Holy Sonnet VII

Oorspronkelijk gedicht:

HOLY SONNET VII by John Donne

At the round earth's imagined corners blow

Your trumpets, angels, and arise, arise

From death, you numberless infinities

Of souls, and to your scattered bodies go ;

All whom the flood did, and fire shall o'erthrow,

All whom war, dea[r]th, age, agues, tyrannies,

Despair, law, chance hath slain, and you, whose eyes

Shall behold God, and never taste death's woe.

But let them sleep, Lord, and me mourn a space ;

For, if above all these my sins abound,

'Tis late to ask abundance of Thy grace,

When we are there. Here on this lowly ground,

Teach me how to repent, for that's as good

As if Thou hadst seal'd my pardon with Thy blood.

HOLY SONNET VII - Vertaling door Frank Despriet

(At the round earths imagin’d corners, blow your trumpets)

Blaast jullie trompetten aan de verbeelde hoeken

Van de ronde aarde, engelen, en verrijst, verrijst

Opnieuw tot leven, gij, zonder tal of lange lijst

Van zielen, en gaat jullie verspreide lichamen zoeken,

Allen die bleven in de vloed, en zij die brandend vloeken,

Allen die oorlog, ontbering, ouderdom, plaag, despoot,

Wanhoop, wet, toeval, heeft geslacht, en gij die zonder dood

God zult zien, zoals geschreven staat in de boeken.

Maar laat hen slapen, Heer, laat mij nog wat alleen,

Want, indien boven al dezen mijn zonden steken,

Is het laat om tekens van je gratie af te smeken

Wanneer we ginder zijn; leer me hier tussen het gemeen

Hoe ik moet berouwen, want dat is even goed

Als had je mijn vergiffenis bezegeld met je bloed.



HOLY SONNET VII - Vertaling door Arie van der Krogt

(At the round earths imagin’d corners, blow your trumpets)

Laat uit de hoeken van het wereldrond,

Bezuinen klinken, engelen, verrijs,

Opdat die niet te tellen zielenrij,

Weer terug in hun verspreide hulzen komt;

Van wie door vuur verteerd is of verdronk,

Gedood door oorlog, armoe, ziekte, strijd,

Door noodlot, rechtspraak of wanhopigheid,

Of God nog zien zal, nooit de doodssmart vond.

Laat hen nog rusten, Heer, en laat mij rouwen;

Want zou mijn zonde dit te boven gaan,

Dan kan ik straks niet op uw gunst vertrouwen,

Als ik daar ben. Leer in mijn laag bestaan

Mij nu berouw, want dat is net zo goed

Als dat u mij vergeeft, straks, met Uw bloed.