Het kunstkabinet van PETRONELLA DE LA COURT

Margreet van der Hut

NIEUW VERSCHENEN

COVER Het kunstkabinet van Petronella de la Court | Margreet van der Hut

EUR 39,95

HARDCOVER | UITGEVERIJ CASAE

Petronella de la Court (Leiden, 1624 – Amsterdam, 1707) geniet grote faam onder kenners van de zeventiende eeuw en liefhebbers van poppenhuizen. Haar poppenhuis is haar eigen kunstwerk en bijgevolg een soort van zelfportret; een afspiegeling in miniatuur van haar met kunstkabinetten volgestouwde dubbele woonhuis, dat één geheel vormde met de aanpalende brouwerij De Swaen aan het Singel in Amsterdam. Ze liet ten minste twee portretten schilderen: omstreeks 1650 een niet meer bekend huwelijksportret door Jan Victors en in 1681 het portret door Jan van Mieris. Haar leven als verzamelaarster, gereconstrueerd op basis van tientallen archiefstukken, haar boedelinventaris en veilingcatalogi, wordt in dit boek uit de doeken gedaan.

Behalve schilderijen, tekeningen en prenten, kabinetsculptuur, porselein en rariteiten bezat Petronella de la Court ook atlassen en geografische boeken aan de hand waarvan ze de herkomst van de door haar verzamelde artefacten kon herleiden. Ze was niet, zoals haar zonen en neven, op Grand Tour door verre landen geweest, maar haar collectie artefacten en boeken bracht de wereld binnen handbereik.

Dit boek bevat  een reconstructie van haar schilderijencollectie, sculptuurkabinet en schelpenverzameling en een inventarisatie van haar enorme porseleincollectie. Deze verzamelingen vertonen een complexe samenhang die aantoont dat Petronella de la Court een ware collectioneuse was, die zich kon meten met andere bekende verzamelaars van haar tijd. Verzamelen is meer dan het verwerven van bijzondere voorwerpen. Een goede verzameling vertoont een onderliggende structuur en classificatie, op basis waarvan de juiste selectiecriteria kunnen worden toegepast bij het verwerven van objecten. 

Jan van Mieris, Portret van een vrouw, mogelijk Petronella de la Court, 1681
Jan van Mieris, Portret van een vrouw, mogelijk Petronella de la Court, 1681, paneel, h. 35,7 cm x b. 29,2 cm, verblijfplaats onbekend.
logo UITGEVERIJ CASAE
Voorwoord InleidingHoofdstuk 1 De bruiloftHoofdstuk 2 Verzamelen in De SwaenHoofdstuk 3 NalatenschapHoofdstuk 4 Nageslacht BibliografieBijlage I Veilingcatalogus schilderijenBijlage II inventarisatie porseleinverzamelingBijlage III Reconstructie schilderijencollectieBijlage IV Reconstructie schelpencollectieNamenregister
Maria Sibylla Merian, Spinnekop, perkament, aquarel, Jacob de Later Rumphius, d’Ambo-insche Rariteitkamer, Russische Academie van Wetenschappen, Sint Petersburg
Maria Sibylla Merian, Spinnekop, perkament, aquarel, h. 377 mm x b. 279 mm (ontwerp voor Jacob de Later in G.E. Rumphius, ‘d’Amboinsche Rariteitkamer’, fol. XXVI), Russische Academie van Wetenschappen, Sint Petersburg
Francis van Bossuit, Venus en Adonis, reliëf, ivoor, Rijksmuseum Amsterdam
Francis van Bossuit, Venus en Adonis, reliëf, ivoor, h. 181 mm x b. 125 mm x d. 30 mm, Rijksmuseum Amsterdam
Kalebasfles, Ming-dynastie, Rijksmuseum Amsterdam.
Kalebasfles, Ming-dynastie, circa 1635-1645, Heer presenteert een bloem aan een dame, h. 32 cm, rand d. 4,9 cm, buik d. 20 cm, voet d. 11,3 cm, Rijksmuseum Amsterdam.
Gerard van Honthorst, Een vrouw een fakkel opstekende, Herzog Anton Ulrich Museum, Braunschweig.
Gerard van Honthorst, Een vrouw een fakkel opstekende,circa 1621, doek, h. 82,6 cm x b. 66 cm, Herzog Anton UlrichMuseum, Braunschweig.

Haar reputatie als verzamelaar kwam Petronella de la Court ook als zakenvrouw goed van pas. Na de dood van haar man nam ze de leiding van brouwerij De Swaen over, opdat deze bron van inkomsten niet zou opdrogen. Zodoende beschikte ze over voldoende kapitaal om bijzondere objecten aan te schaffen. Ze bleef actief in verzamelaars- en kunstenaarskringen en streefde er voortdurend naar om haar collecties uit te breiden. De inrichting van haar poppenhuis met vijf kamers die de zintuigen verbeelden, en de inrichting van de miniatuurkunstkamer bewijzen dat ze op de hoogte was van de destijds vigerende opvattingen over de ordening van kunst en rariteiten. Ze gaf haar verzamelwoede door aan haar kinderen die ook schilderijen, rariteiten en porselein gingen verzamelen en contacten onderhielden met verzamelaars, kunstenaars en geleerden.

Petronella’s venster op de wereld zal, behalve door haar verzamelingen, mede zijn bepaald door de brieven en verhalen van reizende familieleden, alsook gevormd door de vernieuwende opvattingen van haar naasten. Bewaard gebleven documenten en artefacten geven ons een indruk van haar denkbeelden, goede smaak en uitgebreide sociale netwerk.

Hoofdstuk I, De bruiloft, opent met het huwelijksfeest in 1649 van Petronella de la Court en haar neef Adam Oortmans in haar geboortestad Leiden. Vanaf 1657 woonden ze naast brouwerij De Swaen in Adams geboortestad Amsterdam. Petronella richtte het woonhuis in naar de laatste mode en behing het met schilderijen, terwijl ze de zalen voorzag van kabinetten met kostbare rariteiten, porselein, tekeningen en munten. Toen ze in 1684 weduwe werd, nam ze de leiding van de brouwerij op zich.

Het tweede hoofdstuk, Verzamelen in De Swaen, biedt inzicht in de aard en opbouw van de collecties. Petronella ontwikkelde zich tot mecenas van een viertal kunstenaars, en haar woonhuis werd door menig belangstellend verzamelaar bezocht. Enkele leden van haar uitgebreide familie namen zitting in het bestuur van de Amsterdamse Schouwburg en in het kunstgenootschap Nil Volentibus Arduum en hielden zich bezig met de nieuwe filosofie.

In het derde hoofdstuk, Nalatenschap, worden de vier veilingen van Petronella’s nalatenschap in 1707 en de omzwervingen van de portretten en het poppenhuis in kaart gebracht. De samenstelling van de schilderijen- en rariteitencollecties kon worden gereconstrueerd dankzij de identificatie van de verkochte kunstwerken en hun kopers. Op basis van deze bevindingen, kan worden geconcludeerd dat Petronella de la Court een uitzonderlijke connaisseusse van unieke signatuur moet zijn geweest.

Jan van Mieris, Ulisses en Circe, Museum De Lakenhal, Leiden
Jan van Mieris, Ulisses en Circe, circa 1684, paneel, h. 32 cm x b. 43 cm, Museum De Lakenhal, Leiden

In het laatste hoofdstuk, Nageslacht, wordt verhaald hoe het Petronella’s kinderen verging. De Swaen bleef nog lang hun thuis en werkplek. De middelste zoon zou het stokje van zijn vader als brouwer overnemen, om aan het einde van de eeuw te emigreren naar De Kaap. Hij werd opgevolgd door zijn jongste broer. De oudste zoon vertrok na een dreigend faillissement noodgedwongen naar Oost-Indië. De oudste dochter keerde als weduwe naar De Swaen terug en de middelste trouwde, evenals haar moeder, met een neef. Ook zij kreeg een schare kinderen en ontwikkelde eveneens een voorliefde voor het verzamelen van schilderijen, porselein en rariteiten. De jongste dochter woonde haar hele leven in De Swaen.

Karel van Mander Academy – KVMA Visual Heritage Series in the Netherlands

EUR 39,95

BESTEL EEN EXEMPLAAR