1) Hij klaagt over de inrichting van de kamer. Dat is vreemd gedrag.
2) Eigen antwoord.
3) Hij vraagt waar de martelwerktuigen zijn.
4) « Pas de glaces, pas de fenêtres, naturellement. Rien de fragile. »
5) De beul.
6) Eigen antwoord; je moet in ieder geval hebben achterhaald dat zij belangrijk voor haar was.
7) Nee.
8) « Allez ! Je sais ce que je dis. Je me suis regardée dans la glace. »
9) Eigen antwoord; zij heeft in ieder geval iets gedaan waardoor zij iemands beul is.
10) Idem.
11) Eigen antwoord.
12) Eigen antwoord.
13) Zij vinden haar aantrekkelijk.
14) Haar vroegere man.
15) In het existentialisme gaat het om de keuzes die je maakt. Deze keuzes bepalen jouw leven. Hier zie je dat de deur van de kamer dan eindelijk opengaat. De personages staan nu voor de keus, blijven of weggaan.
16) Na de absurditeit en nutteloosheid van een oorlog geeft het juist houvast dat je jouw leven kunt bepalen door de keuzes die je maakt.
17) De personages realiseren zich dat hun hel bestaat uit de twee andere personen met wie zij daar opgesloten zitten. Dood kunnen ze niet meer, want dat zijn ze al. Het is dan ook bizar/absurd dat zij hierop reageren met: “Eh bien, continuons.”
18) Existentie gaat vooraf aan essentie. De mens maakt zichzelf door de keuzes die hij maakt. Op een gegeven moment gaat iemand zich ook gedragen naar het beeld dat hij van zichzelf heeft geschapen. Dit zie je duidelijk terug bij de personages in dit toneelstuk. Zij kunnen zichzelf opnieuw uitvinden in deze nieuwe situatie, maar houden vast aan wie zij tot nu toe denken dat zij zijn.
Het absurde. De mens leeft in een vereenzaamd en absurd universum, dit zie je duidelijk terug in de setting van het toneelstuk. Opgesloten met mensen die je niet kent in een soort hotelkamer.
19) Thema’s die duidelijk terug te vinden zijn in dit toneelstuk zijn de eenzaamheid van de mens en het (af)wachten.
20) - Dora Bruder
- meisje
- 15 jaar
- 1 meter 55
- ovaal gezicht
- grijs-bruine ogen
- grijze sportjas
- bordeauxrode trui
- blauwe rok
- blauwe hoed
- bruine sportschoenen
21) Hij ging daar vroeger als kind altijd met zijn moeder naar de (rommel)markt.
22) Alinea 1: 8 jaar geleden (ca. 1987) riep een krantenbericht uit 1941 herinneringen op aan zijn jeugd (jaren ‘60) – alinea 2-4: 1965-1968 – alinea 5-7: hij kijkt in 1995 terug op 1965 en ontwaart daar sporen van 1942.
23) Hij herinnert zich een sportauto met een bordje ‘oorlogsinvalide’.
De fysieke gevolgen waren dus bij sommige mensen nog zichtbaar.
24) Jouw indruk van de schrijver Houellebecq moet je baseren op de manier waarop hij in deze fragmenten beschreven wordt. Enkele citaten die je kunt gebruiken zijn:
- C’est un bon auteur, il me semble. C’est agréable à lire, et il a une vision assez juste de la société.
- On pouvait difficilement demander à Houellebecq d’écrire un texte de catalogue en quinze jours, c’était un auteur célèbre, mondialement célèbre même.
- si Houellebecq aimait au cours de sa phase de travail punaiser les murs de sa chambre avec différents documents, il s’agissait le plus souvent de photos, représentant les endroits où il situait les scènes de ses romans ; et rarement de scènes écrites ou demi-écrites En le représentant au milieu d'un univers de papier, Jed Martin n'a pourtant probablement pas souhaité prendre position sur la question du réalisme en littérature ; il n'a pas davantage cherché à rapprocher Houellebecq d'une position formaliste que celui-ci avait du reste explicitement rejetée.