BPR-algemene kennis

Het BPR geld op de meeste Nederlandse binnen wateren met uitzondering op de grote rivieren en de westerschelde:

Goed zeemanschap:

Goed zeemanschap begint bij het nemen van voldoende voorzorgsmaatregelen om veilig te kunnen varen. Maar goed zeemanschap heeft een tweede betekenis het betekend ook de verplichting van iedereen op het water om een aanvaring te voorkomen. Deze regel geldt altijd ook als volgens het BPR de andere boot had moeten wijken als jij een aanvaring kan voorkomen dan moet je dat doen. 

Soorten schepen volgens het BPR:

Kleine schepen : een boot kleiner dan 20 meter

Grote schepen: een boot groter dan 20 meter en beroepsvaart zoals een veerpont deze kan kleiner zijn als 20 meter maar wordt in het BPR beschouwt als groot schip

Zeil schip: een boot die uitsluitend wordt voortbewogen door zeil

Motor schip: een boot die wordt voortbewogen door een motor ( een zeilboot die op de zeilen en de motor vaart is een motor schip)

'Spier kracht': een door spierkracht voortbewogen boot zoals een roeiboot

Samen stellen:

De roerganger:

Soort schip: Minimum leeftijd:

Zeilboot < 7 meter geen

Roeiboot <20 meter geen

Motorschip <7 meter en <13 km per uur 12 jaar 

Motorschip tussen 7 en 15 meter 16 jaar

Snel motorschip >20 km per uur 18 jaar 


Zwemmen:

Een zwemmer moet voldoende afstand houden van een varend schip.

Zwemmen is verboden:

Soorten koersen:

Er zijn drie soorten koersen waarvoor verschillende regels gelden:

De vaarweg:

Een vaarweg loopt van oever tot oever. Het vaarwater is dat gedeelte van de vaarweg waarvan een schip feitelijk gebruik kan maken.

De vaargeul: vaargeulen zijn vaarwegen die vaak zijn uitgediept zodat het meeste verkeer er door heen kan. Vaargeulen zijn aan weerszijden gemarkeerd met laterale betonningen.