Het is een specifieke behandelingsmethode binnen de kinesitherapie.
Letterlijk betekent Kinetic Control "bewegingscontrole".
Deze methode werd op punt gesteld door Mark Commerford.
Hij ontwikkelde op basis van eigen studie en onderzoek een specifieke behandelmethode voor
chronische rug- en nekklachten
chronische bekkenklachten
chronische heup- en schouderklachten
chronische knie- en enkelklachten.
Deze "Kinetic Control" methode steunt op de wetenschappelijke bevinding dat er bij bv. rug- en nekklachten een onevenwicht bestaat tussen de verschillende spiergroepen die de beweging van de wervelkolom controleren.
De wervelkolom kan beschouwd worden als een opstapeling van blokjes met elkaar verbonden door gewrichten. Het is een "blokkentoren" met krommingen.
En tussen de blokjes zitten ook nog drukverdelers of tussenwervelschijven. Zo een schijf of discus kan stuk gaan (men spreekt dan van een hernia) of drukken op een zenuw en pijn veroorzaken.
Deze vele wervelgewrichten zorgen voor een ruime bewegingsmogelijkheid. Dit brengt echter met zich mee dat die "blokkentoren" op zich niet erg stabiel is. Om dit geheel enerzijds stabiliteit te geven en anderzijds toch soepel te laten bewegen, zijn er vele spieren nodig.
In de eerste plaats zijn er spieren nodig die de "blokkentoren" stabiliseren of in de juiste positie houden, de "stabilisators". Zij moeten dit kunnen doen onder alle voorwaarden, ook bij het voorover buigen of bij het zijwaarts buigen of draaien.
In de tweede plaats zijn er spieren nodig die alle bewegingen mogelijk maken en sturen, de "bewegers".
Opdat de wervelkolom op een goede manier zou kunnen bewegen, moet er een juist evenwicht bestaan tussen de "stabilisators" en "bewegers".
Als bv. de "stabilisators" aan één zijde verzwakken en onvoldoende steun geven, zal de "blokkentoren" uit evenwicht geraken. Als daarenboven ook nog de "bewegers" in die richting gaan trekken is het duidelijk dat het evenwicht van de wervelkolom verstoord wordt. Dan is er sprake van "instabiliteit".
Uit wetenschappelijke studies blijkt nu dat het vooral dat onevenwicht is dat de pijnklacht onderhoudt.
Het komt er dus op neer om er voor te zorgen dat het evenwicht tussen deze 2 spiergroepen hersteld wordt.
De kinesitherapeut(e) zal door middel van ondervraging en onderzoek ontleden welke spieren verzwakt zijn en welke te sterk aangespannen zijn.
De te sterk aangespannen en verkorte spieren moeten ontspannen en gerekt worden.
De te zwakke spieren daarentegen moeten versterkt worden.
Het herstel van het evenwicht tussen de spiergroepen leidt tot het herstel van de stabiliteit van de wervelkolom. Daardoor zal niet alleen de pijn verdwijnen, maar wordt ook de oorzaak van de pijnklacht weggewerkt waardoor de klacht niet steeds opnieuw optreedt.
Een behandeling volgens de "Kinetic Control" principes zal dus vooral bestaan uit oefeningen. Deze oefeningen kunnen aangevuld worden met andere kinesitherapeutische of manuele therapie technieken.
"Kinetic Control" is vooral bekend geworden door zijn goede effecten bij chronische rug- en nekklachten. dezelfde principes kunnen eveneens toegepast worden voor klachten in andere gewrichten zoals bv. schouder, heup, bekken, ...