XII-115 Lochem, Jochem van

Jochem van Lochem (= XII-117)

alternatieve spelling: Joachim, Joggem, Joggum, Loggem, Loggum, Dreses, Dressen


ouders: Andries van Lochem en Grete Walmink


geboren: voor 1601?

gedoopt:

overleden: na maart 1665, kort voor 28-1-1667

begraven:


beroep: grondbezitter

woonplaats / adres: Enschede


relatie (1): trouwt voor 25-9-1637 [voor 1632?]


Jenneke van der Trijppe (XII-116 = XII-118)


ouders: NN van der Trijppe en Grete NN (deze Grete hertrouwt Egbert ten Vogelsanck; in 1593 is Egbert ten Vogelsanck getrouwd met Grete Johan Hamincksdr)


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (2): trouwt voor 1661


Hilleken NN,


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden: na maart 1669

begraven:


beroep

woonplaats / adres:


kinderen:

  1. Andries van Lochem, ca 1640-na 1715, X Trijntje Coster VOLGT XI-59

  2. Garrit Jochemsz van Lochem, geb. Enschede ca 1630
    overleden: na 1658 (Burgsteinfurt na 15-5-1660?)
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie:
    (volgens genalogie Koek: X Aalken Hendriks ten Cate uit Borne)

  3. Judith van Lochem, geboren: ca 1640
    overleden: na 1682
    relatie: trouwt
    David Schouwink, geboren: ca 1630
    overleden: ca 1680
    ouders: Herman Schouwink en Aelken Jorissen

  4. Jan van Lochem, geb. voor 1640, treedt op in 1665
    overleden:
    beroep: linnenreder
    woonplaats / adres: Almelo (1670)
    relatie: trouwt voor ?
    Aelken Hulsken, geboren:
    overleden: voor 1670
    beroep:
    ouders: Klaas Hulsken en Aelken Holsteijn (zie XI-9)
    relatie (2): ondertrouwt Amsterdam 15-11-1670
    Mettie Jans, geboren: te? ca 1638
    overleden:
    beroep:
    woonplaats: Amsterdam (1670)
    ouders:

  5. Jenneke van Lochem, 1640-?, X Lucas Nijenhuis VOLGT XI-58

  6. Wessel van Lochem, geboren: ca 1645
    overleden: Deventer 18-9-1704
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Deventer 10-12-1682
    Judith Eppenhoff, geboren: april 1645
    overleden: Deventer 1718
    woonplaats / adres:
    weduwe van Hendrick ten Cate
    ouders: Herman Eppenhoff (XI-35) en Henrica Willink (XI-36)
    > kinderen

biografische aantekeningen


Jochem van Lochem is momber (voogd) over Geertken Pilas, de moeder van J(oh)an Pilas en zijn vrouw Jenneke Michorius (1637);

In 1643 bewoont Jochem van Lochem een huis in Enschede naast het huis van het echtpaar Berent Paschen en Anna Warnaars, dat in dat jaar verkocht wordt aan Jochems broer Gerlich van Lochem.

In een akte van 1640 is sprake van het plaggen, in 1645 een kwestie over een turfgreep: het lijkt alsof Jochem (kennelijk net als zijn vader) instrumenten hadden om turf te steken en heide af te plaggen, dus betrokken waren bij het in cultuur brengen van 'woeste' heidegronden.

In 1645 wordt Jochem van Lochem o.a. samen met Johan Hamsinck, voogd over de nagelaten kinderen van zijn schoonzus Aelken Holsteijn (vrouw van Jan van Lochem), te weten Aelken Hulsken en Andries en Hendrik van Lochem

In 1649 zijn Jochem van Lochem en Jurrien Helmichs de voogden over de nagelaten erfgenamen van Jutte Michorius. Dezelfden zijn ook in de jaren vijftig, voogden over de kinderen van Jenneken Michorius, verwekt bij Jan Pijlas - sterker nog: Jochem en Jurrien worden hun 'neven' genoemd. Deze Jan Pilas is hertrouwd, en hij overlijdt voor januari 1659. (Zijn voorkinderen zijn genaamd Jan Pijlas junior die als chirurgijn in Deventer studeerde, Anneken Pijlas, Pelgrum Pijlas)

In 1655 laat Jochem van Lochem zich in rechte door zijn zoon vertegenwoordigen. Die moet dan dus volwassen zijn, d.w.z. tenminste 23, dus geboren voor 1632

In juli 1667 zijn wijlen Jochems broers Pieter en Jan van Lochem de ooms en voogden over de kinderen uit Jochems 'tweede bedde'


kind 6: Wessel van Lochem

Wessel van Lochem ondertekent enkele remonstranties aan de magistraat van Deventer; daarmee verklaart hij zich aan de zijde van de "Secte van Jan ten Cate" die in Deventer beschuldigd werden van socianisme, een tamelijk obscure afsplitsing van het ware (doopsgezinde) geloof.


bronnen


lit: Genealogie Koek en enkele aanverwante families

filiatie bewezen in tal van aktes, o.a. van 27-9-1645

* 1626, 20-11: ORA Enschede Stadsgericht SG.020.300: Jo:es ab Alckmaer spreek aan Joachim Dreses voor enen gans ende een ande zo beklaagde hem schuldig zou zijn. Et contra erschenen Jochim Dreses ende zegt dat hie den kleger int kleine ofte grote niets schuldig en kenne.

* 1635, 16-11: ORA Enschede Stadsgericht SG.021.830: Erschenen Henrich Reeker maior ende heeft alhier gepresenteerd alzodane 100 daler met een jaar interesse, zijnde het gewijsde ten .., Johann van Lochum bij sententien tho erkandt, binnen welke penningen genoemde Johan vann Lochum onder cautie gelichted, waarvoor zijn broeder Joachim van Lochem als borge geinmiteerd en ingelaten.

* 1637, 9-6: ORA Enschede SG.022.128: In sittenden gerichte erschenen Geertkenn Pijlasz mit Jochim Andreesz van Lochem, oeren in dieser zaeckenn Gerichtlichenn gekoren en thogelaten Mombaer en bekande aldaer voor onsz Gerichtlich voer (129) oer ende oeren Erfgen: woe dat sie in Anno sestienhondert ein ende twintich verkoft hadde en Verkoffte mits diesen in oeren sohne Johan Pijlasz Jenneken sijn echte huisfrouwe unde oeren Erffgen: oere eijgen thobehorige huijs, achterhuijs, hof unde aelinge wher, soe 't selvige met sijn alinge olde en nije thobehore unde gerechticheit (... naast Johan tho Verwooldes huis en Lamb: Brouwers huis, voor en achter aan de straat gelegen etc.)

* 1637, 25-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.022.153: Joachim Dressen met zijn huisvrouw Jenneken van der Trijppe bekende voor ons gerecht dat ze ontvangen hadden van haar stiefvader Egbert ten Vogelsanck en Grete zijn echte huisvrouwe, Jenneke moeder, als zodanige erfgoed als haar van haar moeder kan aansterven of aangeerfd, deden daarvan oplating en vertichnisse, met hand en mond, als solcke na Landrechte geboert

* 1640, 20-4: ORA Enschede Stadsgericht SG.022.352: Joachim van Lochum per uxorem spreekt aan Trijnen ten Oerthuijs voor berekende schuld. 14 dagen.

* 1640, 15-6: ORA Enschede Stadsgericht SG.022.358: Mettken van Coeszfeldt spreekt aan Joachim vann Lochum voor verteerde costen, herkommende van het kwestieuze plaggen (meijgen?) bij die Hulszmathe. 14 dagen.

* 1640, 28-6: ORA Enschede SG.022.363: Mette van Coeszfeldt per fannulam <?> doet oer verwin op Joachim van Lochum naer luidt der Anspraecke. Contumax.

* 1640, 7-9 en 17-9: ORA Enschede SG.022.373: Metken van Coeszfeldt doet oer verwin op Jochim vann Lochum verluidt den Anspraecke Contumax. (...) Metke Vann Coeszfelt vercofft Jochim van Lochums panden nae luidt die Anspraecke (374) Egb: ten Vogelsanck vercofft Mette vann Coeszfeldes pande nae luidt der Anspraecke.

* 1643, 12-6: ORA Enschede SG.023.155: Erschenen Berent Padchen en Anna zijn echte huisvrouw en bekenden alhier gerechtelijk voor haar ende haar erfgenamen hoe dat zij in een vaste, stevige, onlosbare erfkoop verkocht hebben en kracht dezes verkopen de E. Gerlich van Lochem en Trijna zijn echte huisvrouwhaar eigen vrije huis, hof ende alinge weer, zoals het huis met zijn oude en nieuwe toebehoren, recht en gerechtigheden binnen Enschede, met de ene zijde aan Jochem van Lochems huis en met de andere zijde aan zal: Cort Reigers mate, met het ene einde aan Jochem van Lochums gang en met het andere einde aan de Stadsstrate schietende, voor een somme van penningen die verkopers bekenden haar inmiddels betaald (...) voorts zal koperen genieten en erfelijk behouden de put-gang en de halve put, en in dezelfde koop is mede verkocht een hagengaarde, liggende voor de Espoort, met de ene zijde aan Derk Jorritsens gaardeen de andere einde aan Herman Bansens gaarde (...)

* 1645, 28-4 ORA Enschede Stadsgericht SG.023.338: Dirk van Coesfeldt wil de turfgreep terug die hij aan Joachim van Lochem heeft geleend; Joachim van Lochem zegt dat in die turfgreep zijn vaders merk staat, en dat hij, zijn moeder en zijn broers denken dat de greep van zijn vader is, en dat hij hem dus behoudt.

* 1645, 22-9: ORA Enschede SG.023.376: Noopende het bedienen der mombaerschap over d’onmondige 3 kinderen bij Saelge: Aelcken Holsteijn naegelaeten ende bij Klaes Hulsken haer verstorvenen eersten ende Jan van Lochum haeren laetsten eheman gestellet respective met naemen Aelcken Hulsken, Drees & Hendr: van Loggum; vort die nominatie der Mombaeren door gem:ten van Jan Loggum selffs gedaen, op d’persoonen van Joachijm van Loggum ende Jan Holsteijn kannegieter, Ingeseetenen alhier als respectieve mombaeren der onmondigen bij ’t Gerichte mits deesen geratificeert, stellende op versoeck van partijen Jaspar Hampsinck tot Oldenseel mede tot overmombaer d’welcke neffens geseijde Joachijm met handtastinge hebben belooft deese hare Momberschap trouwelijck naer Landrechte t’administreren: houwe belofte de voorsze Mombaer gelijckvals sal zijn geholden te presteren, soo tegenwoordich absent.

* 1645, 27-9: ORA Enschede SG.001.0124: In sittenden gerichte persoonlijck erscheenen Greete, wed:e wijlen Zal:r Andreas van Loggum geassist metten E. Berent Paeschen, haeren hier toe versochten ende gerichtelijcken toegelaetenen mombaer neffens Joachijm en Jan van Loggum haer compoarantinnen soonen, caverende de rato voor hare medebroeders, seggende hoe dat haer Comparanten respectieve dochter ende suster gen:pt Hermken van (125) Godt Almachtig met blindtheijt besocht sijnde, gantschelijck niet bequaem om haer kost ende kleederen te gewinnen; als verklaerden Comparanten sulckx bij tijde naevolgender gestalt te willen versien, ende naevolgende parcelen van goederen gem:de Hermkens haer leventlanck bij deesen toe te maecken omme nae haer Moeders overlijden hier meede te provenieren d'verschillen soo tusschen geseijde Comparantinne kinderen in d'deelinge der erffenisse solde moogen voorvallen; soedaene naergen:e goederen d'voorsz: dochter ende suster geduijrende haer levent lanck lijftochtswijse sal gebruijcken, naementlijck den geheelen Wiltvancks kamp aen den Butthoff gelegen, Item een maet liggende in 't Laesunder aen het velt, ende het geheele huijs ende hoff waer inne haer comparanten sal:e vaeder met Comparantinne sijn leventlanck gewoont; met sulcken verstande dat d'voorsz Hermken aen niemant vreemdts sal moogen verpachten ende verhuijren d'parcelen boovengem:, maer geholden sijn dieselve hare Broeders ofte derselver erven te laeten gebruijcken, mits daer voor tott huijr betaelende 't geene bij een vreemde gegeven solde konnen gegeven worden; ende dat nae geseijde Hermkens overlijden d'voorn:e goederen onder haere broeders ofte derselver Erffgen:n gelijckelijck gedeelt sullen werden; sonder dat sij dickgem:e Hermken macht sal hebben d'voorsz: parcelen te verkoopen noch vervreemden, ofte den eenen als den anderen wettelijcken Erffgen: ofte vreemden bij Testament ofte codicille ijts voor uijt te maecken ende begiftigen; onder reserff dat gem:e Hermken ten tijde der deelinge haer mette (126) parcelen hier voorens gen:pt voor haer Vaeder ende Moederlijcke goedt, sal moeten bevreedigen semper in forma meliori.p.

* 1646, 13-4: ORA Enschede SG.023.432: Joachijm van Loggum ende Lambert Lamberts doen aeneijchninge an Egbert Luijckesz sijn pande luijt voorgaende proceduijre

* 1646, 20-4: ORA Enschede SG.024.002: Joggem van Loggum ende Goossen ten Bouwhuijs verkoopen gerichtelijck eene tinnen komme, volgents erholdene proceduijre Egbert Luijckesz affgepandet ende wort van Clegeren ingesatt op 2 stfr: blijven bij Insaete cooperen, den eijgenaer sijn losse naer Lantre:e

* 1646, 14-9: ORA Enschede SG.024.057: Joachijm van Loggem ende Lambert Lambertsz verkoopen gerichtelijck drije koene ende een stercke, alle te saemen roodt, waer van het haer den Gerichte vertoont, volgents doorgaende recht Egbert Luijckesz affgepandet ende werden 't samen van Clegeren ingesatt op 24 dlr: blijven bij insaete cooperen, den eijgenaer sijn losse naer rechte. s.

* 1649, 9-4: ORA Enschede Stadsgericht SG.024.345: Jochijm van Loggum en Jorrijen Helmich zijn mombaren over de onmondige erfgenamen van wijlen Jutte Michorius

* 1649, 23-4: ORA Enschede SG.024.350: Jorrijen Stroijnck doet opbaedinge aen Jorrijen Helmichs ende Jochijm van Loggems panden, luijt voorgaende procedure

* 1650, 16-9: ORA Enschede SG.024.494: Lucas Verwoolt bespreeckt dese naevolgende voor schult tot reeckene: (...) Joggijm van Loggem ...

* 1651, 1-10: ORA Enschede SG.024.639: Secret:s Cost verkoft een swarte ende een bonte koe als oock noch een swarte ende een grijse koe, volgens erholden recht Jorrijen Helmichs ede Joggem van Loggem affgepandet ijder twee, wordende 't saemen ingesat op 50 dlr, blijft cooper losse.s.

* 1651, 27-10: ORA Enschede Stadsgericht SG.024.625: Joggem van Lochum en Jorrijen Helmichs zijn mombaren van Jan Pijlas zoon, ook Jan genaamd.

* 1651, 23-11: ORA Enschede SG.024.636: Secrt:s Cost verkoft een holten brecke ende leepel volgents erholden recht Jorrijen Helmichs ende Joggem van Loggem affgepandet, wordende van hem ingesat op 8 penni. Blijft cooper, Losse.

* 1652, 26-1: ORA Enschede SG.025.003: Compareren die Ed Georg Helmichs, Joggim van Lochum, Jan Pijlas ende Jan Bolck, in qualite als Mombaeren over d'onmondige Erffgen:en van wijln Jutte Michorius, ende seggen niet anders te hebben geweeten als dat het 1/3 van d'Mollenmaete van Jan ter Verwoolde voor een summe van 150 dlr in pandtschap sij gegeven, weshalven sijluijden den soone van gemden (004) Verwoolde hebben gerichtelijck doen aenseggen, omme de voorsz 150 dlr teegens aenstaende Meij wedderomme te geven, dewelcke volgents des stadts dienaers relaes hebbe geandtwoordet, sick te willen draegen ende holden nae teneur des protocols, waerop d'comparanten het selve doen openen ende bevonden dat 1/3 der voorsz Michorius Mollenmaete niet verhijpothiseert, maer vast ende onwederroepelijck verkoft, daer naer dieselve sick oock gedencken te draegen ende geen redemptie als in beeter eervaronge gekoomen sijnde, te willen henvoro gestendigen, haer deswegen alle noodige ende dienstige middelen van rechte reserverende.

* 1652, 10-5: ORA Enschede SG.025.035: Idem qualite uts:a <dwz: de erfgenamen van Aele Cost per Ludm: Wagelaer> bespreecket Joggem van Loggum voor d'halffscheit ad 6 Carglds wegen verteerde kosten bij verwin cum suis gedaen in saecken tegens d'wed:e Waegelaer salv: soo Verwin en belooft heeft te betaelen onder protest van kosten. Contumax s.p.

* 1652, 17-5: ORA Enschede SG.025.037a: d'Erffgen:en van Saelg: Aele Cost per Ludm: Wagelaer doen in gevolg van haer procedure Opbaede: aen Joggem van Loggum, luijt voorgaende procedure.

* 1653, 4-9: ORA Enschede SG.025.170: Derck Robers bespreekt Jochum van Lochum voor betalinge van <...> penn schoo. Contumax s.p.

* 1654, 20-6: ORA Enschede Landgericht LG.09.532: In eodem Judicio erscheenen Griete, wed. wijln. Dries van Loggum, g’ assisteert met haeren soone Jan van Loggum, haeren hiertoe versochten ende gerichtelijck g’ admitterden mombaer, de rato caverende voor haere vier andere soons, te weeten; Joggim, Pieter, Gerlich ende Joost van Loggum, als oock voor haere dochter Hermken. Ende deede onwedderoepelijcke transportatie, cessie ende opdracht ten erfflijcken behoeve van Herman ten Dijcke, Geesken, eheluijden ende haeren naekommelingen van haer transportantinnen eigendoemlijcke vrije allodiale ende onbetinzede hoijmaet hem gelijck dieselve met alle haer olde ende nieuwe toebehoor, recht ende gerechticheit in Usseler marcke ende deesen Gerichte is gelegen, metten eenen einde aen Abraham ten Bouwhuijs maeth ende metten anderen einde ende twee sijden in het velt. Daer van sij transportantinne, g’ assisteert als vooren, bekande den kooppenn., den lesten metten eersten, vollenkoomen ende ten geneugen ontfangen te hebben. Deede deswegen van d’ verkofte maethe vertichenisse, met hande ende met monde, als recht was. Haer ende haeren kinderen ende erffgen. daervan t’ eenemael ontervende ende den aencooperen cum suis daermeede erfflijck wedderomme beervende, sonder dat sij daeraen het allerminste meer behieltnoch te verwachten was. met beloftenisse van waerschap, breederen inholts des verseegelden brieves

* 1654, 3-7: ORA Enschede Stadsgericht SG.025.252: Jochem van Lochem en Jorrien Helmich zijn mombaren over de kinder van Jan Pijlas en Janneken, zijn zal: huisvrouw: ze worden door Palte aangesproken op een schuld die Jan Pijlas junior gemaakt heeft, toen hij in Deventer studeerde.

* 1654, 30-10: ORA Enschede SG.025.272: Borgemeester Palte qualitate qua doet opbadinge op die panden van Jorrien Helmichs en Jochen van Lochum luit voorgaende procedure.

* 1654, 6-11: ORA Enschede SG.025.275: Mr. Berent Deumers doet opbaede an Joggem van Loggem voor 20 1/2 stv arbeitsloon

* 1655, 19-11: ORA Enschede SG.025.349: Hindrick Becker, volmr: van seigneur Blijenberch tot Amsterdam bespreeckt Jochem van Lochem voor een somma van een hondert twaelff carglds: <...> cum interesse, versocht onder protest van costen ineischinge et si non compareat, contuamciam. Becklaeghte per filium versocht 14 daege. [Dit kan niet anders dan Jacob Cornelisz Blijdenbergh betreffen! Zie Kws XII-465]

* 1655, 3-12: ORA Enschede SG.025.353: Sr: Blijenborch per Becker doet het verin op Joggem van Loggums panden, luijt voorgaende anspraecke

* 1656, 14-1: ORA Enschede SG.025.363: Hindr: Becker, volmr: Sr Blijenborch wort op sin versoeck geëigent an die pande van Jochum van Lochum.

* 1656, 28-1: ORA Enschede SG.025.369: Hendr: Becker noe: Blijenborch verkoft een oort strvrs: affgepandet Joggem van Loggum wordende op gelijcke waardeije ingesat, blijft cooper, losse, s.

* 1656, 19-3: ORA Enschede SG.001.279: testament van Anneken Pilas, pupil van Jorrien Helmich en Joggem van Loggum, haere neeven ende mombaeren, sieck te bedde liggende. Zij bepaalt dat haar stiefmoeder (soo wanneer sij sonder lijffserven mach komen te versterven) haar dagelijkse kleren erft, 'soo sij doorgaens plach te gebruijcken', en haar volle zusters Geertken en Agnete [Pilas] alle overige kleren; haar broer Pelgrum Pilas krijgt haar kist, haar garen en vlas, en huurvrij het gebruik van haar gaarden, totdat haar volle broers en zusters tot scheiding van de nalatenschap komen. Haar vader Jan Pilas erft fl 25:-, en ze verwacht dat hij daarmee tevreden zal zijn. Al haar overige bezit, roerend en onroerend, wordt geërft door haar volle broers en zusters.)

* 1656, 14-4: Stadsarchief Enschede ORA Stadsgericht 73-057 transcriptie: Jan Pijlas verzet zich tegen de verkoop door de mombaren van zijn zoon Jan Pijlas jr, chirurgijn, van zijn huis aan David Schouwink. De mombaren hadden het recht niet dat huis te verkopen, om tal van redenen, waaronder het feit dat Jan Pijlas jr. al 29 en dus niet meer onmondig is. [zie ook akte 17-1-1659]

* 1656, 5-10: ORA Enschede SG.025.403: Joan Pijlas bespreeckt de mombaeren Jorrien Helmich en Joggem van Loggum van zijn overleden zoon Pelgrum om de begrafenis te betalen hij wil (als vader en overmombaer van zijn voorkinderen) graag een inventaris hebben van de eigendommen van Pelgrum.

* 1656, 11-11: ORA Enschede SG.025.418: Georgh Helmich en Joggem van Loggum qqa per Ludm: Wagelaer versoecken vermits defect van eenige (419) bewijsdommen alsnog 14 dagen uitstel tegenover Jan Pijlas

* 1657, 2-3: ORA Enschede SG.025.442: Harmen Helmich verkoffte gerichtelicken een holten leppel Jochum van Lochum als mumbaer van wilen d'Erffgen: van Jenneken Pilas zal: volgents erholden recht affgepandet wordende van hem ingesatt op eenen ort blieft cooper losse. s.

* 1657, 4-5: ORA Enschede Stadsgericht SG.025.460: Joggem van Loggum is met Jorrien Helmich momber over wijlen Janneken Michorius kinderen. (later Jan Pijlas' voorkinderen genoemd; hij is dus hertrouwd)

* 1657, 1-6: ORA Enschede SG.025.464: Burgemeester Joan Becker doet het verwin op Jurrien Helmich en Jochem van Lochem als mombaeren van Jan Pijlas voorkinderen

* 1658, 13-9: ORA Enschede SG.025.546: Hendr: Helminck doet opbaed aen Jorrien Helmich en Joggem van Loggum als mombaeren van Pelgrum Pijlas luidt voorgaende procedure.

* 1659, 17-1: ORA Enschede SG.025.583: David Schouwink zegt dat hij op 16 juli 1656 van Jorrien Helmich en Jochem van Lochem als mombaeren over de onmondige (sic!) kinderen van Janneken Pijlas, mede ten overstaan van wijlen Jan Pijlas als vader en momber van de edele Joan Pijlas, chirurgijn, die toen buitenslands was, het huis heeft gekocht waar hij tegenwoordig in woont, en dat hij toen op de daaropvolgende Pasen zou aanvaarden. Dat is hem echter door de vader Pijlas verhinderd, waardoor hij excessieve kosten voor wederhuur en verhuizing moet maken. Die wil hij op de mombaren verhalen. Die zeggen dat de reserves van hun pupillen niet toelaten dat hierover geprocedeerd wordt, en ze vragen dus rechtstreeks decreet van de Magistraat. die antwoordt over acht dagen. [zie ook akte 14-4-1656]

* 1659, 31-1: ORA Enschede SG.025.588: de gemachtigde van Frederick Jeuriszn, kleermaker te Deventer, wil geld zien van Jorrien Helmichs en Jochem van Lochem, als mombaren over de kinderen van wijlen Jan Pijlas en Jenneken zijn vrouw, vanwege voorgeschoten geld, arbeidsloon, bogstelling en logies ('slaepgelt') dat hun pupil Joan Pijlas, chirurgijn, als student in Deventer heeft verkregen.

* 1659, 31-10: RAZwolle, ORA Stadsgericht Enschede, invnr.25, fol. 643: 1659 den lesten Octobr. Borgemr Joan Cost ende Berent Paeschen in qualité als Mombaeren van Harmken van Loggum, ende spreecken aen Joggim van Loggum voor een summa van 200 Car glds Item Pieter van Loggum voor 300 gld ende Jan van Loggum junior voor 25 gld welcke posten geciteerden hebben getrocken uijt d'kooppenningen van haer pupillen aen Abraham ten Catte verkofte huijs, alles onder protestatie van kosten, interessen ende schaeden gepasseert ende noch te passeren, versoeckende in Contumaciam proclma: edoch indien d'Geciteerden voor d'ontfangene onderhebbende posten goede verseeckeringe doen, konnen sijlijden, dat d'voorne posten bij d' (644...) Geciteerden op interesse verblijve, met wijder versoeck, dat d'gebroederen van haer comparanten pupille mooge worden angesecht, dat sij in tijdt van 14 daegen sullen geholden sijn aen d'comparanten contentement te doen wegen d'huijr van haer pupillen Maethe ende Camp, bij verweigeringe, dat sijluijden haer van d'voonoemde Maethe ende Camp sullen hebben te ontholden ende te gedoogen, dat bij haer Comparanten ten meesten vordeel van duchgemelde haer pupille d'meergemelde Laersonders Maethe ende Wiltvancks Kamp aen anderen worde verpachtet. (fol. 645) Joggim en Pieter van Loggum seggen aen d'mombaeren van d'onderhebbende penningen goede obligatie te willen overgeven ende dienvolgens van d'huijre der Maethe ende Camp goed contentement te doen in weinich daegen hetwelck ook sullen doen haer broederen Geerlich ende Jan noopende d'huijre voor dewelcke sij comparanten caveren ende sterck maecken.

* 1659, 15-11: ORA Enschede SG.025.650: Burgemeester Joan Cost en Berent Paeschen qqa doen het verwin op Joggem, Pieter van Lochum, zo voor hun zelf als uit naam van hun broeders waarvoor zij zich sterk gemaakt hebben, item Jan van Lochem, luit de aanspraak, alles onder protest van kosten.

* 1660, 10-12: ORA Enschede SG.026.084: Burgemr. Henr: Derckinck doet opbaed aen Joggem van Loggum voor verschenen sloptienden ad computum.

* 1661, 7-1: ORA Enschede SG.026.087: Burgemr. Henr: Derckinck wort op versoeck geëigent an Joggem van Lochums panden, luijt voorgaende procedure

* 1661, 21-1: ORA Enschede SG.026.089: Burgemr. Henr: Derckinck verkoffte een tinnen leepel, affgepandet Joggem van Loggum , wordende ingeset op 2 penn, blijft cooper, losse.

* 1661, 11-3: ORA Enschede SG.026.103: D'mombaeren van Hermken van Loggem bespreken Joggem van Lochem voor 10 gld verlopen interesse

* 1661, 12-3: ORA Enschede Landgericht LG.09.735: Anno 1661, den 12en Martij. Herman van Hoevel: Judex. Jan Helminck, Jan ten Vaerde: assessoren. Eigenaer persoon erscheenen Joggem van Loggum met Hilleken sijn echte huijsvrouw, item Jan van Loggum, Geesken, eheluijden, weesende d’ voorn. huijsvrouwen met haere respective ehemannen als haere mombaeren geassisteert. Ende deeden eendrachtelijck ten erfflijcken behoeve van Geert Seegelinck, Aelcken, eheluijden, ende haeren naekommelingen onwedderoepelijcke cessie ende overdracht van haer transportanten eigendoemlijcke stucke bouwlandt, gehoorende onder t’ erve Laersonder, gelijck hetselve met alle sijn olde ende nieuwe toebehoor, recht ende gerechticheit, op den Laeresch in d’ Eschmarcke ende deesen Gerichte gelegen is, (Folio 736) tusschen het landt van t’ erve Segelinck ende Jacob Helminck, schietende t’ eindes Colthoffs landt ende Menckmaets brinck. Sijnde vrij allodiael ende onbekoomert, edoch den Thientheer sijn recht van een schepel rooge jaerlijxe slopthiende voorbeholden. Daervoor sij verkooperen den kooppennin. den lesten metten eersten, vollenkoomen ten geneugen bekanden ontfangen te hebben. Deeden deswegen van het voorn. verkofte stucke bouwlandt vertichenisse, met hande ende met monde, als recht was. Haer ende allen den haerigen daervan ontervende ende den ancooper cum suis daermeede erfflijck wedderomme beervende, sonder dat sij verkooperen daeraen het allerminste meer behielden noch te verwachten waeren. Met beloftenisse van waerschap, breederen inholts des verseegelden brieves.

* 1662, 9-6: ORA Enschede SG.026.193: Borgemr: Henr: Derckinck verkofft in plaets van een kleijn pandt eenen halven stvr, affgepandet Joggem van Loggem wordende ingesat op gelijke waardije, blijft cooper, losse.

* 1662, 29-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.026.213: Burgemeester Gosen ten Bouwhuis bespreekt Joggem van Loggum voor schuld tot rekening en enig geld, dat beklaagde wegens zijn zal: moeder heeft aangenomen te betalen.

* 1662, 3-11: ORA Enschede SG.026.224: Berent Roberts doet opbaed aen Joggem van Loggums panden voor 53 stvrs ter saecke van arbeidts loon alles onder protest van kosten.

* 1662, 17-11: ORA Enschede SG.026.229: Wed: Menckmaethdoet opbaed aen Joggem van Loggums voor verschenen intresse ad computum.

* 1663, 14-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.026.311: Swenne van Lonnicker bespreekt Joggem van Loggum voor 25 stuivers ter zake van verkocht roedtsaet, met protestatie van kosten.

* 1663, 21-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.026.313: Swenne van Lonnicker doet opbaed aen Joggem van Loggums pande, luijt anspraecke

* 1665, 11-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.057.107: Lucas tho Verwoolde claimt geld van Jochum van Lochum wegens op graan op een dd 12-8-1664 gehuurde/gekochte mathe. Jan van Lochem antwoordt vanwege zijn vader dat de garven niet zijn gekocht, etc.

* 1667, 28-1: ORA Enschede Stadsgericht SG.027.173: Op verzoek van Jan van Loggum en Claes Hoedemaker is bij de Magistraat toegestaan dat alle gedane en nog te doene arresten gepasseerd op de goederen van zal: Joggem van Loggem zonder wijder gevolg in statu zullen worden gecontinueerd tot aanstaande pasen, binnen welke tijd tot vermijding van kosten en reddering des sterfhuizes met alle crediteuren zal worden geliquidieerd en indien aan dezelve alsdan geen contentement mochte worden gedaan zal eenieder zijn aangevangen of nog aan te vangen procedure mogen vervolgen, dit alles onverkort het recht van preferentie of anders, die iemand van de crediteuren bereids mag hebben gekregen.

* 1667, 24-6: ORA Enschede SG.027.209: Compareerde Lud: Wageler, volmachtiger van Burgemeester Laersonder cum suis, seigneurs Dommers tot Amsterdam, Geerlich Woolderick en Jan Haeverkaete 'tsamen crediteuren van Joggem van Lochum zaliger, protestande te kennen gevende dat ofwel diezelve d'eenen voor d'anderen na aangevangen hebbende met middel van arrest alhier te procederen op d'voorsz Van Lochems goederen gelegen onder deze Gerichte, van UEd Achtb. als competente richters op het verzoek van ene Jan van Lochum en Claes Hoedemaeckers op den 28 Januari 1667 ten protocolle van de comparanten in der minne te willen zoeken en te contenteren, in hare koers rechtens zijn opgehouden, nochtans niet anders als onder reserve, als dat niemand van haer in zijn verkregen recht zoude worden vernadeeld, gelijk UEd. Achtb. de comparanten altoos op hope van alzulke amicabele betalinge, die duck alhier aangezocht zijnde ook alzo daarin geconserveerd, maar alzo tot nog niets daarop gevolgd, en te bezorgen dat de comparanten door alzulk trainissement eindelijk van haar recht gefrustreerd zijnde, door navolgende crediteuren mochte zijn gepostponeerd. Zo verzocht comparant dat U Achtb. diezelve alsnog per decretum alzulk verkregen recht moge believen te conserveren, hetwelk gedaan zijnde zal comparanten verder weten te doen naar behoren, mits dat de gearresteerden dienvolgens tegen een zekere dag bij het Ed. Gerecht te prefigeren, als dan volgens ad audiendum Justificari moge geciteerd worden. DECRETUM. Alzo op de gearresteerde weduwe Van Loggems iteratieve verzoek en tot vermijdinge van kosten, de gedane arresten zonder wijders vervolg bij deze Schepen-gerichte tot nog toe in statu en volle waarde zijn gehouden zo wordt de verzochte citatie geaccordeerd en aangenomen, de voorn. weduwe en erffgenamen te citeren tegens de leste rechtsdag ante ferias mesium omme de Arrestanten justificatie en dan te kunnen aanhoren.

* 1667, 1-7: ORA Enschede SG.027.211: Thijes Elfferinck heeft aan burgemester Lauwrens Laersonder gecedeert een obligatie van fl 100:- neffens 3 jaren interesse van 35 stvrs daerop verlopen, die zalg: Joggenm van Loggem en Hilleken, eheluijden, aan comparant schuldig zijn, welke obligatie de comparant aan Laurens Laersonder heeft overgegeven en verkocht.

* 1667, 8-7: ORA Enschede SG.027.215: Luds. Wagelaer, volmachtiger der crediteuren in actis van Jochem van Lochem zaliger, exhibeert eis en aansprake op en tegen desselfs weduwe en erfgenamen en mombaren, concludeert en verzocht als daarbij met aneischonge en finemat compareat per decretum concumaciam. Berend Paeschen en Claes Hoedemaker als volmachtigers van de geciteerde weduwe verzoeken onder voorbehoud van alle benificien en rechten en tijd tot de derde post ferias receum. ende alzo Pieter en Jan van Loggem als oomen en aengeboren mombaren van de kinderen van zal: Joggem van Loggem uit het tweede bedde geprocreëerd, hebben verklaard dat haar pupillen zich niet als erffgen: zullen gedragen dewelke erfenisse zij mombaren mits dezen renunciëren en repudiëren.

* 1669, 8-3: ORA Enschede SG.027.350: De weduwe en erfgenamen van wijlen Joggem van Loggum per Joggem Pietersen, bespreken [Herman] Swijnepoel voor 32 stvrs ad computum met protestatie van kosten en interessen.


kind 2: Garrit Jochemsz van Lochem

filiatie aangenomen, gezien de aktes uit 1657 waarin Garrit van Lochum identiek is met Garrit Joggems

NB: in 1657 is er een Garrit van Loggum, die later (21-7-1657) Garrit Jochemsz heet, dat moet dus de zoon van Jochem van Lochem zijn. [aktes:

* 1657, 14-9: ORA Enschede SG.025.478: Compareert de Wed:e Grevincks ende secht hoe dat sij lestleden maendach gerichtelijcke hebbe doen citeeren d'getuijge Garret van Loggum omme op huijden te deponeren op alsulcken vraecharticulen als comparantinne verleeden maendach heeft geëxhibeert, waarbij in cas van verweijgeringe is geëschte 50 olde Sch[ilden], ende also de geciteerde sich absenteert ende weicherich maeckt soo versocht comparantinne dat den tergiversant bij gebreck van verweigeringhe mogen werden gecondemneert in d'geeichte 50 olde Sch: daer toe sij concludeert mits deesenende expresse protestatie van wijder interesse en kosten gedaen ende noch te doen met verner versoeck dat den tergiversant mooge werden ingeëischt et six nemo (481) compareat contumaciam . Quia nemo comparuet, ergo contumax s.p.;

* 1657, 21-9: ORA Enschede SG.025.480: Mr. Joost Mieschendael als volmachtiger en conjuncta persona van de Weduwe Grevings, verzoekende dat Garrit Joggems voor d'tweede reise bij eene dubbelde poene moge werden geciteert om kondtschap der waerheijt te geven ten waer hij sich à prima contumacea mochte gepurgeert hebben oft bij deeses gerichts sessie noch doen als voor deesen versocht is. die kosten voorbeholden; Grevincks weduwe versocht tegens Jan van Loggum prolongatie van drije weecken uijt reden dat de geciteerde getuijge hebben getergiverseert ende verleeden maendach sich weigerich gemaeckt

* 1658, 6-12: ORA Enschede SG.025.575: Garrit Joggems per Garrit Cost bespreecket David Schouwenck voor fl 19:13:- ad computum onder protest van kosten dende interesse. 14 daegen.


kind 3: Jan van Lochem

filiatie bewezen door akte van 11-9-1665

* 1657, 21-9: ORA Enschede SG.025.480: Mr. Joost Mieschendael als volmachtiger en conjuncta persona van de Weduwe Grevings, verzoekende dat Garrit Joggems voor d'tweede reise bij eene dubbelde poene moge werden geciteert om kondtschap der waerheijt te geven ten waer hij sich à prima contumacea mochte gepurgeert hebben oft bij deeses gerichts sessie noch doen als voor deesen versocht is. die kosten voorbeholden; Grevincks weduwe versocht tegens Jan van Loggum prolongatie van drije weecken uijt reden dat de geciteerde getuijge hebben getergiverseert ende verleeden maendach sich weigerich gemaeckt [omdat hij in dezelfde zaak optreedt als Garrit Jochemsz van Lochum, moet het wel om deze Jan van Lochem gaan]

* 1665, 11-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.057.107: Lucas tho Verwoolde claimt geld van Jochum van Lochum wegens op graan op een dd 12-8-1664 gehuurde/gekochte mathe. Jan van Lochem antwoordt vanwege zijn vader dat de garven niet zijn gekocht, etc.

* 1670, 15-11: Stadsarchief Amsterdam DTB ondertrouw [495-448]: de geboden sijn tot Almelo onverhindert gegaan. Gecomp: Jan van Lochem van Almelo, linnereder, wed. van Aeltie Hulskens, woont tot Almelo, en Mette Jans van <onleesbaar> oud 32 Jare geasst met acte van ouders consent woont op de Heregracht. (w.g. Jan van Lochem, X)


kind 6: Wessel van Lochem

filiatie: aannemelijk door ondertrouwakte Deventer 1682

lit: Stam-boek der Willingen

lit: "Remonstrantie en deductie over de leer en conventiculen der mennisten der stede Deventer" (1670), bevat een verzoek tot het verbieden van de doopsgezinde bijeenkomsten en in elk geval van de Secte van Jan ten Cate, waartoe ook Wessel van Lochem als ondertekenaar van twee verklaringen uit 1669, behoort.

* 1682, 11-11: familysearch: Trouwen gerecht Deventer, [fol. 178, foto 91]: Wessel van Lochem, soon van wijlen Jochem van Lochem, j.m. in de Menstraet, met Judith Eppenhof, wed. van Hendrick ten Kaeten op de Brinck. (w.g.: Wessel van Lochem als bruidegom. Judith Eppenhoff als bruet). Attestatie gegeven aan de Ed. Achtb. Magistr. den 9 December 1682.

* 1682, 11-11: fam.blad Ten Cate/Ten Kate: Op 11 nov. 1682 stellen de Staatsschepenen van Engestraat tot mombers over de kinderen van Hendrik ten Cate en Judith Eppenhoff, Samuël Daniëlsz. Cremer en Abraham Willemsz. Cremer.

* 1682, 30-11: Hans ten Cate: GA Deventer. [141c, blz. 439 e.v.]: Per 30 nov. 1682 een inventaris van Judith Eppenhoff wede van Hendrik Abrahamsz ten Cate voor haar 4 kk.: Lijsbeth, Abraham, Steintien en Harmen ten Cate, o.a. het huis op de Brink "'t Blaeu Lam" genaamd en een hof buiten de Brinkpoort.

* 1685, 29-10: Stadsarchief Deventer: Renunciatiën der stad Deventer: Samuel Danielsz Cremer verkoopt namens Hendrik ten Cate diens woonhuis aan de Brink te Deventer aan de voorkinderen van Judith Eppenhoff alsmede aan haar tweede echtgenoot Wessel van Lochem

* 1696, 7-3: familysearch: ORA Bredevoort [invnr 433, fol 13, scan 235]: Jan Brunsinck heeft een schuld aan Daniel Cremer te Deventer wegens niet betaalde goederen van fl 130:-. en aan Wessel van Lochem "wegens afgekofte waeren" van fl 18,- en van Hendrik Lammers te Deventer heeft hij fl 25,- geleend.

* 1721, 16-5: Stadsarchief Amsterdam, NA notaris Pieter Schabaelje [6132-332]: Scheiding van de nalatenschap van Judith Eppenhof, laatst weduwe van Wessel van Lochem, en eerst van Hendrik ten Kate.

Judith Eppenhoff blijkt vijf kinderen te hebben gehad: Abraham ten Cate (nog in leven), Christina ten Cate (overleden; gehuwd met Isaac Galenus, overleden, waarvan de enige in leven zijnde dochter Sara Christina Galenus heet), die beiden reeds het erfdeel van hun vader hebben gehad, en nu dus recht hebben op hun aandeel in de helft van hun moeders erfenis, en dat is dus gelijk aan de helft maal 1/5 is 1/10 deel. De andere kinderen: wijlen Helena van Lochem, die getrouwd is met de nog levende Jurriaan Willink, die met toestemming van de magistraat dd 14-3-1720 (zie 't 139 Schepenminuutregister, fol. 250v), mag optreden voor z'n minderjarige kinderen; wijlen Hendrik van Lochem, die getrouwd is met Margaretha Willink, en zij heeft weer Hendrick Eppenhoff gemachtigd om voor haar minderjarige kinderen op te treden (zie procuratie voor Schepenen van Deventer dd 12-5-1721); en tenslotte Harmen van Lochem. (De naam Van Lochem wordt ook gespeld als Van Loghem). De totale erfenis van Judith Eppenhoff beloopt fl 24.756:2:-. Interessante posten uit de (sumiere) opsomming van die inventaris: een schuld van bijna fl 9.000:-:- te voldoen door de Heren Eppenhoff, Willink en Van Lochem te Deventer (een compagnieschap, blijkbaar); een obligatie waarover het fijne te vinden is in een acte voor notaris Jan Snoeck dd. 4-4-1720 [niet gedigitaliseerd; beschadigd register, duplicaat op film 5807 en 5808]. Verder is haar huis en erf te Deventer voor fl 1800:- verkocht aan Herman van Lochem, en de tuin buiten Lochem verkocht aan de weduwe Herman van Lochem voor fl 610:-, en tenslotte hebben haar drie kinderen Van Lochem reeds elk 4000 gulden gekregen bij hun trouwen, resp. volwassenheid. Een gedeelte van de inboedel is door de gesworen schatster Catharina Schaak geschat op fl 837:17:-.


openstaande vragen / discussie


* 1653, 29-4: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Hendrik Schaef [scan A23661000005]: Gecompareerd Jochum van Lochum, uit Ecxscheveur bij Hamburg, varende voor Adelborst voor de WestIndische Compagnie, is een bedrag schuldig aan Christiaen Harsmoer in de Anjelierstraat te Amsterdam. De akte is onvolledig en doorgehaald.