בס''ד

Connectie nieuwe verbond en Joods huwelijksritueel

De Hebreeuwse huwelijkstraditie

Inleiding

In dit artikel wordt de Hebreeuwse huwelijkstraditie uiteen gezet. Het is een eeuwenoude samenhang van gebruiken die een schaduw vormt van de relatie tussen Yeshua (de bruidegom) en Zijn bruid. Yeshua en Zijn discipelen kenden deze gebruiken en gebruiken vaak elementen hiervan in hun onderwijs. Voor ons als 21e-eeuwse westerlingen zijn de Hebreeuwse tradities vaak onbekend. Hieronder volgt de uitleg van deze huwelijkstraditie om u een beter beeld te geven van de schaduw en om de betreffende teksten uit het Brit Chadasja ('Nieuwe Testament') beter te begrijpen.

Laten we eerst vaststellen dat de Messias (Yeshua) de bruidegom is, en dat de gemeente (Israël) de bruid is.

Al in het begin van de Bijbel kunnen we lezen dat God een relatie heeft met Zijn volk Israël. Een relatie die wordt uitgebeeld in een huwelijksband. O.a. in de aankondiging van het Nieuwe Verbond (Jer. 31: 31-33) lezen we dat God met Zijn volk Israël getrouwd was.

·         Jer. 31:32: ‘’… niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE.’’

We zien hier dat God met Israël getrouwd is. God wordt hier als de mannelijke Persoon binnen het huwelijksverbond aangeduid en is getrouwd met de bruid, met Israël. In de loop van deze studie zal duidelijk worden dat de Messias hier de plek inneemt van de mannelijke Persoon, de Bruidegom.

We gaan deze studie telkens opmerken dat de aardse huwelijkspraktijk een schaduw is van hoe het geestelijk bedoeld is, van hoe de werkelijkheid voor God is.

De gebruiken

In het Hebreeuwse huwelijksritueel wordt een huwelijksmakelaar gebruikt. De vader van de bruidegom stelt iemand aan die de bruid voor zijn zoon moet gaan zoeken. Het is een zoektocht naar een al lang goddelijk voorbestemde partner. In de Bijbel zien we dit gebruik als Abraham een bruid zoekt voor zijn zoon Izaak. Hij zet Eliëzer in als huwelijksmakelaar[1]. Verder maakt de Schrift ons duidelijk dat dit een schaduw is van de Heilige Geest. De Heilige Geest is als het ware Gods huwelijksmakelaar, die een bruid zoekt voor de Zoon.

Wanneer de huwelijksmakelaar beide partijen welwillend gevonden heeft, volgt een ontmoeting op neutraal terrein. Als dit goed verloopt, komt vervolgens de bruidegom met zijn vader naar het huis van de bruid. Hij neemt dan een verbondsbeker, wijn en een losprijs met zich mee. De vader van de bruid staat achter de deur en dan wordt op de deur geklopt door de jongen. Als het meisje met huwelijk instemt, zal zij haar vader toestemming geven om de deur open te doen. Dat is een belangrijke beslissing, want voor beide partijen is dan duidelijk dat zowel de bruid als de bruidegom het huwelijk willen aangaan. Vanaf dan zullen de onderhandelingen ingezet worden. Maar dit kloppen op de deur zien we ook terug in de Bijbel. In Openbaring zegt Yeshua iets opmerkelijks. Openb. 3:20: ‘’Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.’’

Dit zegt hij dus zeker niet toevallig, want in het Hebreeuwse huwelijksritueel heeft de aanstaande bruid (als zij instemt met het openen van de deur) een maaltijd bereid voor de bruidegom.

Hierna wordt door de bruidegom een zogenaamde ketoeba opgesteld, een soort huwelijkscontract. In deze ketoeba worden de verplichtingen van de bruidegom ten opzichte van de bruid beschreven. Hierin wordt zelfs ook al de erfenis geregeld. We kunnen dus stellen dat de bruid door de ketoeba beschermd wordt (omdat de man verplichtingen op zich neemt, om voor haar te zorgen), maar het biedt haar ook zekerheid (omdat ze erfgenaam wordt van de man). Let op: dit alles geschiedt vóórdat de bruiloft nog moet plaatsvinden. Het zijn grootse beloften. Ook Petrus (Kefas) schrijft hierover in 2 Petr. 1:4: ‘’Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken,  opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent.’’

Zoals we in het begin van deze studie al zagen, is er tussen God en Israël een huwelijksverbond gesloten. In dit licht gaan we kijken naar de Thora. In feite is de Thora de zogeheten ketoeba, het huwelijkscontract. De bruid (Israël) stemde met de ketoeba (de Thora) in. Dit lezen we in Ex. 24:3, waar men het volgende zegt: ‘’ Al de woorden die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen.’’

De bruid moet zich vanaf dan onbesmet voor haar bruidegom bewaren. Ook dit lezen we in de Bijbel, 1 Kor. 6: 19-20: ‘’ Of weet u niet,  dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.’’

De ketoeba waar we het over hadden, wordt traditiegetrouw in het huis van de bruid en het huis van de bruidegom bewaard. Er zijn dus twee afschriften (denk aan de 2 stenen tafelen met daarop de geboden). In Hebreeën 9:4 kunnen we lezen dat deze geestelijke ketoeba in Gods Huis, in de tabernakel, werd geplaatst.

We lazen het net ook al even, we zijn duur gekocht. Dit ziet op de bruidsschat. In het Hebreeuwse huwelijksritueel wordt namelijk een bruidsschat betaald, een symbolische waardering voor de bruid. Hier sluit die tekst uit 1 Kor. 6:19-20 mooi bij aan, maar ook de volgende passage uit 1 Petr. 1: 17b-19: ‘’wandel dan in de vreze des Heeren, gedurende de tijd van uw vreemdelingschap, in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar  met het kostbaar bloed van Messias, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.’’

De bruid wordt op deze wijze apart gezet van haar familie, net als de gelovige. We zijn wel in de wereld, maar niet van deze wereld.

Als de bruidsschat (losprijs) door de bruid wordt aanvaard, wordt zij de ‘eigene’ van de bruidegom. Vanaf dat moment zijn zij in een stadium dat kidoesjien wordt genoemd. Dit is vergelijkbaar met de Nederlandse status van ondertrouw/verloving, maar gaat nog een stapje verder. In de kidoesjien-fase worden namelijk al de consequenties aanvaard, die behoren bij de ketoeba, ook al is men in feite dus nog niet getrouwd.

Als dit ketoebaverbond in het huis van de bruid wordt verzegeld, dan neemt de bruidegom een beker rode wijn en biedt deze aan de bruid aan. De bruidegom zegt dan de volgende woorden, die de volgelingen van Messias waarschijnlijk bekend in de oren klinken: ‘’Ik zal deze beker niet meer drinken, totdat wij weer verenigd zijn’’[2]. Die tijd vanaf het ketoebaverbond tot die hereniging, kan soms wel 1-2 jaar duren.

Nadat deze beker is gedronken, deelt de bruidegom geschenken uit aan de bruid, maar ook de drinkbeker wordt aan de bruid achtergelaten. Denk bij die geschenken aan Ef. 1: 13-14: ‘’ In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot  de verlossing die ons ten deel viel,  tot lof van Zijn heerlijkheid.’’. De Heilige Geest wordt uitgestort als geschenk[3] ná het ketoebaverbond. Die is dus een geschenk van de Bruidegom aan de Bruid, maar vervangt de losprijs niet. Hij is een zekerheid en onderpand dat de Bruidegom trouw is om de Bruid te komen halen. De Geest heiligt ons in een steeds diepere en circulaire relatie en maakt dat de Bruidegom en Bruid elkaar als Geestverwanten zullen ontmoeten. Zie hierbij Rom. 2:29: ‘’maar híj is Jood die het in het verborgene is,  en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.’’

Vanaf dit moment scheiden de wegen van de Bruid en Bruidegom. Die fase kan, zoals gezegd, wel 1-2 jaar duren. In die tijd maakt de bruidegom in het Hebreeuwse huwelijksritueel een bruidskamer in het huis van zijn vader gereed, en bouwt hij een huis waar ze zullen gaan wonen[4]. In diezelfde periode weeft de bruid de linnen kleden voor het toekomstige huis en het bruiloftskleed. Heel typerend is de link met wat de Geestelijke Bruid moet doen, terwijl haar Bruidegom (Yeshua) enige tijd afwezig is, zie Openb. 19:7-8: ‘’ Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven,  want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt. En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.’’

Op het bruiloftsfeest wil de bruid zich dus kleden met een smetteloos en blinkend fijn linnen. En in het geestelijke aspect wordt duidelijk dat dit fijne linnen de gerechtigheden van de heiligen zijn. Wat zijn de gerechtigheden die de ‘apart gezetten’ moeten doen? Dat zijn Gods geboden[5].

Voordat bruid en bruidegom elkaar verlaten, bedekt de bruidegom zijn bruid met een sluier. Dit is het teken dat zij aan haar man toebehoort en niet meer voor andere mannen beschikbaar is. Vanaf dat moment mag deze vrouw ook de naam van haar toekomstige man gaan toe-eigenen. De bruid bereidt zich in deze periode voor door zogenaamde rituele reinigingsbaden (mikwot) te nemen. Wij kennen dit principe ook door de doop door onderdompeling. De doop is namelijk een afgeleide van het mikwa (reinigingsbad, enkelvoud) dat men moet nemen nadat men onrein is geweest. In onze ogen zou één mikwa voldoende lijken, maar de Hebreeuwse bruid hoort een voortdurend getuigenis te geven. Zij blijft zich voorbereiden, totdat de bruidegom voor haar is teruggekomen. Vandaar dat zij meerdere reinigingsbaden neemt. Ook wij, als volgelingen van de Messias, nemen, als het goed is, mikwot als we onrein zijn geweest, zoals de Thora voorschrijft.

Interessant hierbij zijn ook de twee volgende teksten

-          1 Kor. 6:11: ‘’ Sommigen van u zijn dat wel geweest (onrechtvaardig), maar u bent  schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Yeshua en door de Geest van onze God.’’

-          Ef. 5: 26-27: ‘’…opdat Hij haar zou heiligen, door haar te  reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks,  maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn.’’

Wat verder kenmerkend is, is dat de bruidegom erg jaloers is wanneer er sprake is van enig overspel. Dit kan echt niet door de beugel! Zie de volgende twee passages:

-          Ex. 20:5: ‘’…Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God…’’

-          Jak. 4:4: ‘’Overspelige mannen en vrouwen, weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is?  Wie dan nu een vriend van de wereld wil zijn, wordt als vijand van God aangemerkt.’’

We merken verder op dat de periode in het Hebreeuwse huwelijksritueel waarbij de man en vrouw elkaar een tijd niet zien, een zogenaamde ‘woestijnperiode’ is. In deze woestijnperiode wordt de bruid niet elke dag persoonlijk aan de hand begeleid door het leven. Nee, dit is een periode van beproeving, voorbereiding en zuivering. En natuurlijk een periode van een onzichtbare bruidegom, maar hij leeft toch wel degelijk! Die periode van geestelijke zuivering zien we in de Schrift ook weer terug, denk aan:

-          Daniël 12:10 over de eindtijd: ‘’ Velen zullen gereinigd, zuiver wit gemaakt en gelouterd worden. De goddelozen echter zullen goddeloos handelen en geen enkele van de goddelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het begrijpen.’’

-          Hand. 14:22: ‘’…zij versterkten de zielen van de discipelen,  spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden  dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan.’’

Gemeenschap

In het Bijbelse Israël hebben bruidegom en bruid geen gemeenschap tot na de uiteindelijke viering van de bruiloft. Dit is opnieuw een nauwkeurige schaduw van de Bruid die nu nog in afwachting is van haar Hemelse Bruidegom. Het aardse huwelijk is uitdrukkelijk bedoeld een schaduw te zijn van het toekomstige Hemelse Huwelijk. De seksuele gemeenschap krijgt dan haar plaats op de juiste tijd in het Goddelijke patroon.

Veel jonge gelovigen hebben tegenwoordig het idee dat seksuele gemeenschap voor het huwelijk geen probleem is ‘als je toch weet dat je met elkaar verder door het leven zal gaan’ en ouders denken dat ze de tijdsgeest moeilijk kunnen tegenhouden. Leraren hebben moeite om de Bijbelse norm te handhaven, omdat deze door de tijdsgeest in stilte als verouderd en niet meer te handhaven wordt beschouwd. Er is enige gelatenheid, ‘de wereld is nu eenmaal zo, we houden het niet tegen’. Maar dit is nu juist waarom we worden opgeroepen in heel de Schrift om niet met de wereld mee te doen, om juist apart gezet te leven (=heilig). In Romeinen 12:2 worden we opgeroepen tot het volgende: ‘’ En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid  om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.’’

Zoals gezegd weeft de bruid, in voorbereiding op de bruidegom, de kleden voor de inrichting van hun toekomstige huis. We hebben juist al gezien dat de rechtvaardige daden van de kinderen van God de geestelijke bruiloftskleren zijn. Die rechtvaardige daden hebben echter alleen eeuwigheidswaarde als je al gered bent. Als je niet gered bent, zullen die rechtvaardige daden daar niets aan toevoegen, omdat je dan ook geen deel bent van de Bruid. Lees in die context ook Openb. 3:2: ‘’ Wees waakzaam en versterk het overige dat dreigt te sterven, want Ik heb uw werken niet vol bevonden voor God.’’

Aangezien de bruidegom zowel de toekomstige woning als de bruidskamer moet gereedmaken, weet de bruid niet exact wanneer de bruidegom terug zal komen om haar te halen. Het kans soms wel 2 jaar duren. Vooral in het ‘huwelijksseizoen’ (rond de Bijbelse najaarsfeesten) is men extra waakzaam en om die reden kiest de ongetrouwde bruid tien ongetrouwde vriendinnen (maagden) die de bruidegom langs de weg moeten opwachten met olielampen[6]. Het was traditie dat de bruidegom de bruid altijd in het donker kwam ophalen, vóór middernacht. Zie in deze context de profetie over de dag des HEEREN uit Jes. 13: 9-10: ‘’ Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen. Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden zullen hun licht niet laten schijnen, de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt, en de maan zal haar licht niet laten schijnen.’’

Het zal een donkere tijd zijn voor de wereld waarin wij leven, letterlijk en figuurlijk.

Het huwelijk

Pas als de vader helemaal tevreden is over de woning en de bruidskamer die zijn zoon heeft gebouwd, zal hij zijn zoon toestemming geven om de bruid te halen. Maar wanneer die dag en dat moment zullen zijn, is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader[7]. Deze tekst moeten we begrijpen vanuit de rol die Yeshua hier heeft als zoon van de vader. De bruidegom in het Hebreeuwse huwelijksritueel weet niet wanneer zijn vader de tijd rijp vindt, zo zei Yeshua dat Hij niet weet wanneer die dag zal plaatsvinden dat Hij met Zijn Bruid herenigd zal worden. We lezen in Joh. 17: 20-23 dat Yeshua één is met de Vader. We mogen daarom Zijn uitspraak begrijpen van dat ‘huwelijks-idioom’. Met andere woorden: waarschijnlijk weet Yeshua wel wanneer Hij terugkomst, maar zei Hij dat Hij het niet wist, omdat hij dat moest zeggen vanuit Zijn rol als Bruidegom.

Wanneer de tijd van de bruiloft dan eindelijk is aangebroken, krijgt de bruid een kroon op haar hoofd. Zij wordt volgens de traditie als koningin beschouwd. Ook tegenwoordig wordt de Joodse bruid als koningin (en de bruidegom als koning) gezien, maar dragen zij geen kronen, omdat de halacha voorschrijft dat dit pas mag als de tempel herbouwd is. Maar ook dit aspect van kronen dragen en van het koningschap bij bruidegom en bruid vinden we weer terug in Openb. 3:11, 21: ‘’Zie, Ik kom spoedig.  Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen. Wie overwint,  zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.’’

Voordat de bruidegom op de bruiloft arriveert, loopt een vriend van hem met een sjofar (ramshoorn) vooruit. Denk hierbij ook de komst van de Heere die vergezeld gaat met bazuingeschal[8]. De bruid wordt vervolgens opgehaald met een draagstoel[9]. De bruid wordt van de drempel van haar ouderlijk huis naar die draagstoel/koets gedragen. Dit heet nisuin. Vervolgens vindt de huwelijksplechtigheid in het huis van de vader plaats onder een zogeheten choepa (een gebedskleed op 4 houten palen). Wanneer de bruidegom bij deze choepa arriveert, zeggen de aanwezigen baruch haba tegen hem. Dit betekent ‘gezegend hij die komt/welkom’. Ook hier is weer een parallel met de Bijbel, kijk wat er staat in Mat. 23:39 met betrekking tot de komst van Yeshua: ‘’ Want Ik zeg u: U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt:  Gezegend is Hij Die komt (baruch haba) in de Naam van de Heere!’’. De tegenstander van God probeert natuurlijk dit beeld te vernietigen, omdat het zo’n mooie schaduw is.

De bruid is continu gesluierd tot aan het choepa-moment. Denk hierbij ook aan Jakob, die pas toen ontdekte dat hij niet Rachel, maar Lea huwde[10], maar ook aan Israël dat nog een sluier voor heeft ten aanzien van de Messias, telkens wanneer zij de Thora horen[11]. Vervolgens verblijft men 7 dagen in de huwelijkskamer[12] en dan vindt de maaltijd plaats. Zou in die context het volgende geprofeteerd kunnen zijn door Jesaja: Jes. 26: 20-21: ‘’ Ga, Mijn volk, treed uw kamers binnen, sluit uw deuren achter u. Verberg u  voor een klein ogenblik, totdat de gramschap over is. Want zie, de HEERE gaat uit Zijn plaats om de ongerechtigheid van de bewoners van de aarde aan hen te vergelden. De aarde zal het bloed dat erop vergoten is, aan het licht brengen. Zij zal haar gedoden niet langer bedekt houden.’’

Die maaltijd vormt het slot van het huwelijksritueel. Waar het eigenlijk om draait is, zoals door Paulus beschreven in 2 Kor. 11:2, het volgende: ‘’ Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man  om u als een reine maagd aan Messias voor te stellen.’’ Met als doel dat de Bruidegom het volgende kan zeggen: ‘’ Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u[13].’’

Laten we echter gewaarschuwd worden door het voorbeeld uit Hooglied 5: 2-7, waarin we lezen dat de bruid haar bruidegom niet meer verwachtte. Ze wachtte, maar het duurde te lang voor haar. Laten we toch volharden en uitzien naar de maaltijd die we mogen houden met de Messias, de Bruidegom[14].

Bovenstaande informatie is gebaseerd op het boek Wake Up!, Hoofdstuk 6[15].

[1] Gen. 24: 2-4, vergelijk met Gen. 15:2

[2] Mat. 26:27-29

[3] Rom. 8:23

[4] Joh. 14:1 e.v.

[5] Deut. 4:8

[6] Mat. 25: 1-13

[7] Mark. 13:32

[8] Zach. 9:14; Mat. 24:31; 1 Thes. 4:16

[9] Hooglied 3: 7,11

[10] Gen. 29: 21-25

[11] 2 Kor. 3:14-16

[12] Richt. 14:12

[13] Hooglied 4:7

[14] Openb. 3:20

[15] Lamm & vanbeckevoort, 2014