Allerlei

Onder het hoofdstuk allerlei behoren alle overige onderwerpen van CWO III. De onderwerpen die we zullen behandelen zijn:

Schiemanswerk:

Schiemanswerk betekend eigenlijk klusjes die je doet om je boot netjes te houden. Dit houdt in dat je na een dag zeilen er voor zorgt dat het zwaard omhoog is, de vlonders op de doften liggen, de vallen netjes zijn opgeschoten en niet in het water liggen, de boot schoon is en al het afval is opgeruimd, de zeilen netjes en droog worden opgeborgen en je zorgt ervoor dat alle materialen die stuk zijn gegaan of beschadigd zijn geraakt worden vervangen of gerepareerd.

Schiemanswerk houdt ook in dat je ervoor zorgt dat voordat je gaat zeilen je boot netjes en compleet is. Controleer daarnaast ook  de harpjes van de mast zodat deze niet los raken tijdens het zeilen.

Reddingsvesten:

Aan boord moet je evenveel reddingsvesten als opvarenden mee hebben. Berg de reddingsvesten goed op als deze niet gebruikt worden. Berg ze op in de reddingsvesten ton aan boord. Na een dag zeilen moet je je reddingsvesten niet achterlaten in de ton, hang ze aan de rand van de ton of op een lijn in het wachtschip of troephuis. Zo voorkom je dat ze onnodig ontploffen. Als het heeft geregend en je reddingsvest is nat vouw deze dan uit zodat deze goed kan drogen. 

Controleer voordat je gaat varen altijd nauwkeurig je reddingsvest zorg ervoor dat het zout patroon niet ontbreekt en niet over datum is mocht dit wel het geval zijn vervang deze dan. Controleer ook of het koolstof patroon aanwezig is en of het reddingsvest niet stuk is. Zorg ervoor dat je reddingsvest goed is ingevouwen als je dit niet doet kan dit lijden tot een onvolledige ontploffing wat gevaarlijk is voor een drenkeling. Hier vind je een video over hoe je juist je reddingsvest moet opvouwen.

Een reddingsvest moet aan boord gedragen worden in gevaarlijke situaties (denk aan harde wind, hoge golven of gevaarlijk vaarwater), als iemand niet kan zwemmen of als iemand regenkleding en/of zware schoenen draagt(zoals laarzen, bergschoen of kisten)

Een reddingsvest is niet het zelfde als een zwemvest. Een reddingsvest heeft voornamelijk drijfvermogen op de buik en bij de nek zodat het hoofd van een drenkeling boven water blijft. Een zwemvest heeft drijfvermogen rondom het lichaam en ondersteund bij het zwemmen.

Een reddingsvest is altijd fel gekleurd(geel, oranje, rood) met reflectoren en of een fluitje. 

Het weer:

Als je gaat varen moet je altijd rekening houden met het weer. Bij het weer komen een aantal dingen kijken dier hierbij worden uitgelegd.

De wind(kracht):

De windkracht wordt verdeeld op een schaal van 0-12; de schaal van Beaufort.  Voor CWO III moet je kunnen zeilen tot en met windkracht 6.

Wolken en onweer:

Wolken duiden vaak op regen of onweer. Lichte wolken kunnen vaak geen kwaad. Donkere wolken zijn vaak regen wolken en of onweers wolken. Zie jij in de lucht donkere bewolking bekijk dan goed wat de weersvoorspellingen zeggen, als deze onweer voorspellen of een storm ga dan niet het water op. 

Vaarproblematiek

Knopen

Hier staan een aantal knopen afgebeeld die je moet kennen en kunnen voor CWO III.