(Atelier Quadrat & Haskoning)
Voorwoord
Sinds lang is er veel onvrede over de inrichting van de Rooseveltweg. De veiligheid van de weggebruiker is een probleem. Daarnaast vinden velen de stedelijke uitstraling van de weg niet meer passen in deze tijd. Ook ontbreekt een goede aansluiting van de weg op de binnenstad. Sinds enige jaren is er de problematiek van de watervoorziening van de continu leeglopende stadsgracht bijgekomen. Oppompen van grondwater voor de gracht is door de provinciale overheid niet langer toegestaan. Vanuit de gemeente Wageningen en vanuit de Wageningse samenleving zijn er de afgelopen tijd verschillende initiatieven genomen om een oplossing te vinden voor deze knelpunten. Een groep aanwonenden van de Rooseveltweg heeft hiervoor zelfs het Bewoners Platform Rooseveltsingel opgericht. Het gemeentebestuur heeft de bureaus Quadrat en Haskoning opdracht gegeven tot een verkennend onderzoek naar de mogelijkheden voor een definitieve herinrichting van de Rooseveltweg in Wageningen. In deze studie komen zowel ruimtelijke en functionele aspecten met betrekking tot het water, groen, verkeer en bebouwing aan de orde als technische aspecten met betrekking tot het water. Hierbij wordt een situatie voor 2005 en voor 2025 geschetst. Ook wordt een financiële verkenning gedaan voor het verkrijgen van inzicht in kosten en opbrengsten van de voorgestelde maatregelen alsmede een verkenning van de financieringsmogelijkheden.Het plan wordt ontwikkeld in een interactief proces met bewoners en andere belanghebbenden. Als bijlage bij dit rapport is daarom de reactie op de geuite wensen en adviezen van de diverse belangengroepen opgenomen.
De stedenbouwkundige en landschappelijke context
Wageningen ontleent een zeer sterke identiteit aan haar landschappelijke ligging. In feite heeft de stad drie gezichten naar het omringend landschap: naar de Veluwe, c.q. de Wageningse Berg, naar de uiterwaarden en de Rijn en naar de weiden van het Binnenveld.
Zowel de Wageningse Berg als het rivierlandschap zijn tot in het stadscentrum voelbaar.
Voor het weidelandschap van het Binnenveld is dit veel minder het geval. Vanzelfsprekend wordt dit veroorzaakt door de intensieve verstedelijking van het noordelijk deel van Wageningen, ten gunste van het openhouden van de uiterwaarden en de Wageningse Eng. Vooral ter hoogte van de Binnenhaven en Costerweg is nog iets merkbaar van het lage, natte milieu van het Binnenveld.
In het verleden zijn er grootse plannen voor Wageningen bedacht. Hierbij lag het accent vooral op de stedelijke profilering van de stad: “Wageningen mee in de vaart der volkeren.” In dat kader is de Rooseveltweg aangelegd en zijn de galerijflats gebouwd, waarbij de flats aan de Asterstraat en Pomona als het ware een poort, een opmaat vormen van de boulevard naar de geheel verstedelijkte uiterwaarden (plan S.J. van Embden, 1968). Later is de Dijkgraaf, het watertje dat sinds de middeleeuwen de Wageningse stadsgracht voedde, ten westen van de Rooseveltweg in een duiker opgenomen en is de stroomrichting gewijzigd.
Hiermee is een subtiele markering van de grens tussen de Wageningse Eng en het Binnenveld verloren gegaan. Deze subtiliteit werd veroorzaakt door een uitstulping van de Eng, tussen waar nu de Kennedyweg en Dijkgraafseweg liggen. Dit is in het hoogteverloop van de Rooseveltweg goed merkbaar. Deze is het hoogst bij de kruising met de van Eckstraat.
Door verzet vanuit o.a. de Wageningse bevolking is het uiterwaardenplan niet doorgegaan. De Rooseveltweg bleef als een min of meer op zichzelf staand decor uit de zestiger jaren staan.
Op een enkele plek is echter sprake van een goede verweving met de achterliggende kleinschalige bebouwing, zoals in de woonbuurt tussen de Julianastraat en de Brakelseweg.
De Rooseveltweg heeft vooral tussen de Van Uvenweg en de Stadsbrink een schrale profilering. De blinde kopgevels aan de oostzijde, de blinde gevels van de bergingen aan de westzijde en de armzalige essenbeplanting in verharding tussen parkeerkommen versterken dit beeld.
In de relatief omvangrijke verstedelijking van Wageningen in de richting van het Binnenveld vormt de Rooseveltweg een herkenbare onderbreking met profielbreedten tussen de 33 en 55 meter. Dit komt de geleding en ruimtelijke ritmering van Wageningen ten goede. De totale profielbreedte en bebouwingshoogten zijn goed op elkaar afgestemd. De stapsgewijze profielversmalling tussen de Nijenoord Allee en de Stadsbrink maakt de ligging van het stadscentrum onmiskenbaar voelbaar, waarbij via het gebogen tracé zicht op het torentje aan de kop van de Hoogstraat wordt geboden.
Een herprofilering van de voor autoverkeer overgedimensioneerde Rooseveltweg biedt een aantal aantrekkelijke kansen.
Niet alleen kan de Wageningse stadsgracht van nieuw oppervlakte water worden voorzien, tevens kan een nieuw landschappelijk en ecologisch verband tussen het Binnenveld en het stadscentrum worden gelegd waarbij een hechtere ruimtelijke relatie tussen de achter de Rooseveltweg gelegen woonbuurten mogelijk wordt. Bovendien kunnen de wandel- en fietsroutes naar het stadscentrum aanzienlijk in kwaliteit toenemen.
Het ontwerp: de groenstructuur en bebouwingsstructuur van de Rooseveltweg
De Rooseveltweg als belangrijke structurerende lijn in Wageningen krijgt in het ontwerp zijn weerslag door een sterke groenstructuur en een consequente vormgeving van het wegprofiel met een middenberm, waarin de nieuwe Dijkgraaf als stroompje is opgenomen.
De symmetrische opbouw met middenberm sluit aan op het feit dat de Rooseveltweg geen randweg is, maar als een centrale lijn door de stad een verbinding legt tussen de gebieden aan weerszijden van de weg. Daarnaast is het een flexibel profiel en daarom uitermate duurzaam.
Het verloop van Binnenveld naar stadscentrum wordt uitgedrukt in een verschillende uitwerking van de groenstructuur en verschillende typen bebouwing.
In het noordelijk deel tussen de Nijenoord Allee en de Kennedyweg wordt een zeer lommerrijk beeld voorgesteld met een lineaire opbouw, aansluitend op de ligging tussen twee woonbuurten met een eigen structuur. Reeds aanwezige beplanting aan weerszijden van de weg worden gehandhaafd: een rij essen aan de westzijde en een strook met bosplantsoen langs de vijvers van de Tarthorst aan de oostzijde. Het stroompje in de middenberm van de weg wordt begeleid met rijen elzen. Deze inrichting refereert aan de elzensingels in het Binnenveld. De watergang heeft aan één zijde een ecologische oever met een plasberm.
In het gebied tussen de Kennedyweg en de Van Uvenweg zorgen grote boomgroepen voor een parkachtig beeld met een ruimtelijke continuïteit in zowel de noord-zuid richting als in oost-west richting over de weg heen. Langs het water staan solitaire elzen en wilgen. In het toekomstbeeld van 2025 zou dit kunnen worden versterkt door vrijstaande bebouwing, urban villa's, met grote boomgroepen in plaats van de huidige hoge flats die nu een gesloten wand vormen langs de weg. De ontsluitingsstructuur sluit aan op oude oost-west gerichte sloten en paden die ook in het plan Boomgaarden zijn opgenomen.
Het profiel van de watergang wijzigt op tweederde van dit wegdeel ter plaatse van een plek aan het water met een oversteekmogelijkheid: de plasberm verdwijnt en het water wordt begeleid door muurtjes waar grastaluds op aansluiten. Dit profiel is een inleiding op het zuidelijk deel van de Rooseveltweg dat een stedelijker karakter heeft met een architectonischer vormgeving. Het profiel wordt hier aanzienlijk smaller, waardoor het, samen met het relatief grote hoogteverschil tussen water en maaiveld, nodig is naast taluds keermuurtjes toe te passen. Aan de buitenzijden van de rijbanen worden de bestaande bomenrijen van essen gehandhaafd en aangevuld. Evenals in het middendeel van de Rooseveltweg staan ook hier langs het water solitaire elzen. Het nu zo schrale beeld van de flats aan weerszijden van de weg wordt verrijkt door de tuinen bij de gebouwen aan de oostzijde met pergola’s en hagen te begrenzen. In de toekomst (2025) zou nieuwe bebouwing in de vorm van herenhuizen aan de weg het stedelijke karakter kunnen onderstrepen. Aan de westzijde wordt hierbij de bestaande wegenstructuur van de woonbuurt ten oosten van de Julianastraat doorgezet tot aan de Rooseveltweg. De waterloop krijgt een markante ruimtelijke beëindiging met een fontein in de rotonde van de Lawickse Allee, waarmee de entree naar het stadscentrum een nieuw gezicht krijgt. Vervolgens wordt het water van de Rooseveltweg westwaarts langs de Lawickse Allee geleid, waar het via een watertrap in de stadsgracht stroomt.
Op de hoek van de Rooseveltweg met de Lawickse Allee versterkt een stedelijk blok eveneens de overgang naar het centrum.
Het ontwerp: het structuurbeeld voor het stadscentrum
Het stadscentrum heeft twee entreegebieden, bij de Costerweg enerzijds en rond de Stadsbrink, de Rooseveltweg en de Churcillweg anderzijds. Tussen deze twee polen ligt het centrum met de Hoogstraat en het Plantsoen als hoofdstraten opgespannen. Ter plaatse van deze twee polen dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid in parkeergarages, zodat het parkeren op de bastions kan plaatsmaken voor een hoogwaardige inrichting.
Het oostelijk entreegebied van het centrum is een knooppunt van belangrijke landschappelijke en stedenbouwkundige structuren: de flank van de Wageningse Berg, de Rooseveltweg en de Lawickse Allee, en de stadsgracht komen hier bij elkaar. De Stationsstraat vormt hierin een belangrijk schakelelement in relatie tot de Hoogstraat. In dit gebied wordt een aantal ingrepen voorgesteld ter verbetering van de kwaliteit van het gehele entreegebied van het stadscentrum rond de Stadsbrink en het optimaal benutten van de potenties van dit gebied.
In de eerste plaats wordt de stadsgracht teruggebracht aan de westzijde van de Stationsstraat. Daarnaast biedt het vrijmaken van de bastions van parkeren de mogelijkheid voor een nieuwe ontwikkeling met hoogwaardige bebouwing en buitenruimte aan de stadsgracht. Het Plantsoen kan zich dan verder ontwikkelen als een groene stadstraat, waardoor het stedelijk milieu van de straten tussen de Hoogstraat en het Plantsoen aanzienlijk wordt versterkt. Dit dient te worden gekoppeld aan reconstructie van het gebied tussen de Stadsbrink en de Gerdesstraat, waarbij een parkeergarage dient te worden gerealiseerd, zodat de parkeerterreinen op maaiveld uit het centrum kunnen verdwijnen en verdichting met bebouwing mogelijk wordt. Door nieuwe bebouwing op grotere afstand van de weg (Stadsbrink) te plaatsen ontstaat er een moment langs de Lawickse Allee / Ritzema Bosweg waar het stadscentrum voelbaar wordt. Door een verspringing in dit blok, een vergroting van de afstand tot de weg richting de Rooseveltweg, krijgt het gebouw met de garage Van der Kolk een prominentere positie en gaat een belangrijke rol spelen in de entree van het stadscentrum. Vanzelfsprekend dient hier dan een representatievere functie in te worden gehuisvest, zoals een grand-café.
Verkeer, bruggen en duikers
Verkeerskundig uitgangspunt is dat het 50 km/u regime op de Rooseveltweg gehandhaafd wordt. De inrichting met middenberm sluit hier vanuit het oogpunt van veiligheid zeer goed op aan. Daarnaast worden de grote kruispunten met de Kennedyweg, de Van Uvenweg en de Lawickse Allee gereconstrueerd met rotondes, zodat deze kruispunten compacter en veiliger worden. Daarnaast dienen verkeersremmende maatregelen te worden genomen met drempels en/of plateaus bij oversteekplaatsen.
Op een aantal plaatsen wordt in aansluiting op routes uit de omliggende buurten een oversteekmogelijkheid met een plek aan het water vormgegeven.
De nu overgedimensioneerde rijweg wordt versmald door de binnenste rijstroken te verwijderen. In het zuidelijk deel wordt de rijweg iets naar buiten verplaatst omdat de maat van de middenberm hier anders zeer, te, gering zou zijn voor het opnemen van een watergang. Over de gehele lengte van de Rooseveltweg zijn vrijliggende fietspaden aan beide zijden van de rijbanen gelegen.
In het noordelijk deel ontbreekt aan de buitenzijde het voetpad, ook in de huidige situatie. Hier is echter langs de waterloop voorzien in een paadje. Deze aantrekkelijke wandelmogelijkheid wordt voortgezet totdat het profiel smaller wordt en de stenige oevers worden geïntroduceerd.
Langs het zuidelijk deel van de weg verdwijnen parkeerplaatsen ten gunste van bermen waarin de bomen staan. Gedeeltelijke compensatie vindt plaats in de zijstraten, o.a. bij de Ireneschool.
Ten behoeve van de langzaamverkeersverbindingen en in het verlengde van de Kampweg en de Kees Mulderweg (Rooseveltweg-Zuid) worden bruggen voorgesteld ten behoeve van de visuele continuïteit van de watergang. De duikers bij de overige kruispunten dienen op een gelijksoortige wijze als de bruggen te worden vormgegeven.
Beplanting, ecologie en reliëf
De bomenrijen en grote boomgroepen rond het middendeel van de Rooseveltweg bestaan uit essen. Dit sluit aan op de huidige situatie en past bij de landschappelijke ligging van de weg op de overgang naar de lage gronden van het Binnenveld. Aan het stroompje staan solitaire wilgen en elzen, die bij uitstek passen in dit natte milieu. De bomenrijen langs het noordelijk deel van het stroompje zijn eveneens elzen. Dit beeld refereert aan de elzensingels in het Binnenveld.
Naast de bomen dragen de bermen bij aan een zeer groen beeld. De fietspaden worden door gras of een haag afgescheiden van de rijwegen. De bermen worden in het zuidelijk deel toegevoegd, waardoor de groeicondities voor de bomen worden verbeterd. De voet- en fietspaden zijn in het noordelijk en middendeel van elkaar gescheiden door grasbermen, conform de huidige situatie.
De middenberm met het water heeft een maat van 12-17 m in het noordelijk deel, in het zuidelijk deel varieert deze van 7.5 tot 10 m. Omdat uitgegaan wordt van behoud van de bestaande bomen is het niet mogelijk een bredere middenberm te realiseren.
Samenhangend met hoogteverschillen in het maaiveld en een vrijwel constant waterpeil (7.6 in het noorden en 7.5 m +NAP bij de Lawickse Allee) ontstaan er verschillende milieus. Het water heeft een wisselende diepteligging ten opzichte van het maaiveld. De weg is het laagst gelegen bij de Nijenoord Allee, ca. 8 m +NAP. Vervolgens zijn er twee hoogtepunten op ca. 9.4 +NAP, iets ten noorden van de Van Uvenweg en bij de Van Eckstraat. Daarna daalt de weg tot 8.9 +NAP bij de Lawickse Allee. In de meest extreme situaties is het hoogteverschil tussen het water en het maaiveld derhalve 0.4 m respectievelijk 2 m. Om steilere taluds dan 1:1.5 te voorkomen en ook vanwege het meer stedelijke karakter van het zuidelijk deel van de Rooseveltweg wordt daarom met muurtjes langs het water een deel van het hoogteverschil (0.4 m) opgevangen. In het noorden, waar het water relatief hoog staat, wordt de watergang geflankeerd door ruggetjes met een maximale hoogte van 0.5 m ten opzichte van de weg en 1 m boven het waterpeil. Hier is bovendien een plas-/draszone met een breedte van 1.5m langs het stroompje gelegen. Op deze wijze ontstaat hier een gradiëntrijke situatie, wat in ecologisch opzicht waardevol is.
In de muurtjes langs het water en de bij bruggen en duikers kunnen condities worden geschapen voor muurplanten door gaten in de muren te maken.
WATER
De afwatering van het Binnenveld
Het Binnenveld biedt een uitstekende mogelijkheid voor de aanvoer van water. Kwelwater komt hier omhoog uit de dekzanden die in deze zone niet geheel gescheiden zijn door slecht doorlatende lagen. Een blik op de kaart leert dat met name het gebied ten westen van de Dijkgraaf nogal te kampen heeft met water overschot, te zien aan de dichtheid van de drainagesloten. Ten oosten van de Dijkgraaf is dit anders. Dat is juist de zone waar gesloten afwatering (ondergronds) overgaat naar open afwatering (via de sloten).
Het gebied waarover afwatering plaatsvindt wat ten gunste van de Rooseveltweg gebruikt zou kunnen worden is aanzienlijk. Het gehele gebied tussen Mansholtlaan en Bornsesteeg, ten zuiden van de Plassteeg en net ten noorden van de Nijenoord Allee watert af op de Bornsesteeg en wordt daar verzameld in de Droevedaalsesteeg die door De Born heenloopt naar de Dijkgraaf. Dit gebied is ca. 70 ha groot en beslaat voor een groot gedeelte verhard oppervlak; de wegen en gebouwen van De Born. Een deel wordt ook geborgen in vijvers op het terrein van De Born.
Het gehele gebied tussen Bornsesteeg en Dijkgraaf ten noorden van de Nijenoord Allee en ten zuiden van de plassteeg watert af op de Dijkgraaf. Dit is ca. 80 Ha, maar bestaat vooral uit grasland en akkerland.
Daarnaast bestaat er kwel in het gehele gebied waarvan een schatting is gegeven in eerdere rapportage van Van Der Schaaf en Warmerdam. Afwatering van het gebied ten noorden van de Plassteeg mengt zich met effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Bennekom en wordt nu ten noorden van de wijk Noordwest weggeleid via de Lange Rijnsteeg naar het Nieuwe Kanaal.
De hoeveelheden
Uit beschikbare gegevens en rapportage blijkt dat de benodigde hoeveelheid voor het op peil houden van de Stadsgracht rond de 16 l/sec ligt. Omdat in de nabije toekomst de bodem van de Stadsgracht schoongemaakt moet worden en daarmee meer doorlatend wordt en omdat er ook verdamping plaats zal vinden over het tracé, zullen we verder met 20 l/sec rekening houden.
Om toch een inschatting te maken van de beschikbare hoeveelheden water zijn door Van Der Schaaf/Warmerdam metingen gedaan in het Binnenveld. Daarnaast zijn door het Waterschap Vallei en Eems ook nog eens debietmetingen en debietschattingen gedaan tijdens een bezoek aan het Binnenveld eind maart gedurende een forse regenbui en na een droge periode van 3 dagen.
De debietmetingen en schattingen zijn in onderstaande tabel weergegeven waarbij de meetpunten refereren naar de tekening.
Meetpunt Afvoer (l/sec)11/11/99
Afvoer (l/sec)07/01/20
Afvoer (l/sec)23/03/01
Afvoer (l/sec)27/03/01
1 (Plassteeg) 3.5 7.5 N.b. N.b.
2 (Droevedaalsesteeg/De Born) 5.5 9 N.b. N.b.
3 (uitmonding Dijkgraaf in vijver Noordwest) 11 N.b. Ca. 80 58
4 (Duiker onder Nijenoord Allee) Ca. 1 Ca. 4 N.b. N.b.
5. (sloot Bornsesteeg naar Sterflat) 0 Ca. 2 N.b. N.b.
6 (Drainage proefvelden) Ca. 1.5 Pomp uit. Ca. 1.5 Ca. 1.5
7 (Open schuif naar Lange Rijnsteeg) N.b. N.b. Ca 150 82
8 (Sloot achter sterflat op Dijkgraaf) N.b. N.b. Ca 15 9
9. (Drainage van De Born) N.b. N.b. Ca 40 20
10. (Effluent RWZI Bennekom) Ca. 40 Ca. 40 Ca. 40 Ca. 40
N.b. Niet bepaald.
De Dijkgraaf verliest over een deel van zijn tracé langs de wijk Noord West water, met name ter hoogte van Sportpark Van Ketwich Verschuur. Meer naar het zuiden treed weer wat kwel op. De meeste kwel in het gehele gebied treedt op tussen de Mansholtlaan en de Bornsesteeg.
Een andere bron van water is uiteraard regenwater. Een bui van 7,5 mm binnen een uur die gemiddeld 2.6 keer per maand voorkomt levert bij een afstroming van 50% binnen een dag (conservatieve schatting gezien de grote hoeveelheid verhard terrein) 5.625 m3 op.
Opslag in het gebied wordt gevormd door de Dijkgraaf zelf, de regenwateropslag op het terrein van de Born, en de vijver in Noordwest. Dit wordt geschat op respectievelijk 200 m3, 1.500 m3 en 1.100 m3.
Mogelijke tracés
Er zijn in beginsel 2 tracés mogelijk die elk hun voor- en nadelen hebben. De eerste is via de Bornsesteeg, door een duiker onder de Nijenoord Allee, duiker in de Churchill weg, vijver langs de Kennedyweg naar de Rooseveltweg en vandaar naar de Stadsgracht (zuiden) en naar de Nijenoord Allee (noorden), het Bornsesteeg Tracé. De tweede is via de Dijkgraaf naar de Rooseveltweg en rechtstreeks naar de Stadsgracht, het Dijkgraaf Tracé.
Bornsesteeg Tracé
Specifieke voordelen van dit tracé zijn:
· Wateraanvoer onder natuurlijk verhang;
· Grootse bijdrage kwelwater en weinig verliezen;
Specifieke nadelen van dit tracé zijn:
· Omleggen van zuiveringssloot is noodzakelijk voor mogelijk gebruik van effluent RWZI;
· Afvoerrichting van de Bornsesteeg (nu nog naar het noorden over een aanzienlijke afstand) moet omgelegd worden;
· Mogelijkheden tot verder uitgraving en verbreding van de Bornsesteeg zijn zeer beperkt;
· Aanvoer is voor een aanzienlijk deel via een duiker (lengte ruim 300 m) wat de waterkwaliteit niet ten goede komt;
· Structureel ingrijpen in het bestaande afwateringssysteem van De Born is vereist;
· Aanvoer van schoon kwelwater vindt plaats via de vervuilde vijver langs de Kennedyweg;
· Complexe en onlogische constructie met splitsing van water rond kruispunt Kennedyweg en Rooseveltweg.
Dijkraaf Tracé
Specifieke voordelen van dit tracé zijn:
· Uitsluitend aanvoer van kwelwater met reeds bestaande splitsing voor de afvoer van effluent van de RWZI Bennekom;
· Water wordt in de lijn van de Rooseveltweg naar stadsgracht aangevoerd;
· Aanvoer slechts over korte afstand ondergronds (ca. 30 m);
· Dubbele aanvoer van afstromend regenwater wegens veel groter afwateringsgebied;
· Belangrijke aanvoer van regenwater uit De Born;
· Mogelijkheden voor verbreding en verdieping van de Dijkgraaf in overleg met de WUR.
Specifieke nadelen van dit tracé zijn:
· Aanvoer moet gedaan worden middels een pomp of gemaaltje;
· Langs het tracé in het Binnenveld vindt enige wegzijging plaats.
Alle voor- en nadelen wegende komen we tot de conclusie dat het tracé Dijkgraaf het meest geschikt is. Belangrijkste argumenten hierbij zijn dat er in het Binnenveld en binnen het terrein van de WUR geen grote ingrepen in de bestaande afwatering nodig zijn, dat de regenwaterafvoer van het gehele gebied en met name de verharde oppervlakken van de WUR tussen Bornsesteeg en Dijkgraaf een belangrijke bron van water zijn gedurende de zomerperiode, dat de aanvoer van schoon kwelwater niet teniet wordt gedaan door gebruik te maken van bestaande vijvers met slechte waterkwaliteit en lange duikers die het water zuurstofarmer maken en ten slotte dat het water in een lijn met de Rooseveltweg aankomt en over de hele lengte van de Rooseveltweg in de middenberg continue aanwezig is en in een richting stroomt.
De zekerheid van de aanvoer is voldoende daar er slechts eens in de 5 a 10 jaar gedurende de zomer te weinig kwel zal zijn om het traject van water te voorzien. Het effluent van de RWZI zal dan dit tekort kunnen opvangen. Slootbeplanting zal in die droge zomers een voldoende zuiverende werking hebben. Het creëren van meer berging in de vijver Noordwest kan tijdelijk een tekort aan aanvoer overbruggen. Dit is niet bezwaarlijk voor de vijver Noordwest zelf omdat ’s nachts de pomp naar de Rooseveltweg zal uitstaan.
Hoewel er geen vergelijkende berekeningen aan ten grondslag liggen, is duidelijk dat het tracé Dijkgraaf ook in kosten beduidend lager ligt. Het grootste bezwaar blijft dat het water opgepompt moet worden waarmee de duurzaamheid discutabel is. Dit kan opgelost worden door een pomp of gemaaltje te nemen wat op zonne-energie werkt
Onderdelen van de watergang
De watergang zoals nu ontworpen zal de volgende werken en werkzaamheden omvatten:
1. Regelbare stuw in Dijkgraaf om in geval van droge zomers water met RWZI effluent door te laten op de Dijkgraaf in plaats van af te voeren naar het Nieuwe Kanaal;
2. Verdiepen en verbreden van de Dijkgraaf langs de wijk Noord West. Streven hierbij is een bodembreedte van 3 m en bodemdiepte van 2.5 m beneden maaiveld over een afstand van ca. 250 m. Nu ligt de bodem op 1.5 m beneden maaiveld;
3. Het verzetten van de overlaat in de vijver Noordwest tot net voor de duiker uit de vijver bij de Tarthorst om meer berging te creëren;
4. Het verhogen van beide overlaten in de vijver Noordwest met 0.5 m met inbouw van kleine pijpjes ter hoogte van huidige overlaatpeil om een minimale doorstroming te garanderen, wederom om meer berging te creëren;
5. Het bouwen van een gemaaltje of pomp aan de vijver Noordwest in het hoge noordoostelijke deel;
6. Het maken van een duiker vanaf dit gemaaltje naar het noordelijke deel van de Rooseveltweg;
7. Het aanleggen van de watergang over de volledige lengte met een plasberm en een wandelpad in de noordelijke helft van de Rooseveltweg en met gemetselde beschoeiingen in het zuidelijke deel;
8. Een kleine overlaat met watersprong van 0.1 m tussen de Kennedyweg en de Van Uvenweg;
9. Diverse bruggetjes met vrije doorstroming voor het water bij het kruisen van wegen;
10. Een geboorde leiding vanaf het zuidelijke deel van de Rooseveltweg naar de Stadsgracht met een watertrap om het water visueel in de Stadsgracht te doen uitkomen.
Als niveau van het water is gekozen voor 7.6 m NAP. Het belangrijkste argument hierbij was het water zichtbaar houden over de volledige lengte, ook vanaf het fietspad en voetpad en omdat een diepere waterligging ook langere taluds zou vergen waar, in het zuiden geen ruimte voor is. Verder is gekozen voor een breedte van 2 m en een maximale diepte van 0.6 m. Onder water zal de helling van de taluds 1:2 zijn terwijl deze boven water zal variëren van 1:1.5 tot 1:4.
Omdat het waterniveau in het noorden tamelijk dicht beneden het maaiveld ligt, is het noodzakelijk om een slecht doorlatende bodem aan te brengen om grote verliezen naar de bijna 2 m lager liggende vijver langs de Tarthorst te beperken.
Waterkwaliteit en Ecologie
De kwaliteit van het water uit het Binnenveld is uitstekend, niet rekening houdend met effluent van de RWZI. De waarden liggen duidelijk binnen de toegestane normen voor oppervlaktewater. Slechts in korte periodes en volgens schattingen eens in de 5 a 10 jaar zal er effluent nodig zijn om aan de vereiste aanvoer te komen. Ook dan nog kan gekozen worden om geen water in te nemen uit de Dijkgraaf en het water in de watergang op de Rooseveltweg enige dagen stil te laten staan. De watergang loopt dan niet leeg door een overloop aan de zuidzijde van de watergang voor de duiker naar de stadsgracht.
Middels verbreding en verdieping van de Dijkgraaf en aanplant van helofyten (o.a. riet) kan voldoende zuiverende capaciteit ingebracht worden om het water te ontdoen van zijn hoge nitraat en fosfaat concentraties indien toch effluent gebruikt zal moeten worden.
In het noordelijke deel van de watergang zal een natuurlijk aandoende vegetatie aangebracht worden. De plasberm zal in diepte variëren van 30 tot 50 cm om diverse planten de mogelijkheid te geven zich te ontwikkelen. Aanplanting met stekken en ander materiaal is raadzaam. In het zuidelijk deel kan men wachten tot vegetatie zich natuurlijk gaat ontwikkelen. Het contact tussen water en land zal zo gemaakt worden dat dieren gemakkelijk de overgang van en naar de oevers kunnen maken.
Doorspoelen van de Stadsgracht
Het water aangevoerd over de Rooseveltweg draagt zeker bij aan het doorspoelen van de Stadgracht. Om echter de hoeveelheden te faciliteren die nodig zijn voor het volledig doorspoelen in de gewenste periode, is een veel groter profiel nodig. Dan zal een veel groter gemaaltje op de Dijkgraaf moeten gaan werken. In dit licht stellen we voor om de bestaande pompleiding uit het Nieuwe Kanaal naar de Stadsgracht te laten bestaan uitsluitend voor het snel doorspoelen van de Stadsgracht. Daarmee kan aanmerkelijk meer en sneller worden doorgespoeld.