XIII-33 Lochem, Peter van

Peter van Lochem (= XIII-189)

alternatieve spelling: Peter de Olde, Peter Moller, Peter de Muller


ouders: Dries van Lochem


geboren: ca 1544 (in 1604 is hij ca 60)

gedoopt:

overleden: na oktober 1605

begraven:


beroep: Molenaar, onder andere op de Nieuwe Molen te Lonniker (vanaf ca 1592)

woonplaats / adres: Enschede


relatie: trouwt voor april 1578


Jenneken NN (XIII-34 = XIII-190)


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden: kort voor juli 1609

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

handtekening Gerrit Pietersz van Lochem (kind 2) onder Utrechtse akte uit 1604.

biografische aantekeningen


Peter van Lochem, alias Peter de Muller/de Molenaar, heeft een molen waar kennelijk rogge wordt gemalen, gezien de regelmatige vermelding van dat gewas in de gerechtelijke aktes. Vanaf ongeveer 1592 is ook bekend in welke molen hij molenaar was, namelijk de Nieuwe Molen (Nije Mulle) in Lonniker.

Peter wordt door Lubbert Wigbolt aansprakelijk gehouden voor de verwonding die Lubbert heeft opgelopen door schuld van Gerrit Gerritsz van Lochem, Peters neefje. Aangezien Peter kennelijk geld beheert van zijn overleden broer Gerrit, maakt Lubbert Wigbolt daar aanspraak op. Die verwonding moet gebeurd zijn rond de tijd, medio 1578, dat Peter van Lochem en zijn vrouw van dezelfde Lubbert Wigbolt een huis in Enschede hebben gekocht.

Peter van Lochem treedt aan het eind van de zestiende eeuw voor het landgerecht op als vertegenwoordiger van de Lonnicker gemeenschap ('buren')


bronnen


lit: Genealogie Koek en enkele aanverwante families

lit: Uit het verleden der doopsgezinden in Twente (1934)

* 1575, 18-7: ORA Enschede SG.018.210: Peter de Moller spreckt an Frans Groenevelt voor 7 gl de gl: van XXX st: ende pendt.

* 1576, 10-9: ORA Enschede SG.018.307: Gerryt ter Brugge spreckt an Peter Dreeses nha luet ende erthoende handtscrijfte. 14 dage

* 1576, 22-10: ORA Enschede SG.018.325: Peter de Moller spreckt an Willem Mychorijs voir II Ca drs. 14 dage.

* 1576, 20-11: ORA Enschede SG.018.329: Peter den Moller gegunt i pendet up Wijllem Mychorijs vermoege der anspraecken

* 1577, 29-4: ORA Enschede SG.018.375: Peter van Lochum spreckt an Wolter Smijt voor XX Rijcksgld: i voor Jarispention vermoege ende vertoende handtscrijft. 14 dage.

* 1577, 21-10: ORA Enschede SG.018.426: Peter de Moller spreckt an Otten de Wever voor II dlr tot gode rekeninge. 14 dage

* 1577, 4-11: ORA Enschede SG.018.426: Peter Dmoller gegundt enen pandt op Otten de Wever, luet den anspraecken

* 1578, 14-4: ORA Enschede SG.018.471: Peter de Moller spreeckt an Wolter Smijt voor 3 Jair pension tot goide rekenscap. 14 dage.

* 1578, 28-4: ORA Enschede SG.018.477: Is erschenen voor Evert Pennynck und Berent Mychorijs als borgemren: inder tijt Stat Enschede Lubbert Wigbolts und Gese zijn huesf:e und hebben uplatinge ende vertichnisse handes ende mondes gedaen van oir hues en hoff so als dat geleg is al nha vermelt und Inholt eijner opgerijchtene coopcedulle allent tot behoff Peters van Lochum und Jenneken sijner huesf:e actum ut supra in meliori forma.

* 1578, 23-6: ORA Enschede SG.018.490: Lubbert Wigbolts spreckt aen Peter deMoller umb ja off neen off se hem oick to sacht het dat leste termij:e <?> van Xen ste volle eer heft landt to geven als dat erste temij:en na advenant ter tijt to cort krech nha gegevener handtscrijft, secht Peter gene leste gedaen t'hebben, ende edt 14 dage geverstet

* 1578, 31-7: ORA Enschede SG.018.491: Peter de Moller spreeckt an Robert Robers voor XI dlr gelent gelt i pendet

* 1578, 15-9: ORA Enschede SG.018.501: Peter de Moller spreckt an Lubbert Gesinck voor XX dlr: ind 1 mud rogg tot goede rekeninge 1 pendet. 14 dage. [op dezelfde dag verschijn ook Hendrik van Lochem, Hille van Lochem en Drees van Lochem voor het gerecht. Ook Drees spreekt Lubbert Gesing aan]

* 1578, 6-10: ORA Enschede SG.018.508: Lubbert Wigbols spreckt an Peter de Moller voor gerijchtlichen uthgelachte staden nemptlicht XII St 14 dage. Noch spreckt Lubbert an Peter als dij: vulmechtiger sijns za: brod:s sonne voor mr: loon heerkomende van dy: wondinge die Gerryt (= ingevoegd) Peter (= onderstippeld) an Lubberte gedaen heft. Peter den Mullenair gegundt ey: pende: op Lubbert Gesingh luedt den anspraacken

* 1579, 26-1: ORA Enschede SG.018.534: Peter de Mullers wijff ey: pendt op Wolter Smijt, gegunt luet de anspraecke 14 dage.

* 1579, 22-6: ORA Enschede SG.018.556: D'zake tusschen Peter de Moller ende Lubbert Wigbolts wor upgestedt best compt der sampl: schepenen

* 1579, 22-6: ORA Enschede SG.018.557: Op huijden den 22 Junij Ao 79 is voor ons Borgemren: Scepen und Raet Stat Enschede erschenen Peter de Muller ende Jenneken sijn echte huesfrou und hebben oplatinge ende verechenisse handes ende mondes gedaen so gerechtlicken so recht unde alle alsoenne hues ende hoff als sie van Lubbert Wigbolts ende sij huesfe: vormaids gecoft geleg in ons:r voors staedt tusschen hueseren Hijndrich Gerdinges ende het olde gasthues. Allent tot behoeff Evert to Waglers ende Jenneken sijn echte huesffe ende actum et datum ut supra stub meloro forma.

* 1579, 20-7: ORA Enschede SG.018.560: Geheget dij Noit-gerychte up den 20 Julij Ao 79. Up huijden dato boven geschreven heft winolt <?> Stadt deendair sijnen gucht gedaen woe dat se an Gerryt van Lochum za: Gerrijt van Lochums Sone getelt bij Gese sijner huesfrouwen eene ... rechtlicke citato: heft behandet van weg Lubbert Wigbolts umme alhijr desen dach te repareren umtrent to thien uren voor borgermren: Scepen und Raidt der stadt Enschede. / Besproucket Lubbert Wigbolts Gerrijt van Lochum up selcke citatio alhijr to repareren voor mr:loon de Gerrijt vermits wundinge an Lubberte gedaen, voorts mijt de Interesse hynder unde scaich dair van gedaen. Secht derhalven Lubbert naedien dat Peter van Lochum noch restande penningen onder sich hebbende de tobehoirich sijnt de voorsz Gerrijde. Dat Peter sal schuldich sijn sodane mr:loon weg gesrijdes opte leggen end te betaelen, mijnt ende voorbeholde Sr Staet oeren broicke voorbeholden und wil sulcx gestalt hebben aver to Judicere und to konnen als recht is. Hyrup kennen die scetpenne bij alsoo seer Gerrijt van Lochum nycht en compt bij sittenden gerijchte noch so noch eijner fulmechtich van hem. Dat alstan Lubberte op sodaene penn: als Peter van Lochum ander sest hem kaim de hen Gerrijde ende Peteren ende Pender gestadet wort.

* 1579, 25-8: ORA Enschede SG.018.561: Dwijle Gerrijt van Lochum nha Inesschinge der wthgesanke gerichtsweke nijcht gecompareert noch erschennen ende Lubbert Wigbolts alsoedane bespraickede penn: nha Stadtrechte meet allen executie Ingewonnen, diewelcke Peter die Moller noch onder hadde, zal Peter met ene sodane betailinge gequijteert ende gefrijet sijn. Twelck de schepene inden sijt als Roloff Cost, Berent Mychorys soemen van Gerrit Knert Pijnninck, Gerlich Keijluer ende Gert van Scheven also erkant hebben. Voor rechte ende willen Peter laet den sevententien scadeloos holden.

* 1580, 6-6: ORA Enscheede SG.018.572: Peter de Moller spreckt an Hermen Lansingh tot gode rekenscap. 14 dagh. Noch spreckt Peter an Lambert Gesynck tot gode rekeninghe. 14 dagh. Noch spreckt Peter an Evert to Wageler tot gode rekeninge 14 dagh. [NB: in de datering van de digitale aktes is iets misgegaan: deze akte is gedateerd op 5 december, maar de datum op pg 568 - de laatst genoemde datum in het register - is 6 juni '80]

* 1580, 20-6: ORA Enschede SG.018.578: Peter van Lochu[m] en[de] pendet op Evert to Wagler luet den aenspraicke. Noch Peter en[de] pendet op Lambert Gesing lut dt: <?> anspraecke op dezelfde pagina komt ook Hille van Lochem voor

* 1580, 5-12: ORA Enscheede SG.018.593: Peter va[n] Lochum spreckt an Lubbert Gesynck tot gede rekenscap. 14 dage. Noch spreckt Peter an Hermen Kremer tot gude rekenscap. 14 dagh. op dezelfde pagina komt ook Hille van Lochem voor

* 1581, 23-1: ORA Enschede SG.018.602: Jenneken Mollers vergunt ende pendet op Lubbert Gesingh, luet der anspraecke

* 1581, 19-2: ORA Enschede SG.018.608: Peter de Moller vergunt ey: pendet op Gert Wissijnck luet den anspraecke

* 1581, 6-3: ORA Enschede SG.018.611: Peter Dreses gepreckt an Wolter Smyt vor secker pantw: tot gode reckeninge 14 dage.

* 1581, 26-6: ORA Enschede SG.018.617: Peter va[n] Lochum spreckt an Guert te Wageler tot gode rekenschap. 14 dage. Noch spreckt Peter an Hyndrick Toitlinck tot gode rekeninge 14 dage. Peter va[n] Lochum ende pandet op zalige Wolter Smyts goet luet vrs: anspraecke

* 1581, 17-7: ORA Enschede SG.018.621: Peter de Moller (= ingevoegd) Amlijnck (= onderstippeld) gegunt ende pendet op Evert to Wagler luet der anspraecke. Ingelijcken opden Toitler <?> ende pendet

* 1582, 19-3: ORA Enschede SG.018.637: Peter de Moller spreckt an Lubbert Gesynck tot goede rekeninge. 14 daege. Noch spreckt hie an Hijndrich Totlijnck tot goede rekninge om sie borge borgs 14 dage

* 1582, 22-4: ORA Enschede SG.018.678: Lubbert Gessynck bekent gerychtlick dat hie tien da:t ende een <?> half mudde rogg Peter va[n] Lochum schuldich is, dat he an sich gehamen heft ende kent nycht wijders. / Desse saicke wort op verdrach VIII dage ende sijn some: Willem van Nues hefft gerichtlicke stipulatu Peter gedaen vorde X daler 1 mudde rogg. Noch doet Peter eij: verwy: op H. Hijndrix dochter luet die ansprake.

* 1582, 6-7: ORA Enschede SG.018.661: Peter die Moller spreckt an Lubbert Gesynck wes oirsaicke se pandt keronge gedaen heft. Dairop secht Lubbert dat se wil fuldoen na lueth zijn handtscrijft

* 1583, 18-3: ORA Enschede SG.018.675: Peter de Moller spreckt an Stijne Heerijckijnck voor 1 dal tot guede rekeninghe al 14 dag: Noch spreckt he an Fijen H. Hijndrijx tot goede rekenscap 14 dage

* 1583, 12-5: ORA Enschede SG.018.683: Peter van Lochum spreckt an Willem van Nues als dat hie loesgelt heft ontfang tott thijn dal: soe ider stucke van 3 st: 't welck nijet foeges van op ii st: geslagen noch uthgeven kan, begert voldoeninghe tot die p:en als hem beloefft ende voorts om dij konschap een gote: wairheijt off soe willem soedaine p:en [penningen?] eicht voor drie st; ontfang heft gelijck sie ste mij gegeven, hijrnae: de warheijt to stegg umb got ende recht op eerst anspraeck secht Willem dat hie Peter nijet kent schuldich sunder seijt hem tot met gelt doemaels ganckbair belangende konscap der wairheijt nijmpt Willem 14 dage.

* 1583, 17-6: ORA Enschede SG.018.689: verder over de 'goede en quade penningen' van Peter van Lochem en Willem van Nues

* 1584, 30-4: ORA Enschede SG.018.706: Berent Brouwers (onderstippeld) Dreses Peterken spreckt an Bernt Brouwer voer 24 st tot rek.

* 1584, 22-10: ORA Enschede SG.018.718: Fredrich Dullebaeter weg Gert Schulz holtwichter spreckt an Peter de Moller voor 4 holter sie hie in Lonneker marcke gehouwen [en ook Gert ter Welle wordt aangesproken]. Desse beijde v oorsz ontkennen die Anspraicke ende sal selffs kommen ofte sij volmachtiger wil sie wat hebben.

* 1585, 18-2: ORA Enschede SG.018.732: Peter van Lochum spreckt an Jan Spegel tot goede rek:

* 1585, 6-5: ORA Enschede SG.018.736: In dussen Jegenwordig gerichte is Erschennen Arent Zwerinck und Winolt Costers als pervisoren des nijen gasthuestes wegen der Armen und Peter de Moller und Tonis Toitlinck weg stunt Tonis rats[l]uijde vant olde gasthues gaen wth ende transporteren met hande ende met monde alst nha Stadtrechte behoort alle alsedaene gairden van za: Johannes Kock liggende  anden Seglinck brinck tusschen gairdens Borger Dijrcks ende Hermen Helminck allent ten behoeff Louwijs Boufet ende Catrine sij echte huesfr .. in meliori forma und sulx tot oiren penningen to gelijck oick deselvigen gairden na vorgaende Kockenspraick bij de scepen und meente bij becaender Kock vercofft is.

* 1593, 10-5: ORA Enschede SG.018A.012: Erschint Peter Muller unde spreekt ann nae vorgaende beslage int Erffhuis van za: Johann toe Vierwolde unde voet up alle sinne andere binnen Wigboltsche guiderenn vor XXXIIII daler unde allenn hinder unde schadenn, soe hie daerbi gehadt unde erchreven kan, contumax. 14 dage.

* 1593, 12-5: ORA Enschede SG.018A.016: Nootgerichte. Vor unnsz Cornelius van Ulsenn vunde Melchior Berlichs Burgermeisterenn, Schepenn unde  Raedt der Stadt Enschede, is Erschenenn Peter Muller met Jennekenn sinn echte huissfrouwe, Unde becandenn aldar vor unns , vor hem unde vor oerren Erffg: woe dat sie hadden vercofft unde vercofften Iegenwordichlichen in eene stedenn vastenn velostbarenn erffcoop erfflick eewich-(017)lich unde Immermeer denn Ersamen Johan Oestholt, Jenneken sinn huissfr: unde oerenn Erffg: oer vrije eigenn toebehorige hues vunde hoff soe dat selvige mit sinnen alingen oldenn unde nijenn toebehoer vunde gerechticheit binnen Enschede met die eene sidt naest Meister Joestes huis vunde hoff mit die ander sidt naest Laurens Kremers huis unde hoff mit den eenen einde ann Engbert Pinnincks hoff, mit denn anderenn ende an den Straten gelegen is, vor eenen frij unbecommert guidt beholtlichenn den Stadt oere gerechticheit unbenamenn vor eene summa penningen die vercoperenn becanden hem woll betalt was, dedenn darumme vercoperenn vuirg, van dat vuirg huisz ende hoff uplatinge und vertichnisse mit hande unde mit monde allent tot behoiff der koperenn vuirg:, und oeren medebenomten gelavenn hem zulcx toe staenne und toe wannuck <?> und altit beter vestenisse 't doenne, in forma meliori. / In denselvenn Gerichte is erschenen Johan Oestholt mit Jenneken sie huissfrouwen unde becanden aldae vor uns vor hem unde oerenn Erffg: woe dat sie haddenn vercofft unde vercofftenn Jegenwordichlichen in eenenn steden vasten Erffcoop erfflick unde Immermeer den Erbaren Peter Muller, Jenneken sie echte huissfrouw unde oeren erffg: twee daler unde een ore Jaerlicks Rente, Jarlickes unde alle Jar up Meije 't stuicke tot 30 st: vann 15 plackenn gereckenndt, Vuijt oere eigennen toebehoerigen huis vunde hoff vunde vort vuijt alle oere andere guiderenn, gienn guidt vuijtbescheidenn, voe eene summa penningen die vercoperenn becandenn hem wol betalt was, deden darumme vercopere van die vurg twie daler und enn ort uplatinge vunde vertichnisse met hande vunde mit monde, allent tot behoeff den koperenn vuirg: und oeren medebenomt: gelavedenn hem zulcx toe stanne: unde warenn unde altit beter vestenisse t'doene, Beholtlickenn den vercoperenn die gunst dat die die vuirg twie daler und eenen ort alle 't Jaer op Meije wederumme solle (18) mogenn afflosenn mit die summa vann sevennen unde dartich daler, denn daler vann waerden wie vuirg, indienn die lose een halff jaer toe voerenns upgekundiget is, unde sall denn eenenn die lose soe woll als denn anderenn frij staenn, in meliori forma.

* 1593, 28-6: ORA Enschede SG.018A.019: Henrick Roters unde Peter Muller vercoepenn Zalig Johann toe Vierwoldens pandenn luedt der Anspraeckenn koper ut supra

* 1593, 20-9: ORA Enschede SG.018A.0025: Pieter van Lochum spreckt ann Johan Paeschen voer twie guldenn soevenn stuiver tho guider reckeninge. Contumax.

* 1594, 24-1: ORA Enschede SG.018A.0029: Hindrich Roters spreckt aen Peter Muller, Gert tenn Wageler, Frederich Dulbotter, Gert ten Vierwilde, Michaell Reckelinckhuis, Melchior Geerlichs wegenn Zaligenn Johan ter Vierwolde vor vi daler hercommende vann gerichtzgelt unde verteerde costenn, 14 dage.

* 1594, 14-2: ORA Enschede SG.018A.0032: Henrich Roters doet sijn verwin op Fdederich Dulleboter, Michiell Reckelinchuis, Pieter Muller, Melscher Gerliges luidt der anspraecke

* 1594, 4-7: ORA Enschede SG.018A.039: Ingelijcken Peter de Moller dwelcke dair een sucht met gehadt, voor restitutie sodane geled: schaiden Peter secht inval ju: bewijs kan dat stij steggen hem scaide gedaen, secht up senteert sie tot kentenisse goide Luijde te fuldoen

* 1596, 5-2: ORA Enschede SG.018A.084: Erschint in sittenden gerichte (tussengevoegd: Peter Muller) ende spreckt an nae voergaende gerichlicke beslage, die guideren van Z: Mertenn Meilandt vore 10 daler ad computum contumax.

* 1596, 12-2: ORA Enschede SG.018A.086: Peter Muller vercofft za: Mertenn Meilandes pande, luidt der anspraecke koper ut supra.

* 1596, 4-3: ORA Enschede SG.018A.088: Peter Muller anneichunge an za: Mertenn Meilanndes pande

* 1596, 6-5: ORA Enschede SG.018A.098: Peter Drieses spreckt an Jasper Geerlichsvore geleent gelt ad computum 14 dage

* 1596, 20-5: ORA Enschede SG.018A.099: Peter Driesens doet sinn verwin up Jasper Geerlings luid der Anspraecke contumax

* 1596, 10-6: ORA Enschede SG.018A.0103: Peter Drieses vercofft Jasper Geerlichs pande luidt der anspraecke koper ut supra.

* 1596, 1-7: ORA Enschede SG.018A.104: Peter Driesesdoet aneichunge an Jasper Geerlichs pande.

* 1597, 10-3: ORA Enschede SG.018A.0156: Peter Muller spreckt an n Durck tenn Sidthave vor negenn daler ad compu: 14 dage.

* 1597, 24-3: ORA Enschede SG.018A.0160: Peter Muller doet sinn verwin up Derck tenn Sidthave luidt der anspraecke Contumax

* 1597, 28-4: ORA Enschede SG.018A.0168: Peter Muller vercofft Derck ten Sidthaves pande luidt der Anspraecke ut supra

* 1597, 19-5: ORA Enschede SG.018A.0174: Peter Muller per uxorem doet aneichunge ann Derck tenn Sidthaves pande.

* 1597, 31-10: ORA Enschede SG.018A.0205: Peter Muller spreckt ann Wilm Wolterinckhoff voer 13 daler ad computum, Contumax 14 dage. (en de volgende inschrijving: Jasper Muller spreckt ann...)

* 1597, 6-12: ORA Enschede LG.001.023: Peter Muller spreckt ann Hindrich Viegerinck wegen der Gemeenne Luider Buirenn voer 14 daler. Up anspraecke vuirg. eisst ter antwordt Hindrich Viegerinck, dat hie wol bekendt dat die gemeenne luider buirenn hem, cleger, die vuirg. 14 daler schuldich sinnen, waer toe hie sie andiell toe betalenn willich sei, unnde begeerdt 14 dagenn tidt. Noch spreckt Peter vuirg. ann Jenne Wiggerinck vor schult ad computum, 14 dage. Noch spreckt hie ann Hermann tenn Polle voer sch…. ad computum. 14 dage.

* 1597, 13-12: ORA Enschede LG.001.032: Peter vann Lochum doet sin verwin up Hindrich Viegerinck unnde Hermann tenn Polle luidt der anspraeckenn, contumax.

* 1598, 1-1: ORA Enschede SG.0018A.222: Peter Drieses spreckt ann Thomas Wichman voor 9 daler geleent gelt 14 dage.

* 1598, 17-1: ORA Enschede LG.001.043: Peter Muller spreckt ann Gert tenn Voerde voer eenn stuicke holtes, twelcke hie hem vercofft, unnde gelavet hefft wedder te houwen, unnde vor denn hinder unnde schadenn, soe hie daer bi gehadt unnde krigenn mach ad computum, 14 dage. Noch vercofft hie Hindrich Viegerinck unnde Herman tenn Polles pandenn luidt der anspraecke, koeper ut supra.

* 1598, 31-1: ORA Enschede LG.001.049: Peter Muller doet annechnunge an Hindrich Viegerincks pande. Noch doet hie sin verwin up Gert tenn Voerde luidt der anspraecke, contumax.

* 1598, 20-2: ORA Enschede SG.018A.231: Peter Drieses spreckt ann Thomas Wichman voer negendehalve daler 14 dage.

* 1598, 6-3: ORA Enschede SG.018A.233: Peter Drieses doet sijn verwin up Thomas Wichman luijt der Ansprake Contumax.

* 1598, 20-3: RA Enschede SG.018A.237: Peter Drieses vercofft Thomas Wichmans pande luijt der Ansprake koper ut supra.

* 1598, 28-3: ORA Enschede LG.001.063: Peter Muller doet aneichnunge ann Herman tenn Polles pande.

* 1598, 4-10: ORA Enschede LG.001.139: Peter Muller spreckt an Vergert te Lonneker, Hendrick Volcker, Johan Vegerinck ende Geert toe Wiggerinck, wegen der Gemeene Bueren, voer etlick gelt, vermoege eene hantschrifft daer van gegeven, und voer dat gewass uuit des Linder maete. Beclaegde begeren 14 daegen tijdt und copie.

* 1598, 10-10: ORA Enschede LG.001.143: Ordelwijser Peter Muller. Peter Muller spreckt an Geert ten Nijhuis und Sander Averbecke voer gelent gelt, luit einer hantschrifft, und voert ad computum, 14 daege.

* 1598, 17-10: ORA Enschede LG.001.145: Berent ter Vergert begeert op anspraecke van Peter Muller, van weegen der Lonneker bueren, 8 daege tijdt und copie uuit der hantschrifft. Peter Muller vergunt hem acht daege.

* 1598, 24-10: ORA Enschede LG.001.153: Peter Muller doet sijn verwin op Egbert Nijhuis toe Boeckeloe luit der anspraecke, contumax.

* 1599, 30-4: ORA Enschede SG.018A.0303: Peter Muller spreckt an Egbert Kremer vor schult ad computum 14 dage.

* 1599, 14-5: ORA Enschede SG.018A.0306: Peter Muller doet sijn verwin up Egbert Kremer, luit der Anspraecke. Contumax.

* 1599, 17-9: ORA Enschede SG.018A.0320: Erschient in sittendenn Gerichte Philippus Fure mit Catharina sinn echte huissfrouwe Unde becanden aldaer woe dat sie schuldich wennen Peter Muller ende Jnneken sie echte huissfrouw die summa van twintich dalers, 't stucke tot dertich stuvers gereckent, welcke penningen genomter Philippus unde sie vuirg huissfrouwe denn gemelten Peter unde sie vuirg: huissfrouwe offe oerenn Erffg: vastlickenn belavende toe betalenn, up nagestkunbstigenn Enpheder kurenste, vanndor sie hem verhypotequrenn vinden trun Underpande stellenn oere eigenen toebehorige huis vende hoff daer sie nu ten tidt innen wonent, soe datselve met sinnen oldenn und nijen toebehor und geensinsint mit die eenen sidt an Gert ter Welles huis unde hoff unde mit die andersit an Ale ten Goelcatenn huistede gelegenn is, unde oerenn anderen guideren, Daranne sie zich bi faute vann misbetalungh in sollenn mogenn verhaelenn

* 1599, 24-9: ORA Enschede SG.018A.0322: Peter Muller spreckt an Thomas Wichman vore daler, ad computum, 14 dage.

* 1599, 15-10: ORA Enschede SG.018A.0327: Peter Muller doet sie verwin op Thomas Wichmann luit der Anspraecke, Contumax

* 1599, 4-11: ORA Enschede SG.018A.0334: Peter Muller vercoft Thomas Wichmans pande luit der Anspraecke, koper ut supra

* 1600, 12-2: ORA Enschede LG.001.312: Peter die Moller spreckt an die Wiggersche voer pensioen tot reckeninghe, nae luit zeegel und brieve. Die Wigger presenteert Peter die Moller, dat hij hem luit der heeren ordonnantie will betaelen een binnen und een bueten jaer, mits dat hij hem affcorten sall, dat hij binnen die tijdt daerop ontfangen. Johan Moller, Peters sonne, spreckt an Hindrick Wiskinck voer schult ad computum, contumax.

* 1600, 26-2: ORA Enschede SG.018A.0371: In denselven Gerichte is erschenen Sander Wirment mit Trijne sie echte huisf unnde becanden aldae vor unns gerichtlicken woe dat sie hadden vercofft unnde vercofften Jegenwoerdichelicken in eenen stede vastenn unlosbaren Erffcoep erfflick unnd Immermeer Peter Muller, Jenneken sie echte huisf, unnde oere Erffg, oere vrije eigenne toebehoerige huis unnde hoff soe datselve mit sinen aling olden unnd nijen toebehoer unde gerechticheit, mit den eene einde an Jan Spinels huis unde hoff mit den anderen einde an Hendrick Smidt Schmedenhuis, mit die eene sidt an der Strat unnde mit die ander sidt an denn graven gelegevv is, vor eenen vrij unbecommert guidt, beholtlick der Stadt oere gerechticheit unbenaerie vor ene summa penning den vercopere becande hem wil betaelt waren (etc) / In dieselve gerichte is erschenen Michiell Reckelinckhuis mit Anna sie echten huisff unde Hindrich Hanninck unde Berent Brouwer als mombarenn van Za Barent Klantz und Anne vuerg kinderen unde becanden vor unnd gerichtlichen woe dat sie hadden vercofft unde vercofften Jegenwordichlichen in eenen vasten unlosbaren Erffcoep erfflick un immermeer den ersamen Peter Muller Jenneken sie echte huisf unnde oeren Erffg (372) offe den holder deses brieves: twee gaardens gelegen aan de Singelinck Brink, tussen Johan Tichels gaarden en Gert toe Vierwoeldes gaarden, en naast de Vicarinnenkamp

* 1600, 30-9: ORA Enschede LG.001.369: Peter Muller spreckt an Geert Nijhuis te Boeckeloe voer 40 dlr. geleent gelt, sampt voer hinder ende schaeden daer bij gehadt ende noch te hebben, contumax.

* 1600, 24-11: Ora Enschede SG.018A.0440: Peter Muller spreckt ann Egbert Kremer vor schult ad computum 14 dage.

* 1600, 25-11: ORA Enschede LG.001.388: Peter Muller spreckt an Polman ad computum, contumax.

* 1600, 16-12: ORA Enschede LG.001.395: Peter Muller spreckt an die Wigger voer pensioen toe reckeninge, luit zeegel ende brieve, contumax.

* 1601, 26-1: ORA Enschede SG.018A.448: Peter Muller doet die verwin up Egbert Kremer, luidt der Anspraecke, contumax.

* 1601, 9-2: ORA Enschede SG.018A.454: Peter Muller vercofft Egbert Kremers pande, luit der anspraecke, koper ut supra

* 1601, 23-3: ORA Enschede SG.018A.0468: Peter Muller doet aneichuninge an Egbert Kremers Pande.

* 1601, 7-12: ORA Enschede SG.018A.0549: ... een huis met de ene zijde aan Peter Mullers huis ...

* 1601, 8-12: ORA Enschede LG.001.468: Peter Muller spreckt an Sander Averbecke unde Geert thoe Nijhuis voor geleent gelt, holdende up 40 daeller eene handtschrifft, also Peter voorss. hier in den gerichte geëxhibijrt hefft, contumaces.

* 1602, 26-4: ORA Enschede SG.018A.0582: Peter Muller spreckt an Gertt Becker voer enen unde twintich dal: unde verloopen pension, huiden unde schaden die penning tsamen toe erlogenn off bewisinge darvan t'doen, dann sie unde verwischet und verward sie sollen und bliven, stellende zulx ter rechte. Contumax.

* 1602, 4-5: ORA Enschede LG.001.511: Peter Muller spreckte Geerdt then Voorde voor een vaeschime, 2 daeller weerdt sijnde. Up aensprake erschennen Geerdt then Voorde, verklaerende dat hij kleger een ime schuldich is, unde is oorboetich hem die zelve thoe leveren. Verwillekoort mede dat kleger twe goede mannen sollen den imen sien, offte den selven niet voor eenen goeden imen verstrecken kan, wil beklaechde den imen holden unde hem, kleger, 2 daeller sijnen eisch daer voor bethaellen.

* 1602, 15-6: ORA Enschede LG.001.523: ...medt den eennen ende an den wech, medt den anderen ende an Peter Mullers landt schietende, medt die eenne sijdt langes des Pastoors lange kamp, medt die ander sijdt aen kooperschen landt, in die Eschmarke unde Gerichte van Enschede gelegen...

* 1603, 28-3: ORA Enschede SG.018A.0684: Peter Muller sprickt aen Gese Wermertinck itzige huisfrouwe van Lambert Robertinck, vor gelent gelt. Contumax.

* 1603, 16-5: ORA Enschede SG.018A.0716: Peter Moller sprickt aen Jasper Gerliges tot guide reckeninge 14.dage

* 1604, 23-1: ORA Enschede SG.018A.0799: Peter Muller spreckt aen Wilm Wolterinckhoff voer 12 daler unnde vort ad computum 14 dage

* 1604, 23-1: ORA Enschede SG.018A.0800: In sittenden gerichtes sinnen erschenen Peter Muller, Hindreich Roters als mombar unde volmechtiger vann Gertken Kupers, Malchior Geerlichs als volmachtiger van Johann ten Rive und (etc: de erfgenamen van wijlen Johan ten Vierwolde en Jenneken zijn vrouw)

* 1604, 6-2: ORA Enschede SG.018A.0808: Peter Muller doet sie Verwin up Wilm Wolterinckhoff luidt der Anspraecke contumax.

* 1604, 22-3: ORA Enschede SG.018A.0838: (836): De gemeenen naburen en de wedman binnen Enschede spreken aan Hinderich Roters, Frederich Dullebotter en Michiell Reckelinckhuis, alle drie gezworen gemeenten van Enschede om hun getuigenis te horen op enkele vraagartikelen, te weten: hoe oud ze zijn; ten tweede of zij niet, samen met andere burgers met de gezworen gemeente omtrend 14 dagen voor Gregorius j.l. samen gegaan zijn naar het huis van de predikant Adolphus Speitzerenn en daarna naar Wandrinck hof en met hem daarover in woorden getreden zijn; ten derden of ze met de predikant niet zo venijn in woorden zijn geraakt over die hof, dat die predikant hun zei dat de Richter geen jaar aan het genoemde hof had, hie waer alle Jaer losse up Sinte Gregorij, wie hem meest gunnen wolde, die wilde hij de hof wel verpachten. Ten vierde of de producenten daarom met de Predikantsvrouw tot een akkoord zijn gekomen wie het hof mocht hurenb. Ten vijfde off die predikant zijn koster Werner Duerkoep niet aan de <?> Enneke Rees, die het hoff toen in gebruik had, samen met drie van de genoemde gemeente gestuurd had, en hen liet aanzeggen dat zij die hof moest ' bloten' , tusschen die tijd en Gregorij j.l. omdat hij de hof aan een ander wilde verhuren. Ten zesde welk antwoord Enneke van Rees daarop heeft gegeven. Ten zevende of de Predikant na nalatie van de voorgenoemde koster, de hoff niet " stiff unnde vast"  had verhuurd aan de producent, te voldoen op (838) twie tiden int Jare als up Pinxterenn unnde Martini betalenn sollenn, unnd offe sie Producenten denn Predicant niet eene van hem alleen vuijt der Gemeente als Peter Muller voer die vuirg(enoemde) Pachtt ter Borge gestalt hebbenn. Dien vann die waerheit toe seggen soe woll gefraget, als ongefraget bi die Poene vann 50 olde Schilde boven schaden toe rechte. Getuige 1: zegt dat hij ca 55 jaar is ETCETERA

* 1604, 22-10: ORA Enschede SG.018A.0909: Up anspraecke des Buirenstens toe Lonnicken bedaget unde vlitich geexamineert Peter Muller, tuiget up den erstenn Articull dat hie ummentrent 60 Jaere olt sij. Up den anderen articull tuiget hie getuich dat hie nu ummetrendt 10 ader 12 Jaeren geleddenn Muller up den nije Molenn geweest seij, soe ist doe ten tidt toegedraegenn, dat hie enne Budell mit rogg, up den Molenn gehadt, twelcke denne arme vrouwe toe behoerde, soe avondds hie den nog vann der Moln quidt, unde die selven tidt als hie denn nog quidt gewonden was, hadde niemant up den Mole gewest dann alleenne Gert ter Haelt unde hie kande denn nog funderlicke voer ander rogge. Soe quam Gert ter Haelt des anderden offte derden dages weder ter molenn, unnde brachte denselvenn nog, in eenen ander sack ter Molenn unde als hie getuich ten roggen saech, soe fragede hie hem, vann dat dat Budelken geblevenn was, daer denn selvenn rogg in gewest hadde. Soe straffede Geert Haelts zulches, dat hie hem denn rogg niet genamenn hadde, soe nam hie getuich denn drill haecke onder den Mole unnde forede hem Gerdt daemit dapper unnen den rugge, soe badt hie hem getuich (910) hie solde hem niet meer slaenn, hie wolde hem denn Budell wedderom brengenn, soe brachte hie hem denn Budell wedder, unde dede denn genamenne rogg, wedder in denn budell, unde die vrouwe, soe denn rogge toe behoerde, kreech alsoe oeren genaemennen nog wedder. Denn derden, vierden, vijffeden, sestenn hefft hie getuich met denn twiedenn beantwoort. Slutet daer met hie getuichnisse. Iuravit.

* 1605, 26-9: ORA Enschede SG.019.025: Peter Muller spreckt an Michaell van Berckum voor schult tot guide reckenschap. 14 dage

* 1605, 10-10: ORA Enschede SG.019.026: Peter Muller doet sie verwin up Michaell van Berckum luidt den anspracke. Contumax.

* 1609, 6-7: ORA Enschede SG.019.157: Heer Johan van Eeck spreekt aan Dries van Lochum von sines za: moders begrefnisse ader korcken recht 14 Dage.

* 1612, 18-2: ORA Enschede LG.002.007: Erschenen Dries van Lochum ende Anwalt Jutten Micharius verhalende hoe dat die zalige Peter Muller ende Jenneken zijn gewezene huisvrouwe, den gemeenen be<taler?> buiren gerttelichen ...stekate ende geleend hebben die summa van veertig daell..g stucken tot dertig stuivers gerekend, waarvoor Geert Nijhuis, alhier jegenwoordig, bedaget zijnde ende Johan Averbecke usu in Veluwe residerende over de marke gelavet (beloofd) hebben zulke voorsz penningen op middewinter anno duizend vijfhonderd eenennegentig goettlichen met alle onkosten, sinens ende schade ten restitu waren alle uit vermogen een obligatie alhier gerichtelicken in Origenati (Origine) geexhibeert. Aldewijle dan den ... ende die klare waarheid is aan concluderende sustineren en bidden klageren in Rechte te erkennen dat die beklaagde buiren ten rechte schuldig werden gehouden zijn hem klageren die gemelde summa ende upgelopene pension tsampt allen onkosten hinder und schaden bewijselijken daarbij geleden op te leggen en te betalen, zulkes Rechtelijk willen elageren aan onpartijlijk oordeel ende recht gesteld hebben. Salud Jure addendi diminniendi.


kind 2: Gerrit Petersen van Lochem

* 1604, 12-4: Het Utrechts Archief (HUA) DTB ondertrouw [90-218]: Gerrit Pietersen van Lochum ende Claertgen Everts van Utrecht, getrouwt in den Dom per ...

* 1604, 19-11: HUA Na nots S. Pelt [U004a002]: overdracht van f. 150-0-0, deel van koopmansbrief ten laste van Harman Reyersz te Odijk, oorspronkelijk ten behoeve van Henrickge N.N., in leven weduwe van Frans van Leeuwaerden, peetmoeder van overdragers. De overdragers zijn de voorkinderen van Evert Fransz van Leeuwaerden bij diens eerste vrouw Gijsbertge Cornelis, te weten Cornelis Evertsz van Leeuwaerden (= Cornelis Evertsen van Lerven) en Clara Everts X Gerrit Peterszn van Lochem (= Gerradt Pietersz van Lochum). Ontvanger is Jan Fransz van Leeuwarden, die al het andere part van fl 50:0:0 van de koopmansbrief bezit.

* 1605, 3-5: HUA NA nots S. Pelt [U004a002 akte 27]: Cornelis Evertsz van Leeuwaerden machtigt Gerrit Petersz van Lochem, schout in Tollesteech, Evert Jansen van Leeuwaerden, laeckenkooper, en Jan Henricxsz van Wijck, schoenmaker, samt en een van henl. bijzonder, om gerechtelijk te transporteren wegens Frans Evertsz van Leeuwaerden, Elisabeth en Gijsbertje Everts, sijne halve susteren en broeder, alsulke renterief van fl 200:- hoofdsoms en elf gulden interest jaarlijks, als heer Tijman Knijff op Gijsbert en Cornelis Daemsz in zijne huisinge in de Snippevemst gelegen, daer van Cornelis Petersz van Levest parle... is spreeckende hadde eewelicke ende sijnen geheele suster bij Evert Fransz van Leeuwaerden, sijn vader, ende Jannichten Tijmen Knijffsdr, sijn stiefmoder, als lagatarissen van haers vaeders testament in betaling van zijns comparants ende zijne zusters moeders goed gegeven waeraen ende waervan hij comparant als bij maechgesceijde tusschen hem en zijne zuster op gisteren opgeregt ende hier vertoont (etc...) (w.g. Cornelis Evertson van Leverden)

* 1609, 30-3: HUA NA nots S.Pelt [U004a002, akte 120]: Gijsbert Willemsz van Megen, geassisteert met Jan Fransz van Leuwerden, zijn oom en momber, en Cornelis Knijf, gemachtigde van Gerrit Noorman, zijn oom, hebben samen geconstitueerd en gemachtigd Gerrit Petersz van Lochem, schout in Tollesteech omme pacht, rente en inkomsten te innen, en zo nodig rechtsmiddelen aan te wenden.

* 1612, 6-6: Collectie Overijssel, 0271 Charters, collectie 'Varia' [nr. 57]: Schout, burgemeesters en schepenen van Utrecht oorkonden, dat Goertgen van Luwedrecht, weduwe van Gerrit Peters van Lochum, afstand heeft gedaan van het erfdeel van haar en haar kinderen in de nalatenschap van haar schoonouders ten gunste van haar zwager Andries Peters van Lochem, en dat zij Lenert de Lasonder en Geert Coopman Egbers burgers te Enschede, volmacht heeft verleend om voor het gericht van Enschede de afstand te bevestigen.

Met het opgedrukte zegel van Utrecht. Op papier, niet in charterberging. Herkomst onbekend. 

*1613, 9-3: ORA Enschede LG.002.202: slecht leesbaar. In jegenwoordigen gericht erschenen Lieffert ten Lasunder en Geert Koopman Egbertsz met een vertoonde en in rechtelijken gepasseerde ... volmacht van Claertien Evert Frans van Leuwerdens dochter, weduwe van zalige Gerrit Petersen van Lochum, geassisteerd met patent van ... borgemeesteren ... staet Utrecht ... op hen beijde geconstitueerde verklaarden in dato van 6 juni 1612 gepasseert ... ende denselven volmacht ten wollen ... summe van (twee hundert) vierentachtentich daeller (...) zo Andries Petersen vermogen sijn ... wuthkoopsbrief van dato den 4e septembris 1609 den gemelten za: Gerrit van Lochum schuldig was bedancken (...) den selven Andries Petersen van goede betalinge, renvoijerende vermits desen van alle rechtre.. actien als die weduwe in qualite in ... wijs competerende is an die ... bij erfschult Gerrit Petersen van Lochum zal: van dat niet moe dat nagelaten wutgesondert oock anpart in den huisraad die onder den erfgenamen gedeeld is, verklaerende daerwegen gemelten geïnstitueerden kraft


kind 3: Johan Muller

* 1596, 10-6: ORA Enschede SG.018A.0103: Lubbert Becker doet sie verwin up Johan Stoeldreijer luit den anspraecke contumax

* 1598, 24-10: ORA Enschede LG.001.153: Johan Stoeldreier spreckt an Busschs Willem voer schult ad computum, 14 daege.

* 1599, 14-5: ORA Enschede SG.018A.0308: Michaell van Berckum doet sie verwin up Johan Stoeldreijer luidt der anspraecke.

* 1600, 12-2: ORA Enschede LG.001.312: Peter die Moller spreckt an die Wiggersche voer pensioen tot reckeninghe, nae luit zeegel und brieve. Die Wigger presenteert Peter die Moller, dat hij hem luit der heeren ordonnantie will betaelen een binnen und een bueten jaer, mits dat hij hem affcorten sall, dat hij binnen die tijdt daerop ontfangen. Johan Moller, Peters sonne, spreckt an Hindrick Wiskinck voer schult ad computum, contumax.

* 1600, 15-9: ORA Enschede SG.018A.0417: Johan Moller Stoeldreijer sprickt an Thomas Wichman vor gelent gelt contumax

* 1600, 16-12: ORA Enschede LG.001.395: Johan Muller verkofft Hindrick Wiskincks pande, luit der anspraecke. Peter Muller spreckt an die Wigger voer pensioen toe reckeninge, luit zeegel ende brieve, contumax

* 1602, 7-6: ORA Enschede SG.018A.0579: Hendrick Costers toe Gronauwen spreckt an Johann Muller Stoeldreijer vor schuilt ad compt: 14 dage.

* 1602, 22-7: ORA Enschede SG.018A.615: Cornelis van Ulsen en Griete verkopen aan Johann Stoeldreijer en Griete sie echte huisvrouwe een gaerden

* 1603, 11-7: ORA Enschede SG.018A.0739: Hermann Woestinck spreckt an Johann Muller voor schult ad computum. 14 dage / Frederick Dulbotter spreckt an Johann Stoeldreijer vor geler... ad computum contumax.

* 1605, 11-3: ORA Enschede SG.018A.0941: Herman ten Dijcke spreckt ann Johann Muller vor 8 daler ad computum. 14 dage.

* 1605, 29-5: ORA Enschede SG.019.009: Herman ten Dijke doet sin verwin up Johann Stoeldraijer, luidt den anspraecke. contumax. / Johann tenn Wageler spreckt an Johann Muller Stoeldraijer vore schult ad compu: 14 dage.

* 1606, 6-12: ORA Enschede SG.019.064: Johan Moller und Adam Monnickelubbe verclaeren gerichtlich bi oeren waerheit dat sie van 't gewas des kampes in S. Steffens Vicarie gehoerig, liggende up die grafft, nichtz genaten hebben.

* 1608, 5-5: ORA Enschede SG.019.107: Noch spreckt [Frederik Dullebotter] an Johann Muller vor 3 dal: unde 1/2 sch moltes ad computum. Contumax.

* 1609, 6-7-: ORA Enschede SG.019.158: Fenne weduwe Egbert Kremers spreckt an Michaell van Berckum unde Johann Muller van verschenen huishuur ad computum.


openstaande vragen / discussie


Andries' zwagers heten Woolderink en Geert Engerkinck (1617) en Verwoolt (1621). Andries' moeder is in juni of juli 1609 begraven. In 1599 is Geert Engerkinck de zoon van wijlen Geert Engerkinck en Engele NN. Maar in 1612 is wijlen Gerdt Engerkinck X Anna NN de voorzoon van Albert Zegelinck; zij (Anna) is nu getrouwd met Albert Zegelinck. Op 18-3-1617 is sprake van de, met naam en toenaam genoemde, kinderen van wijlen Geert Engerkinck en Jenneken zijn echte huisvrouw. Op 12-10-1630 treedt op Mette Engerkinck, de vrouw van Geert Engerkinck.

In 1606 en 1616 is er ook een Trijne van Lochum. Volgens Koek genealogie is Trijne van Lochum geboren in 1563 (ze verklaart in 1598 dat ze 35 jaar oud is), overleden na 1655 en getrouwd met Herman ter Varwick. Koek noemt haar de zus van Andries en Gerrit; volgens Bastiaan Willink is ze dat niet.

In 1612 wordt er een claim ingediend door Jan van Lochem junior bij de erfgenamen van wijlen Joost van Lochem, vanwege een obligatie waarbij ook zijn zal: moeder en bestemoeder worden genoemd, en waartegen Jan van Lochum (senior), mede namens zijn broer Peter van Lochem in het geweer komt (LG.002.460). Bij nader inzien blijkt echter de datering van deze akte onjuist. Het gaat om de kinderen van Andries van Lochem en Grete Walmink

Peter van Lochem is ontegenzeggelijk identiek is aan Peter Moller/Muller, omdat hij kennelijk molenaar was, en ook identiek aan Peter de Olde. Uit de aktes van 28 april, 21 juni, oktober 1578, 20 juli en 25 augustus 1579 blijkt dat ook zonneklaar: het handelt dan om Peter van Lochem en zijn vrouw Jenneken, daarna om Peter de Moller en zijn vrouw Jenneken, verder over Peter de Moller/de Molenaar wiens overleden broers zoon, Gerrit, Lubbert Wigbolt verwond heeft, in de tweede gaat het om Peter van Lochem, die geld van Gerrit Gerritszn van Lochem beheert, waar Lubbert Wigbolt aanspraak op maakt. Tenslotte gaat het om Peter die Moller die dat geld van Gerrit van Lochem aan Lubbert Wigbolt moet betalen.

In de hieronder genoemde akte uit 1573, waarin de kinderen van Dries van Lochem voorkomen, wordt hij juist Peter de Junge genoemd. Het is natuurlijk mogelijk dat Peter, na de dood van bv. een gelijknamige grootvader niet langer 'de jonge' heet, maar 'de oude' gaat heten, zeker als hij een volwassen neef, zoon of kleinzoon heeft die ook Peter heet. Genealogie Koek neemt aan dat Dries twee zonen had die Peter heten: Peter de olde en Peter de junge.

* 1573, 19-2: ORA Enschede SG.018.034: over de kinderen van Dries van Lochem, namelijk Peter de junge, en Gerryt van Lochem, Andres van Lochem en Dies van Lochem, Grete, Joachim...

De Gerrit Driesz van Lochem is overleden in of voor 1578, was getrouwd met Gese, en heeft een zoon Gerrit die in 1578 kennelijk nog niet volwassen is.

* 1596, 20-5: ORA Enschede SG.018A.0099: Trijna van Lochum wegen oere Moeije Hille spreeckt an ...

* 1598, 21-4: ORA Enschede SG.018A.0241-43: Hille van Lochem heeft een zuster Gertken van Lochem, een neef Hindrich van Lochem X Mette, en een nichte: Trijna ('s) dochter Alekenn genaamd.


kind 3

Johan Muller is, blijkens de akte van 12-2-1600 Peter Mullers zoon. Later zijn er aktes waarin sprake is van een Johan Muller Stoeldraaier/Johan Stoeldraaier. Er zijn echter ook aktes (1602, 1605, 1612, 1614) van Johan Gerritszoon Muller die de man is van de dochter van burgemeester Arent Swerinck.. Betreft het dan de zoon van Peter Mullers neefje Gerrit van Lochem? Of een broer van die Gerrit, die immers ook Gerritszoon was? Vreemd genoeg wordt deze ook al Johan Gerritsen Stoeldreijer genoemd. Of is Johan Stoeldreijer altíjd Johan Gerritszn Mulder?