Werkafspraken
Voor optimaal en effectief gebruik van de gemeenschappelijke ruimtes, gangen en (ICT) materialen t.b.v. het leer- en werkproces van de kinderen in het gebouw hanteren we de volgende regels:
Houd alle ruimtes, gangen en hallen netjes. De leerlingen ruimen de werkplekken en de gangen aan het eind van de dag op (ook de luizenzakken en losse spullen onder de kapstokken).
Op de gangen wordt alleen gewerkt met het maatjeswerk, samenwerkingsopdrachten en flex-plekken. Opdrachten aan crea-tafels vinden plaats in de klas of op een grijze tafel direct voor de lokalen.
De kinderen van groep 3 tot en met 8 nemen altijd 3 smiley’s mee als ze buiten de klas werken. Het principe van ‘taakspel’ wordt door elk teamlid toegepast.
De stilteruimte is een ruimte waar kinderen zelfstandig en stil werken; in deze ruimte vinden geen samenwerkingsopdrachten plaats.
De onderbouwhallen zijn bestemd voor peuters en groepen 1/2 middenbouwhallen zijn alleen bestemd voor de groepen 3, 4, 5 en 6, de stilteruimte is alleen bestemd voor de kinderen van groep 7 en 8.
De hallen en gangen zijn een verlengde van de lokalen. Als de kinderen daar werken, staan de deuren van het lokaal open; De leerkracht loopt rond en begeleidt de kinderen. Dit ook als er met een hulp- of instructiegroepje gewerkt wordt. De leerkracht loopt rond als de kinderen aan de instructietafel met een korte verwerking bezig zijn. Dit betekent dat zowel je kinderen in de klas als op de gang rustig werken.
Het aantal kinderen dat in de gezamenlijke ruimten mag werken is beperkt, dit wordt aangegeven op het planbord.
Per werkplek/computer steeds 1 leerling. Dat betekent dat bijv. bij samenwerkingsopdrachten op de computer, de chromebooks gebruikt moeten worden in de klas of samenwerkingsruimtes. Voor de rest zijn computers buiten de lokalen allemaal zelfstandige werkplekken.
Deze regels worden regelmatig met de kinderen besproken en regelmatig geëvalueerd