De glasramen van de PotterieIn de kerk van de Potterie zijn verschillende glasramen aanwezig. We kunnen ze in drie groepen indelen. Er zijn enerzijds de glasramen waarop de Zalige Idesbald is afgebeeld. Een tweede groep toont de afbeeldingen van de mirakeltapijten. De laatste groep is een varia van afbeeldingen in de kerk. De glasramen van de Potterie en A. Maertens
De glasramen hebben een bewogen geschiedenis achter de rug. Op 30 november 1931 stuurt A. Maertens, samen met Mevrouw (Zuster Overste), een brief aan de C.O.O. met de vraag om 7 nieuwe brandvensters te plaatsen in de kerk. Hij schrijft daarin dat de brandvensters te weinig licht doorlaten en het geheel niet overeenkomt met het nieuwe uitzicht van de kerk. Hij voegt er aan toe over voldoende weldoeners te beschikken om zelf de kosten te bepalen. Hij behoudt de drie met de mirakels van Onze-Lieve-Vrouw ter Potterie. De andere ramen beschrijft hij zoals ze er nu uitzien. Een boven het doksaal met Idesbald en de wapens van de schenkers en in de “oorspronkelijke kapel” de vijf die de gebeurtenissen rond Idesbald uitbeelden. Verdere correspondentie is er niet meer tot in 1933 een “boze” brief van de provincie West-Vlaanderen naar Brugge vertrekt en op haar beurt naar de C.O.O. en verder naar de Potterie om uitleg te geven waarom zij “zonder voorafgaandelijke machtiging door de hoogere overheid, oude brandvensters uit de kapel van de Potterie hebt [hebben] laten wegnemen en door nieuwe vervangen”. Het resultaat is dat de C.O.O. op 11 februari 1933 een “nederige” brief stuurt naar de gouverneur waarin zij mededeelt dat de brandvensters aan de pastoor van de Potterie, A. Maertens zijn gegeven als compensatie om er op eigen kosten nieuwe te plaatsen. De argumentatie om dit te rechtvaardigen is deze zoals Maertens in 1931 zelf naar de C.O.O. had gestuurd. In de laatste paragraaf voegen ze er aan toe dat de glasramen naar Congo zijn verscheept om een “in gebouwzijnde” kerk te versieren. Is er misschien in Congo nog een kerk met glasramen van de Potterie?
In de kerk werden dus zes vensters vernieuwd van Idesbald. Boven het doksaal werd een afbeelding van de zalige Idesbald geplaatst met daar rond de wapens van de sponsors en vijf andere in het koor van het oudste deel van de kerk.
De koorvensters van de “oorspronkelijke” kapel
Ze vervangen 5 glasramen gemaakt in 1884 door S. Coucke te Brugge. Wat er op de oude ramen stond weten we niet.
De brandglasramen zijn gerealiseerd in 1932 (of 1931) door weduwe Peene – Delodder – opvolgster huis Dobbelaere en geschonken door pastoor A. Maertens.
In het koor wordt in de verschillende ramen de geschiedenis verteld van de rijve van Idesbald. Het eerste raam toont de opgraving in 1237 door abt Nicolas van Belle. Bovenaan staat het wapen afgebeeld van Idesbald en de datum van zijn overlijden. Onderaan het wapen van Thibault de Boesinghe, voogd van het hospitaal.
Het tweede raam verhaalt het feit van de overbrenging van de kist naar de nieuwe gebouwen in Koksijde. In de kop van het raam is het wapen van abt van Belle geplaatst en de datum van het gebeuren, 1237.
Het derde raam stelt een gebeurtenis van bijna 4 eeuwen later voor, de verering van het ongeschonden lichaam door Infante Isabella van Spanje. Haar wapen siert het kopwerk van het venster.
Het vierde raam brengt ons naar 1831 waarbij Nicolaus de Roover de loden kist aan de Zusters van de Potterie schenkt. Het laatste raam toont de verering in 1896, jaar van de stoet rond de zalige Idesbald. Detail is dat ook Guido Gezelle wordt voorgesteld in het brandglasraam. Betrokkene was een adept van de verering van Idesbald.