Op 1 juli 1626 schreef Adriaen Vanbakergem namens de Sint-Jorisgilde een brief aan een atelier in Antwerpen, verstuurd per bode. Het is één van de oudste voorlopers van Ninove in een filatelistische privéverzameling. Een paleograaf ontcijferde voor ons de inhoud:
UL zal
believen my de vrinschap te doen te willen
coepen een capityns stockxken van ebben
haut oft letter haut fraye besleghen ende
een quispel aen van syde, soomen die ieghenwoer
delyck alhier tot Antwerpen useert voor onsen
capiteyn van van Str Joers gulde , tgene datter
aen cleeft zal promptelyck met hans de boede
beschicken, het moet taemelyck lanck wesen
want het een lanck man es ick bidde UL tselve
te willen doen ende sult ieghens UL verdienen
dat Here Godt die UL met familie wil
bewaren in salighe ghesonthyt
UL dinstwillich Vrint
Adriaen Van Baekerghem
Nineve jen Juli 1626
Adriaen bestelde dus een stok of staf van ebben- of letterhout, fraai beslagen en met een zijden kwispel, voor de kapitein van zijn schuttersgilde, die blijkbaar een ‘lange man’ was.
De schuttersgilde of schutterij was een lokale militie, opgericht in de middeleeuwen en bestaande uit burgers om hun stad of dorp te beschermen en te verdedigen bij een externe aanval van bijvoorbeeld rondzwervende roversbenden of vreemde legers en intern de orde te handhaven bij oproer, brand, of prominent bezoek. De kerntaken van de schutterij waren het bewaken en bewaren van orde, rust en de veiligheid van de burgers.
Ninove beschikte over twee schuttersgilden. De Sint-Jorisgilde, gewapend met de voetboog, had haar schuttershof in de Sint-Jorisstraat en verdedigde de Nederwijkpoort (Koepoort) en de Kloosterpoort aan het begin van de weg naar Aalst. De Sint-Sebastiaansgilde, gewapend met de handboog, stond in voor de Geraardsbergsepoort en de Brabantpoort aan de weg naar Brussel. Tijdens de Franse periode werden de gilden, dus ook de schutterijen, afgeschaft en hun bezittingen verbeurd verklaard. De Sint-Jorisgilde overleefde de Franse revolutie niet. De Sint-Sebastiaansgilde daarentegen werd in 1819 als wipschuttersvereniging heropgericht.
Marc Van Der Haegen, 13 juni 2017
( ° Ninove 19/08/1902, + Leuven 15/10/1969)
Oktober 2016 staat in Ninove in het teken van de viering van 50 jaar Dr. Hemerijckxcomité. Die vereniging viert daarmee niet alleen een halve eeuw inzet voor de melaatsen, maar brengt ook uitgebreid hulde aan haar inspirator, Dr. Frans Hemerijckx, met een misviering, een tentoonstelling, een herdenkingsfeest en een creatieve actie geïnspireerd door zijn "klinieken onder de bomen". De Postzegelkring Ninove sluit zich aan bij die herdenking. Eenenveertig jaar geleden, op 14 en 15 september 1975, organiseerde zij namelijk in zaal Roxy een tentoonstelling met de voorverkoop van de postzegel gewijd aan dokter Hemerijckx. Ook aan deze tentoonstelling, die doorgaat in het nieuw stadhuis van 1 to 15 oktober 2016, levert onze kring een bijdrage met een interessante postzegel- en poststukkencollectie rond het thema "strijd tegen de melaatsheid".
Technische gegevens van de huldezegel uit 1975:
OPB nr 1778 20 fr + 10 fr zwart, geel, blauw
Uitgifte 16 september 1975: hulde aan Dr. Frans Hemerijckx
Tekening: leprozerie in Afrika, Paul Deweerdt
Heliogravure in vellen van 30
Tanding 11 1/2
Oplage: 777.368
Gelegenheidsstempel: embleem van Dikungu
Frans Hemerijckx werd in 1902 geboren aan de Burchtdam. Hij studeerde na zijn collegejaren aan de Katholieke Universiteit Leuven waar hij ingeschreven werd aan de faculteit Geneeskunde. Als Vlaamsvoelend student was hij sociaal actief in de katholieke studenten- en missiebeweging. Nadat hij zijn doktersdiploma had behaald, volgde hij zijn roeping om als tropenarts in de missies te gaan werken. In 1929 trok hij naar Tshumbe-Ste-Marie, een missiepost van de Paters van Scheut in Kasaï, Belgisch Congo. Zijn eerste echtgenote overleed daar al snel aan een tropische ziekte; hij huwde nadien haar jongere zus. Zijn grootste bekommernis ging uit naar de melaatsen. Door studie en ervaring specialiseerde hij zich in de lepralogie. Hij zocht en vond nieuwe geneesmiddelen en behandelingen tegen deze ziekte met haar aftakelende symptomen. Naast het medisch aspect bekommerde hij zich ook om de sociale problemen: voeding, kleding, huisvesting, werkgelegenheid, ontwerpen van prothesen enz. In 1941 bouwde hij het anti-lepracentrum Dikungu met een kliniek, een modeldorp, een school en een eigen sociale dienst.
Koning Leopold III deed in 1954 beroep op Dr. Hemerijckx om in India de strijd tegen de massaal verspreide lepra te organiseren. Hij richtte een anti-lepracentrum op in Polambakkam en inspireerde het ELEP Center te Dharmapuri. Hij werkte een systeem uit met ambulante teams die de zieken opspoorden en behandelden ter plaatse, zijn zogenaamde "klinieken onder de bomen". Op die manier kon hij hulp verlenen in een zeer groot gebied.
Dr. Hemerijckx keerde in 1965 naar België terug en hij ging bij zijn gezin in Grimbergen wonen. Als onderzoeker en gastprofessor ondernam hij nog talrijke reizen naar Afrika en Azië en hij was adviseur van de Wereldgezondheidsorganisatie en van de Damiaanactie. Hij overleed in Leuven in 1969.
Van zijn geboortestad Ninove werd hij ereburger. Het Dr. Hemerijckxplein rechtover de Begijnenbrug is naar hem vernoemd en zijn monument staat aan de rand van het stadspark, nabij de Polambakkamweg, die naar zijn werk in India verwijst.
Marc Van Der Haegen, 6 oktober 2016
Op pagina 437 van de Officiële Belgische Postzegelcatalogus staat een briefkaart afgebeeld van 15 c van de Onafhankelijke Congostaat, toegewezen op de veiling van Van Looy en Van Looy van januari 1999, voor 170.000 fr of 4.214 euro. In bijlage de briefkaart van 15 c op ware grootte ongebruikt en maagdelijk rein. Ik toon deze kaart om u er aan te herinneren dat u best niets met de ophaalronde van oud papier meegeeft voor u goed gekeken hebt. Op zolder, in koffer, kast of lade kunt u soms nog interessante dingen aantreffen. Misschien hebt u geluk en wordt uw zoeken beloond, het hoeft niet zo duur te zijn als het lot op de aangehaalde veiling; minder, zelfs veel minder zou ook al de moeite waard zijn.
Remi Sertin, 3 oktober 2001
( ° Verviers 23/12/1862, + Ukkel 25/10/1935)
OPB nr 1240 3 fr blauw
Uitgifte 15 januari 1963: 100ste verjaardag van de geboorte van Henri Pirenne
Diepdruk in vellen van 30
Tanding 11 1/2
Oplage 8.250.000
Henri Pirenne was één der beste specialisten over de geschiedenis der Middeleeuwen en over de economie. Hij was de auteur van "Histoire de la Belgique"; deze zevendelige uitgave wordt beschouwd als zijn voornaamste werk, hij heeft er meer dan dertig jaar aan gewerkt en het werd gepubliceerd tussen 1899 en 1932. In 1883 studeerde hij af aan de Universiteit van Luik als doctor in de geschiedenis, tot 1885 vervolmaakte hij zijn studies in Leipzig, Berlijn en Parijs en hij werd in 1886 docent aan de toen nog Franstalige Universiteit van Gent. Van eind 1918 tot begin 1920 was hij daar ook de rector. Hij verliet de universiteit in 1930 toen de vernederlandsing van de Gentse Universiteit begon. Hij was niet akkoord met de Duitse bezetters toen die een kursus pangermanisme aan het lessenpakket wilden toevoegen en werd voor deze weigering als passieve weerstander beschouwd en in Duitsland geïnterneerd, waar hij in een kamp verbleef van 1916 tot november 1918.
Remi Sertin, 19 november 2001
Postkaart : Brussel-Gent van 13 juni 1919 aan rector Henri Pirenne
De weg die reeds eeuwen Brussel (Brabant) met Vlaanderen verbond en het centrum van Ninove dwarste, liep niet alleen naar Gent maar ook naar Oudenaarde; op Preulegem splitste de weg in twee, het gedeelte over Herlinkhove en de Gentsestraat liep naar Gent en het gedeelte op Preulegem dat rechtdoor liep gaf aansluiting met het zuidelijk gedeelte van Vlaanderen, namelijk Oudenaarde.
Het verzoekschrift uit 1914 door : "De Ontvanger der Registratie en Domeinen te Ninove" gericht aan : "De zeer eerwaarde Moeder overste van 't klooster der Heilige harten te Ninove" toont aan dat de officiële benaming van die eeuwenoude weg Steenweg Brussel-Oudenaarde was.
Naast de gedrukte tekst van dit verzoekschrift werd met de hand geschreven, het volgende toegevoegd : "ten einde er te betalen de som van 5 frank zijnde de jaarlijksche vergoeding verschuldigd hoofdens voorrecht aan den steenweg Brussel-Audenaerde verkregen bij Besluit van 13
7ber 1913." (7ber = september, de 9de maand dus)
Welke soort jaarlijkse vergoeding bedoelde men in bovenstaande tekst ? Wie van de lezers met enige geschiedkundige aanleg weet hier meer over ? Ik zou graag nog een vakje meer in mijn hersenen opvullen met wat meer gegevens over deze taks?
Remi Sertin, 2 februari 2002