Begin nu te werken in het Startdocument (staat bij Downloads). Hierdoor leer je breed te denken en inventariseer je wat er allemaal bij je onderzoek komt kijken.
Over het algemeen in een PWS opgebouwd uit deze onderdelen (de onderdelen of volgorde kunnen per vakgebied soms iets verschillen, bespreek dit zo nodig met je begeleider):
Titelblad
titel PWS
namen onderzoekers
naam begeleider
Inhoudsopgave
tip: maak gebruik van automatische inhoudsopgave
Voorwoord
toelichting op keuze van het onderwerp, evt. bedanken mensen (½ A4)
Inleiding met probleemstelling en hoofdstukindeling
introductie onderwerp
verantwoording keuze en belang
eventuele voorkomende problemen tijdens onderzoek
toelichting gebruikte bronnen en onderzoeksmethode
onderzoeksvraag en deelvragen
Hoofdstukken (verwerking van je theorie en je onderzoek)
elke deelvraag een apart hoofdstuk
eerste hoofdstuk is (vaak) het theoretisch kader
Conclusie
antwoord op de hoofd-of onderzoeksvraag
antwoorden op de deelvragen zijn zichtbaar
conclusie is gebaseerd op de argumenten die je in je onderzoek hebt verzameld
Discussie
suggesties voor vervolgonderzoek
factoren die onbedoeld de uitslag van het onderzoek kunnen hebben beïnvloed
Bronnenlijst
alfabetisch overzicht van alle gebruikte bronnen, internetbronnen en alle andere informatiedragers die je hebt gebruikt
volg de APA-regels voor notatie zeer nauwgezet (minkema.nl/pws/gereedschappen)
zorg ook voor correct gebruik van voetnoten [drive: invoegen - voetnoot of ctrl + alt + F]
Bijlage
onderzoeksmaterialen als vragenlijsten, enquêtevragen, tabellen,grafieken, antwoorden respondenten
Logboek
Zie voor meer uitleg ook https://www.examenoverzicht.nl/examen-informatie/algemeen/profielwerkstuk
Hieronder zie je 3 voorbeelden van inhoudsopgaves van profielwerkstukken van Natuurkunde, M&O en Engels. Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Een theoretisch kader is meestal het eerste hoofdstuk van je werkstuk. Wat je hier doet is je onderwerp verder ‘inkaderen’ en een beschrijving geven van de belangrijkste of meest relevante theorie die er over je onderwerp te vinden is. Je laat zo zien dat je op de hoogte bent van de belangrijkste theorieën, modellen en begrippen. Het laat ook zien dat je je hebt verdiept in je onderwerp en dat je niet zomaar wat bronnen bij elkaar hebt geraapt.
Als je je inleest in je onderwerp, zul je zien dat je bepaalde namen van onderzoekers of van boeken vaker tegenkomt. Bijvoorbeeld doordat andere auteurs er naar verwijzen. Op die manier volg je het spoor terug totdat je bij die schrijver of dat boek/ artikel bent. De medewerkers van de mediatheek kunnen je helpen met het zoeken naar literatuurverwijzingen.
Als je klaar bent om je theoretisch kader te schrijven, zijn er een paar standaardzinnetjes die je kunt gebruiken. De Tilburg University heeft ze op een rij gezet (link). Voorbeelden daaruit zijn:
In verschillende studies wordt beweerd dat …, maar uit de studie van X blijkt dat …
Onderzoekers veronderstellen dat …
Diverse studies hebben het effect van … op … onderzocht
Uit onderzoek naar … is gebleken dat …
Recente studies laten zien dat …
Let op een goede bronvermelding!