Holy Sonnet XV

HOLY SONNET XV by John Donne

Wilt thou love God, as he thee! then digest,

My Soule, this wholsome meditation,

How God the Spirit, by Angels waited on

In heaven, doth make his Temple in thy Brest,

The Father having begot a Sonne most blest,

And still begetting, (for he ne’r begonne)

Hath deign’d to chuse thee by adoption,

Coheire to’his glory, ’and Sabbaths endless rest;

And as a robb’d man, which by search doth finde

His stolne stuffe sold, must lose or buy’it againe:

The Sonne of glory came downe, and was slaine,

Us whom he’had made, and Satan stolne, to unbinde.

‘Twas much, that man was made like God before,

But, that God should be made like man, much more.

HOLY SONNET XV - Vertaling door Frank Despriet

(Wilt thou love God, as he thee! then digest)

Wil je van God houden, zoals hij van jou! Overweeg

Dan, mijn Ziel, en denk er dus eens aan,

Hoe God de Geest, door engelen bijgestaan,

Zijn tempel maakt in je borst, anders leeg,

Terwijl de Vader, die een allerzaligste Zoon kreeg,

En nog altijd krijgt, (want zijn werk is nooit gedaan)

Zich verwaardigd heeft jou te kiezen als erfgenaam

Van zijn glorie, doch dit is iets waarover Satan zweeg.

En als een beroofde man die zijn bezit in duistere holen

Vindt, en het moet verliezen of opnieuw verwerven,

Kwam de Zoon van glorie neder, enkel om te sterven,

En ons te verlossen, omdat we door de duivel zijn gestolen.

Het was veel, dat de mens voorheen als God was gemaakt,

Maar nog veel meer, dat God een mens werd, en onvolmaakt.