De meest gebruikte vorm van medische beeldvorming is de echografie. Iedereen kent de beelden van de foetus in de buik van een zwangere vrouw. Maar met een echografie kan je véél meer doen dan dat.
Een echografie werkt niet met ioniserende straling maar met een beetje geluid. Een echografie is daarom volstrekt onschadelijk.
Denk even aan geluid dat je in een grote klas maakt. Je hoort het weerkaatste geluid in de vorm van een korte echo. Maar buiten de klas, achter de gesloten deur, hoor je ook nog een beetje wat er in de klas gebeurt.
Golven, en dus ook geluidsgolven, weerkaatsen voor een deel op de scheiding tussen twee stoffen. Soms is die weerkaatsing bijna volledig. In andere gevallen is er bijna geen weerkaatsing en wordt de energie in de golf bijna volledig geabsorbeerd door het oppervlak waar de golf tegenaan botst of gaat de golf er bijna volledig doorheen. Op dit principe berust de echografie.
Een echografie werkt met absorptie en reflectie van geluid. Een transducer stuurt ultrageluid met een frequentie van enkele miljoenen hertz in je lichaam en vangt het weerkaatste geluid ook weer op.
De tijd die de echo nodig heeft om terug te keren vertelt hoe diep in het lichaam een grens tussen twee soorten weefsels zich bevindt.
De hoeveelheid weerkaatst geluid zegt iets over het verschil tussen die weefsels.
Op basis van deze gegevens kan een computer dan een beeld samenstellen van de weefsels waar het geluid doorheen ging.
Het principe van echografie is dus eenvoudig: stuur geluid in het menselijk lichaam en luister naar de echo. Op ieder grensvlak tussen weefsels krijg je een gedeeltelijke reflectie van je geluid. De rest van het geluid gaat gewoon door.
Gebruik geluid met een geschikte frequentie. Je wil immers dat het geluid tot diep in de weefsels kan doordringen. Afhankelijk van het type onderzoek kiezen radiologen voor ultrageluid met een frequentie van 2 tot 14 MHz. (Vergelijk met wat mensen kunnen horen: van 20 Hz tot 20 kHz.) Gebruik bovendien piëzo-elektrische kristallen die tegelijk als geluidsbron en als microfoon dienst doen.
De transducer (d.i. de zender-ontvanger) die wordt gebruikt bij echografie is een rij blokjes van lood zirkoon titanaat. Dit materiaal is piëzo-elektrisch.
Wanneer je een piëzo-elektrisch kristal onder spanning zet, vervormt het. Je kan er dus een geluidsbron mee maken: het gaat trillen als je een wisselspanning aanlegt. Omgekeerd, wanneer je het piëzo-elektrisch kristal vervormt, krijg je een elektrische spanning. Je kan het dus als microfoon gebruiken: de geluidstrillingen duwen en trekken aan het kristal, dat reageert met een elektrische spanning.
Meet hoe sterk de reflectie is. Die is afhankelijk van welke twee stoffen zich aan weerszijde van het scheidingsoppervlak bevinden. Hoe groter het verschil in akoestische impedantie, hoe groter de weerkaatsing. En hoe sterker de echo, hoe witter het beeldpunt dat wordt weergegeven.
Gebruik een gel op de huid!
Merk je hoe groot het verschil in impedantie is tussen lucht en water?
Daarom krijg je vanuit de lucht bijna geen geluid in het water. (Vandaar dus dat kabaal in een zwembad!) Bijna al het geluid wordt gereflecteerd. En daarom werken ze bij een echografisch onderzoek met een gel tussen de transducer en het lichaam. Die gel zorgt ervoor dat het ultrageluid niet door de lucht moet passeren.
Akoestische impedantie van stoffen, gemeten in rayleigh.
Met echografie krijg je een anatomisch beeld van wat er in het menselijk lichaam zit. Je ziet een DOORSNEDE van een deel van het lichaam. Op een echografie kan je details van 1 mm of nog kleiner zien.
Bekijk op de video hoe de relatie is tussen de positie van de transducer en het beeld dat je krijgt.
Een echografie geeft een DOORSNEDE van een deel van je lichaam.
Echografie is perfect veilig. Er zijn NOOIT schadelijke effecten vastgesteld van het gebruik van geluid voor medische beeldvorming.
Echografie is meestal niet-invasief. Je hoeft alleszins het lichaam niet open te maken. Het inbrengen van een transducer via de anus, de vagina of de slokdarm gebeurt ook.
Een echografie is een snelle en vrij goedkope techniek met redelijk eenvoudige apparatuur waarvan ook draagbare varianten bestaan.
Echografie is heel geschikt om zachte weefsels in beeld te brengen en om bloedvaten te onderzoeken.
De beeldverwerving gebeurt zo snel dat je lichaamsstructuren zoals het hart kan zien bewegen.
Soms is de resolutie van de beelden onvoldoende voor een diagnose. Röntgenfoto’s doen hier beter.
Echografie is onmogelijk bij lichaamsholten als de longen omdat die met lucht gevuld zijn.
Ultrageluid gaat niet goed door bot. Echografie heeft dus zijn beperkingen als je breuken wil bekijken.
Hersenonderzoek met echografie kan ook maar met MRI krijg je hier een veel gedetailleerder beeld.
Met een doppler echografie breng je niet alleen structuren in beeld, je kan ook meten hoe snel die structuren bewegen.
Dit is een DOPPLER ECHOGRAFIE van het hart.
Hier meten we niet alleen tijd en intensiteit van de echo maar ook de frequentie van het gereflecteerde geluid.
Uit de dopplershift van het geluid dat weerkaatst op de bewegende bloedcellen, kan je berekenen hoe snel ze gaan. En dat is erg nuttig om vernauwingen en verstoppingen in de bloedvaten op te sporen.
Let op de kleurschaal, bovenaan rechts, die de snelheden weergeeft.
Het dopplereffect is een verschijnsel dat je krijgt als de waarnemer en een trillingsbron zich ten opzichte van elkaar bewegen. Zo merk je dat de sirene van een ziekenwagen een hoger geluid produceert als die naar je toe rijdt en een lager geluid als hij van je weg rijdt.
Als een geluidsbron zich van jou verwijdert, dan ga per seconde minder trillingen horen. En een kleinere frequentie betekent een lagere toon.
Als een geluidsbron zich naar je toe beweegt, dan ga per seconde meer trillingen horen. En een grotere frequentie betekent een hogere toon.
Het verschil tussen de frequentie die de bron uitzendt en de frequentie die de waarnemer meet is afhankelijk van de snelheid tussen de twee. Dankzij het doppler effect kan je dus snelheden meten!
Extracorporeal shock wave lithotripsy (ESWL) is een niet-invasieve behandeling van nierstenen. Deze behandeling werkt met ultrasone schokgolven. Het is dus het sterke broertje van de echografie (maar dan zonder beeld).