Holy Sonnet XIV

SONNET XIV by John Donne

Batter my heart, three person’d God; for, you

As yet but knocke, breathe, shine, and seek to mend;

That I may rise, and stand, o’erthrow mee, ’and bend

Your force, to breake, blowe, burn and make me new.

I, like an usurpt towne, to’another due,

Labour to’admit you, but Oh, to no end,

Reason your viceroy in mee, mee should defend,

But is captiv’d, and proves weake or untrue,

Yet dearely’I love you, ’and would be lov’d faine,

But am betroth’d unto your enemie,

Divorce mee, ’untie, or breake that knot againe,

Take mee to you, imprison mee, for I

Except you’enthrall mee, never shall be free,

Nor ever chast, except you ravish mee.

HOLY SONNET XIV - Vertaling door Frank Despriet

(Batter my heart, three person’d God)

Bestorm mijn hart, drievuldige God, want alleen maar

Kloppen, ademen, schijnen, en verhelpen deed je tot nu toe.

Werp me omver opdat ik recht kan staan, en doe

Je best, om me te breken, blazen, branden, en maak me klaar.

Ik ben als een belegerde stad in de handen van een geweldenaar,

Worstel om je toe te laten, maar oh, ik word moe.

De rede, je onderkoning in mij, vlucht voor dit gedoe,

Blijkt zwak in plaats van mij te verdedigen, en onbetrouwbaar.

Toch bemin ik je zeer, en zou graag alles aan je geven,

Maar nu ben ik gebonden aan je vijand.

Scheid me, maak los, of verbreek die band,

Neem me mee, sluit me op, want ik zal in dit leven

Nooit vrij zijn, tenzij jij me tot slaaf maakt,

Of kuis en zedig, zolang jij me niet schaakt.



HOLY SONNET XIV - Vertaling door C. W. Schoneveld

(Batter my heart, three person’d God)

Geestelijke sonnetten, 14

Bestorm mijn hart, drie-enig God, omdat

U klopt, blikt, ademt nu slechts met vermaan;

Dat ik gevloerd door u weer op mag staan

Na breuk, dreun, brand door U nieuw aangevat.

Ik die, als een belaagde stad, bezweek,

Bewerk Uw intree, maar ach, zonder zin;

’t Verstand, Uw afgezant, mijn schutsgodin,

Ligt in cachot, en blijkt ontrouw of week.

Toch heb ’k U lief, wil liefde ook van U,

Maar met Uw vijand knelt mijn echtverband.

Scheid mij van hem, verbreek die keten nu;

Neem mij tot U, zet mij gevangen, want,

Tenzij door U geknecht, word ik nooit vrij,

Noch kuis, als U zich niet vergrijpt aan mij.

Uit: Bestorm mijn hart, De beste Engelse gedichten uit de 16de-19de eeuw,

Gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld,

Tweetalige editie, Rainbow Essentials, nr. 55, Maarten Muntinga,

Amsterdam, 2008, pp.68-69 (nu iets gewijzigd). ISBN 9789041740588.