XII-17 Lochem, Andries van

Andries van Lochem (= XII-97 = XIII-57 = XIII-229 = XIII-233)

alternatieve spelling: Dries Muller


ouders: Peter van Lochem de Olde en Jenneken NN


geboren: ca 1581 (hij verklaart in mei 1628 dat hij ca 47 jaar oud is)

gedoopt:

overleden: (kort) voor 2-6-1634 (na 14-5-1633)

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Enschede


relatie: trouwt ca 1600


Grete Walmink (= XII-18 en XII-98 = XIII-58 en XIII-230 en XIII-234)


ouders: Herman Walmink en Swenne NN


geboren:

gedoopt:

overleden: tussen juli en sept. 1659

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Enschede


kinderen:

  1. Pieter van Lochem, ca 1600-na 1685, X ca 1625 Hester NN; XX voor 1674 Metken Odinck, VOLGT XII-29

  2. Dirk van Lochem
    overleden: tussen 1634 en 1654

  3. Gerlich van Lochem
    overleden: na 1654, voor 15-10-1666
    beroep:
    woonplaats / adres: Enschede (naast zijn broer Jochem, 1643)
    relatie: trouwt voor 1643
    Trijna NN, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:

  4. Jan van Lochem, ca 1610-voor 1693, X Aelken Holsteijn, XX voor 1648 Geeske ten Cate, XXX 1679 Elsje Frans, VOLGT XI-9

  5. Jochem van Lochem, ca 1601-1667, X voor 1637 Jenneke van der Trijppe, XX voor 1661 Hilleken NN, VOLGT XII-115

  6. Joost van Lochem
    overleden: na 1667
    beroep:
    woonplaats / adres: Hattem
    relatie: ondertrouwt Zwolle 26-10-1641
    Hilletje Lamberts, geboren: Hattem
    overleden:
    woonplaats / adres:
    ouders: <Lambert NN en ?>
    > hieruit tenminste twee kinderen

  7. Hermken van Lochem
    overleden: na feb. 1667
    relatie: ongehuwd
    bijzonderheden: blind

biografische aantekeningen


Andries van Lochem heeft met een lening van zijn schoonvader en -moeder voor 1612 het erve Lasonder aangekocht.

In 1609 blijkt Dries van Lochem betrokken te zijn bij doodslag: Gerrit Rhijnvis de jonge heeft kennelijk Johann Brouwer doodgeslagen, en Andries van Lochem heeft samen met Wolter Brouwer belang bij de jaarlijkse boete van 100 daler die aan Rhijnvis is opgelegd.

Waarschijnlijk behoorde Dries van Lochem tot de elite van Enschede. Dat leid ik af uit het feit dat hij enkele malen door de magistraat werd aangewezen als 'mombaar' ofwel voogd over minderjarige (wees-)kinderen. Eénmaal (in 1628) zelfs samen met de edelman Johan Rudolf van Loon.

Dries van Lochem behoorde ook tot de eerste doopsgezinden in Enschede. Dat blijkt onder meer uit een akte van 19-5-1628, waar hij "bij mannenwaarheid" een verklaring aflegt, in plaats van bij eed. Volgens de geschiedschrijver van de doopsgezinden, S.J. Blaupot ten Cate, ging Dries van Lochem al in ongeveer 1580 over van het katholicisme naar de doopsgezinde broeders. Dat moet dan wel over Dries' grootvader handelen.

Dries van Lochem is in het bezit geweest van een turf-greep: kennelijk een schep om turf te steken?

In 1623 is Dries' zoon betrokken geweest bij een stoeipartij, mogelijk op de kermis, waarbij de zoon van Lucas Becker zodanige kwetsuur heeft opgelopen, dat hij door de 'meister' opgelapt moest worden. Lucas Becker probeert de kosten daarvan op Dries te verhalen, maar die zegt dat er meer kinderen bij die stoeipartij betrokken waren, en dat hij zich niet aansprakelijk acht.

Uit de akte van 1645, waar in staat dat Hermken van Lochem blind is en niet voor zichzelf kan zorgen, blijkt ook dat er verder alleen broers waren in het gezin.


bronnen


lit: Genealogie Koek en enkele aanverwante families

lit: Uit het verleden der doopsgezinden in Twente (1934)

* 1606, 30-1: ORA Enschede SG.019.033:Er wordt een huis verkocht, ...mit den eenen einde an Dries Mullers hoff, mit den anderen einde an der Straten gelegen is...

* 1606, 24-4: ORA Enschede SG.019.036: Lucas Becker spreekt aan ... Trijne van Lochum voor schuld ad computum, 14 dagen. Erschenen voor Melchior Geerligs en Gert Cost, burgemeesteren, Engelbert Pinninck met Hinderich zijn huisvrouw en bekanden aldoe gerichtlicken hoe dat sie hadden verkocht en verkochten in ...steden vasten erfkoop erflijk en immermeer de eerzame Dries van Lochum, Griete zijn echte huisvrouw, hun erffgenamen of de holder dezes (fol. 37) met hun willen, drie stukken gaardenlands, zo dezelve met haar olde ende nije toebehoor van den gerechtigheid ten beiden zijden naast S Steffens vicarium land, met ook de ene einde gelegen mede met den einde an Gert Beckers en aan Hans Westerborchs land, strekkende met den .... Hans Averlanders gaarden daar toe gehorende, na luidt een bezegelde brief voor ene die unbekommerd sindt soe eene somma penning die verkoperen hadden bekend hem wel betaald waren. ... daarmede den koperen van den gen. Gaarden upltainge ende vertichnisse met hande en monde alles tot behoef den koperen ... en lavenden hem zulks 't staan en 't waren altijd beter vestenisse doene <?>, in forma meliora.

* 1607, 1-8: ORA Enschede SG.019.090: In sittenden Gerichte is erschenen Gertien Micharis miet Drees van Lochum in dieser Saeckenn oeren gerichtliken togelaten mombaer, ende becande vor ens, voer haer ende haeren Erfg: woe dat sie verkofft hadde und vercoffte Ingennvordichlichen den Ersamen und vrommingen Evert Smidt, Willem sin echte huisvr: Ein stucke boulandes gelegen up die Horne geheten die Blecke, tusschen Lande an der Enner sidt an kopers landt und an die ander sidt an Albertus de Laer sin Landt, Schetende miet den Ene ende an die Velshoeve, und miet den andere Ende an Engel Helminges kamp, den Mees wech anvest gaet aver den Buithoeff, oder Engele Helminges Landt, to gebruicken Ewich, Erflich und Immermer, buiten Inseggent van Iemande (voor een somma van penningen, daar verkoper goeder betalinge van bedankede, en daarom verkopersche voor haar en haar erfgenamen uitgang, opdracht en vertichnisse als zij in 't bondigste en bestendigste na Stadsrecht doen konde of mochte, belovende het genoemde land te staan wachten en waren).

* 1608, 16-6: ORA Enschede SG.019.111: Frederick van Twickeloo doet aneichninge an Griete ten Claescates unde Dries Mullers, Johan Severincks unde Otto van Vreedens pande.

* 1608, 9-8: ORA Enschede SG.019.121: verkoop van een huis ... mit die ander sidt an Dries Mullers huis unde hoff gelegenn ...

* 1609, 6-4: ORA Enschede SG.019.140: een uitvoerige akte, waarin een andere akte wordt geciteerd: "... in bijwesene voergenoemten Lantheren wuister <?> Gerrit (doorgehaald: Rhijnvisch) vende Anna vende vore genoemten Griete Abtinck, Meijster Gerrit Rhijnvisch die olde, Gerdt Helminck, Hinderich Wuszelinck, Andreas vann Lochum, vende Ick Evert vann Wersseloe (...) geschreven int jaer een duijsent sesshundert vende negenn den Veff vende twintichstenn dach der Maent Januarij. Vunder stund geschreven: Meister Gerredt Rinfis de junge, Gerhardt Rhinfisch, dit beken ick Peter Gerberick waer toe sin, Gert Helminck, Sionum (huismerk) Henderick Wesselinck, Driess van Lochum, Evert van Wersseloe". [misschien toch de moeite waard de hele akte te lezen, gezien hierna: de doodslag door Gert Rhijnvis de jonge op Johann Brouwer, de vader van Wolter, en dus de grootvader van Stijne Brouwer, met wie Andries later in de clinch ligt]

* 1609, 6-7: ORA Enschede SG.019.157: Heer Johan van Eeck spreekt aan Dries van Lochum von sinen za: moders begrafenisse (...?) 14 Dage.

* 1609, 16-11: ORA Enschede SG.019.189: In zittend gericht is erschenen Evert van Werseloe met Ale zijn echte huisvrouw, ende bekande <was voer hem> en voor de oevrige erfgenamen, hoe dat hij had ontvangen uit handen van Wolter Brouwer en Driess van Lochum die somma van honderd daler tijtincks tot dertig stuivers van vijftien plakken gerekend, welke penningen heerkomen van Meester Gerrit Rhinvisch die junge van wegen sinen groeten Ungelucken van de misedaad des doodslages, zo diezelve an gemelde Wolters vader Johann Brouwer begaan heeft, waarna zij jaarlijks en alle jaren op Lichtmisse winter<?>dage voor ofte na ten pensioen geven ende wel betalen zullen zes derzelviger daler van waarden wie uiting, ende zal <?> die neste pensionen verschenen up tegestkumbstigen Lichtmisse aan enen jaar. Welke pensioenen dan moet <...> unde uitgedeeld worden dan is aan aller nodigsten wan sodann sij (de akte breekt plotseling af). [in de volgende akte spreekt Elsken, za: Johann Brouwers nagelaten huisvrouwe, Johan van Alstede aan, omdat ze in haar mans spullen een brief gevonden heeft van 31-1-1589]

* 1611, 21-10: ORA Enschede SG.019.308: Dries van Lochum spreekt aan Willem Wolterinkhof voor schuld ad computum. 14 dagen. (fol. 310) Driess van Lochum doet zijn verwin op Willem Wolterinckhoff luidt de aanspraak. Contumax.

* 1611, 2-12: ORA Enschede SG.019.313: Driess vann Lochum doet pandtverkopinge an Willem Wolterinckhaves pande, luidt de aansprake. Koper ut supra.

* 1612, 18-2: ORA Enschede LG.002.007: Erschenen Dries van Lochum ende Anwalt Jutten Micharius verhalende hoe dat die zalige Peter Muller ende Jenneken zijn gewezene huisvrouwe, den gemeenen be<taler?> buiren gerttelichen ...stekate ende geleend hebben die summa van veertig daell..g stucken tot dertig stuivers gerekend, waarvoor Geert Nijhuis, alhier jegenwoordig, bedaget zijnde ende Johan Averbecke usu in Veluwe residerende over de marke gelavet (beloofd) hebben zulke voorsz penningen op middewinter anno duizend vijfhonderd eenennegentig goettlichen met alle onkosten, sinens ende schade ten restitu waren alle uit vermogen een obligatie alhier gerichtelicken in Origenati (Origine) geexhibeert. Aldewijle dan den ... ende die klare waarheid is aan concluderende sustineren en bidden klageren in Rechte te erkennen dat die beklaagde buiren ten rechte schuldig werden gehouden zijn hem klageren die gemelde summa ende upgelopene pension tsampt allen onkosten hinder und schaden bewijselijken daarbij geleden op te leggen en te betalen, zulkes Rechtelijk willen elageren aan onpartijlijk oordeel ende recht gesteld hebben. Salud Jure addendi diminniendi.

* 1612, 6-3: ORA Enschede LG.002.017: Dries van Lochum doett upbadinge op Herman ten Kotte sijne pande

* 1612, 6-5: ORA Enschede LG.002.050: Erschenen Harmen Walminck met sijn huisfrouwe Swenne in betrachtunge nemende dat denn minst sekeren en is dan die doedt, unde minst onsekere als die ure desselven, ommen dan alle onlusten toe vermijden unde voorterkommen, so ... nu hare beijden eheluden aff strevent tusschen haren frunden unde erven vereischen mochten hebben soe nafolgende gestelt vichtavong <?> naer <?> van goeden verstanden van haren tsamende goederen die sie (ingev: nu hebben ofte in toekombstigen tijden) nha haren affstervent mochten nalaten nafolgende gestelt willen disponeren daergestelt dat gemelte Walminck unde sijn huisfrouwe Swenna voorsz gegeven hebben hare brijene bheluden dochter Griete unde haren Man Dries Muller also daer penningen alsz soe ehelude voer dato deses tot een koop van het Erve Lasunder verschaten hebben, an haer dochter voorsz unde desselven man (ingev: unde datt ten sunderlinge consideratie dat gemelte Dries Muller unde desselven huisfrouwen haer voorsz olderen mervind <?> frindschap unde dreste briwesen hebben in oren olderen die Kennige oere andere kinderen) denwelcke hem die andere mede erffgenhaemen vrij unde onverspijent sollen laten inholden ende genietten. Desz sollen Dries unde sijn huisfrouwe nae affstervens van vader unde moeder wedder inbrengen (51) driehondert Carolus guldens als hare dochter Griette tot een bruidtschat mede gegeven te gelijck oock den treden ader het harmenbarch tot welcken ende andere goederen, so die wetig eheluden ten dode mochten nalaten, sollen gemelte Dries unde sijn huisfrouwe Griette unde die andere Erffgenhaemen als den mede ten gelijcke ten drelle gaen, verclaerende bij desen gemelte eheluden dit oeren goeden willen toe sijn gelavende hare dochter unde oren Man genoembt die toe staenne wachten unde toe waerenn, Nair ingelijcken sie reciproce oere voorsz olderen gelavet hebben, ten achterfolgen unde naterkomen waertegens die andere erffgenhaemen geen exceptien offte nije lose funden deser contrarie sijnde, sollen hebben toe genieten semper so noedig in meliori forma.

* 1612, 30-6: ORA Enschede LG.002.081: Dries van Lochum doett anneischeninge op Harmen ten Kotte sijne pande

* 1613, 9-3: ORA Enschede LG.002.202: slecht leesbaar. In jegenwoordigen gericht erschenen Lieffert ten Lasunder en Geert Koopman Egbertsz met een vertoonde en in rechtelijken gepasseerde ... volmacht van Claertien Evert Frans van Leuwerdens dochter, weduwe van zalige Gerrit Petersen van Lochum, geassisteerd met patent van ... borgemeesteren ... staet Utrecht ... op hen beijde geconstitueerde verklaarden in dato van 6 juni 1612 gepasseert ... ende denselven volmacht ten wollen ... summe van (twee hundert) vierentachtentich daeller (...) zo Andries Petersen vermogen sijn ... wuthkoopsbrief van dato den 4e septembris 1609 den gemelten za: Gerrit van Lochum schuldig was bedancken (...) den selven Andries Petersen van goede betalinge, renvoijerende vermits desen van alle rechtre.. actien als die weduwe in qualite in ... wijs competerende is an die ... bij erfschult Gerrit Petersen van Lochum zal: van dat niet moe dat nagelaten wutgesondert oock anpart in den huisraad

* 1613, 8-6: ORA Enschede LG.002.242: Erschenen Harmen Walminck, krank te bedde leggende, met sijn huisfrouwe Swenne, noch gesont sijnde, den welcke bekent hebben voor den Richter unde gemeende cornoten soo ten huse van Walmink gewesen, woe dat hie oere sonne unde dochter Griette (ingev: Dries) gegeven hebben unde geven met desen voer vuch dant sijnen andere kinderen int geheel ofte pt dess<?> nicht tegen sollen hebben toe zeggen also daer driehondert Carol gulden, so gemelte Walmink hem Dries ende sijn dochter Griette van desen geleegt hebbe, waarmee hie mij wenst hercifet gelavende hem kinderen ein erffelich ende ehwichlik toe staenn unde toe waren in meliori forma.

* 1614, 1-2: ORA Enschede LG.002.366: Dries van Lochum spreekt aan Egbert ten Wageler voor schuld tot rekening. Contumax.

* 1614, 8-2: ORA Enschede LG.002.369: Een hele uitgebreide akte in lastig handschrift: de helft van een stuk land in de Twickeler marke wordt verkocht, waarvan de andere helft Dries van Lochum competeert.

* 1614, 30-5: ORA Enschede SG.019.477: Driess vann Lochum spreekt aan Willem Wolterinckhoff voor schuld ad computum en Johan Tichels voor 18 daler luidt zijn eigen hand. 14 daler.

* 1614, 4-7: ORA Enschede SG.019.484: Driess vann Lochum doet zijn verwin op Willem Wolterinckhoff luidt de aansprake contumax.

* 1614, 11-7: ORA Enschede SG.019.489: De zaak tussen de erfgenamen van za: Hermans Walmincks en Driess van Lochum wordt geverstit tot de eerstvolgende rechtsdag

* 1614, 19-9: ORA Enschede SG.019.496: Driess vann Lochum spreekt aan Stine Helmichs voor schuld ad computum. Contumax.

* 1614, 24-10: ORA Enschede SG.019.501: Driess vann Lochum verkocht Willem ten Wolterinckhaves panden, luidt de aansprake; ende Stine Geerlichs pand. (fol 503): Erschenen Driess vann Lochum allegerende wie dat inn die hij ... Reformatione titull van contumacie ofte etc. [verder transcriberen incl. de volgende pagina]

* 1614, 31-10: ORA Enschede SG.019.508: Driess van Lochum doet aneigeninge Wilm Wolterinckhaves pande

* 1614, 1-12: ORA Enschede SG.019.511: Erschenen Driess vann Lochum ende exhibeert die akte van dupliek met ... documenten <...?>

* 1615, 4-3: ORA Enschede SG.019.525: Driess van Lochum spreekt aan Johan van Alstede naar luidt zijns za: vaders Regelwanck alhier (fol. 526) <van torrel vann enen minnde gaester Idan schepel van 24 st unnde voer sesthien daler unde twie Rickes daler> Johann van Alstede <vrouwen kennet> schuldich dann secht dat sie <aenvand ankeninge> daer tegenn heeft. Waartegens Driess secht allunt wat Jan van Alstede bewisen kan <...> dat sinen vader betaelt 't hebbene sall hem guide betalinge versterckenn.

* 1615, 23-5: ORA Enschede SG.019.536:Geert van der Hand (burgemeester van Velden) en Dries van Lochum worden door de magistraat aangewezen als mombaren over de vijf onmondige kinderen van za: Hendrik Engerkinck, op verzoek van Gerrit en Jutte Micharius als 'monden' van za: Enneken Micharius, gewezene huisvrouwe van za: Hendrik Engerkinck.

* 1615, 3-10: ORA Enschede SG.019.578: Dries van Lochum spreekt aan Johan Tichels voor twaalf daler <...> vijf stuivers vaer luidt zijn eigen handschrift. 14 dagen.

* 1615, 16-10: ORA Enschede SG.019.583: Erschenen Driess van Lochum ende bekande gerichtligen woe dat za: Philippen Ferre <soinent> za: vader Peter vann Lochum vooijt t'eene huise, daer nu ten tidt die junge Geerdt ter Welle inne <..., niet: woont> unde doe ten tidt Philippen toe behorich vunschenvert <?> heeft twintich dalers tsucke tot dertich stvrs hier beconnens verscheenen heeft van welcke du<iten> enigst veurgz achthin daler utfangen unde den kinderen van Philip twie daler quid gegeven die Geerdt ter Welle sam.. betaalt hebbe en Vaeromm Driess hem bedanket gueder betalinge unde soe ute was .... inden Prothocolle bevondene mocht werden sall vermits diesen kragtloes unde betaalt sin.

* 1616, 15-1: ORA Enschede SG.019.596: Lambert Brouwer, Driess van Lochum ende Egbert Jorrissen als mombaeren van za: Hinderich Engerkincks nagelatene kinderen doen hun verwin op Bernandie Cernago met eis van kosten. Burgemeesteren vergunnen ambtshalven Bernandin Cernago acht dagen tijd <...>

* 1616, 5-2: ORA Enschede SG.019.607: Driess vann Lochum spreekt ann Herman ten Varvick voor tsaeventich daler naer luidt eenen obligation soe cleger alhier vertoonet 14 dagen.

* 1616, 15-2: ORA Enschede SG.019.611: Driess vann Lochum spreekt ann Herman ten Varvick voor tsaeventich daler naer luidt eenen obligatien alhier in judicio vertoonet 14 dagen.

* 1616, 4-3: ORA Enschede SG.019.616: Erschenen Herman ten Varvick ende bekant woll dat hie met Dries van Lochum gereckent hebben als bie die handschrift gegeven hebbe, dann hebbe na den tidt benondenn hem ..eenen van Driess ... was, alzo die doemaals met ... berekent hebbe.

* 1616, 15-4: ORA Enschede SG.019.626: Dries van Lochum verzocht alsnog 14 dagen tijdt - ter nodt 3 weken om te repliceren tegen Herman ten Varvick die welke hem vergunt zijn.

* 1616, 10-6: ORA Enschede SG.019.645: Dries van Lochum spreekt aan Geert Cost voor schuld tot rekening - 14 dagen.

* 1616, 17-6: ORA Enschede SG.019.650: Dries vann Lochum vergunt Herman tenn Vervick nog 14 dagen tijd, ein Jeder zijner rechtens onverkortet.

* 1616, 1-7: ORA Enschede SG.019.652: Die mombaren van Henderich Engerkincks kinderen verzoeken van die contumacie zo zij op Bernardin Corniago op de dupliek getekend en van al het geen daarop gevolgd is copia en een maand tijd, ter nood zes weken. Dries van Lochum doet zijn verwin op Geert Cost luidt de ansprake contumax.

* 1616, 8-7: ORA Enschede SG.019.658: Dries van Lochum verkocht Gerdt Costes panden, luidt der ansprake.

* 1617, 2-1: ORA Enschede SG.019.693: Die mombaren van za: Henderich Engerkincks kinderen spreken aan Pelgrim Kost op 't arrest van zodane penningen die hij van za: Hendrik doende arresteren laten, en dat uit kracht van zekere rekeninge daarvan opgericht met Geerdt Michoris, welke rekening junger is als de koophandel daar zij Pelgerim en Mechtelt Oelen mede gesproken welke beide van ener persone verkonende (?) zijn. contumax. / Dries van Lochum spreekt aan Pelgerim Cost voor veertien daler en 24 stuiver geleend geld, vermogen des beklaagden zelven hand in dit gerecht vertoond. Contumax.

* 1617, 3-2: ORA Enschede SG.019.695: Erschenen Pelgrim Kost en doet af zodanig beslag als Dries van Lochum op de penningen onder Sander ten Hundfelt staande hadde gedaan, en dat met consent van Drees voorsz.

* 1617, 18-2: ORA Enschede LG.004.032: Op gisteren wesende den 17.en huius hebben Woolderinck ende Geert Engerkinck geconstitueerd ende volmachtig gemaakt hun zwager Andries van Lochum omme van hunnentwegen met vriendenschap ofte met recht invorderen also tweehonderd ... verlopene pensioenen vermoge zege <?> ende brieven daer van sijnde in dato dusent vijffhondert seven en seventich den twelften Novembris van die opwonende ende gebruickeren den Erves Strodinck gelaveten voor rest onverbreecken vunde in Waarden <?> toe holden wes bij gemelte volmachtige in desen gedaen ofte gehandelt sal werden. / Dries van Lochum doet opbadinge op Geert, Harmen ende Henderick Strodinck oer panden als opwoonders en gebruickers den Erve Strodinck unde dat vermogen zijne gedane aanpandinge.

* 1617, 11-3: ORA Enschede LG.004.044: Dries van Lochum doet aneigeninge op de gebruikers van het erve Strodinck als Hendrik, Geert en Harmen

* 1617, 2-5: ORA Enschede SG.019.719: In sittenden gerichte erschenen Egbert Jorissen und Drees vann Lochum als mombaren van zalige Henderich Engerkincks kinderen en verzoeken alsnog 8 dagen prolongatie tegens Bernardien Cerniago, op herpanninge was verdragen die sin <?> van Bernardin vergundt werden ein Jeder smins <?> Rechtens en verkortet. / (fol. 723) Engelbert Engbertinck spreekt aan Dries van Lochum voor een Rijksdaler en voor hinder en schade, ad computum. Op aansprake voorsz geeft ter antwoord Dries van Lochum dat hij den klager niet Teller ader pennink schuldig zij, 't zij dat anklager zijn aanspraak verificeren wil beklaagde alsdan hem opleggen en betalen.

* 1617, 15-9: ORA Enschede SG.019.764: Drees vann Lochum spreekt aan Hendrich van Coesfelt voor tseventig daler die hem toegezegd van wegen Harman tenn Varvick vermogens een handschrift die Harman ten Vervick hem gegeven heeft, eraerinne den vrsz Varvick vijf daler geremitteerd heeft. Vergund 14 dagen.

* 1620, 24-10: ORA Enschede LG.005.026: Erschennen Dries van Lochum unde hefft geëxhibiert zeckere acta uuth den nhammen van Luicken Roebertinck geïntuliert protestatie Luicken Roebertinck triumphert contra exceptionem nullitatis van Henderick Roebertinck gepreponert. Erschennen Luicken undt Aelcken Roebertinck unde hebben geëxhibiert zeuckere designatien van costen so op unde tegens Henderick Roebertinck

* 1620, 12-12: ORA Enschede LG.005.046: (in de marge): Erschennen, Anna van Nijenhave met Andries van Loghum oren mombaar geasissteert met Engelbert van Zwolle unde hefft gecavert an Henderick van Coesfelt unde sijn huisfrouwe Griette een stucken boulandes, liggende in Tweckeler marcke met d'eenne sijdt an d'enen ende an Hans Westenbergs landt den anderen ende an't Veld, bedankende hem Coesfelt desselfs goede betaellunge.

* 1620, 19-12: ORA Enschede LG.005.048: Erschennen Dries van Lochum geasssistiert met Aelcken Roebertink so voor haerselves als mede voor haer broeder Luicken comparerende, unde secht woe dat sie luden voor desen nhu twee maenden geleden hebben geëxhibiert zeckere taxatie van lose uuth craff harer geoltinneerder sententie tegens Henderick Roebertinck, offte nhu wal gemelte Roebertinck voor die ijrste wijse ses wecken tijdt omme daerop toe diminueren versocht unde erholden hebbe welcke tijdt nhu voor 14 daegen geleden was geacceptiert unde doemaels noch wedder 14 daege verzocht welcker des van diminatie van daage is diennende unde dannoch in mora verblijfft van op die overgegeven taxatie toe diennen van alss. sustineren unde concluderen, gemelte comparanten toe weten Dries met sijn consorten dat gemelte Henderick Roebertinck van wijdere inbrengent der dimunitie behore verstocken toe sijn, unde datt het gerichte op die voorss. ingediende taxatie van kosten gelieve unde behore toe modereren, verzocht dat dieselve hijrop mach ingeeischet worden, niett comparerende dinet sie comparanten op Gerrit Roebertinck voorss. contumaciam; protesterende mede van dese daages kosten unde so veerness hijrop koper mochten. Contumax.

* 1621, 22-1: ORA Enschede SG.056.014: In zittend gerecht zijn erschenen Johan Cost en Dreess vonn Lochum en spreken aan Willem ter Welle, verhalende hoe dat diezelvige lestmaal op die huisrechtinge van Egbert Jorrijssen hun Johan Cost en Dreess voorsz. avergeredet en gescholden hadde voor schelmen en Dreeses vrouwe over geredet hadde dat ze een hoer weze, de welke danoch alle de dagen oeres levens geen schelmen of hoeren getrouwd ofte holtgeweest zijn, met welke aangedane injuriën die beklaagden niet alleen hem klageren zonder hoer gantze geslachte ten hoogesten aangetatet hebben, die ze omme geen Guidt ter werelt gedenken te lijdenn, zeggen derwegen klageren dat de bedaagde Willem ter Welle te rechte zal schuldig ende gehouden zijn, hem zulks avergeredete injuriense scheltwoorden waar te maken oder en antweder daarvoor paliodiam te caveren ende diezelvige in zijne mundt te kloppen. Zulkens rechtens willen klagere tot erkentnisse ... erbaren Raedens gestalt hebben. Waarop Willem vrsz erschenen ende dachte dat hij den gen. Johan Cost, Dreess en zijn huisvrouw zulke woorden uit dronkenschap wel avergeredet, maar hem diezelfde avergeredet, wete van zie alleen niet anders te spreken als alle eer ende frommigheid, kenne hem daarvoor daar hem zijne naburen en alle goede lieden voor kennen.

* 1621, 30-1: ORA Enschede LG.005.065: Erschennen Henderick Hoettinck unde hefft in die allerbeste forma unde mannire van rechte geconstituert unde volmachtich gemaecket, constituerende unde mackende volmachtich crafft deses Dries van Lochum omme uuth sijn comparanten nhaemen toe vertreden, unde met rechten toe verdedigen alsodane actie offte aenspracke so Wermer Wolbertinck op hem Hoettinck voorss. voor desen gerichte hefft geïnstituert voortz in allen deses toe doenne unde toe laten als offte hie constituant selvest present sijnde solde konnen doen offte laten geschieden gelavende mede in weerden toe holden was bij hem constituant in desen zaaken gedaen mach worden unde hem oick van alles schaadeloos toe holden unde ter indemmissi van semper in forma meliori. Erschennen Dries van Lochum, volmachtiger voorss. unde hefft geëxhibiert sijn schrifftelich andtwoort op unde tegens Wermer Wolbertinck. Erschennen Wermer Wolbertinck unde verzocht een maendt tijdes unde copie ter noot ses weecken.

* 1621, 17-2: ORA Enschede LG.005.081: Erschijnnet Henderik Roebertink contra Gese ten Brandenbuses unde verzocht op die hem ingediente asserte unde vermeente dupliq alnoch den tijdt van 14 daegen unde solx door dien dat, sijn tegenwoordige advocaet in sijns jaren principales saecken so fan errinnerunge segt dat hem ondermalich gewest op voorss. asserte dupliq tijdlicher toe doen. Inmiddels protesterende jures ende misema zaemenne et ludenti nullitate attentationem adversie sententiam difiniruim voorgaende als oick van costen ende schulde gelavende toe doen. Die verzochte 14 daagen tijdt, wort partij advers door Dries van Lochum, vergunstiget mitz dan dat hie hem sal erforderen dese daages costen gelijck in judicio geschiet.

* 1621, 26-2: ORA Enschede SG.056.017: Dress van Lochum doet zijn verwin op Johan van Alstede, luidt de aanspraak, contumax. Johan van Alstede verzocht 14 dagen en copiam.

* 1621, 13-3: ORA Enschede LG.005.093: Erschennen Dries van Lochum, alss volmachtiger van Henderick Hoettink unde secht dat huden die verfouchte dach is dat Waerner Wolbertinck sijn repliq indiennen solde, dewijle averst dselve niett an comparant unde solx inbrachte verzocht hie volmachtiger wegen sijnnes principaels op den selven contumacia met eischs maeckende van costen. Non comparuit ergo.

* 1621, 24-4: ORA Enschede LG.005.110: Dries van Lochum uuht den nhaemen sijnnes swager Verwoolt spreckt aen Johan Roetterinck toe Lonniker voor schult tot rekenunge, 8 daegen tijdt.

* 1621, 8-5: ORA Enschede LG.005.119: Erschennen Dries van Lochum uuht den nhamen van Luicken unde Aelken Roebertinck, unde hefft geëxhibiert sijn act van quadrupliq, contra Gerhart Metelen unde voor geroepenne pretensien.

* 1621, 19-6: ORA Enschede LG.005.143: Erschennen Dries van Lochum, volmachtiger van Luicken unde Aelcken Roebertink unde secht woe dat hie nhu vergangen drie weecken zeuckere contumacie hebbe geobtiniert, op Henderick Roebertinck. Edoch is dieselve doemaels den tijdt van 14 daegen omme deselven contumacie toe purgeren voorbeholden, unde solckes in zaecken des slutinge eennes processes tussen voorss. partijen hem unde geventuliert, voor desen E. gerichte so ist dannoch dat vergangen acht daagen Albert Helmichs sich draegende als volmachtiger van Henderick Roebertinck in dato den 22e Junij deses jaers zeckere missiven anden gerichte oversonden hefft waerinne dieselve enige reden van purge geallegert unde darebeneffens noch 8 daegen tijdt tot slutinge voorss. process verzocht, dewelcke hem oick bij den gerichte unde pars. adverso vergunt is worden. Dewijle dan voorss. Roebertinck desen alles ongeachtend unde in den wint geslaegen unde als desen dach noch niett en comparert omme tot slutinge des process toe treden, maar wolewaar alle tergiversittie unde wijdere uutflucht etc. tot voorss. volmachtigers unde sijnnen principalen praejuditie tenderen … sich doen blijcken so sustiniert deselve dat nhu als moris die vorige geobtineerde contumacie, unde oick ten gefolge haar voor desen acht daage geëxhiberd schriffteliche act, horen effect behoren toe sorteren unde dat daar beneffens, neffens substitutie allen desen angewanten unde vorigen onkosten hem Roebertink van ewich silentium moge geimporiert worden, solckes ad decretum judius stellende (fol. 144) het gerichte omme dat nijmmandt in sijn goet hebbende recht gepracixitert worden mach unde die richter niett in persone presens verzocht hijrop den tijdt van acht daegen omme sich in desen toe delibereren.

* 1623, 23-6: ORA Enschede, SG.020.030: Lucas Becker spreckt ahn Dreesz van Lochum voor 30 st herkommende van beklagender soene, van meisterloon wegen een quetzuire so Beklagenden soene Clegers soene angedaen. Op anspraeke vorsz, gift ten andtwordt Dreesz van Lochum, dat solches uth spoelle geschiet, hadden sie tho hope gefochten, so wolde hie solches betaelen aldewijl solches jocose geschiet kent hie hem niet schuldig, dan sie hebben risotomme gespoelt ende daer sinnen mehr kinder gewest spolenn dan die syne, versochte deswege beklagende schadelose absolutie.

* 1623, 6-10: ORA Enschede SG.020.045: Drees vann Lochum biedt op een tinnen bord van Johan van Alstede, ingezet op 7 oren.

* 1624, 31-5: ORA Enschede SG.020.096: Drees vann Lochum spreekt aan Weszel Becker voor de somma van 17 daler, herkommende van 't verkochte huis voor de Veltpoorte, voor hie gekocht heeft van Joachum Spijlen, en de klager op Martini erstleden te betalen toegezegd heeft. 8 dagen.

* 1625, 17-1: ORA Enschede SG.020.145: Dreesz van Lochum spreeckt aen Wessel Becker voer dree daler, 14 dage

* 1625, 7-2: ORA Enschede SG.020.150: Drees vann Lochum doet zijn verin op Weszell Becker, luit de ansprake. Contumax.

* 1625, 26-9: ORA Enschede SG.020.179:Drees vann Lochum spreekt aan Willem Wolterinckhoff voor 14 daler 7 penn berekende schuld. 14 dagen.

* 1625, 24-10: ORA Enschede SG.020.193: Drees van Lochum spreekt aan Coerdt Reiger voor 6 daler, herkommende van Johan van Alstede, die Coert beloofd heeft te betalen, zijnde verschenen rente. 8 Dage.

* 1625, 7-11: ORA Enschede SG.020.198: Drees van Lochum doet zijn verwin op Coerdt Reiger, luidt der ansprake. Nog spreekt hij aan Arendt Haijminck voor schuld ad computum. 14 dagen.

* 1626, 16-1: ORA Enschede SG.020.208: Dreesz (doorgehaald: Kremer) Vann Lochum per uxorem doet sijn verwin op Evert Rodinck luidt der anspraecke. Contumax

* 1626, 30-1: ORA Enschede SG.020.216: Drees vann Lochum verkocht Evert Roedincks panden, luidt de ansprake. Drees van Lochum doet aneigeninge aan Johan van Alstedes panden

* 1626, 27-2: ORA Enschede SG.020.225: Drees van Lochum spreekt aan Henrich Kopen Egbertsz voor 25 daler min 10 st geleverd geld. Contumax. (fol. 226): Die zake tussen Drees van Lochum eens en Stijne Brouwers anderdeels, wordt ten verzoeke van Drees voorsz geverstit 14 dagen, en in zijn rechten onverkort.

* 1626, 24-4: ORA Enschede SG.020.237: In Sittenden gerichte verschenen Johan Wijnolts uit naam van Stijne Brouwer en verzocht de tijd van drie weken jegens Drees van Lochum

* 1626, 12-6: ORA Enschede SG.020.247: Drees van Lochum verkocht Henrick Kopen Egbertsz panden luidt de aansprake. In sittenden gerichte erschenen Drees vann Lochum en verzocht alnoch den tijd van 14 dagen prolongation jegens Christina Brouwers een ieder zijnes Rechtens onverkortet

* 1626, 26-6: ORA Enschede SG.020.254: In sittenden gerichte erschenen Drees vann Lochum en heeft geexhibeert zijn akte van trijplijck op en jegens Stijne Brouwers, verzocht klager wie daarin verzocht is worden. Beklaagtinne verzocht de tijd van een maand en copiam.

* 1626, 9-10: ORA Enschede SG.020.285: Drees van Lochum per filium Petrum doet aaneischinge aan Willem Wolterinckhaves panden luidt de aansprake. Nog doet hij zijn verwin op Derrick Berliges luidt de aansprake. Die zake wordt in verzoeke van Derrick Berliges geverstit de tijd van 8 dagen. De zaak tussen Drees van Lochum eens, en Stijne Brouwers anderdeels, wordt ten verzoeke van Drees voorsz. gevestit den tijd van 8 dagen.

* 1626, 26-10: ORA Enschede SG.020.287: In sittenden gerichtes erscheen Peter van Lochum uit den name en van wegen zijn vader Drees van Lochum en verzocht alnoch op en tegens Stijne Brouwers de tijd van acht dagen en ieders zijnes rechtens onverkortet. (fol. 288) Drees van Lochum per filium verkofft Derrick Berliges panden luidt der aansprake.

* 1626, 6-11: ORA Enschede SG.073-026: processtukken over de zaak tussen Andries van Lochem en Christina Budde, weduwe Wolter Brouwers. Van Lochem zegt op 14-11-1625 dat Wolter Brouwers en zijn vrouw op Palmavond 1612 dertig daalder van Van Lochem hebben geleend tegen een rente van 1 daler, 26 stuiver en 4 penningen. In 1625 waren dus dertien rente-jaren verlopen, zodat Brouwers hem 21 daalder, 23 stuivers en 4 penningen schuldig is, boven de hoofdsom. Brouwers heeft weliswaar volgens afspraak de hoofdsom afgelost, maar ze heeft de rente nog niet betaald. In reactie zegt "Christina Budden, nachgelassene wittib weilandt Wolteren Brouwers". Ze zegt dat haar spilzieke man haar, met haar vele kinderen, ongeveer 7 jaar geleden in de steek gelaten heeft en naar onbekende bestemming is vertrokken -hoewel ze gehoord heeft dat hij in mei in de stad Radis in Bohemen is overleden - en dat ze van een obligatie en lening niets weet. Hoewel eiser en verweerder acht of negen huizen van elkaar af wonen (de ene aan de ene kant van het kerkhof, de ander er schrikswijze tegenover), en de schuld al dertien jaar bestaat, heeft hij haar nog nooit eerder om aflossing of rente gevraagd (pas onlangs, bij een ontmoeting voor de Veldpoort), terwijl volgens het recht een schuld, die niet ingevorderd is, binnen tien jaar (voor inheemsen) of 20 jaar (uitheemsen) verjaart. De obligatie is bovendien geschreven op een uit een schrift gescheurde kaart, en ze gelooft niet dat die echt is. Haar man heeft overigens erg veel gronden die zij in het huwelijk had ingebracht, aan anderen verkocht (o.a. een gaarden aan Laurens Smidt verhypotekiseerd, die nu door Egbert ten Vogelsanck gebruikt wordt) en zich van de opbrengst dronken gedronken en gedobbeld, tenslotte met het resterende geld vertrokken, zijn vrouw met vier kinderen in armoe en ellende achterlatend. Haar man was ook gewelddadig, en als ze het huis uit vluchtte, dan verbood hij zijn buren om haar logies te geven, zodat zij vaak op het kerkhof in het gras heeft moeten overnachten. Volgens Van Lochem kan het best zijn dat haar man veel grond verkocht heeft, zij bezit nog steeds het huis en hof waarin ze woont plus 28 gaardens buiten de poorten - te samen minstens duizend gulden waard. Zij wijst met heel veel omhaal van woorden de beschuldiginen ronduit van de hand.

* 1626, 20-11: ORA Enschede SG.020.298: Er wordt een getuigenonderzoek ingesteld, waarin vijf getuigen gehoord worden onder wie Drees van Lochum. Maar hij verzoekt uitstel van beantwoording (het gaat o.a. om de inhoud van een kistje in Oldenzaal, waarvan een erfgenaam vermoedt dat Drees van Lochem en dhr Pijlas een deel van in bewaring hebben gekregen).

* 1626, 11-12: ORA Enschede SG.020.320: Drees van Lochum, verhalende woe (fol. 321) dat hem voor dezen bij sententie overlacht zij 't sollen doceren dat die obligatie van Wolter Brouwer bij het proces van klager overgelegd van za: Wolter Brouwers hand 't sij als comparieren ten fine als vorens Herman Schouwinck en Lijfert ten Lasunder, ende hebben aldaer vertoond in hun schuldboeken enen zekere hand, zeggende ende bekennende het zelvige za: Wolters hand te zijn, zo met beklaagtinnen hand in hun schuldboeken <...> teeckent <...> welcke schrift dan medt (niet?) ledteren accordeert opt voorsz obligatie soe voermaell bij het proces overlegd is worden. 't Welck Borgerinne erkennen t' accorderen. Erschenen Andrees van Lochum ende doet verklaringe op huiden van veertienden dach, dat hie nicht en begeert to appelieren van die nulle ende inique sententie doe voor veertien dagen is gepronuncieerd, maar protesteert van dezelve dat zulke nulle sententie hem geenzins kan raken. Willende ook niet die zulks van Godt binnen een korte tijd die voorverhaalde nulle sententie per remedium nullitatis annulieren. [er moet dus eind november 1626 een uitspraak zijn waarin Dries van Lochem wordt veroordeeld]

* 1626, 18-12: ORA Enschede SG.020.326: Schepenen en Raad dezer Stad met advies ener onparthijschen Rechtsgeleerden doctor Herman Huiskens, afgelezen bij welke sententien klager Andreas van Lochum overlangt ist worden dat hij in den tijd van drie weken rechtmatig zal bewijzen geboerlichen interruptie van perscriptie en daarbeneffens copulative daar doen dat die obligatie za: Wolter Brouwers hand niet (met?) zulke referens daar zulks copulatieve niet en geschege wordt en klaagtinne zo veel haar aangaat van de klagers eis geabsolveert of usu al 't zelve klager verleden 8 dagen heeft gedestineerd van het appèl ende taliter qualiter de hand van za: Wolter Brouwer heeft doen agnoscieren ut laetius in protocolle daar ende is die sententie wie hem klager overlegd is niet voldaan en alzo in Rem Judicatam ergangen daarvan ick niet desistineerde zonder vastliggende daarbij verblijvende protesterende van alle kosten, hinder en schade.

* 1627, 9-2: ORA Enschede LG.006.115: Andries van Lochem treedt op als assistent van Luicken (Lukas) Roobertinck, die als erfgenaam van wijlen zijn vader, het gebruik claimt van de grond midden op de Wruchte in de Lonniker Mark. Die grond wordt nu gebruikt door Vijcker te Lonniker en Henderick Roebertinck te Enschede.

* 1627, 19-2: ORA Enschede SG.020.350: Drees van Lochum doet aaneigeninge aan Henrich Kopen Egbertsz panden, luidt de aansprake

* 1628, 14-1: ORA Enschede SG.020.468: In zittend gericht verscheen Drees van Lochum en heeft geexhibeert zekere aansprake op Christina Budde, Lambert Budde en Sweer Kremer. Verzocht wie daarinne.

* 1628, 18-2: ORA Enschede SG.020.478: Die zake tussen Drees van Lochum en Stijne Brouwer, wordt ten verzoeke van Stijne Brouwer gevarstit den tijd van 3 weken.

* 1628, 31-3: ORA Enschede SG.020.489: Erschenen Christina Brouwer, ende heeft geexhibeert haar schriftelijke antwoord op en jegens Andrees van Lochum, verzocht wie daarinne. Waarop Drees van Lochum de tijd van een maand en copiam verzocht.

* 1628, 28-4: ORA Enschede SG.020.493: De zaak tussen Drees van Lochum eens, en Stijne Brouwer anderdeels wordt ten verzoeke van de huisvrouw van Drees van Lochum geverstit 14 dagen.

* 1628, 12-5: ORA Enschede SG.020.501: Erschenen Johan Cost ende spreekt aan Drees van Lochum omme in Kundtschap ende getuichnisse der Godtlicher Waerheit bij Eden ende Zielen Zaligheid te verklaren wat hem van navolgende interrogatorien bewust ende Kundich zij, ende daer gen Deposant ofer alle tsoventicht hierinne eenige Iergeversation oder verweigeringe dede wolde producent niet lijdenn omme die poene van 25 golden Realen boven sanden tho Rechte.

1. Erstlich betuich sijnn older aff the fraegenn. Ten 2e hem tho fragenn offe niet wahr dat hie deposant neffens Johan Vann Alstede ende Jegenwoerdigen Producent usu ongefaehr acht ofte negen Jaeren geleden, enige parcelen soe eickenn alss boecken holt van den za: Drost Ripperda hebben gekofft. Thom 3.e offe niet wahr datt Johan Cost ende Johan van Alstede doemaels enige duisent ofte tot vierduijsent velgen int getall hebben verkofft ahnn Joachim Spijlenn Vth het Woelthuiss op die Buirser becke tho leverenn. (fol. 502) Tenn 4e offe hie Deposant van soedanige velgen niet hebbe helpen fortenn ende wieden. Ten 5e offe hie deposant niet etliche velgen tho forrenn bestaedet hebbe ahn Perick tho Alstede.

..ven die gerechte Waerheit tho Verklarenn omme Godt ende Recht soe ongefraget alss gefraget allent bij poena Voersz.

Op anspraecke voersz bedaeget ende flitich geexamineert Betuich Voersz tuiget op den 1e art:ll ombtrindt 47 Jaren oldt t’sijnn. Den 2.e ar:ll wahr ende doet hie die koepzedell noch bij sich in den huise hefft. Op den 3.e ar:ll deponiert Betuich solches well van Johan van Alstede ende Johan Cost gehoert tho hebben, maer bij den verkoop niet gewest tho sijnn – addieert dat producent Johan van Alstede bij hem deposant gekomen, ende gesecht hadden Jochum soe Voelg duisent velgen verkofft offte hem ‘tselvige oock lieff was, waerop deposant antwoordde Jae, ick bin daermit ferdig, waernae hief or Voersz enige hondert Velgen op die Buirser Becke heeft laten foren ende op den koop van fiertigen laten. Den 4.e ar:ll wahr. Denn 5.e ar:ll oick wahr, soe ende dat hie die felgen op die Buirser Becke foeren solde den ?rdt 8. Daege.

* 1628, 12-5: ORA Enschede SG.020.503: Drees vann Lochum spreekt aan Willem Wolterinckhoff voor schuld ad computum. 14 daege. Erschenen Drees van Lochum ende heeft geexhibeert zijn akte van Repliek op en jegens Stijne Brouwer, verzocht wie daarinne.

* 1628, 19-5: ORA Enschede SG.020.506: Erschenen in zittende gerichte Drees van Lochum ende heeft den gedane depositien den 12.e Maij geprotocolleerd "met manne Waerheit in Ehedes stat", verklaart alzo waarhaftiges te zijn.

* 1628, 8-9: ORA Enschede SG.020.533: Erschenen Christina Brouwer ende heeft geexhibeerd een akte van dupliek op en jegens Drees van Lochchum (sic!), waarop diezelvige een maand tijd en copiam bedongen.

* 1628, 23-10: ORA Enschede SG.021.018: Erschenen die Erenvesten hooggeleerten Theodorus Oelen, den rechten licentiaet en Johan Cost minor uit naam en vanwegen Geerdt Cost en Aele zijn huisvrouw, verzoekende de burgemeesteren willen de nakinderen van za: Laurentz tho Lasunder, als Jacob en Grietijenn met twee over mombaeren te versehenn , om diezelve in alles voor te staan en over zaken ten besten mede te dirigeren naar behoren. Ter requisitie als vorens, burgemeesteren als nabeschreven, als mombaren gesteld den Edelen Ehrenvestenn Johan Rodolph van Loon ende Andreas vonn Lochum, de welke die mombaarschap dan ook aangenomen, omme volgens der kinderen beste te doen, zo als ze naar hun beste wetenschap doen zullen kunnen of mogen.

* 1628, 23-11: ORA Enschede SG.021.023: Erschenen Drees von Lochum ende heeft geexhibeerd zijn akte van Triplijck op en tegens Christina Brouwen en verzocht wie daarinne verzocht. Stijne Brouwer verzocht een tijdt van een maand en copiam.

* 1629, 16-1: ORA Enschede SG.021.048: Stijne Brouwer verzocht alnog een maand tijd op en tegens Andream vonn Lochum

* 1629, 23-3: ORA Enschede SG.021.072: Drees van Lochum spreekt aan Engelbert ten Thije voor 50 Cr.glds geleend geld. Contumax.

* 1630, 7-4: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Jacob van Zwieten [-103 (is pag 243)]: slecht leesbare akte door waterschade. Gerrit Harmens Koetsier als man en voogd van zijn huisvrouw Annetgen Heijnderickx Clants machtigen mits desen de eerzame Andries van Lochem wonende tot Enschudde in de Twente om in zijn naam voor de edele heren van het gerecht van Enschudde te compareren (...) Pijlas (...) transporteren ... gecomen en aenbestorven ... huijs van Henderick ... in haer leven echtelieden ... tot Enschudde voornt... en quijtgescholden ... te passeeren naer sodanige gebruijcke en usantie alsine tot Enschudde gewoonlijcke ... vermits hij comparant verklaart ... wegen te verlijden van de voorsz persoonen aen de voorn. Jan Pilas verkocht te hebben en de lesten penning metten eersten door handen van denzelven ten vollen vergenoegd en voldaan, gevende de voorn.de geconstitueerde ...

* 1630, 14-7: ORA Enschede LG.007.010: In jegenwoordigen Gerichte erschennen Andries van Lochum, met eenne vertoonde unde gerichteliche verlesene volmacht voor Jacob van Zweittenn, notaris publicus bij den Hove van Holland geadmittiert, binnen Amsterdam residerende, unde desselven getugenn, als toe wetenn Johan van dien Haegen unde Willem Clindt, van Gerrit Harmssen Coutzier alss man unde vooght van sijnne huisfrouwe Anneken Henderix Klandt, op hem Andriess voorss., in dato den 27en Aprilis Anno 1630, gepassiert. Crafft welcke volmacht gemelte comparant Andries, wegen desselvigen principalen, voor ons gerichtelichen bekandt hefft woe datt hie in eennen steden onverbrakenen ewigen erfkoop verkofft hadde, unde verkoffte vermitz desen, jegenwoordichlich, erffelich, ewichlich unde ummermeer, Johan Pilas, Jenneken sijn echte huisfrouwe unde oren erven, offte den holder deses breves, met oren blijckenden willen, alle alsodane jus anpart offte deel, so hem constituant Geert Harmssen voorss. unde desselven huisfrouwe Anneken Henderixen Klandt angestorven sinnen, van alle die nagelatene onrurende gouderenn, hoor bij dode horer oom Henderick Haeminck unde Griettien Klandt, horer moeije, in desen gerichte Enschede liggen mochten, pro quota angeërvet sinnen, geenne int kleijne offte grote uuthbescheijden. Dit allent voor eenne zomma penningen so gemelte (fol. 11) vulmechtiger wegen sijnnere principalen voor ons gerichtelichen bekant hebbenn datt hoor dselvigen van koperen, Johan Pilas, ten vullen betaelt weren, daer sijnne principalen wal angeneuchde unde oren erffgenhaemen ten ewigen daegen wal angeneugen sollen. Gink derwegen volmechtiger in nhaemen sijnnes principalen, van voorss. anpartt der voorgenoembde gouderen pro quota uuth unde dede daerfan oplatinge, uutghanck unde vertichenisse, met hande unde met monde, als recht was, allent tot behoeff Johan Pilas voorss. unde sijnnen medebeschreven. Gelavende hem koperen, Johan Pilas, dit voorss. toe stane, wachten unde toe waeren unde alletijdt beter vestenisse t’ doenne in forma meliori etc. Eodem erschennen Johan Pilas, Jenneken sijn echte huisfrouwe, unde bekande aldaer voor ons gerichtelichen, voor hem unde oren erffgenhaemen, woe datt sie in eennen steden, vesten, onverbrakener ewigen erffkoop verkofft hadden, unde verkofften vermitz desen, (...) sijn eigen vrije toebehorige gaerden, (...) in die Eschmarcke unde desen Gerichte van Enschede gelegen is, etc.

* 1630, 27-11: ORA Enschede SG.021.233: Drees vann Lochum spreeekt aan Derrick Gerliges voor twintig daler, luidt de vertoonde obligatie met daarop verlopen pensioen, ad computm. 14 dagen.

* 1630, 6-12: ORA Enschede SG.021.242: Drees van Lochum doet zijn verwin op Henrick Kopen Egbertsz luidt de aanspraak, contumax. Nog doet hij zijn verwin op Derrick Gerliges, luidt de aansprake.

* 1630, 8-12: ORA Enschede SG.021.243: In zittende gerichte erschenen Derrick Gerliges en zegt op aanspraak Drees van Lochum dat hij die verlopene pensioen te erleggen onverbindig is, die kapitale somme is eerlangende niet geholden te erleggen.

* 1631, 10-5: ORA Enschede LG.007.097: Erschijnnet Dries van Lochum, desen loffelichen Gerichte toekennen gevende hoe hie, cleger, Henderick Hoettink bij den Enscheder Eschs vergangen sommer eennen blockwaegen geleent hefft. Hefft denselven gebruicket onder een holt, unde beijde die steckenn gebraken unde gelembt. Woewal Hoettinck van clager begert hefft, hie solde den waegen laten maecken, hie wolde et betaellen, ende cleger hefft den waegen wedderomme laten maecken, unde van Hoettink verschaijden male verzocht datt hie met den timmerman solde accorderen. Dewijlle solx niett geschiet is, verzocht Dries voorss. het Gerichte wil believen hem daer toe te holden den timmerman toe betaellen offte datt hie betaelt mochte worden. Secht solckes rechtens tsijn unde wil het selvige tot rechtelicher erkantenisse gestelt hebben. Verzocht datt hie hijrop ingeëischet moge worden, niett comparerende dinget hie op denselven contumaciam met eischs van costen. Non comparuit ergo contumax.

* 1631, 5-12: ORA Enschede SG.021.349: Drees van Lochum per filium spreekt aan Johan van Alstede voor de somma van 39 daler, herkommende van een verkocht peerd. 14 dagen.

* 1632, 16-1: ORA Enschede SG.021.362: Dreess van Lochum doet zijn verwin op Johan van Alsteede, luidt de aanspraak, contumax.

* 1632, 23-1: ORA Enschede SG.021.375: Dreess vann Lochum verkocht Johan van Alstedes pande, luidt de aansprake

* 1632, 30-1: ORA Enschede SG.021.384: Dreess van Lochum doet aaneigeninge aan Johan van Alstedes pande, luidt de aansprake

* 1632, 27-2: ORA Enschede SG.021.403: Drees van Lochem badet op een onfijne tinnen teller toebehorig Johan von Alstede, die wordt door de klager ingezet op twee ... en blijvet bij insates koper.

* 1632, 11-12: ORA Enschede LG.007.215: Dries van Lochem zit als keurnoot/assessor aan bij de rechtbank.

* 1633, 8-1: ORA Enschede LG.007.218: Dries van Lochum doett aeneichenunge, uuth den nhaemen van Kortt Henderik, op Kupers Henderik, uuth crafft sijn gedane aensprake unde op denselven geobtineerde verwin. [Kortt Henderik is waarschijnlijk Hendrik Gerritsz ten Cate, de latere schoonvader van Andries' zoon Jan]

* 1633, 25-3: ORA Enschede SG.021.531: Dreess van Lochum spreekt aan Derrick Gerliges voor 20 daler naar luidt zijnen eigene hand en voorgaande gedane opzage. Voorts voor verlopen rente ad computum. 14 dage.

* 1633, 26-3: ORA Enschede LG.007.233: Dries van Lochum, als volmechtiger van zalige nagelatene Verwooldes kinderen, unde spreckt aen Johan Wesselink toe Twickelo. (fol. 234) Dries van Lochum, avermaels in doen eischen Johan Wesselink, diewelcke niett gecompariert, verzocht sijn verwin. Hem bij den Gerichte geaccordiert.

* 1633, 1-4: ORA Enschede SG.021.533: Dreess vann Lochum doet zijn verwin op Derrick Gerliges luidt de aansprake. Contumax.

* 1633, 30-4: ORA Enschede LG.007.236: Dries van Lochum doett opbadunge op Johan Wesselink sijnne pande, na luidt sijnne gedane aensprake. Lambert Hendrixen ten Kotte spreckt aen Geertt Buschers voor ses gulden, voortz tot rekeninge; 14 daege tijdt.

* 1633, 6-5: ORA Enschede SG.021.540: Dreess van Lochum verkocht Derrick Gerliges pande luidt de aansprake.

* 1633, 14-5: ORA Enschede LG.007.238: Dries van Lochum doett aeneichenunge op Johan Wesselink sijnne pande, na luidt sijn gedane verwin unde volgende opbadinge.

* 1634, 2-6: ORA Enschede SG.021.662: Aele Beckers verkocht Greete de weduwe za: Drees van Lochums panden voor verschenen rente waarvan zich Drees van Lochem genunutiert <?> als zijn eigen proper 't willen betalen.

* 1634, 23-6: ORA Enschede SG.021.683: Dreesz van Lochum spreckt ahn Henr: Grevinck voor 10 guld hercommende van borchthall. Contumax.

* 1634, 27-10: ORA Enschede SG.021.732: In zittend gerecht erscheen Greete, nagelatene weduwe van za: Dreess van Lochum, met Bernardt de Laer, oren in deze zake gekoren en gerechtelijk toegelaten mombaer in deze zaak, ende bekende aldaar voor ons Gerechtelijk voor haar en haar erfgenamen woe dat sie oeren sohn Johan van Lochum om reden oer daartoe moverende, voorgaf met consent van haar andere kinderen, gelegateerd en gegeven had, en legateert en gaf denzelvigen mits dezen alzo doent, honderd daler sambt verlopene pensioen als haar van Johann Vogeler welverstrektepenningen competerende ware; die penningen te mogen ontvangen, daarvan te quitteren, diezelve te keeren en laten waar het hem goeddunkt. Dede daarvan transportatie, uitgank, oplatinge, mede vertichnisse met hande ende met monde, gelovende zulks te staan en te waren te allen tijdt, zo nodig beter verstenisse te doen. In forma.

* 1634, 17-11: ORA Enschede SG.021.741: In sittenden Gerichte erschenen Dirck, Jochym, Pyter en Gyrlich van Lochum, vallen gebroderen en kinderen van Za:t Andries vann Lochum, deser Stadts inwoonderen bekannden voor haer selffs eendels, anderdeels over haren broder Joest en Hermken haer suster gekorene, ende bij den berichte in dorsoe Zake togelatene mombaren, dat sie om sonderlinge reden lange voer derchene wie oick haer Comparantenn Broder gedaen ann haeren broder Johan vann Lochum eenpaerlicken hadden opgegeven en toegestaen, gelijck sij luiden alnoch deeden Crafft deeses alsulken anparten als Comparanten wegen filiale portie enich sints gehad hebbenn ann alsulcken hondert Daler Capitaels cum interesse soe haeren vader zal:r an Johan Vogeler weegen geleent geldt ten achteren wasz, ende angesienn Comparanten kundich dat voorsz haeren broder Jan vann Lochum tot betaelinge derselver In der vruntschappe van Vogelers borgen wesende Henderick Reeckers en Henderick Reeckers minor met Rechte hyfft moten bespreecken ende bespraeckende bij exceptie vann haren broderen Cautie voor 't ge trijseden, sijn eijschende soe ist dat Comparanten op hare broder Jan sijn Versoeck Veurt 't geene g: Reeckers In Voersz Carcke (fol 742) van Schultforderinge mogen connen in getrinnen in Voergeroerten qualiteijt anlinge huisz ende hof soe in Ingen woordicheijt bij Comparanten als oock haer moder gebruijckt en bewoont wordt in deser Stadt gelegen en in cas van Surrwinbentie haer daer ahn te mogen verhaelen, belovende oick sampt en bijsonder soe bij den Gherechte verstaenn mocht worden geenn genoechsame verseeckeringe .. geschiet toe sijn vorder borchstellinge te doen. Belovende elckx een voor all deesenn te staenn ende waeren voer Rechts behoerenn.

* 1635, 8-6: ORA Enschede SG.021.787: Aele Beckers spreekt aan de weduwe van za: Dreess vann Lochum als Injurientinne van Henrich Steinfurtsz voor derdenhalven daler verlopene rente. Contumax.

* 1637, 27-11: ORA Enschede SG.022.180: Gerrit Engerkinck en de erfgenamen van za: Verwoldt spreken aan Geerte, de weduwe van za: Drees van Lochum voor drie honderd daler kapitaal cum interesse a die morae sampt voor on.. en schaden fartis et fiendis tot goede Reeckeninge. Peter van Lochum erkent schuldig die kapitale somma en de rente sedert zijn za: vaders dood gepasseerd.

* 1638, 30-4: ORA Enschede SG.022.223: In zittend gerecht erscheen Johann ten Lippinckhave, zo voor zich alsmede uit den naam en van wegen Geert Engerkinck cum suis en exhibeert zijn akte van repliek una cum adiunctis documentis op en tegens Greete van Lochum , nagelatene weduwe van za: Dreess van Lochum, verzocht wie daarinne.

* 1638, 8-10: ORA Enschede Stadsgericht SG.022.248: Barend Schouwinck cum suis gestaden der weduwe Van Lochum gieven langeren tijdt dan nu Warndt gelijck sin voer diensen selffs gehadt om Ante ferias Cundtschap van den saecke tho hebben (…) Johan van Lochum spreeckt ahn Henrich Besselinck voer elff daler harkommende vann verkoffte grundt. En contra eersamen Greete die huijsfr van Henrich Besselinck nu gifft jerffnet woondt op nu jegens Gerte van Lochum …??

* 1639, 21-1: ORA Enschede Stadsgericht SG.022.279: Compariert Berend Schouwink in termino en versocht indieninge van Geerte van Lochums quadruplieck. Jan van Lochum ter contrarie dat hie tot indieninge niet geholden kan worden al ehr ende voor die acte van Triplijck onderschreven sij. Berent Schouwink versocht ener tijdt van 8 dage.

* 1639, 25-3: ORA Enschede Stadsgericht SG.022.294: erschenen de erfgenamen van za: Drees van Lochum triumfant ter eene, tegens Gerredt Engerkinck en de erfgenamen van za: Everdt Verwoolt, succumbenten ter andere zijde in deser gerichte overleverende tot harer decharge al zulke 300 daler capitaal met de interesse van dien sedert Pasen 1634 totte 22 Januari 1638 gesloten, in alzulke voege en dergesteld als de sententien van 4 maart 1639 gepronuncieerd, daarvan is meldende, zeggende daarmede die voorsz sententie geparieerd en genoeg gedaan te hebben. Vende alsoo voorsz Verwoolts erfgen: zich hebbende laten gelusten baven behoeren voor gez. Comparanten hare za: vader in haer overgelegde schrifturen zeer grof liggen ten injurieren. 't Welck voor comparanten om geen goud ter wereld in defens tart kon lijden, verzoekende aan wel gemelde heren burgemeesteren dat die al bereids gedebourcheerde en wtgetelde penningen wederomme in arrest genomen en zulks in boeken gebracht mag worden. Zo voor die ten doene wederklagen als voor de geadjudiceerde costumen onder expresse projustitie dat de gearresteerde penningen aan geroerde Verwoolts erfgenamen in 't minste niet mogen gevolget worden, ten ware zij lieden dezelve ter cautie zochten te lichten in welke gevalle zij lieden extra jurisdictionem vestam wonende, gehouden zullen zijn genoegzame borgen te stellen die deze gerichte subiet en sufficient zijn, waartoe men bij dezen omni meliori modo is concluderende, mits eis van kosten, zulks stellende. Pro judicio et prenunciotione sententia 2 gl 2 stv.

* 1645, 27-9: ORA Enschede SG.001.0124: In sittenden gerichte persoonlijck erscheenen Greete, wed:e wijlen Zal:r Andreas van Loggum geassist metten E. Berent Paeschen, haeren hier toe versochten ende gerichtelijcken toegelaetenen mombaer neffens Joachijm en Jan van Loggum haer compoarantinnen soonen, caverende de rato voor hare medebroeders, seggende hoe dat haer Comparanten respectieve dochter ende suster gen:pt Hermken van (125) Godt Almachtig met blindtheijt besocht sijnde, gantschelijck niet bequaem om haer kost ende kleederen te gewinnen; als verklaerden Comparanten sulckx bij tijde naevolgender gestalt te willen versien, ende naevolgende parcelen van goederen gem:de Hermkens haer leventlanck bij deesen toe te maecken omme nae haer Moeders overlijden hier meede te provenieren d'verschillen soo tusschen geseijde Comparantinne kinderen in d'deelinge der erffenisse solde moogen voorvallen; soedaene naergen:e goederen d'voorsz: dochter ende suster geduijrende haer levent lanck lijftochtswijse sal gebruijcken, naementlijck den geheelen Wiltvancks kamp aen den Butthoff gelegen, Item een maet liggende in 't Laesunder aen het velt, ende het geheele huijs ende hoff waer inne haer comparanten sal:e vaeder met Comparantinne sijn leventlanck gewoont; met sulcken verstande dat d'voorsz Hermken aen niemant vreemdts sal moogen verpachten ende verhuijren d'parcelen boovengem:, maer geholden sijn dieselve hare Broeders ofte derselver erven te laeten gebruijcken, mits daer voor tott huijr betaelende 't geene bij een vreemde gegeven solde konnen gegeven worden; ende dat nae geseijde Hermkens overlijden d'voorn:e goederen onder haere broeders ofte derselver Erffgen:n gelijckelijck gedeelt sullen werden; sonder dat sij dickgem:e Hermken macht sal hebben d'voorsz: parcelen te verkoopen noch vervreemden, ofte den eenen als den anderen wettelijcken Erffgen: ofte vreemden bij Testament ofte codicille ijts voor uijt te maecken ende begiftigen; onder reserff dat gem:e Hermken ten tijde der deelinge haer mette (126) parcelen hier voorens gen:pt voor haer Vaeder ende Moederlijcke goedt, sal moeten bevreedigen semper in forma meliori.p.

* 1654, 20-6: ORA Enschede Landgericht LG.09.532: In eodem Judicio erscheenen Griete, wed. wijln. Dries van Loggum, g’ assisteert met haeren soone Jan van Loggum, haeren hiertoe versochten ende gerichtelijck g’ admitterden mombaer, de rato caverende voor haere vier andere soons, te weeten; Joggim, Pieter, Gerlich ende Joost van Loggum, als oock voor haere dochter Hermken. Ende deede onwedderoepelijcke transportatie, cessie ende opdracht ten erfflijcken behoeve van Herman ten Dijcke, Geesken, eheluijden ende haeren naekommelingen van haer transportantinnen eigendoemlijcke vrije allodiale ende onbetinzede hoijmaet hem gelijck dieselve met alle haer olde ende nieuwe toebehoor, recht ende gerechticheit in Usseler marcke ende deesen Gerichte is gelegen, metten eenen einde aen Abraham ten Bouwhuijs maeth ende metten anderen einde ende twee sijden in het velt. Daer van sij transportantinne, g’ assisteert als vooren, bekande den kooppenn., den lesten metten eersten, vollenkoomen ende ten geneugen ontfangen te hebben. Deede deswegen van d’ verkofte maethe vertichenisse, met hande ende met monde, als recht was. Haer ende haeren kinderen ende erffgen. daervan t’ eenemael ontervende ende den aencooperen cum suis daermeede erfflijck wedderomme beervende, sonder dat sij daeraen het allerminste meer behieltnoch te verwachten was. met beloftenisse van waerschap, breederen inholts des verseegelden brieves

* ongedateerd (ten onrechte 29-8-1612; dateert in elk geval van na 1667): ORA Enschede LG.002.459: Compareert Jan van Loggum junior geassisteert met Lud: Waegelaer, bespreecket praevia citatione d'gebroederen Pieter ende Jan van Loggum als erffgenamen van hunne Moeder ende Comp: Bestemoeder zal: eens voor een summe van 170 Carglds: 9 stvers, 10 penn, vermoege reeckene: voor deesen aen d'voorschr: erffgenaemen overgegeven, ende Comparant van verschooten gelt als anders deuchdelick competerende, en cum interesse a die none, Anderdeels voor een summa van 70 Carglds: op twee gaerden aen der Geciteerden sal:s broeder Joost van Loggum contant versch: om... ende dat alleen op het believen ende het woort ende gehieten van desselffs sael:s respective Moeder ende Bestemoeder, luijt daer van gecelebreerde contract ende obligatie bij d'duckgem:s respective Moeder en Bestemoeder sal:s met haer eigen handt ende merck geconfirmeert, deesen in cas van oppositie per copiam authenticam bijbedonge, versoeckende van expresse bedinck van kosten, interessen, schaeden ... aneischonge, et si non compareant, so decretum contumaciam. Jan van Lochem, soo voor hem selffs als mede uijtte naeme van sijn broeder Pieter versocht onder voorbeholt van alle beneficien rechtens copiam en tijdt van 6 weecken


kind 2: Dirk van Lochem

De enige maal dat ik hem tegenkom is in de akte uit 1634, waarin alle kinderen van Andries van Lochem worden opgesomd. Of heet hij later Hendrik van Lochem? Hoe dan ook komt hij niet meer voor in de opsomming van kinderen in 1654.


kind 3: Gerlich van Lochem

* 1634, 17-11: ORA Enschede SG.021.741: In sittenden Gerichte erschenen Dirck, Jochym, Pyter en Gyrlich van Lochum, vallen gebroderen en kinderen van Za:t Andries vann Lochum, deser Stadts inwoonderen bekannden voor haer selffs eendels, anderdeels over haren broder Joest en Hermken haer suster gekorene, ende bij den berichte in dorsoe Zake togelatene mombaren, dat sie om sonderlinge reden lange voer derchene wie oick haer Comparantenn Broder gedaen ann haeren broder Johan vann Lochum eenpaerlicken hadden opgegeven en toegestaen, gelijck sij luiden alnoch deeden Crafft deeses alsulken anparten als Comparanten wegen filiale portie enich sints gehad hebbenn ann alsulcken hondert Daler Capitaels cum interesse soe haeren vader zal:r an Johan Vogeler weegen geleent geldt ten achteren wasz, ende angesienn Comparanten kundich dat voorsz haeren broder Jan vann Lochum tot betaelinge derselver In der vruntschappe van Vogelers borgen wesende Henderick Reeckers en Henderick Reeckers minor met Rechte hyfft moten bespreecken ende bespraeckende bij exceptie vann haren broderen Cautie voor 't ge trijseden, sijn eijschende soe ist dat Comparanten op hare broder Jan sijn Versoeck Veurt 't geene g: Reeckers In Voersz Carcke (fol 742) van Schultforderinge mogen connen in getrinnen in Voergeroerten qualiteijt anlinge huisz ende hof soe in Ingen woordicheijt bij Comparanten als oock haer moder gebruijckt en bewoont wordt in deser Stadt gelegen en in cas van Surrwinbentie haer daer ahn te mogen verhaelen, belovende oick sampt en bijsonder soe bij den Gherechte verstaenn mocht worden geenn genoechsame verseeckeringe .. geschiet toe sijn vorder borchstellinge te doen. Belovende elckx een voor all deesenn te staenn ende waeren voer Rechts behoerenn.

* 1640, 23-10: HCO, arch 0700 Stadsbestuur Zwolle, registrum civium = burgerboek [invnr 963, scan 71]: Geerlich van Lochem die borgerschap gewonnen ende gelavet als een eedt vermelt fl 6:-

* 1643, 12-6: ORA Enschede SG.023.155: Erschenen Berent Padchen en Anna zijn echte huisvrouw en bekenden alhier gerechtelijk voor haar ende haar erfgenamen hoe dat zij in een vaste, stevige, onlosbare erfkoop verkocht hebben en kracht dezes verkopen de E. Gerlich van Lochem en Trijna zijn echte huisvrouwhaar eigen vrije huis, hof ende alinge weer, zoals het huis met zijn oude en nieuwe toebehoren, recht en gerechtigheden binnen Enschede, met de ene zijde aan Jochem van Lochems huis en met de andere zijde aan zal: Cort Reigers mate, met het ene einde aan Jochem van Lochums gang en met het andere einde aan de Stadsstrate schietende, voor een somme van penningen die verkopers bekenden haar inmiddels betaald (...) voorts zal koperen genieten en erfelijk behouden de put-gang en de halve put, en in dezelfde koop is mede verkocht een hagengaarde, liggende voor de Espoort, met de ene zijde aan Derk Jorritsens gaardeen de andere einde aan Herman Bansens gaarde (...)

* 1648, 18-9: ORA Enschede SG.024.269: Dries Gerlich per servum bespreeket Jan Statius voor 23 1/2 stvr uit zake van geborgde waren. Beklaagde verzocht 14 dage

* 1648, 2-10: ORA Enschede SG.024.274: Gerlich van Lochem per servum doet zijn verwin op Jan Statius zijn panden luidt de aansprake

* 1648, 9-10: ORA Enschede SG.024.277: Dries Gerlich per servum bespreeket Jan Wolterinck voor 23 stvrs uit zake van geborget lijn. Contumax.

* 1666, 15-10: ORA Enschede SG.027.140: Erschenen Hendrik Jansen, koopman tot Zwolle, met ... zijn echte huisvrouw present wezende, met hem als haar man en mombaar geassisteerd, bekenden geconstitueerd en volmachtig gemaakt te hebben de E. Berent Paeschen om uit haar constituantes naam te eisen, invorderen en ontvangen, 't zij in der minne of in rechte, alle penningen die de constituanten in Twente uitstaande hebben, in specie 't gene haarlieden van zal: Geerlich van Loggem en zijn huisvrouw is competerende (...)


kind 6: Joost van Lochem

* ongedateerd: ORA Hattem [invnr 200, D 5-72]: Getuigenverklaring over een vechtpartij tussen Joost van Lochem en Mr Hans [akte niet ingezien]

* 1641, 26-10: vpnd.nl: transcriptie trouwboek Zwolle 1638-1648: Joost van Lochem, j.g. van Enschede, en Hilletijn Lamberts, j.d. van Hattem.

* 1642, 18-7: ORA Enschede Stadsgericht SG.023.063: In zittende gerichte erschenen Joest Andriessen van Lochem (fol. 64) tot Hattem woonachtig, en bekende aldaar voor ons gerechtelijk voor hem en zijn erfgenamen en bekende aldaar voor ons gerichtelijk (sic!) hoe dat hij hadde geconstitueerd en volmachtig gemaakt, constituerende en makende volmachtig in kracht dezes, den E. Johan van Lochem zijnen broeder om in zijn constituents name en van zijnent wegen met vriendschap of met rechte te verforderen alzodane vijftig ende één daler sampt, daarop verlopene pensioen, Thonis Schulte ten Uphof <of Vehof> tot Vreden woonachtig hem constituant volgens obligation daarvan zijnde schuldig zij, alsook alle actiën, schulden en kredieten als genoemde Constituent in der stad en kerspel van Vreden en andere plaatsen Stifts Monster (Munster) ahstaande heeft, de penningen te ontvangen, quitantiën daarvan te geven voorts alles hierin te doen en te laten geschien, gelijk constituent zelfs tegenwoordig zijnde hierinne doen en laten zoude mogen (etc)

* 1648: nderleeuw.nl: verpondingskohier Hattem ca 1648 (Archief Stad Hattem, invnr 767, fol. 1-34): Joost van Lochem pacht een huis in Hattem dat eigendom is van burgemeester Derk van Heerde

* 1656: streekarchief Epe Hattem Heerde, invnr 773h: kohier hoofdgeld Hattem 1656 (transcriptie JM Goudbeek): (in de stad): Joost van Lochem met de vrou 2 (doorgehaald: kleijne kinderen) en twee knechten. fl 4:0:-.

In het Tijnsboek van Hattem (vpnd; fol. 14) staat dat Joost Andries van Lochem in enig jaar (tussen 1624 en 1667) van Jacob Cremer een halve hofstede heeft gekocht. Idem (vpnd, fol. 29v) staat dat Joost Andries van Lochem in enig jaar van Derck van Wijk de helft in een vierdedeel van een hoffstede kocht. In het daarop volgende register staat dat Joost Andries van Lochem die halve hofstede van Cremer tussen 1667 en 1686 heeft verkocht aan Cornelis Lubbers (fol. 21).


kind 7: Hermken van Lochem

* 1645, 27-9: ORA Enschede SG.001.0124: In sittenden gerichte persoonlijck erscheenen Greete, wed:e wijlen Zal:r Andreas van Loggum geassist metten E. Berent Paeschen, haeren hier toe versochten ende gerichtelijcken toegelaetenen mombaer neffens Joachijm en Jan van Loggum haer compoarantinnen soonen, caverende de rato voor hare medebroeders, seggende hoe dat haer Comparanten respectieve dochter ende suster gen:pt Hermken van (125) Godt Almachtig met blindtheijt besocht sijnde, gantschelijck niet bequaem om haer kost ende kleederen te gewinnen; als verklaerden Comparanten sulckx bij tijde naevolgender gestalt te willen versien, ende naevolgende parcelen van goederen gem:de Hermkens haer leventlanck bij deesen toe te maecken omme nae haer Moeders overlijden hier meede te provenieren d'verschillen soo tusschen geseijde Comparantinne kinderen in d'deelinge der erffenisse solde moogen voorvallen; soedaene naergen:e goederen d'voorsz: dochter ende suster geduijrende haer levent lanck lijftochtswijse sal gebruijcken, naementlijck den geheelen Wiltvancks kamp aen den Butthoff gelegen, Item een maet liggende in 't Laesunder aen het velt, ende het geheele huijs ende hoff waer inne haer comparanten sal:e vaeder met Comparantinne sijn leventlanck gewoont; met sulcken verstande dat d'voorsz Hermken aen niemant vreemdts sal moogen verpachten ende verhuijren d'parcelen boovengem:, maer geholden sijn dieselve hare Broeders ofte derselver erven te laeten gebruijcken, mits daer voor tott huijr betaelende 't geene bij een vreemde gegeven solde konnen gegeven worden; ende dat nae geseijde Hermkens overlijden d'voorn:e goederen onder haere broeders ofte derselver Erffgen:n gelijckelijck gedeelt sullen werden; sonder dat sij dickgem:e Hermken macht sal hebben d'voorsz: parcelen te verkoopen noch vervreemden, ofte den eenen als den anderen wettelijcken Erffgen: ofte vreemden bij Testament ofte codicille ijts voor uijt te maecken ende begiftigen; onder reserff dat gem:e Hermken ten tijde der deelinge haer mette (126) parcelen hier voorens gen:pt voor haer Vaeder ende Moederlijcke goedt, sal moeten bevreedigen semper in forma meliori.p.

* 1659, 31-10: RAZwolle, ORA Stadsgericht Enschede, invnr.25, fol. 643: 1659 den lesten Octobr. Borgemr Joan Cost ende Berent Paeschen in qualité als Mombaeren van Harmken van Loggum, ende spreecken aen Joggim van Loggum voor een summa van 200 Car glds Item Pieter van Loggum voor 300 gld ende Jan van Loggum junior voor 25 gld welcke posten geciteerden hebben getrocken uijt d'kooppenningen van haer pupillen aen Abraham ten Catte verkofte huijs, alles onder protestatie van kosten, interessen ende schaeden gepasseert ende noch te passeren, versoeckende in Contumaciam proclma: edoch indien d'Geciteerden voor d'ontfangene onderhebbende posten goede verseeckeringe doen, konnen sijlijden, dat d'voorne posten bij d' (644...) Geciteerden op interesse verblijve, met wijder versoeck, dat d'gebroederen van haer comparanten pupille mooge worden angesecht, dat sij in tijdt van 14 daegen sullen geholden sijn aen d'comparanten contentement te doen wegen d'huijr van haer pupillen Maethe ende Camp, bij verweigeringe, dat sijluijden haer van d'voonoemde Maethe ende Camp sullen hebben te ontholden ende te gedoogen, dat bij haer Comparanten ten meesten vordeel van duchgemelde haer pupille d'meergemelde Laersonders Maethe ende Wiltvancks Kamp aen anderen worde verpachtet. (fol. 645) Joggim en Pieter van Loggum seggen aen d'mombaeren van d'onderhebbende penningen goede obligatie te willen overgeven ende dienvolgens van d'huijre der Maethe ende Camp goed contentement te doen in weinich daegen hetwelck ook sullen doen haer broederen Geerlich ende Jan noopende d'huijre voor dewelcke sij comparanten caveren ende sterck maecken.

* 1661, 11-3: ORA Enschede SG.026.103: D'mombaeren van Hermken van Loggem bespreken Joggem van Lochem voor 10 gld verlopen interesse

* 1667, 4-2: ORA Enschede SG.027.181: In plaets van den 2den overleeden mombaer Hermken van Loggum met naemen burgermr Joan Cost senior is op het versoeck van Pieter en Jan van Loggum, broeders van de gemelde Hermken, in des overledenen mombaers plaetse van de Achtb Magistraet gestelt desselfs soone Hendr: Cost d'welck deese sijn aenbevolen curatele heeft aengenomen ende alles te doen 'tgeen een getrouw mombaer te doen schuldig is.


openstaande vragen / discussie


(in 1613 wijlen) Gerrit Petersen van Lochem, Andries' broer, was schout in de Tolsteeg in Utrecht en gehuwd met Clara Everts, de dochter van Evert Fransz van Leuwerden en Gijsbertje Cornelis (Evert Frans v L. hertrouwde Hendrikje NN), de zus van Cornelis Evertsz van Leuwerden en de nicht van Jan Fransz van Leuwerden. Clara en Cornelis zijn halfbroer/zus van Frans Evertsz van Leuwaerden, Elisabeth Everts en Gijsbertgen Everts. Bij Het Utrechts Archief zijn enkele notariële akten van hem en zijn familie Van Leuwaerden

Andries' zwagers heten Woolderink en Geert Engerkinck (1617) en Verwoolt (1621). Andries' moeder is in juni of juli 1609 begraven. In 1617 (LG.004.014) treden Wilhelm Walmink (nomine matris Swenna Walminck in een eis tegen wijlen Harmen ten Verwoolde) Geert Engerkink en Engelbert ten Verwoolde op namens wijlen Herman Walmink.

In 1606 en 1616 is er ook een Trijne van Lochum. Volgens Koek genealogie is Trijne van Lochum geboren in 1563 (ze verklaart in 1598 dat ze 35 jaar oud is), overleden na 1655 en getrouwd met Herman ter Varwick. Koek noemt haar de zus van Andries en Gerrit; volgens Bastiaan Willink is ze dat niet.

In 1612 - maar de datering klopt niet: het moet gaan om een akte van na 1667 - wordt er een claim ingediend door Jan van Lochem junior bij de erfgenamen van wijlen Joost van Lochem, vanwege een obligatie waarbij ook zijn zal: moeder en bestemoeder worden genoemd, en waartegen Jan van Lochum (senior), mede namens zijn broer Peter van Lochem in het geweer komt (LG.002.460)

* 1613, 8-6: ORA Enschede LG.002.242: testament van de kranke Herman Walminck en Swenne, zijn nog gezonde vrouw, ten gunste van dochter Griette Walminck en Dries, hun schoonzoon.

* 1612, 5-5: ORA Enschede LG.002.050 en 51: Harmen Walminck en zijn vrouw Swenne geven bij wijze van huwelijksgeschenk, een geschenk aan hun dochter Griette en haar man Dries Muller, voor de aankoop van het erve Lasonder.

* 1617, 6-5: ORA Enschede LG.004.067: al in 1577 heeft Herman Stroinck 230 daler geleend van Herman Walminck en zijn vrouw Swenna Walminck.

In 1656 staat dat Anna Pilas als neef heeft Jochem van Lochem, die tevens haar mombaer (voogd) is. Anna is de dochter van Jan Pilas en Jenneke Michorius. Geen van hun ouders zijn dus broer en zus, dus volle neef en nicht zijn Anna en Jochem niet. Wel zou het kunnen dat Jochems grootmoeder, Jenneke NN, eigenlijk Michorius heet (of Pilas), en dat Anna zijn tante is - niet echt logisch om je neefje tot voogd te hebben, maar ook niet volslagen onmogelijk. Die Michorius suggestie trof ik ook elders op internet aan.

Op 4 juli 1659 dient iemand nog een claim in tegen de weduwe van Dries van Loggum; Grete Walmink is dan kennelijk nog in leven. Maar op 12-9-1659 wordt een claim ingediend tegen de erfgenamen van Griete van Loggum. Dat moet eigenlijk ook wel over Grietje Walmink gaan: in dat geval is zij dus tussen juli en begin september 1659 overleden.

De genealogie Koek meent dat Andries van Lochem en Grete Walmink ook een dochter Greetje hebben gehad, die getrouwd was met Hendrik Nienhuijs. Dat kan niet gaan over dese in 1659 overleden Griete van Lochem gaan: tussen september en december 1683 treedt Lambert van Lochem op voor de neef van de weduwe van wijlen Hendrik Nienhuis. Die weduwe, Grietje van Lochem, was dus in 1683 nog in leven. Als Grietje Lamberts tante was, dan moet ze inderdaad een zus zijn geweest van Jan van Lochem. Maar dan is het héél merkwaardig dat ze niet in de stukken voorkomt waarin wel al Jans broers en zijn éne zus Hermken voorkomen.

Op 15-10-1666 is sprake van saeliger Geerlich van Loggum en zijn huisvrouw.

Op 28-1-1667 is sprake van saliger Joggim van Lochem en het redderen van zijn sterfhuis. Op 1-7-1667 gaat het over zijn weduwe Hilleken en erfgenamen. Pieter en Jan van Lochem, de oomen en aangeboren mombaren over de "kinderen van saliger Joggem van Lochem uijt het 2e bedde geprocreert" zeggen op 8 juli dat die kinderen hun erfrecht niet boven de crediteuren zullen claimen.