XII-29 Lochem, Pieter van

Pieter van Lochem,


ouders: Andries van Lochem en Grete Walmink


geboren: ca 1600

gedoopt:

overleden: na 11 mei 1685 <maar voor juni 1688>

begraven:


beroep: diaken van de doopsgezinde gemeente te Enschede

woonplaats / adres: Enschede


relatie (1): trouwt ca 1625?


Hester NN (XII-30)


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden: na 1652

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (2): trouwt tussen 1671 en 1674


Metken Odinck,


ouders:


geboren: voor 1620

gedoopt:

overleden: na okt. 1692

begraven:

weduwe van Lucas ten Beerenbroeck en van Berend Paeschen


kinderen:

  1. Andries van Lochem, ca 1645-voor 1681, X 1664 Beertjen Nijenhuis volgt XI-15

  2. [Anneke van Lochem X Hendrik Nijenhuis]

Biografische aantekeningen


In 1626 treedt Pieter van Lochem op namens zijn vader in een akte: dat betekent dat hij dan meerderjarig (d.w.z. ouder dan 23) is.


Bronnen


* 1626, 26-10: ORA Enschede SG.020.287: In sittenden gerichtes erscheen Peter van Lochum uit den name en van wegen zijn vader Drees van Lochum en verzocht alnoch op en tegens Stijne Brouwers de tijd van acht dagen en ieders zijnes rechtens onverkortet. (fol. 288) Drees van Lochum per filium verkofft Derrick Gerliges panden luidt der aansprake.

* 1634, 3-3: ORA Enschede SG.021.636: Peter van Lochum doet aneischonge aan Gerrit Gerliches pande, luidt de aansprake.

* 1634, 25-3: ORA Enschede LG.007.306: Erschennen Peter van Lochum, unde secht woe datt hie, uuth crafft van sijn doorgaende recht, hebbe wesen penden ten huse van Johan Oldendaeler offte Johan Wesselinck. Diewelcke pandtkirunge gedaen, waerop hie denselvigen hefft laten bedaegen. Verzocht dat hie mach ingeëischet worden. Niett comparerende verzocht hie voor d’ eerste male pandtsterckunge, die hem bij den Gerichte vergunt is worden. Waerop erschennen gemelte Johan Wesselink unde hefft hem tot een pandt gepresentiert eenn bijle.

* 1637, 27-11: ORA Enschede SG.022.180: Gerrit Engerkinck en de erfgenamen van za: Verwoldt spreken aan Geerte, de weduwe van za: Drees van Lochum voor drie honderd daler kapitaal cum interesse a die morae sampt voor on.. en schaden fartis et fiendis tot goede Reeckeninge. Peter van Lochum erkent schuldig die kapitale somma en de rente sedert zijn za: vaders dood gepasseerd.

* 1640, 29-11: ORA Enschede LG.036.170: Pieter van Lochum spreekt aan prvia citatione Jan Lansinck toe Twickeloe voor 5 gld 15 stvrs voor gehaalde waren.

* 1640, 8-12: ORA Enschede LG.036.173: Peeter van Lochum doet zijn verwin op Jan Lansinck luid de aansprake de huidt 19 dage.

* 1641, 5-1: ORA Enschede LG.036.179: Peeter van Lochum doet opbaedinge nae luidt aensprake op Jan Lansinck

* 1641, 16-2: ORA Enschede LG.036.192v: Peter van Lochum doet opbadinge aan Jann Lanssincks pande, naar luidt de aansprake.

* 1641, 23-2: ORA Enschede LG.036.193v: Pieter van Lochum doet aaneigeninge aan de pande van Jan Lansinck toe Twickelo

* 1642, 11-7: ORA Enschede SG.023.061: Lucas tho Brandenbusch spreekt aan Peter van Lochum voor leverantie van een stucke doeck, zo klager de beklaagde te maken aanbesteed hadde, ende hem het maakeloon vollenkomelich betaele heefft willen

* 1644, 30-1: ORA Enschede LG.037.236: Peter van Lochum spreekt aan, previa citatione, Frerick Spijlen knecht voor 20 stvrs uit zake van geleend geld.

* 1644, 27-2: ORA Enschede Stadsgericht SG.023.205: Noetgericht. Lambert Brouwer, Laurens Jansen, borgermrn in der tijdt. Compareert die volmr: van die heer Landtdrost van Twenthe, seggende dat Joan van Lochum, borger alhier sich heeft onderstaen op pinxtermaendach lestleeden, wanneer het Gerichte (vornoemen hebbende dat twee vrembde ende vuijtlandtsche Leeraren der Anabaptisten respective van Stenvert en Gronouwe ten huijse van Johan van Lochem alhier waren anlangt om haren ceremonien toe pleegen, vuijt op last van de Hoocheit achtervolgende die Ordon: tegens soedaene vrembde Leeraers gestatueert den onderrichter ten huijse voorgt: hebben gesonden Alwaer beclagte hem dragende als weert ten huijse in absentie zijns broeders Joachim onderrichter hebbe gerepriseert ende verhindert zijn ambt en last toe voldoen met dreigementen van sich vandaer toe pesten offte hem toe willen voeten maeken, sunt verba formalia, waarop het Gerichte met twee daartoe verzochte Soldaten hem derwaerts begevende van g:t Joan van Lochem meede is geweert , so die deure heeft toegeholden en tegens het protest, al quam die Drost selver, so wilde hij hem doch niet op laeten. Sijnde also een publijcq gewalt in een lant van Justitie niet tollerabel en het Gerichte verhindert int administreren van dis Justitie en ’t executeeren der heeren Ordonn: strafbaer onder tot exempel derhalven concluderende contendiert Volmr: vorgl. Dat Beclagte sal worden gecondemniert in een poena van 100 goltgl: ende 100 mud: haever ter profijte van dit hoocheijt ofte soo veel mijn ofte meer als in goede Justitie andere tot exempel sall bevonden worden toe behoren, het Gerichte haer actie van Junivrie gereserveert met Eijsch van Costen. Jan van Lochum versocht sesz weecken tijdt en Copiam.

Ex adverso saecht dat Beclagte apiatrerende in zijne notoire moetwillicheit diese zaak doer verlangonge van Tijdt soeckt toe treneren verzocht oversulcx dat bij den Ed Gerichte denselven eenen korten ende behhoerlicken Tijdt omme toe antwoorden moge gestelt worden Ende alderwijle dieselve alhier in pleno Judicio bekent zijne goederen zoveel niet weerdich (fol. 207) weerdich t’zijn als die Anspraeck vermeldet, versocht dat zijn persoon moege blijve in arrest ter Tijdt hij Cuatie zall gestelt hebben voor ’t gewijssde. Jan van Lochum heeft tot een borge gesisteert zijnen broder Peter van Lochem omme ’t gewijsde te voldoen. Jan van Lochum wort een Maent tijdt vergunt.

* 1645, 10-3: ORA Enschede SG.023.061: Erschenen Peter van Lochem en spreekt aan Henrich Grevinck voor 52 stuiver, herkomende van eenige verwesselinge van gelden, zo comparant hem gelanget omme te wesselen. Seggende gedagede schuldig te 52 st te restitueren en betalen, met alle kosten. Henrich Grevinck segt Peter van Lochem in zijn huis bij zijn maget gezonden te hebben 52 stvrs die Peter van lochem niet heeft willen hebben noch ontvangen, maar hemzelve Grevinck wederom et gezonden

* 1652, 2-2: ORA Enschede SG.001.233: Eigener personen erschenen Koert ter Hulsick met Geesken sijn echte huisvrouwe, present en deden ter erffelijken behoeve van Pieter van Loggum en Hester zijn echte huisvrouwe en hare nakomelingen onwederroepelijke transportatie cessie en opdracht van haar transportanten eigendommelijke huis en hoff, gelijk hetzelve als een vrij, allodiaal goed, met alle zijn olde en nieuwe toebehoor, recht en gerechtigheden is gelegen, met de ene zijde an de Hoffstrate, met d'andere zijde van de hoff aan Herman Steunicken, Derck Rooters en Derck van Coesfelts hoven schietende met het ene einde aan de stadstraat en met het andere einde aan Geert ter Welles hoff etcetera.

* 1657, 16-3: ORA Enschede SG.025.447: Erschenen Jan van Loggum geassist met Lud. Wagelaer, als conjuncta persona van sijn oom Pieter van Loggum segt, alsoo de geciteerde weduwe Grevincks gaat pogen eenig pretense recht te hebben aan sekere twee d'voorsz oom Pieter toebehorende stucken bouwlands int Laersonder gelege, uijt last van d'selve bereits bij Comparant aan eenen Jasper Besselincks tegen eenen haegen-gaerden gepermuteerd, volgens contract tussen partijen daarvan opgerichtet, door al het welcke voorsz. gae. poogen alsoe de gem: eigenaer in grooten schade solde geraecken, soo concludeert en contendeert Comparant ex L. diffam: dat de weduwe ged: binnen eenen korten tijdt, vermits damnum in mora, mogen werden gehouden te edieren haere brieven ende bewijst ende dienvolgents tegen hem te institueren alle haere vermeente hebbende actien, off bij gebreck van dien, dat de Geciteerde bij U Ed: Achtb: moge werden geimponeert silentium perpetuum de expensis damno et interesse expresse protesterende. Geciteerde, geassist met haeren swaeger Mr. Joost Mieskendael versocht copiam en tijdt van ses weecken om hier tegens te doen nae raede, alles onder voorbeholt van alle benificien rechtens, ende protest van costen.

* 1657, 10-7: ORA Enschede SG.025.473: Compareert Pieter van Loggum als principael van (fol 474) van sijnen Neeff Joan van Loggum in saeken contra d'weduwe Grevincks geassist met Ludo: Wagelaer ratificeert alle tgene soo bij de geseide Jan van Loggum contra gem: weduwe mach weesen gepasseert als meede alle tgeene wijders bij hem verhandelt mach worden ende secht dieselve ofwel bij jongste contra bericht alhier in sittenden Gerichte gepresenteert alsoedane penningen als de geciteerde weduwe ende haeren sal:en eheman hem op seecker stucke landts verstreckt, dat dieselve alhier in judicio praesent sijnde dieselve alnoch uijt sijnen handen sulden moogen ontfangen teegens restitutie van sijnen obligatie ende inleveringe van sijn eigendoomlijck stucke bouwlants, dit tegenwoordige verluijs afgetrocken sijnde, van welcke losse de weduwe voors in tempore genoechsaem genotificeert ende hiermede alnoch voor den verschijndach wil hebben genotificeert, bij verweijgeringe van ontfanck consigneert dieselve alhier in judicio realiter ad usum jus habentis, alles onder expresse protestatie van kosten, interesse ende schaden. Species van d'geconfigureerde 100 Carglds: 294 p: -- fl 74:14:- + 8 goldgl: -- fl 11:4:- + 5 R.dls -- fl 12:10- + 16 dubb stvrs -- fl 1:12:-, summa fl 100:-:-

* 1657, 23-11: ORA Enschede SG.025.496: Mettjen Oddinck, weduwe wijlen Lucas ten Berenbroeck, geassist met diverse Lochems (en ook eerder al, in 1640, aktes over Metken Oedinck X Lucas ten Berenbroeck) (op 17-5-1658 is zij de vrouw van Berent Paeschen en de weduwe van Lucas ten Berenbroeck)

* 1659, 31-10: RAZwolle, ORA Stadsgericht Enschede, invnr.25, fol. 643: 1659 den lesten Octobr. Borgemr Joan Cost ende Berent Paeschen in qualité als Mombaeren van Harmken van Loggum, ende spreecken aen Joggim van Loggum voor een summa van 200 Car glds Item Pieter van Loggum voor 300 gld ende Jan van Loggum junior voor 25 gld welcke posten geciteerden hebben getrocken uijt d'kooppenningen van haer pupillen aen Abraham ten Catte verkofte huijs, alles onder protestatie van kosten, interessen ende schaeden gepasseert ende noch te passeren, versoeckende in Contumaciam proclma: edoch indien d'Geciteerden voor d'ontfangene onderhebbende posten goede verseeckeringe doen, konnen sijlijden, dat d'voorne posten bij d' (644...) Geciteerden op interesse verblijve, met wijder versoeck, dat d'gebroederen van haer comparanten pupille mooge worden angesecht, dat sij in tijdt van 14 daegen sullen geholden sijn aen d'comparanten contentement te doen wegen d'huijr van haer pupillen Maethe ende Camp, bij verweigeringe, dat sijluijden haer van d'voonoemde Maethe ende Camp sullen hebben te ontholden ende te gedoogen, dat bij haer Comparanten ten meesten vordeel van duchgemelde haer pupille d'meergemelde Laersonders Maethe ende Wiltvancks Kamp aen anderen worde verpachtet. (fol. 645) Joggim en Pieter van Loggum seggen aen d'mombaeren van d'onderhebbende penningen goede obligatie te willen overgeven ende dienvolgens van d'huijre der Maethe ende Camp goed contentement te doen in weinich daegen hetwelck ook sullen doen haer broederen Geerlich ende Jan noopende d'huijre voor dewelcke sij comparanten caveren ende sterck maecken.

* 1659, 15-11: ORA Enschede SG.025.650: Borgermr: Joan Cost ende Berent Paeschen qqa doen het verwin op Joggim en Pieter (i.m.: van Loggum soo voor haer selffs als mede uijtten naeme van haer andere broeders, daer voor sij haer hebben starck gemaeckt) ende <?> Jan van Loggum luijt anspraeke, alles onder protest van costen ende interessen.

* 1660, 5-3: ORA Enschede SG.026.026: Leffert Laersonder bespreecket Pieter van Loggum voor een summa van eenhondert dlr capitael ende 20 dts verloopen interesse d'welcke summa bekl. als sijn eigen schult voor sijnen broeder Jan heeft angenomen te betaelen, alles onder protest van wijder interesse ende kosten, gedaen ende noch te doen. Quia nemo comparuit, ergo contumax s.p.

* 1660, 3-9:ORA Enschede SG.026.052: Pieter van Loggem bespreekt Werner Schultz omme aan comparant volgen te laten alzulke stukken weith gewas als beklaagde van Wegman heeft gekocht ende hem Comparant als Maschap voor de halfscheid is toekomende tegen erlegginge van de halve kooppenningen, die hij mits dezen presenteert, alles onder protest van kosten en interesse. Beklaagde ontkent de maaschape en zegt dezelve weth voor zich gekocht te hebben, concludeert derhalve tot kost en schadeloze absolutie van des aanklagers eisen.

* 1667, 4-2: ORA Enschede SG.027.181: In plaets van den 2den overleeden mombaer Hermken van Loggum met naemen burgermr Joan Cost senior is op het versoeck van Pieter en Jan van Loggum, broeders van de gemelde Hermken, in des overledenen mombaers plaetse van de Achtb Magistraet gestelt desselfs soone Hendr: Cost d'welck deese sijn aenbevolen curatele heeft aengenomen ende alles te doen 'tgeen een getrouw mombaer te doen schuldig is.

* 1667, 8-7: ORA Enschede SG.027.215: Luds. Wagelaer, volmachtiger der crediteuren in actis van Jochem van Lochem zaliger, exhibeert eis en aansprake op en tegen desselfs weduwe en erfgenamen en mombaren, concludeert en verzocht als daarbijmet aneischonge en finemat compareat per decretum concumaciam. Berend Paeschen en Claes Hoedemaker als volmachtigers van de geciteerde weduwe verzoeken onder voorbehoud van alle benificien en rechten en tijd tot de derde post ferias receum. ende alzo Pieter en Jan van Loggem als oomen en aengeboren mombaren van de kinderen van zal: Joggem van Loggem uit het tweede bedde geprocreëerd, hebben verklaard dat haar pupillen zich niet als arffgen: zullen gedragen dewelke erfenisse zij mombaren mits dezen renunciëren en repudiëren.

* 1671, 6-3: ORA Enschede SG.001.405: Metken Odinck, weduwe van Berent Paeschen met Johannes Cost en Jan van Lochem als mombaren over de kinderen van wijlen Berent Paeschen, en Hendrick Paeschen voor zichzelf en namens zijn absente zwagers, verkoopt een gaerden aan Jurrien Stroink

* 1676, 30-10: ORA Enschede SG.028.221: David Schouwink bespreekt Metken Oodinck huisfrauw van Peter van Loggum voor 1 gld 10 stvrs arbeidsloon met protest van kosten

* 1677, 8-1: ORA Enschede SG.028.238: Jan van Loggum buitet op twee gaerdens de heer Joost Caspar van Loon, soo gelegen sijn op ofte an die Hoorne welcke gebruickt worden van Peter van Loggum en Jan Vos worden bij hem ingesatt op 7g gld:, blijft cooper losse.

* 1679, 27-5: ORA Enschede SG.028.519: Peter van Loggum is maandschepen in de rechtbank.

* 1681, 28-6: ORA Enschede LG.042.691: Peter van Lochem is assessor in de rechtbank van het landgericht.

* 1683, 12-2: ORA SG.030.110: Metken Odinck versocht contra haer suster Gretken Odinck prolengationem termini van zes weken.

* 1684, 7-1: ORA Enschede SG.030.222: Dr Wagelaer nomine proprio doe na gedane wete van aanpandinge opbadinge aan Metken Odinck of haren eheman Peter van Loghum panden, om te mogen verhalen betalinge van 23 gld 1 stv salve calculo, procederende van verdiend salaris in zaken contra haar zuster Gretken Odinck, alles vermogens protocol en authentiek extract schuldboek, dezen bij bedingen affkontenden niet te min 3 gld zo diezelve voor omtrent 14 dagen of 3 weken door de stadsdienaar hierop betaald, alles met verzoek van kosten

* 1685, 11-5: ORA Enschede SG.001.593: In eigenaer persoon erschenen die E: Peter van Lochgum, sijnde noch gesont van Ligham ende sijne verstants ende memorie oocke geheel well machtig, ende bekande hoe dat hij uijt vrijen wille etc., hem daartoe moverende redenen aen sijn Live huijsvrouwe Metken Oodinck codicilariter omme nae sijne doode tuchtesgewijse den tijdt ijveres levens te bewoonen ende te gebruijken, gegeven ende gemaeckt hadde alsoo dae e kamer, genoo:pt die scheer kaamer als tastatoer in sijn huijs teegenwoordich bij hem bewoont achter sijnen heert is hebbende, daerbeneffens omme tot haeren nootdruft te leege int huijs oft schappe haeren torref off brandt [Metken mag dus zijn achterhuis bewonen, kennelijk de ruimte waar vanouds de schapen werden geschoren, en er ook turf of brandhout opslaan]. Alle hetwelke voorschreven is heeft hij Peter van Loghum gewilt ende begeert dat 't selve bij sijnen kintskinderen ofte derselver mombaren int aldergeringste niet gecontrarieert maer volcomen achtervolget sal worde ofschoon dat alle solemniteijten nae rechte ende costueme gerquireert hierinne en achtervolgt waeren.

* Er zijn verder heel veel aktes over het conflict van Metken Odink met haar stiefkinderen, de kinderen van Berend Paschen.

* 1688, 18-6: ORA Enschede SG.031.232: al in eerdere aktes uit 1688 is sprake van twee mombaren van Metken Odinck. Dat lijkt erop te duiden dat zij weduwe is, anders zou haar man wel voor haar hebben opgetreden. Het betreft een zaak tegen Jan Klasen (Hoedemaker). Deze zegt dat hij Metken weliswaar wat schuldig is, maar zij hem ook, vanwege 'verschoten gerichtskosten, reisen en verteeringe voor haer gedaen naer Asbecke eene silvere beecker als met Jan Oodinck tot Asbecke is berustende'... Een van de genoemde mombaren, Abraham Stenvers, zegt in een akte van 24 september dat hij optreedt als momber van 'sijn moijken Metken Oodinck'. De tweede momber, burgemeester Gerrit Cost, is begin oktober 1688 overleden, er moet een ander voor in de plaats benoemd worden. Dat wordt Wessel Hoedemaker, aldus de akte van 5-11-1688.

* 1690, 12-11: ORA Enschede SG.001.673: codicil van Mettken Oodinck, cranck sijnde edoch hares verstandes en memorie geheel wel magtig. Mombers: Wessel Klasen en Abraham Stenvers: ze laat haar grote kist met kleren na aan het nagelaten dochtertje van van wijlen Isack Stenvers.

* 1692, 17-10: ORA Enschede SG.001.710: Jan Glaesemaecker en Judith Willinck zijn schuldig aan Mettken Odinck of haar mombers fl 170,-.


Openstaande vragen / discussie