

Een voorbeeld hiervan vinden we al in het typebeeld van de Messias, namelijk Moshe, zoals beschreven in Hebr. 11: 24-26: ‘’Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Faraö's dochter genoemd te worden; Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; Achtende de versmaadheid van Messias meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten (thesauros) in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons.’’

We zien dus dat Moshe zijn eigen interesses heeft afgelegd, hij heeft zelfs geweigerd om een kleinzoon van de Farao genoemd te worden, dus om opgenomen te worden in de Koninklijke familie van Egypte met alle rijkdom en weelde die daarbij hoort. Hij koos ervoor liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. Hij beschouwde de smaad van Messias als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte. En smaad is oneidismos en betekent zoiets als lijden zoals Messias leed, voor de zaak van God, van je vijanden.

Vervolging en lijden

Wat hier mijns inziens dus gezegd wordt is dat je vervolgingen en lijden te wachten staan als je ervoor kiest om niet de dingen die de wereld waardevol acht, als zodanig te beschouwen. We moeten die hartsgesteldheid ontwikkelen die Moshe ook had, om liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben.

Yeshua leert ons hier nog iets over in Mat. 16:24: ‘’ Toen zeide Yeshua tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij.’’

Hij biedt hier geen mogelijkheid om je eigen te verloochenen als het jou uitkomt, of als je naasten het goed vinden. Nee, Hij zegt: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen. Het is een dus een voorwaarde.

Wat is dan verloochenen? In het Grieks staat er aparnéomay en betekent zoiets als je eigen ik vergeten, je eigen interesses verliezen. Dat is dus precies wat we net lazen over Moshe! Want wie zijn leven zal willen behouden, zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, zal hetzelve vinden (Vers 25 van H.16). het is heel opmerkelijk dat er in onze Nederlandse tekst staat ‘wie zijn leven zal willen behouden zal het verliezen’, want in het Grieks staat voor het woordje leven ‘psyche’ en dat kennen we allemaal wel in relatie tot de ziel (denk aan pscyhologie, psychiater). Het is dus eigenlijk je ziel, en je ziel staat weer voor de plek waar je gevoelens, verlangens, affecties, afkeer tegen iets zijn gezeteld.

Wat Yeshua hier dus met andere woorden zegt is dat wanneer je jouw eigen gevoelens, verlangens etc. (vanuit je eigen vlees), wil behouden, zul je het verliezen, maar wie dit overwint om Yeshua’s wil zal zijn ware ziel vinden.

Dit is ook wat Paulus’ met andere woorden probeert uit te leggen in Rom. 12:2: ‘’En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.’’

Ook hier biedt de grondtekst meer inzicht in wat Paulus probeert duidelijk te maken: ik zal het interpreteren waar de grondtekst ruimte voor biedt: En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word van gedaante veranderd (metamorfo’o) door de complete verandering ten goede (anakainosis) van uw verstand/denken/gevoel/wil/gedachtepatroon (noes) om te kunnen onderscheiden (dokimázo) wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.

Dan ga je leven volgens Yeshua’s leven, dan worden alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van ons weggenomen, met alle slechtheid, en dan worden we ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, elkaar vergevende (Ef. 4:31-32). Dan doden we de aardse leden zoals ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. We leggen dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit onze mond en liegen niet tegen elkaar (Kol. 3:5, 8-9).

En als we dan van gedaante veranderd worden, door de complete verandering ten goede van ons verstand/denken/gevoel/wil/gedachtepatroon overeenkomst zoals Yeshua’s gemoed was, dan komen we ook op voor de waarheid zoals Yeshua deed. Dit lezen we o.a. in het getuigenis dat de overpriesters en de schriftgeleerden gaven, wanneer zij zeggen in Luk. 20:21: ‘’ Meester, wij weten, dat Gij recht spreekt en leert, en den persoon niet aanneemt, maar den weg Gods leert in der waarheid.’’

De waarheid

Yeshua kwam inderdaad op voor de waarheid en onderwees die, want Hij was direct vanuit God onderwezen, Joh. 7:16: ‘’ Yeshua antwoordde hun, en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen, Die Mij gezonden heeft.’’

Hij kwam op voor wat in Gods Woord staat, want dat lezen we in Joh. 17:17, wanneer Hij zegt: ‘’Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.’’

Yeshua wijst dus weer terug naar wat er in Zijn tijd al geschreven stond in Gods Woord, dat is dus de Thora (completer nog; de Tenach), waarin God rechtstreeks geboden en instructies geeft aan ons! Maar die instructies gaan tegen de leer van Babylon in en het gaat tegen het vlees in. Daarom zullen er ook mensen zijn die aanstoot aan ons nemen als we proberen volgens Gods Woord te leven. De satan heeft namelijk hun gedachten verblind volgens 2 Kor. 4:4.

En 1 Petrus 4:3-4 schrijft heel treffend: ‘’ Want het is ons genoeg, dat wij den voorgaande tijd des levens der heidenen wil volbracht hebben, en gewandeld hebben in ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen en gruwelijke afgoderijen; Daarbij bevreemdt het hun als gij niet medeloopt tot dezelfde uitgieting der overdadigheid/losbandigheid, en zij lasteren u;’’

We worden dus belasterd als we Gods wil gaan doen. Maar Yeshua bad niet dat wij uit de wereld worden weggenomen, maar dat God ons zal behouden van den boze (Joh. 17:15). Met andere woorden: we blijven fysiek wel in het koninkrijk van de tegenstander, maar met onze geest, nieuwe mens, wandelen we in het koninkrijk der hemelen.

Het zal u immers niet onbekend zijn dat er slechts 2 Koninkrijken bestaan, van de tegenstander en van God. Mat. 6:24: ‘’ Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon.’’ Ook in de gelijkenis van de zaaier zien we dat er een keuze is wie we dienen (Mat. 13:38).

Enkele bemoedigende woorden voor als u tegen vervolging op ziet, het is goed om elkaar hiermee moed en troost in te prenten (onthoud: gedachtenpatronen ontwikkelen is trainen).

Mat. 5:10: ‘’ Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.’’

1 Petr. 3: 14-15: ‘’ Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen, maar heilig God, de Heere, in uw hart; en wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en ontzag.’’

We moeten ons hierdoor geen mensenvrees laten aanjagen, want volgens Spr. 29:25 legt mensenvrees iemand een valstrik, maar wie op de HEERE vertrouwt, wordt in een veilige vesting gezet.

Bekering

Yeshua geeft in Luk. 24:47 en Mat. 28:19 de opdracht om de mensen overal op aarde tot bekering op te roepen. Daar hebben we wel vrijmoedigheid voor nodig en Hebr. 10:35 spreekt hier ook over als er staat: ‘’ Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.’’

Vrijmoedigheid is parresia en betekent zoiets als vrijuit spreken, zonder beeldspraak en niet gereserveerd zijn in je spreken. Dat we spreken in vertrouwen, zonder vrees, openlijk.

En toch moeten we ook waken om geen vriendschap te hebben met de wereld; Jak. 4:4: ‘’ Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand van God gesteld.’’

Jona

Laten we nog even kijken naar Jona, die heeft hier namelijk ook mee te maken. We kennen allemaal zijn verhaal, dat hij moest gaan spreken tot de heidenen tot bekering.

We zien in Jona 1:17 dat Jona werd opgeslokt in een grote vis en dat hij 3 dagen en nachten in het ingewand was van de vis. Dit beeld gebruikt Yeshua in Mat. 12:40 als Hij zegt ‘’ zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.’’

Het is dus een beeld dat Jona dood was en na 3 dagen (teken van leven na de dood, opstanding), weer opstaat uit de dood. In Jona 2:6 wordt dit bevestigd als er staat: ‘’ Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o HEERE, mijn God!’’

In vers 10 lezen we “De HEERE nu sprak tot den vis; en hij spuwde Jona uit op het droge.’’ Nadat Jona in vers 6 besefte dat hij de dood waardig was, kreeg hij inzicht dat de redding des Heeren is. Hij kwam via het water weer tot leven, als een soort doop/wedergeboorte.

En zo is de geschiedenis van Jona een hint van hoe de levensweg eruit ziet van iemand die gered wordt. Nadat je tot erkenning bent gekomen dat je de dood schuldig bent door de zonde van ons aller aartsvader Adam, heb je redding nodig die de HEERE bewerkt en dan kan je opnieuw geboren worden. Nadat je weer tot leven bent gekomen door de wedergeboorte kun je het goede nieuws ter bekering aan de anderen vertellen (zoals Jona deed in Nineve), waarop bekering bij anderen mag volgen. Jona 3:10: ‘’ En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden van hun bozen weg; en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet.’’

En met deze teksten in combinatie kunnen we het volgende goed begrijpen:

Hand. 17: 30-31: ‘’ God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij zich bekeren. Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, op welken Hij den aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen, door een Man, Dien Hij [daartoe] geordineerd heeft, verzekering [daarvan] doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.’’

1 Tim. 2:4: ‘’ God, onzen Zaligmaker wil, dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen.’’

Gered worden

En hoe kan men dan zalig worden en tot kennis der waarheid komen? Door te beseffen wat er in den beginnen is gebeurd, want het einde wordt verklaard vanuit den beginne. (Jes. 46:10a; Pred. 1:9)

1 Kor. 15:21 en Rom. 5: 12 zijn mijns inziens kernteksten die helpen om de noodzaak tot bekering te zien.

1 Kor. 15:21: ‘’ Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens.’’

Denk hierbij aan de hogepriester Hebr. 7:26: ‘’ Want zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden;’’ en Num. 35:25

Denk ook aan Joh. 3: 3-5: ‘’Yeshua antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. Nicodémus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, [nu] oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijner moeders buik ingaan, en geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan.’’

Rom. 5:12: ‘’ Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben.’’

Besef goed wat er gebeurd is toen de eerste mens, de eerste Adam zondigde. Toen kwam de dood er door 1 mens en is de dood tot alle mensen doorgegaan en heeft bewerkt dat wij allen zondigden.

Gen. 2: 17, 3:4, 6:

De HEERE God gebood de mens: Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven. En wat deed de mens? De vrouw werd verleid door de slang doordat hij de woorden van God verdraaide door te zeggen dat ze de dood niet sterven zouden. Het vertrouwen werd niet op God gesteld, maar op de slang zijn woorden.

En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at.

De mens is dus gevallen door de listigheid van de Satan in combinatie met de eigen ongehoorzaamheid. Dit leidt ertoe dat de mens tot stof zal wederkeren (Gen. 3:19).

Rechtvaardige Rechter

In Ex. 34:7 lezen we dat God de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en in Ps. 7:12: ‘’God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt.’’

Wat doet een rechter? Die spreekt recht.

Als u voor het gericht gedaagd wordt omdat u een moord hebt gepleegd, dan moet er een oordeel komen. Als u zegt dat het u spijt en belooft het niet meer te doen, zal een rechtvaardige rechter u niet zomaar vrijspreken. Er moet vergelding plaatsvinden, er moet recht geschieden.

Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is. Het is een gebeurtenis geweest met zeer grote gevolgen. Daarom mogen wij zo verheugd zijn dat we een genadige God dienen, die een rechtvaardige en goede Rechter is. Het recht moet zijn beloop krijgen en daarom heeft Hij de schuld op Zichzelf genomen. Iemand moest gestraft worden voor de zonden.

In Psalm 86 lezen we dat God een gaarne vergevend God is. God Zelf heeft de oplossing gevonden in het geven van Zijn eniggeboren Zoon.

Rom. 3:25: ‘’God heeft Messias Yeshua voorgesteld [tot] een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods’’

1 Joh. 4:10: ‘’ Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft [tot] een verzoening voor onze zonden.’’

En daarom kan God de zonden vergeven zonder dat Hij daarin tekort doet aan Zijn recht, want op Golgotha heeft het recht van God zijn volle loop gehad. Dáárom kan God de zonden vergeven.

Ex. 34:6: ‘’ Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.’’

Wat een genade spreekt daar uit. Hij is zelfs zo genadig dat Hij onder ons wil wonen. 2 Kor. 6:16:  ‘’Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder [hen] wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn.’’

De Heere zal in ons wonen, daar staat in het Grieks enoikeo. Dit kan vertaald worden met inwonen en voorgoed beïnvloeden. De Heere zal onder ons wandelen. Hier staat in Grieks emperipateo en betekent zoiets als wandelen en zich bezig houden met.

Dus: Gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen en hen voorgoed beïnvloeden, en Ik zal Mij met hen bezig houden; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. Wat een belofte.

Maar dit vraagt ook een actieve houding van onze kant, want het volgende wordt van ons verlangd:

2 Kor. 6: 14, 17; 7:1:

Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen. Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. Dewijl wij dan deze beloften hebben, geliefden, laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods.

Heiligmaking is een proces. En hiermee wil ik afsluiten. We hebben allemaal iets om aan te werken voor het komende jaar.