Bij kinderen van basisschoolleeftijd heeft bijna één op de acht kinderen een langdurige lichamelijke aandoening en 6% van de basisschoolkinderen kampt met psychosociale problemen (Zeijl, Netherlands. Sociaal en Cultureel Planbureau, & TNO Kwaliteit van Leven, 2005). Wanneer problemen zoals een langdurige lichamelijke aandoening en psychosociale problemen structureel van aard blijken te zijn kan dit een negatieve invloed hebben op de verdere ontwikkeling en levensloop van kinderen (Zeijl et al., 2005). Daarnaast hebben steeds meer kinderen gewichtsproblemen (Former, 2013). Van de vier tot twaalf jarigen kinderen had in 2019 12% overgewicht (NJi, z.d.). Overgewicht leidt tot cosmetische en medische problemen en op lange termijn tot vroege sterfte door bijkomende ziekte (Martin-Rodriguez et al., 2015 & van Wouwe et al., 2004). Het eventuele verband tussen psychosociale problemen en lichamelijke aandoeningen is niet relevant voor dit onderzoek.
Gezond eten en voldoende beweging is belangrijk voor de gezondheid (De gezonde basisschool van de toekomst, z.d.-b). Jongeren die dit doen voelen zich gezonder dan jongeren die dit niet doen (Melchers et al., 2013).
Een gezonde leefstijl draagt namelijk bij aan een goede schoolcarrière, een goede loopbaan en het zorgt op lange termijn voor een langer en gezonder leven (van Koperen, Kruitwagen, Westhuis, & Sobels, 2020). Door een gezonde leefstijl op jonge leeftijd te stimuleren is een deel van de gezondheidsproblemen die op volwassen leeftijd ontstaat al te voorkomen (RIVM, z.d.). Een gezonde leefstijl stimuleren bij kinderen vormt een belangrijke maatschappelijke rol voor het onderwijs (van Koperen, Kruitwagen, Westhuis, & Sobels, 2020). Ook is het belangrijk dat er gekeken wordt naar het voeren van eigen regie (institute for positive health, 2021). Eigen regie is het naar vermogen zelf sturing geven aan je leven (Actiz, 2014). Dit is belangrijk omdat met het voeren van eigen regie problemen op latere leeftijd voorkomen worden (Nederlands jeugdinstituut, 2017).
Als het gaat om gezondheid en arbeidsparticipatie scoort de provincie Limburg lager dan de rest van Nederland (institute for positive health, 2020). In Limburg zijn relatief veel mensen chronisch ziek, is er vergrijzing en de arbeidsparticipatie blijft achter (institute for positive health, 2020). Vooral mensen uit Zuid-Limburg zijn minder gezond dan de rest van Nederland (Wauben-Penris & Borm, 2018 & GGD Zuid Limburg, 2015). In verschillende gemeenten in Limburg wordt de gezondheid ook als onvoldoende ervaren door de inwoners (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018a). In Noord-Limburg ervaart slechts 86,4% van de mensen de gezondheid als goed en in Zuid-Limburg slechts 84,5% (GGD & RIVM, 2019). In Limburg ervaart ongeveer 25% tot 29% van de bevolking zijn gezondheid als minder goed terwijl in de rest van Nederland maar 21% tot 25% de gezondheid als minder goed ervaart (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018b). Het ervaren van een slechte gezondheid houdt verband met een grotere mate van sociale uitsluiting, daarnaast zijn deze mensen vaker psychisch ongezond (Schmeets, 2020). Sociale uitsluiting staat in verband met minder kwaliteit van leven (Schmeets, 2020). Ook steeds meer kinderen uit Zuid-Limburg ontwikkelen door een ongezonde leefstijl chronische ziektes wat als gevolg heeft dat de leerprestaties dalen en sociale ongelijkheid toeneemt, dit leidt tot minder kansen op de arbeidsmarkt en een hogere kans op werkloosheid (Van Schayck et al., 2014). Om deze ongezonde ontwikkelingen in Limburg te stoppen is ´De gezonde basisschool van de toekomst´, hierna genoemd als ´de GBT´ opgericht (De gezonde basisschool van de toekomst, z.d.-a). Daarnaast levert ook Beweging Limburg Positief Gezond een bijdrage aan deze trendbreuk (Limburg positief gezond, z.d.). Dit doet Beweging Limburg Positief Gezond door de Limburgers te inspireren om breder naar hun gezondheid te kijken en de Limburgers te ondersteunen in hoe zij een betekenisvol en veerkrachtig leven kunnen leiden met aandacht voor eigen regie (Beweging Limburg Positief Gezond, z.d.). Hierbij wordt gebruik gemaakt van het concept positieve gezondheid dat zich richt op eigen regie en veerkracht (Limburg positief gezond, z.d.).
Positieve gezondheid is een bredere kijk op gezondheid (institute for positive health, 2021 & Hesdahl et al., 2019). Dit concept staat voor het vermogen van mensen om zich aan te passen (veerkracht) en een eigen regie te voeren als het gaat om fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven (Huber et al., 2011). Deze brede kijk maakt dat er vooral gekeken wordt naar de mensen zelf, de veerkracht die zij hebben en naar wat hun leven betekenisvol maakt (institute for positive health, 2021). Hierdoor wordt bijgedragen aan het vermogen van mensen om met fysieke en emotionele uitdagingen om te gaan (veerkracht te hebben) en zoveel mogelijk eigen regie te voeren (Institute for Positive Health, 2020). Eigen regie zorgt ervoor dat de ondersteuning resulteert in duurzame oplossingen en het hebben van een grotere zelfredzaamheid (Nederlands jeugdinstituut, 2017). Dit komt omdat de ondersteuning beter aansluit bij de eigen kennis, eigen inzichten, eigen mogelijkheden, eigen leefwereld en eigen oplossingen (Nederlands jeugdinstituut, 2017). Het zelf meebeslissen (nemen van eigen regie) draagt bij aan het effect van de ondersteuning (Nederlands jeugdinstituut, 2017). Onderzoek in de zorg laat zien dat de kwaliteit van de zorg valt of staat met de mate waarin cliënten zelf invloed hebben op hun zorg zodat de zorg wordt afgestemd op de individuele wensen van de cliënt (Van de bovenkamp et al., 2017). Dit kan betekenen dat de kwaliteit van het onderwijs ook valt of staat met de mate van eigen regie van de kinderen.
Positieve gezondheid is een concept dat door onder andere Machteld Huber ontwikkeld is (Flinterman et al., 2019). Positieve gezondheid is uitgewerkt in zes domeinen, de dimensies van gezondheid (Huber, 2013). Deze zes domeinen zijn: mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen, dagelijks functioneren en lichaamsfuncties, deze zijn weergegeven in een spinnenweb (Dierx & Kasper, 2018). Dit spinnenweb is een methode om over gezondheid in gesprek te gaan met mensen (van den Brekel-Dijkstra, 2019). Voor kinderen tussen de 8 en 16 jaar is de methode ´kindtool´ ontwikkeld, op deze manieren kunnen kinderen in gesprek gaan over wat zij belangrijk vinden aangaande hun gezondheid (IPH, 2021).
Naast positieve gezondheid is ook de GBT opgericht om de ongezonde ontwikkelingen in Limburg te stoppen (De gezonde basisschool van de toekomst, z.d.-a). Bij het bevorderen van gezond gedrag van kinderen speelt de school namelijk een belangrijke rol (Bartelink et al., 2019). De GBT richt zich op voeding en beweging (Oosterhoff, Bosma, van Schayck, & Joore, 2018). Zo wordt de schooldag met 30 minuten verlengd zodat er een gezonde lunch verzorgd kan worden en er activiteiten georganiseerd kunnen worden (Oosterhoff, Bosma, van Schayck, & Joore, 2019). Onderzoek wijst uit dat de GBT positieve effecten heeft op de psychosociale problemen, gezondheidsgerelateerd gedrag en zo ook op (over)gewicht van kinderen (van Schayck et al., 2021). Op dit moment zijn er twee basisscholen in Limburg, die als een volledige GBT interventie school functioneren, eind 2021 wordt verwacht dat hier zes scholen bijkomen (M.Beelen,persoonlijke communicatie, 4 maart 2021).
De GBT richt zich vooral op een gezonde leefstijl, gezonde voeding, bewegen, goede slaapkwaliteit en gezonde stresshantering (Nederlands centrum jeugdgezondheid, 2021). Wanneer er wordt gekeken naar de doelstellingen van de GBT worden er verschillende doelstellingen genoemd zoals: Bewustwording van een gezonde leefstijl, talentontwikkeling en voorzieningen zoals kinderopvang (Van Schayck et al., 2014). Ondanks dat er vele organisaties betrokken worden bij het programma van de GBT zoals de GGD Zuid Limburg, wordt Beweging Limburg Positief Gezond met het concept positieve gezondheid nergens teruggevonden (Van Schayck et al., 2014). Wanneer het concept positieve gezondheid wordt gebruikt op scholen betekent dit dat er meer aandacht besteed wordt aan eigen regie en veerkracht doordat het concept focust op eigen regie en veerkracht (institute for positive health, 2021).
Vanwege de voortdurend veranderende maatschappij is het belangrijk dat kinderen op de basisschool al bezig zijn om zelfsturend te leren, onder zelfsturend leren valt de regie nemen voor het eigen leerproces (Theunissen & Stubbé, 2011). Daarnaast is eigen regie belangrijk zodat kinderen in hun kracht staan en op hun eigen manier blijven ontwikkelen (Institute for positive health, 2020a). Omdat het concept positieve gezondheid draait om het hebben van veerkracht en eigen regie kan dit concept bijdragen aan het hebben van een betekenisvol leven (Institute for positive health, 2020c). Daarnaast kan het zo zijn dat de kwaliteit van het onderwijs valt of staat met de mate van eigen regie van de kinderen.
Ook is duidelijk dat wanneer je vroeg begint met het stimuleren van een gezonde leefstijl een deel van de gezondheidsproblemen die op volwassen leeftijd ontstaat al te voorkomen zijn (RIVM, z.d.). Dit zou kunnen betekenen dat als we kinderen vroeg kennis laten maken met eigen regie en veerkracht dit meer voordelen heeft op volwassen leeftijd. Daarnaast heeft positieve gezondheid als bijkomend voordeel dat het een positieve invloed heeft op de zorgkosten (Institute for positive health, 2020c). Dit maakt het belangrijk om te onderzoeken in hoeverre de GBT gebruikt maakt van eigen regie en veerkracht uit het concept positieve gezondheid en hoe dit binnen de GBT verbeterd kan worden.
Hieruit wordt de volgende vraag gedefinieerd:
´In welke mate herkennen de oprichters en werknemers van de gezonde basisschool van de toekomst eigen regie en veerkracht uit het concept positieve gezondheid binnen de gezonde basisschool van de toekomst?´
Hierbij behoort de volgende deelvraag:
´Op welke wijze zijn eigen regie en veerkracht uit het concept positieve gezondheid in te zetten binnen de GBT?´
Door middel van een kwalitatief onderzoek zullen de ervaringen en meningen van de oprichters en de werknemers van de GBT aangaande eigen regie en veerkracht in kaart worden gebracht. Er worden semi-gestructureerde interviews ingezet voor de dataverzameling (Right Marktonderzoek & Advies B.V., 2019; Kirsten Dingemanse, 2020). Er is gekozen voor semi-gestructureerde interviews omdat dit een persoonlijke manier is om diepgaande informatie te verkrijgen. Om tot een semigestructureerd interview te komen wordt er gebruik gemaakt van open en gesloten vragen die zijn opgesteld middels een interviewschema. Doordat er verdiepende vragen gesteld kunnen worden en omdat er doorgevraagd kan worden komen de wensen, ideeën en motivaties van de doelgroep goed naar voren (Kirsten Dingemanse, 2020 & Right Marktonderzoek & Advies B.V., 2019).
Aan de hand van ervaringen van de oprichters en werknemers van de GBT wordt onderzocht of zij eigen regie en veerkracht uit het concept positieve gezondheid herkennen binnen de GBT.
Om tot een heterogene groep te komen worden deelnemers benaderd met verschillende perspectieven op de GBT (Swaen, 2017). Het streven is het werven van deelnemers van verschillend geslacht, leeftijd en verschillende expertises om tot deze heterogene groep te komen (Swaen, 2017). In dit onderzoek wordt dit gedaan door te selecteren op de verschillende rollen binnen de GBT. Dit wordt gedaan om zo verschillende perspectieven aan het licht te brengen, door deze diversiteit aan deelnemers zullen de meningen uiteen lopen (Swaen, 2017). Hieruit ontstaat nieuwe informatie, die kan leiden tot nieuwe interviewvragen. Dit maakt het onderzoek valide. Het aantal interviews dat daadwerkelijk wordt afgenomen hangt af van het aantal deelnemers dat zich aanmeldt en van het moment van verzadiging. Dit betekent dat er geen nieuwe inzichten meer gegeven worden vanuit de deelnemers (Wouters et al., 2015). Dit betekent dat het precieze aantal deelnemers niet vooraf te benoemen is. Het aantal deelnemers dat nodig is om het verzadigingspunt te bereiken wordt geschat op 10 à 12. Er worden geen eisen gesteld aan de verdeling tussen oprichters en werknemers omdat door een selectie de doelgroep verkleint wordt waardoor de kans groter is dat er te weinig deelnemers geworven worden.
Er zijn inclusiecriteria opgesteld voor het selecteren van de deelnemers, dit is gedaan om geschikte personen te werven voor dit onderzoek. Ook zijn de inclusiecriteria nuttig voor de vergelijkbaarheid met een vervolgstudie (Dekkers & Vandenbroucke, 2007).
Inclusiecriteria :
De deelnemers moeten of oprichter zijn van het concept de GBT of werkzaam zijn als leerkracht binnen de GBT. Bij de oprichters is het belangrijk dat zij bij hebben gedragen aan het tot stand komen van het concept de GBT. Zij beschikken dan over voldoende kennis betreffende het concept van de GBT. De leerkrachten omdat zij de meeste ervaring hebben met het werken met het concept, hetgeen belangrijk is voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag.
De leerkrachten dienen minimaal 2 jaar werkervaring te hebben binnen de GBT, door deze 2 jaar werkervaring wordt verwacht dat de deelnemers voldoende kennis en ervaring hebben opgedaan met het concept de GBT. Daarnaast wordt verwacht dat de leerkrachten door 2 jaar werkervaring voldoende gewend zijn aan dit concept waardoor zij een mening hebben kunnen vormen over dit concept. Dit is belangrijk omdat de vragen die gesteld gaan worden in het interview zijn gericht op het concept van de GBT.
De deelnemers moeten werken op de GBT in Limburg. Dit omdat het onderzoek gedaan wordt binnen het kader positieve gezondheid in Limburg. Wanneer scholen buiten Limburg vallen is het onderzoek niet meer valide.
De deelnemers hoeven geen kennis te hebben over de begrippen eigen regie en veerkracht. De interviewer zal na toezegging van deelname aan het interview deze uitleg versturen via de e-mail zodat de deelnemer de tijd heeft om dit te begrijpen en eventuele vragen te stellen (bijlage 8). Ook is er een filmpje toegevoegd van ongeveer 8 minuten die de deelnemer bij interesse kan bekijken voorafgaand aan het interview (bijlage 8). Voorafgaand aan het interview zal de uitleg kort herhaald worden. Deze uitleg zal maximaal 5 minuten van het interview in beslag nemen.
Een van de initiators van de GBT is via de e-mail op de hoogte gesteld van dit onderzoek door Beweging Limburg positief gezond. Wanneer het onderzoek van start zal gaan zal er vanuit de onderzoeker via de e-mail contact opgenomen worden met Beweging Limburg Positief Gezond (bijlage 6). Vervolgens zal Beweging Limburg Positief Gezond contact opnemen via de e-mail met een van de initiators van de GBT om te laten weten dat er contact opgenomen gaat worden door de onderzoeker voor het werven van de deelnemers. Er wordt binnen vijf werkdagen via de e-mail contact opgenomen met deze initiator van de GBT. In deze e-mail stelt de onderzoeker zichzelf voor en worden de inclusiecriteria van het onderzoek gedeeld met deze initiator van de GBT (bijlage 4). Ook is een bijlage toegevoegd met informatie over het onderzoek en verzoek tot verspreiding hiervan binnen de GBT (bijlage 9). Deze initiator verstuurd een e-mail naar de GBT interventie scholen met verzoek tot verspreiding van deze e-mail binnen de organisatie. In deze e-mail is ook de bijlage toegevoegd met informatie over het onderzoek (bijlage 9). Bij interesse kan er door de geïnteresseerde contact opgenomen worden met de onderzoeker via de contactgegevens in de bijlage. Vervolgens wordt er naar de geïnteresseerde een e-mail gestuurd (bijlage 5), met in de bijlage een informatiebrief over het onderzoek (bijlage 1).Indien er na vijf werkdagen geen reactie ontvangen is op het deelname verzoek zal er een herinneringsmail gestuurd worden met verzoek tot antwoorden binnen drie werkdagen. Wanneer hier geen reactie op ontvangen wordt, zal er geen contact meer worden opgenomen met deze deelnemer. Bij positieve reactie van de deelnemer zal binnen vijf werkdagen contact worden opgenomen vanuit de onderzoeker om een afspraak in te plannen voor het interview, dit gebeurt via de e-mail. De deelnemer ontvangt daarna een mail met afspraakbevestiging en de informed consent (bijlage 2) om deze vast te lezen maar niet te tekenen. Het inplannen van interviews stopt wanneer er verzadiging is bereikt. In de tussentijd zal de onderzoeker de informed consent veilig bewaren in research drive, waar alleen de onderzoeker, de opdrachtgever en de begeleider van Fontys bij kunnen. Wanneer voldoende deelnemers geworven zijn om verzadiging te bereiken zal de onderzoeker de overige deelnemers hierover informeren via de e-mail. Daarnaast zal de opdrachtgever geïnformeerd worden wanneer de interviews plaats zullen vinden.
Er wordt gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews die worden afgenomen aan de hand van een interviewschema (bijlage 3). Door het gebruik van een interviewschema worden vrijwel dezelfde vragen gesteld in het interview, dit kan afwijken door de aanvullende vragen en het iteratief proces. Dit proces maakt dat validiteit gewaarborgd wordt.
Ieder interview wordt getranscribeerd en vervolgens gecodeerd op basis hiervan wordt opnieuw gekeken naar het interviewschema, indien nodig worden vragen aangepast (Bakker & Buuren, 2014). De interviews worden op locatie afgenomen. Hierbij wordt in verband met covid-19 de regels van het RIVM nageleefd. De locatie is de locatie waar de betreffende deelnemer werkzaam is, in de meeste gevallen op de GBT. Het onderzoek wordt opgenomen met een dictafoon met goedkeuring van de deelnemer die wordt gegeven in de informed consent. Er zijn twee onderzoekers aanwezig bij het interview.
de observator: noteert non-verbale communicatie, houdt de tijd in de gaten en zorgt dat de interviewer niet te veel afwijkt van de topics. Dit wordt genoteerd in memo´s. De observator vergroot de validiteit van het onderzoek.
de interviewer: voert het interview en zorgt dat het interview op een fijne manier verloopt. De interviewer stelt vragen aan de hand van topics (zie ´interview´) en stelt waar nodig vragen ter aanvulling/verduidelijking/interesse.
De data die verzameld is wordt uitsluitend gebruikt voor dit onderzoek en zal na afronding van dit project tien jaar worden bewaard. Deze gegevens worden in research drive opgeslagen. De interviews zullen ongeveer 30 min duren.
Hieronder wordt beschreven waarop tijdens het interview wordt gelet.
Voorafgaand aan het interview zullen de interviewer en de observator zichzelf voorstellen. Vervolgens wordt er een kort praatje gehouden over algemene dingen: de school of over het weer. Er wordt nogmaals uitgelegd wat er gaat gebeuren en waar het onderzoek over gaat. De informatiebrief en informed consent worden nogmaals voorgelegd aan de deelnemer en ondertekend. Vervolgens zullen de algemene gegevens aan bod komen welke staan uitgewerkt in het interviewschema (bijlage 3).
Voor het interview wordt door de onderzoeker uitleg gegeven over de begrippen ´eigen regie´ & ´ veerkracht´.
Het interview start met de vraag:
Wat vindt u belangrijk aan de GBT?
Het interview eindigt met de vraag:
Zijn er zaken die we nog niet besproken hebben maar die u graag kwijt wilt?
Het interview wordt beëindigd met ´bedankt voor uw deelname´.
Na ieder interview wordt deze getranscribeerd.
Een samenvatting van het transcript wordt naar de deelnemers verstuurd (member check via e-mail). De deelnemer geeft eventuele opmerkingen die door de onderzoeker verwerkt worden (Wouters et al., 2015). De opmerkingen door de deelnemer worden verstuurd via de e-mail en worden aangepast door de onderzoeker alvorens deze te verwerken. Wanneer er binnen vijf werkdagen geen reactie is ontvangen van de deelnemer op de member check wordt deze beschouwd als goedgekeurd. Dit is ook meegenomen in de informed consent (bijlage 2). De member check zorgt voor een hogere validiteit van het onderzoek.
Het interview is opgesteld met topics. De vragen die voortkomen uit de topics kunnen door nieuwe inzichten vanuit de deelnemers worden aangepast en er is ruimte tijdens het interview om aanvullende vragen te stellen (Wouters et al., 2015). Door deze topics wordt getracht om de onderzoeksvraag en deelvraag te beantwoorden. De topics staan hieronder in tabel 2 weergegeven en verder onderbouwd.
Topics en onderbouwing:
Eigen regie
Omdat het gaat om eigen regie en veerkracht in het concept positieve gezondheid (Huber et al., 2011), is het van belang om meer te weten te komen over eigen regie binnen de GBT. Binnen dit topic zal naar voren komen hoe oprichters en werknemers van de GBT aankijken tegen het hebben van eigen regie bij kinderen. Daarnaast zal naar voren komen in welke mate er op dit moment aandacht besteed wordt aan het voeren van eigen regie binnen de klas/school.
Veerkracht
Omdat het gaat om veerkracht en eigen regie in het concept positieve gezondheid (Huber et al., 2011), is het van belang om meer te weten te komen over eigen regie binnen de GBT. Veerkracht draagt bij aan het vermogen om met fysieke en emotionele uitdagingen om te gaan (Institute for Positive Health, 2020). Dit maakt het belangrijk om meer te weten te komen over veerkracht binnen de GBT. Binnen dit topic zal naar voren komen hoe oprichters en werknemers denken over veerkracht bij kinderen. Daarnaast zal er naar voren komen in welke mate er op dit moment aandacht besteed wordt aan het stimuleren van veerkracht.
Ervaringen op/over de GBT
Omdat de GBT en Positieve gezondheid zijn opgericht om de ongezonde ontwikkelingen in Limburg te stoppen (De gezonde basisschool van de toekomst, z.d.-a & Limburg positief gezond, z.d. ). Is het belangrijk dat de ervaringen over de GBT en positieve gezondheid bevraagd gaan worden. Binnen dit topic zal naar voren komen hoe het concept de GBT op dit moment staat.
Toekomst visie betreffende de GBT en positieve gezondheid
Omdat er onderzocht gaat worden hoe positieve gezondheid op de GBT geïmplementeerd kan worden is het belangrijk om te kijken wat oprichters en werknemers belangrijk vinden binnen de GBT. Het is belangrijk om van de deelnemende groep te horen wat hun visie is over de toekomst van de GBT m.b.t. eigen regie en veerkracht en hoe de GBT verder ontwikkeld kan worden op gebied van eigen regie en veerkracht.
Voorafgaand aan het onderzoek worden de interviews geoefend met werknemers van Beweging Limburg Positief Gezond. Aan de hand van de uitkomsten worden de interviewvragen eventueel aangepast (bijlage 3). Wanneer een interview is afgenomen wordt de opname omgezet in tekst, transcript. Ook worden aanwijzingen als lichaamstaal en stemgebruik verwerkt in het transcript (Bakker & Buuren, 2014). De uitwerking van de transcripten zal één voor één gedaan worden waarna de vragenlijst indien nodig aangepast wordt, wel zodanig dat de validiteit gewaarborgd blijft. Zolang er getranscribeerd wordt zullen de opnames worden bewaard in ´research drive´ wanneer het interview volledig getranscribeerd is worden de opnames verwijderd. Vervolgens worden de transcripten gelezen en worden belangrijke woorden en aanwijzingen gemarkeerd met de onderzoeksvraag in het achterhoofd, dit wordt later gebruikt tijdens het coderen. Er wordt om en om een transcript verwerkt, eerst het transcript van een oprichter en dan van een werknemer, dit om zo breedt mogelijk te blijven kijken naar het onderwerp (Bakker & Buuren, 2014). Vervolgens wordt er gecodeerd, dit is het geven van codes aan korte tekstfragmenten. Deze stukjes tekst geven inzicht die kunnen leiden tot antwoord op de onderzoeksvraag en deelvraag. De code bestaat uit één of enkele woorden die duidelijk maakt waar het stuk tekst over gaat. (Bakker & Buuren, 2014).
Dit open coderen wordt door twee onderzoekers gedaan wat bijdraagt aan de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek (Wouters et al., 2015). Vervolgens wordt er structuur aangebracht door codes te groeperen dit noemen we axiaal coderen. Vervolgens wordt er van de axiale codes thema´s gevormd (Bakker & Buuren, 2014). Deze thema´s zullen antwoord geven op de onderzoeksvraag en deelvraag.
Er wordt gestopt met interviewen op het moment van verzadiging dit wil zeggen wanneer er geen nieuwe onderwerpen meer aan bod komen en geen nieuwe inzichten meer ontstaan (Wouters et al., 2015).
De geschatte kosten voor dit onderzoek bedraagt 75 euro:
Kosten projectplan
Waarvoor de kosten zijn gemaakt
€ 0 = Opstellen projectplan
€ 0 = Huren dictafoon fontys
€ 10 = Uitprinten informed consent - dataverzameling
€ 0 = Verwerken data - handmatig met memo´s en enveloppen
€ 15 = Printkosten poster - eindpresentatie
€ 50 (geschatte kosten) = Eventuele reiskosten
De onderzoeker heeft een gratis OV dus de reizen met openbaar vervoer zijn gratis.
€ 0 * dienst voor dienst = Observator
Uren
Waarvoor
Maximaal 12 (aantal interviews) x 30 minuten (duur interview) = Observator
15 uren = De opdrachtgever zal deze uren kwijt zijn aan begeleiding.
In ieder onderzoeksverslag moet een paragraaf zijn verwerkt over de ethische aspecten van het onderzoek. Meestal staat hier ook de goedkeuring van een medisch ethische commissie (Wouters et al., 2015). Om bij onderzoek de deelnemers te beschermen is de wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) opgezet (Wouters et al., 2015). Tijdens dit onderzoek wordt geen interventie toegepast waarbij inbreuk wordt gemaakt op lichamelijke of geestelijke eigenschappen van de deelnemers (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2021). Dit onderzoek is daardoor geen ´wet medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen´ - WMO plichtig onderzoek en is daarom niet getoetst door de medisch ethische toetsingscommissie (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2021).
De deelnemers hebben voorafgaand aan dit onderzoek een informatiebrief (bijlage 1) en een informed consent (bijlage 2) ontvangen via de e-mail van de onderzoeker welke wordt ondertekend voor aanvang van het interview. Hiermee is de deelnemer voldoende geïnformeerd en op zijn of haar rechten gewezen. De deelnemers mogen ten alle tijden stoppen met het onderzoek, zonder reden. Door het ondertekenen van de informed consent bevestigt de deelnemer volledig op de hoogte te zijn van zijn/haar rechten, geeft de deelnemer toestemming voor het houden van een interview, het maken van een geluidsopname en aantekeningen door de observator tijdens het interview. De deelnemer gaat akkoord met het anoniem verwerken en delen van de data met bevoegden.
De verkregen informatie uit het onderzoek wordt alleen gebruikt voor dit onderzoek en wordt in research drive bewaard tevens wordt deze informatie zichtbaar in het onderzoeksverslag en de poster voor de eindpresentatie. De data wordt tien jaar bewaard in de beveiligde databank waar alleen de onderzoeker, de opdrachtgever en de begeleidend docent bij kunnen. Na deze tien jaar wordt alle data vernietigd.
Vanwege het verkorte tijdsbestek zijn deelnemers zelf geworven en is de werving niet verlopen via een van de initiators van de GBT.
Eerst is een bericht geplaatst op social media kanalen Linkedin en Facebook (bijlage 10).
Geïnteresseerde deelnemers reageerden op dit bericht. Vervolgens werd een privé bericht gestuurd met daarin de vraag voor het e-mailadres waarna de volledige informatiebrief (bijlage 1) doorgestuurd kon worden. Daarnaast is telefonisch contact opgenomen met de deelnemende GBT scholen met het verzoek om de verkorte uitleg van het interview (bijlage 9) te delen via de mail binnen het lerarenteam.
Hierna konden geïnteresseerden zelf via de e-mail contact opnemen voor deelname aan het onderzoek. Bij een akkoord voor deelname werd er nog een mail gestuurd met uitleg over de begrippen eigen regie en veerkracht zodat de deelnemers deze konden lezen voorafgaand aan het interview (bijlage 8).
Doordat het interview als een iteratief proces beschouwd is, zijn een paar aanpassingen gedaan in het interviewschema:
Na het eerste interview werd duidelijk dat moeilijk antwoord gegeven kon worden op de deelvraag daardoor is de volgende vraag toegevoegd: Hoe kunnen eigen regie en veerkracht hierin betrokken worden?
In het vijfde interview kwam de deelnemer zelf met het concept positieve gezondheid en het spinnenweb. Daarom is gekozen om in het laatste interview alsnog te gaan bevragen wat voor toegevoegde waarde het spinnenweb van positieve gezondheid zou hebben voor eigen regie en veerkracht binnen de school.
Uiteindelijk zijn geen observaties genoteerd en meegenomen in de data-analyse omdat maar bij één interview een observator aanwezig is geweest. Wegens een fout in ´research drive´ zijn de opnames tijdens het transcriberen niet hierin bewaard gebleven. De opnames zijn meteen na het interview getranscribeerd waarna verwijderd.