Chanoeka 2024
Chanoeka, het feest dat gevierd wordt om de inwijding van de tempel te gedenken. Waarom moest die ingewijd worden?
De Grieken hadden de overhand in het toenmalige Israël en zij verontreinigden de tempel. De Joden kregen na de vrijheidsstrijd van de Makkabeeën de tempel en het Joodse land weer in handen. Bij de inwijding van de tempel moest ook de kandelaar weer branden. God gaf de overwinning!
De overlevering vertelt ons dat er een probleem was, namelijk dat er geen geschikte olie meer was om de kandelaar te laten branden (Lev. 24:2-3 leert ons dat er speciale olie nodig was).
Toen vond men nog een klein kruikje, maar door een wonder zouden door die weinige olie toch 8 dagen lang de lampen ermee gebrand hebben.
De wijzen van Israël hebben toen vastgesteld dat dit feest voortaan gevierd moest worden om terug te denken aan die grote wonderdaden die God heeft verricht.
Wij beschouwen het dan ook als zodanig, als een traditie. Die weliswaar heel mooi is om te vieren. Maar, het is geen gebod van God. Het is wel een belangrijk feest in de zin van tempelheiligheid. Toen Yeshua werd geboren, brachten Zijn ouders, als vrome Joden, een offer in de tempel. Dat is díe tempel die opnieuw was ingewijd nadat hij door de Grieken was ontheiligt. Als die tempel niet opnieuw was ingewijd, dan was, menselijk gesproken, de geschiedenis heel anders verlopen en hadden de geschiedenissen uit het Nieuwe Testament ook een heel andere wending gekregen.
Wat zagen we Yeshua doen in Joh. 10:22? Hij is mogelijk in de winter helemaal vanuit de Galilea naar de tempel in Jeruzalem gereisd om daar bij Chanoeka te zijn. Dat toont mijns inziens aan dat Hij dit ook een belangrijk feest vond. Hij verwees naar zichzelf als het licht van de wereld. Chanoeka is ook het feest dat om licht draait! Ik wil daar kort verder met jullie over nadenken.
Je lichaam als tempel
In 1 Kor. 6:19 leren we dat je lichaam als een tempel is. In de tempel had de menora, de kandelaar een belangrijke plaats. Het grote wonder van het oliekruikje waarmee de kandelaar weer kon branden, neemt immers een belangrijke plek in dit feest.
Ik wil eens wat begrippen verder definiëren vanuit de Schrift.
Spr. 6:23: ‘’Want een gebod is een lamp, en Tora (onderricht) is een licht, bestraffingen en vermaning zijn de weg van het leven.’’
In Spr. 20:27 staat dat de geest van een mens een lamp van de HEERE is, die alle binnenkamers van de buik doorzoekt (נֵר ה'' נִשְׁמַת אָדָם חֹפֵשׂ כָּל־חַדְרֵי־בָטֶן).
Dus de geest van een mens is als een lamp. Een lamp in je lichaam, in je tempel. Dat is een eerste connectie met chanoeka, waarin de menora in de fysieke tempel centraal staat.
Een bekende rabbijn, die naar het schijnt Yeshua op latere leeftijd als Messias heeft leren kennen, rabbijn Kaduri, leert ons dat het licht van de chanoeka ons kan helpen herinneren om je innerlijke tempel te reinigen, net zoals de fysieke tempel gereinigd moest worden. Je lichaam wordt dan als een vat, dat de weg bereidt om het uiteindelijke licht te ontvangen, de Messias! Hij in ons.
Ik wil even dieper inzoomen op die connectie tussen je lichaam als tempel en de fysieke tempel. Laten we het Bijbelvers uit 1 Kor.6:19-20 er eens bij pakken: ‘’Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.’’
Als je een tempel voor de Geest bent, dan kun je ook geestelijke offers brengen. Daar lezen we meer over in Rom. 12:1-2: ‘’Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.’’
Dus hier wordt je lichaam een offer genoemd. En daarna volgt meteen wat ook de kern is van wat wij kunnen leren van Chanoeka: word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Assimilatie
Wat is assimilatie? Dat is het proces waarin een bevolkingsgroep zich zodanig aanpast aan de cultuur om hem heen, waarna die groep zijn eigenheid op den duur verliest. Dit was een belangrijk verschijnsel in de tijd waarin de gebeurtenissen van het Chanoeka-feest zich afspeelde. De Grieken verleidden de Joden om met hun cultuur mee te doen. Voorbeelden zijn dat men de besnijdenis als verminking ging zien. Men werd gedemotiveerd om dit belangrijke gebod uit te voeren. Sommigen ging zo ver als het ongedaan maken van de besnijdenis, omdat men niet als Jood herkenbaar wilde zijn als men naar gymnasium ging, waar men naakt sportte. Men werd verboden om de nieuwe maan te vieren, want als men de nieuwe maan niet meer kon vieren, kon men ook de andere feestdagen niet meer vieren. Men werd verboden de Tora te leren. Juist in de Tora leren we dat we heilig moeten leven. Heilig betekent ‘apart gezet’. Dat is het tegenovergestelde van assimilatie. Dus van het één kwam het ander. Men wilde graag relevant zijn voor de samenleving en daardoor legde men (deels) zijn Hebreeuwse identiteit af. Heilig = apart gezet. Dus als men niet meer apart gezet wilde zijn, dan werd men minder heilig.
Maar wat leerden we zojuist in Rom. 12:2? Word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Even samenvatten:
- Niet aan deze wereld gelijkvormig worden
- Veranderd worden door de vernieuwing van de gezindheid
- Zodat we kunnen onderscheiden
- Wat kunnen we dan onderscheiden? Wat de goed wil van God is. Wat de welbehaaglijke wil van God is. En wat de volmaakte wil van God is.
En als we dan verder lezen in datzelfde hoofdstuk, dan zien we in vers 11: ‘’Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere.’’
Connectie
Oké, we gaan bovenstaande gegevens nu met elkaar verbinden, zodat we een praktische les uit kunnen leren.
Ons lichaam, ons leven, moet als een offer zijn. Welk offer werd er dagelijks gebracht? Een brandoffer, maar ook een graanoffer. Een graanoffer is ‘mincha’ (מנחה) in het Hebreeuws, en daar verwijst het mincha-gebed ook naar, dat elke namiddag wordt gebeden.
Ik heb het volgende van rabbi Shapira geleerd:
Als we elke letter van het woord ‘mincha’ nemen, dan krijgen we achtervolgens een mem, nun, chet en hé.
De letter mem staat weer voor ‘mincha’, dat verwijst naar gebed, in algemene zin. Dus: je leven moet een leven van gebed zijn. Zoals Paulus ook zegt, bid zonder ophouden. Altijd in gesprek zijn met je Schepper. Hij geeft om jou, Hij houdt van jou en wil graag dat jij je hart bij Hem uitstort.
De letter nun staat voor ‘nerot’, de lampen. Yeshua leert ons in Mat. 5:16 dat wij ons licht moeten laten schijnen, zodat men onze goede daden zien, waardoor zij God gaan verheerlijken.
Chet staat voor het woord ‘chidoesh’. Dit is verwant aan het woord ‘chadash/chadasha’, dat jullie vast wel kennen van ‘brit chadasha’, het vernieuwde verbond. Oftewel: het nieuwe testament. Dit verwijst naar een vernieuwing. Het is ook verwant aan ‘chodesh’, dat de meesten van ons wel zullen herkennen van het begrip ‘rosh chodesh’, de nieuwe maan. Net zoals de maan zich elke maand vernieuwt, maar we geen gloednieuwe maan krijgen, zo verwijst het woord chidoesh ook naar vernieuwing. We mogen ons leven opnieuw toewijden aan God. Er mag hernieuwing zijn in onze levenswandel.
De letter hé staat voor hitlahavut. Hier zit het woord lahav in. Een vlam is in het Hebreeuws lahav (להב). En dit is weer verbonden met dat vers 11, van zojuist, over vurig van Geest zijn. Als we het fysiologisch bekijken, is er bij vuur een vlam nodig. Dus een vurig verlangen om God te dienen, Hem te behagen vanuit die verbondsrelatie, vanuit onze identiteit in Yeshua.
Slot
En dat is tot slot mijn zegenwens voor jullie allen. Dat wij alleen met toewijding en vuur God mogen dienen vanuit díe verbondsrelatie!