Dr. Cornelius Heinsius (stadschirurgijn)

Cornelis (Cornelius) Heinsz. (Heijns, Heyndrikse) (de Jonge) van (der) Bijllandt Heinsius (Harlingen, 13 maart 1659 - Stavoren, 27 jan. 1697), chirurgijn in Enkhuizen, dr. en chirurgijn in Bergum, en stadschirurgijn in Stavoren, was een zoon van Hendrick Gerrits van Bijllandt Heinsius, Heer van Juwersma, vrijheer, en van Aleide van Hemert. Hij was van vaderskant een halfbroer van Gerard Heinsius en van Jan Heinsius, en van moederskant een halfbroer van Marije van Pontanus Lomars en Elisabeth van Pontanus Lomars.

Geboren op het stins De Pauw in Harlingen waar zijn ouders wonen. Opgegroeid op het stins De Valck in Franeker, waar zijn moeder, na het overlijden van zijn oude vader, woonde bij Jhr. Duco Martena van Burmania. Zij hertrouwde met Jan Hessels van Schouwenburg, een geoctrooieerd boekdrukker, wachtmeester en majoor van Franeker. Zijn eerste halfzuster huwde in die tijd met Johannes Oliva uit Den Haag. Cornelis kreeg als 6-jarige ca. 1665 Johan Maurits op het stins in Franeker te logeren, die een leger rekruteert om tegen bisschop Bernard van Galen alias Bommen Berend te strijden. In 1668 koopt zijn neef Dr. Wilhelmus van Knijff het ambt van Secretaris van de Universiteit van Franeker. Groeide op en was vanaf 1670, het overlijden van zijn moeder in Franeker, onder voogdijschap van zijn oom, de regerende Harlinger burgemeester en hopman-kolonel Jan van Knijff, de man van Adriana van Hemert, zijn tante. Het geslacht Van Hemert staat in het stamboek van de Friese adel bij het geslacht Auckama met alle voorouders Van Harinxma-Donia. De oom Eustatius van Hemert zou de edelman geweest zijn van de Spaanse stadhouder Caspar de Robles, schrijft het stamboek. Het Zuid-Nederlandse geslacht De Knyff werd in 1719 verheven in de adelstand. Werd opgeleid tot chirurgijn met zijn zwager Dr. Segerius van Potter, medisch doctor te Enkhuizen, die eerst promoveerde bij Prof. Dr. Philippus Matthaeus (in Franeker) en dan promoveerde bij Prof. Dr. Nicolaas Hoboken (in Harderwijk). Deze Dr. Potter, vermoedelijk familie van de bekende kunstschilder Paulus Potter, huwde met zijn tweede halfzuster Elisabeth Dionisius van Pontanus Lomars. Na afronding van zijn opleiding tot heelmeester en chirurg bij zijn halfzuster, werd Cornelio in mei 1676 verbannen uit Enkhuizen, door Ds. Brouwerus. Wegens het vergrijp "ontijdig bijligginge", werd hem de 'censuur aangezegd'. Deze strenge calvinisten waren destijds oerconservatief en de kerkelijke vermaning betekende een afgedwongen vertrek. In Bergum is hij ca. 1680 als nieuw kerklidmaat genoteerd. Daar ver weg in Bergum huwde hij in 1683 met Minke Jacobs van Recalff, welke hem ruim 20 jaar overleefde. De eerste dochter Jeike Heinsius is er nog op het Bergheim geboren. Zij vestigden zich vervolgens in 1686 in het Graafschap Stavoren en woonden en werkten op het stins Het Hooft in Stavoren. Dit pachtten Cornelis en Minke samen met de dorpschirurgijn van Molkwerum Mr. Tiberius Tempelaer alsmede de herbergier van Stavoren Focco Andries Dongerij, gehuwd met Magdalena Tempelaer. Tjebbe en Abeltje kregen vier kinderen: Reyner, Hendrik, Eelkje en Allert. Ook Focco en Magdalena hadden kinderen: Marij, Reijnner, Jacomijn en Grijtje. In 1718 werkte hun zoon Andries Fockens Dongerij als onderchirurgijn bij de VOC voor de Kamer Amsterdam. In 1727 is in Molkwerum nog een laatste Reinier Tempelaer aangetroffen met tal van akten. Cornelius werd niet oud, evenals zijn halfzusters, mogelijk a.g.v. naweeën van de zwarte pest. Hij stierf voor zijn 40ste en zijn complexe erfenis (Hypotheekboek 1676, fol.148v) is in beheer bij de rechtbank van Leeuwarden, i.e. bij de bewindvoerders Dr. Epeüs van Eelcoma en Dr. Jacobus van Recalff. Direct na zijn overlijden werd in Stavoren een nieuwe stadschirurgijn aangesteld. De weduwe heeft enige tijd later maar liefst 7 koeien en het Fortuynland in de Noordermeer, en zo kunnen zij de welstand handhaven. Minke kreeg hun vier kinderen groot: Jeike, Hendrik, Willem en Aleide. Jeike huwde met de boer Jan Annes Backer, Hendrik met Rinkje van Haringsma, Willem met Antje van Coolker en Aleide met de grootschipper Bruno Jansonius de Roos. Cornelis is de stamvader van het hedendaagse Heinsius-nageslacht uit het graafschap Stavoren. In de tak van Hendrik geen zonen, maar de tak van Willem Heinsius floreerde. Bij het familiegraf in Stavoren zijn Cornelis en Minke niet aangetroffen. Het begraafboek is vanaf 1733 bewaard gebleven.

Bronnen, noten en/of referenties

·         Het Huis Heinaut

·         Bevolking 1690

·         Chirurgijns in Friesland

·         Portret chirurgijn