PEDAGOGISCH PROJECT

Het pedagogische project

Met respect voor de geldende wetgeving en in het bijzonder voor het Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs van 17 december 2010 die de prioritaire taken van het basis- en secundair onderwijs bepalen en de structuren vastleggen die het mogelijk maken deze taken uit te voeren, bepaalt dit pedagogisch project de pedagogische doelstellingen en methodologische keuzes die het educatieve project van de Stad Brussel concretiseren.

Ambitie

Het onderwijs van de Stad Brussel wil de gelijkheid van kansen voor alle leerlingen garanderen en voorziet daarvoor de nodige middelen. Dit pedagogisch project ondersteunt leerlingen tijdens hun leertraject en legt tevens de focus op wereldburgerschap.

Ons onderwijs past binnen het concept van humanisme en vrij onderzoek. Het promoot het kritisch denken, meer bepaald met betrekking tot de media, de vorming van het objectieve denken, de ontdekking van het anders-zijn, het gebruik van talen, de confrontatie met de werkelijkheid door proefondervindelijke toepassingen, de geleidelijke opbouw van de wetenschappelijke aanpak en aandacht voor artistieke expressievormen.

Dit heeft de algehele ontwikkeling van elke leerling tot doel. Op die manier worden ze verantwoordelijke en autonome burgers met het nodige zelfvertrouwen en respect. De leerkracht brengt de leerlingen de kennis bij en leert hen de vaardigheden en competenties aan die ze nodig hebben om levenslang te leren en een actieve plaats in het economische, sociale en culturele leven in te nemen. Hij draagt bij tot de ontwikkeling van een democratische, solidaire, pluralistische, tolerante en rechtvaardige maatschappij.

De leerkracht past zijn lessen en didactische methoden voortdurend aan de veranderende maatschappij aan om gepast in te spelen op de behoeften en verwachtingen van de leerlingen en de arbeidsmarkt.

Pedagogische methodes

De kinderen zijn het middelpunt van het leerproces. Hun ervaring en belangstelling vormen het uitgangspunt van de educatieve aanpak.

De scholen helpen alle kinderen bij hun ontwikkeling door onderwijs aan te bieden dat gestoeld is op individualisering, differentiatie, organisatie van gemeenschappelijke projecten die de samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten en ouders bevorderen.

Bovendien neemt “leren leren” een bijzondere plaats in zodat de leerlingen hun leerstrategieën in verschillende contexten kunnen toepassen. Geleidelijk aan krijgen zelfevaluatie en loopbaanontwikkeling de nodige aandacht. De rapportage speelt hierbij een belangrijke rol.

De schoolloopbaan

  1. De gemeenschappelijke opleiding

Alle kinderen beschikken over potentiële vaardigheden die ze vanaf de kleuterschool ontdekken en vervolgens ontwikkelen, zowel op intellectueel als op fysiek, esthetisch, sociaal, moreel en emotioneel vlak.

De lagere school zet die opdracht verder. Dit gebeurt door doeltreffend en frequent overleg tussen de multidisciplinaire teams van de kleuter- en lagere scholen binnen ons basisonderwijs.

Het lager onderwijs van de Stad Brussel zorgt ervoor dat alle leerlingen de nodige basisvaardigheden en -competenties verwerven. De beheersing van de instructietaal is noodzakelijk bij de verdere taalontwikkeling van het kind. Extra aandacht krijgen kinderen van wie de moedertaal niet de instructietaal is.

De kleuter-, lagere en basisscholen van de Stad Brussel zien er tevens op toe dat kinderen zelfstandig leren werken en zelfvertrouwen kweken, solidair zijn met anderen, openstaan voor andere culturen, nieuwsgierig zijn en zich interesseren voor wetenschap en techniek. Ze zorgen voor een harmonieuze lichamelijke opvoeding (in het bijzonder door regelmatig te sporten en te zwemmen) en gaan op ontdekking naar de rijkdom van de geschiedenis, het culturele erfgoed en het milieu Ze stimuleren de belangstelling van de kinderen voor het sociaal en economisch leven en voor nieuwe technologieën.

In de eerste gemeenschappelijke graad van het secundair onderwijs wordt deze missie verdergezet. De algemene vorming opent deuren naar aanvullende activiteiten die de belangstelling van de leerlingen verbreden en hen voorbereiden op doorstromings- en op kwalificatieonderwijs.

Door remediëring en leerlingenbegeleiding zorgen ze ervoor dat leerlingen met moeilijkheden voldoende slaagkansen krijgen. Dit kadert in het gelijkekansenbeleid.

  1. Na de gemeenschappelijke opleiding

De studiekeuzebegeleiding start tijdens de gemeenschappelijke opleiding. Leerlingen maken een studiekeuze in overeenstemming met hun persoonlijke interesses, vaardigheden en competenties. Stad Brussel wil leerlingen positief benaderen en wil op die manier het watervalsysteem vermijden.

Niet alleen in het algemeen en technisch secundair onderwijs, maar ook in het beroepsonderwijs, krijgen de leerlingen een totaalpakket aan kennis, vaardigheden en attitudes die ze kunnen aanwenden in het actieve beroepsleven of tijdens hogere studies.

Leerlingen leren onder andere om:

  • zelfstandig te werken
  • begrippen correct te formuleren
  • verbanden te ontdekken tussen de verschillende leerstofonderdelen
  • om te gaan met complexe problemen
  • kritisch om te gaan met informatie
  • om te gaan met niet-cognitieve vaardigheden bv. samenwerken
  • de essentie van de bijzaak te onderscheiden

De secundaire scholen van de Stad Brussel stomen leerlingen klaar voor een professionele toekomst en een actieve integratie in onze maatschappij.

Leerlingen in het algemeen secundair onderwijs krijgen een brede kwalitatieve opleiding die hen voorbereidt op hogere studies.

In het technisch- en beroepsonderwijs leren de leerlingen een beroep uitoefenen in lijn met de vereisten van de professionele sector. Zij worden ook voorbereid op het volgen van hogere studies. De technische lessen worden gegeven door leerkrachten die continu bijgeschoold worden, zowel door opleidingen die de inrichtende macht organiseert als door externen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de technische uitrusting, de ondersteuning van het technische team van de scholen en aan de oprichting van samenwerkingsverbanden met de bedrijfswereld. De algemene lessen ondersteunen de beroepsopleiding.

Na het secundair onderwijs slagen de leerlingen erin om op creatieve wijze problemen op te lossen en hun vaardigheden en efficiëntie te bewijzen.

Blikvangers van het onderwijs van de Stad Brussel

  1. Vreemde talen aanleren

In een wereld waar mobiliteit en internationale contacten de norm zijn, is de communicatie tussen volkeren en culturen belangrijk voor iedereen. Om in contact te komen met de wereld rondom ons en ze te kunnen begrijpen en interpreteren, is taalbeheersing dus onontbeerlijk. De kennis van een vreemde taal bevordert immers onze openheid naar anderen toe, onze tolerantie, intellectuele nieuwsgierigheid en kritische zin. Door talen op een interdisciplinaire manier aan te leren, kunnen leerlingen hun persoonlijkheid optimaal ontwikkelen, en de socioculturele (literatuur, traditie, kunst, folklore, levenswijze …) en sociolinguïstische aspecten beter begrijpen (gedrag en houding, intonatie, variaties in woordenschat). Door een vreemde taal aan te leren, zullen leerlingen verantwoordelijkheidszin in de maatschappij krijgen en leren om geleidelijk aan zelfstandig te worden. Meertaligheid in combinatie met tolerantie is de hoeksteen van een duurzame samenleving in een multiculturele maatschappij met ontelbaar veel facetten.

In dat opzicht zullen de scholen niet alleen een bevoorrechte plaats geven aan taalonderwijs, maar ook aan alle projecten die leerlingen helpen om vreemde talen en culturen te ontdekken door immersie en praktijkervaring.

  1. Gebruik van nieuwe technologieën

De scholen van de Stad zien erop toe dat de leerlingen leren werken met de hedendaagse informatie- en communicatietechnologieën die noodzakelijk zijn om ten volle te kunnen deelnemen aan het culturele en sociale leven en om kans te maken op de best mogelijke integratie op de arbeidsmarkt.

Het gebruik van de allernieuwste informatica- en technologische uitrustingen garandeert een snelle en efficiënte integratie in de economische wereld en laat ons toe te voldoen aan de vereisten van een Europese markt die op zoek is naar gekwalificeerd personeel voor kwalitatieve beroepen.

De leerlingen moeten met die technologische en digitale revolutie leren omgaan, maar tegelijkertijd moeten ook alle media voorgelicht worden. Zij bepalen immers meer dan ooit hoe we de wereld zien en met anderen omgaan: onze leerlingen moeten leren navigeren in een hedendaagse multimediale wereld, niet alleen als vaardige technici, maar ook als verstandige humanisten en oordeelkundige burgers.

  1. Gezondheidseducatie en welbevinden

Leerkrachten moeten er ook op toezien dat alle leerlingen zelfvertrouwen, de correcte houding en adaptief gedrag ontwikkelen voor hun eigen welzijn en ontplooiing.

Alle leerlingen zijn unieke wezens met een gezondheidskapitaal dat ze moeten leren behouden. De promotie van gezonde voeding en sport maken dus integraal deel uit van het onderwijsproject waar de Stad Brussel voor staat.

Bovendien zal alles in het werk gesteld worden om de ontplooiing en het welzijn van de leerlingen én de pedagogische teams te bevorderen, door specifieke aandacht te besteden aan de kwaliteit van de voorzieningen en de manier waarop iedereen met zichzelf en met anderen omgaat.

  1. Aanvaarding van en respect voor diversiteit

De scholen van de Stad Brussel organiseren projecten met betrekking tot diversiteit en multiculturaliteit. Ze zetten leerlingen aan tot tolerantie, het omgaan en aanvaarden van verschillen door te strijden tegen elke vorm van selectie.

De pedagogische teams zullen bijvoorbeeld niet alleen zorgen voor academische, socio-economische en genderdiversiteit, maar ze zullen ook:

  • elke maatregel verbieden die kan leiden tot een hiërarchie tussen scholen of tussen studierichtingen en onderwijsvormen
  • de verschillende onderwijsvormen en studierichtingen beschouwen als verschillende manieren om de algemene doelstellingen voor de vorming en opvoeding van onze jongvolwassenen te bereiken
  • gelijke onderwijskansen voor alle opleidingen garanderen, zowel voor meisjes als voor jongens

Bovendien zal elke vorm van handicap of specifieke behoefte aanvaard worden om de leerlingen ervan bewust te maken dat het een verrijking kan zijn te leren omgaan met beperkingen. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan inclusieonderwijs.

  1. Burgerschap bijbrengen

Het onderwijs van de Stad Brussel draagt de waarden van de democratische maatschappij hoog in het vaandel. Naast hun strikt pedagogische opdracht zien de scholen er ook op toe dat ze alle leerlingen een humanistische houding bijbrengen die hen motiveert om deel uit te maken van de ontwikkeling van de maatschappij en er zich ook voor in te zetten.

Daarom wil het onderwijs alle leerlingen aanmoedigen om:

  • hun persoonlijke mening te uiten
  • hun standpunt te verdedigen met respect voor anderen
  • een kritische geest te ontwikkelen
  • verantwoordelijkheidszin te hebben
  • in de school democratische projecten van wereldburgerschap te organiseren

Het onderwijs van de Stad Brussel is geëngageerd en wil individuen vormen die hun toekomst zelf in handen hebben en zich bewust zijn van hun identiteit.

Pedagogisch project van het deeltijds kunstonderwijs

De Stad Brussel organiseert in haar Hoofdstedelijke Academie voor Muziek-Woord-Dans een artistieke vorming voor iedereen vanaf 7 jaar. Dit onderwijs beoogt de 3 volgende doelstellingen:

  1. bijdragen tot de ontwikkeling van de leerlingen/studenten door een artistieke cultuur te promoten, door diverse artistieke talen en praktijken aan te leren
  2. de leerlingen/studenten de middelen en opleidingen aanreiken waarmee ze een artistieke autonomie kunnen bereiken die hun persoonlijke ontwikkeling waarborgt
  3. onderwijs bieden dat de leerlingen/studenten voorbereidt om te voldoen aan de vereisten om tot het hoger kunstonderwijs toegelaten te worden

Ons kunstonderwijs biedt de mogelijkheid dat iedereen een creatieve autonomie kan bereiken. De kunstopleidingen vallen onder 3 mogelijke domeinen: muziek, woordkunst en dans.

De opleiding voorziet in een lagere graad, een middelbare graad en een hogere graad. Dit traject leidt tot de uitoefening van een artistieke activiteit.

De lessen vinden plaats buiten de uren van het leerplichtonderwijs.

Alle leerkrachten zijn gediplomeerde en ervaren kunstenaars, zowel op het vlak van hun initiële opleiding als van hun beroepservaring en pedagogische bekwaamheid.