In dit studiedomein werkt men rond wetenschappen en talen. 

• Je hebt een brede algemene interesse.

• Je kiest voor een stevig pakket wiskunde en wetenschappen en je hebt goede resultaten behaald voor wiskunde, talen en wetenschappen in de eerste graad.

• Je bent gemotiveerd om vreemde talen te leren spreken, schrijven en lezen. De studie van de moderne talen is belangrijk.

• Het bovenstaand pakket kan aangevuld worden met engineering en techniek afhankelijk van je studiekeuze in dit belangstellingsgebied.

• Je wilt problemen steeds procesmatig oplossen.

• Je werkt methodisch en nauwkeurig.

• De aandacht gaat uit naar empirisch feitenmateriaal en naar een inzichtelijke benadering hiervan.

• Cijfergegevens worden kritisch geanalyseerd en geëvalueerd.

• De nadruk ligt op het aanleren van de wetenschappelijke methode: het zien en het formuleren van een probleem, het opstellen van een hypothese door experimenten, het logisch benaderen van de vaststellingen en het formuleren van besluiten.

• Je voelt je betrokken bij het leerproces en je hebt een creatieve inbreng.

• Je bent in staat om een onderzoek tot een goed einde te brengen door samen te werken met andere leerlingen.

Wat zeggen je evaluaties, je rapporten over jouw kunnen? Hoe blink je uit in bepaalde projecten? Welke vaardigheden zijn bij jou sterk ontwikkeld? 

Ben je iemand die graag leest en leert over wetenschappen? Wil je wilt zoeken naar het verband van bepaalde vakken met toepassingen in het dagelijks leven? Wil je van taal genieten, de beeldende kracht van taal en literatuur beleven en er creatief mee aan de slag gaan?

Hoe ben je als student? Ben je bijvoorbeeld niet goed in het instuderen van leerstof maar ben je goed in het toepassen van aangeleerde theorie in de praktijk? Welke vakken kan je goed en doe je graag? Iets goed kunnen gaat namelijk niet noodzakelijk gepaard met iets graag doen.

Waarschijnlijk kan je klassenraad op bovenstaande vragen al een mening formuleren. Maar daarnaast is het ook belangrijk wat je vrienden zeggen: "Wat kan je goed?" En je ouders, wat zien zij jou doen? Soms helpt het om deze vragen ook aan hen te stellen. Nog een nuttige tip om te weten of een bepaalde richting bij jou past is praten met mensen die de studierichting volgen in de hogere jaren.

Geen nood! Wat het antwoord op al deze bovenstaande vragen ook is, voor elk type leerling die geïnteresseerd is in taal en cultuur is er een studierichting.

Even verduidelijken: een finaliteit verzamelt studierichtingen van eenzelfde manier van denken en handelen.

• Doorstroomfinaliteit: dit is een leertraject voor leerlingen die graag zelfstandig op korte tijd complexe en abstracte kennis aanleren en verwerken in nieuwe contexten.

• Arbeidsmarktfinaliteit: dit is een leertraject voor leerlingen die graag praktisch denken en werken: de doeners. Het concrete staat boven het abstracte. De praktijk staat centraal.

• Doorstroom-arbeidsmarktfinaliteit: dit is een leertraject voor leerlingen die tot op een zekere hoogte complex denken,  zelfstandig leren en vaardigheden verwerven. Bovendien leren zij deze kennis en vaardigheden in korte tijd concreet toepassen in de praktijk. 

Het is belangrijk om te weten wat je in de toekomst wilt of zeker niet wilt. Welk beroep wil ik later uitoefenen? Voor een 16-jarige is het niet vanzelfsprekend om hier een antwoord op te geven. En dat hoeft eigenlijk ook niet.

Wel is het belangrijk om rekening te houden met de verderstudeermogelijkheden en de beroepsmogelijkheden na je secundaire studie.

In de vorige 2 items dacht je al wat na over je interesses, je punten en je vaardigheden. Hoog tijd nu om ook die  informatie in dit 3de checkpoint te koppelen aan een studierichting!