Hoofdstuk 7.8 (Toets)

Maak de volgende opgaven:

Vraag 1

De meeste stoffen komen in de natuur in een mengsel voor.

Welke twee stoffen komen in de natuur wel in zuivere vorm voor?

1. goud en diamant

2. goud en zilver

3. ijzer en aluminium

4. ijzer en zout

Vraag 2

Een vaste onoplosbare stof is gemengd met een vloeistof.

Met welke methode kun je dit mengsel scheiden?

1. absorberen

2. extraheren

3. filtreren

4. indampen

Vraag 3

Korinna zegt: 'In een zuivere stof kunnen verschillende soorten moleculen zitten.'

Rob zegt: 'Elke soort stof heeft zijn eigen moleculen.'

Wie heeft er gelijk?

1. Geen van beiden heeft gelijk.

2. Alleen Korinna heeft gelijk.

3. Alleen Rob heeft gelijk.

4. Korinna en Rob hebben allebei gelijk.

Vraag 4

Op de website van waterbedrijf Vitens staat de volgende tekst:

In het Gelderse Epe haalt Vitens jaarlijks maar liefst 4 miljoen kubieke meter water uit de

grond. Dit grondwater is bestemd voor de productie van helder, schoon en zuiver drinkwater.

Wat bedoelt Vitens hier met 'zuiver drinkwater'?

1. Dat het drinkwater een 100% zuivere stof is.

2. Dat het drinkwater maar één soort moleculen bevat.

3. Dat het drinkwater niet gevaarlijk is voor je gezondheid.

4. Dat het drinkwater nog gezuiverd moet worden.

Vraag 5

In figuur 1 zie je een voorstelling van het deeltjesmodel van een bepaalde stof.

In welke fase zit deze stof?

1. in de gasfase

2. in de vloeibare fase

3. in de vaste fase

4. Dat is niet te zien.

Vraag 6

Een gas is veel gemakkelijker samen te persen dan een vloeistof.

Waardoor komt dat?

1. In een gas bewegen de moleculen minder snel.

2. In een gas is veel meer tussenruimte tussen de moleculen.

3. In een gas kunnen de moleculen zelf gemakkelijk ingedrukt worden.

4. In een gas zijn de moleculen kleiner.

Terug naar hoofdscherm: Klik Hier