kernfusie

Energie opwekken

Je weet al dat kernfusie een manier is om energie op te wekken, maar waar komt deze energie precies vandaan? Het is onmogelijk om energie te creëren of te vernietigen, dat is een fundamenteel principe in de natuurkunde. Energie komt in vele vormen (kinetische energie, nucleaire energie, chemische energie, ...) voor en deze kunnen omgezet worden in elkaar. Wanneer we spreken over het opwekken van energie, wordt eigenlijk bedoeld dat energie omgezet wordt tot een bruikbare vorm van energie. Denk hierbij aan een auto, de brandstof in de tank is 'onbruikbare' energie maar wanneer deze ontsteken wordt in de motor zetten we deze om naar 'bruikbare' mechanische energie.

atomen

Een atoom is opgebouwd uit een kern (protonen en neutronen) met daarrond een wolk van elektronen. Door de zeer hoge temperaturen waarbij kernfusie plaatsvindt, zijn de elektronen losgekoppeld van de kern. We noemen dit een geïoniseerd atoom. Dit komt omdat bij deze temperaturen een elektron zoveel energie bezit dat deze niet meer gebonden is tot de kern. De elektronen en de nucleonen (dit zijn de deeltjes in de kern, dus protonen en neutronen) bewegen dus vrij en onafhankelijk van elkaar.

Het waterstofatoom en de isotopen van waterstof.

waterstof

De kern van de zon bevat een grote hoeveelheid waterstof (H). Waterstof bestaat uit één proton en één elektron. In de zon is dit waterstof geïoniseerd en bewegen de protonen en elektronen onafhankelijk van elkaar.

Water kent ook enkele isotopen, dat zijn atomen die eenzelfde aantal protonen hebben maar een verschillend aantal neutronen. Zo heb je het gewone waterstof zonder neutronen, deuterium is waterstof met één neutron en tritium is waterstof met twee neutronen.

Voor de kernfusie zijn voornamelijk de protonen van belang, we spreken dan ook verder van het 'protonen-gas', dit is dus de verzameling van de protonen die zich gedragen als een gas.

Het heliumatoom.

Helium

Helium bestaat uit een kern van 2 protonen en 2 neutronen. Belangrijk hierbij is dat helium als isotoop kan voorkomen, er kunnen namelijk ook maar één of zelfs geen neutronen aanwezig zijn in de kern. Opnieuw zullen bij hoge temperaturen de heliumatomen geïoniseerd zijn.

De kern bestaat uit twee protonen (en neutronen), deze protonen zijn allebei positief geladen. Men zou dus verwachten dat deze niet gebonden kunnen zijn, ze stoten elkaar elektrostatisch af?

Fundamentele krachten

Om kernfusie beter te begrijpen bekijken we welke kracht ervoor zorgt dat de neutronen en protonen samenblijven in de kern van een atoom.

In de natuurkunde wordt er vaak met een model gewerkt. Een model is een benadering van de werkelijkheid en tracht de natuur zo goed mogelijk te beschrijven. Het standaardmodel is een bekend model dat tracht te beschrijven waaruit materie bestaat. Hierin wordt gesteld dat er maar vier verschillende krachten bestaan. Deze worden de vier elementaire krachten genoemd. Deze vier elementaire krachten zijn de elektromagnetische kracht, de sterke kracht, de zwakke kracht en de zwaartekracht.

De elektrostatische afstoting van de twee protonen is een gevolg van de elektromagnetische kracht. De sterke kracht treedt ook op in de kern en zorgt ervoor dat de protonen (en neutronen) toch bij elkaar blijven. Het is dankzij deze sterke kracht dat atoomkernen kunnen bestaan.

Illustratie van de fundamentele krachten en hun voornaamste bijdragen.
De bindingsenergie per nucleon voor de verschillende elementen.

Bindingsenergie

De sterke kracht slaagt er in om de kern samen te houden, maar we kunnen dit ook uitdrukken met behulp van energie. Als we dit willen doen, dan hebben we het concept van bindingsenergie nodig. Dit is de energie die nodig is om een nucleon (= proton of neutron) vrij te maken uit de kern. Dit is gelijkaardig aan de potentiële-inwendige energie, maar nu gaat het over het vrijmaken van een nucleon en niet over een deeltje van het deeltjesmodel.

Hiernaast zie je een grafiek van de bindingsenergie per nucleon voor verschillende atoomkernen. Zo valt meteen op dat gemiddeld gezien de bindingsenergie (verticale as) van de lichte kernen toeneemt met het atoomgetal (horizontale as). Vanaf massagetal 56, wat overeenkomt met het element ijzer (Fe), neemt de bindingsenergie af.

De eenheid van de bindingsenergie is in deze grafiek aangegeven als MeV wat staat voor mega-elektronvolt. De elektronvolt is een eenheid die vaak gebruikt wordt in de subatomaire fysica. Deze kan je omzetten naar de SI-eenheid van energie via:

kernfusie

Wanneer twee kernen fuseren vormen deze een zwaardere kern. De energie die je hierbij wint, kan berekend worden door het verschil te nemen van de finale energie en de initiële energie. Aangezien het totaal aantal nucleonen gelijk is bij de startkernen en de eindkern, is het energieverschil louter en alleen te wijten aan het verschil van de bindingsenergie.

Dit is echter een benadering, want het aantal nucleonen blijft dan wel hetzelfde maar sommige protonen worden omgezet naar neutronen (en vice versa). Het vergt extra energie om een proton om te zetten naar een neutron. Omgekeerd komt er energie vrij wanneer een neutron wordt omgezet naar een proton.

De vrijgekomen energie bij de fusiereactie bestaat dan uit twee delen:

  • Het verschil in bindingsenergie

  • De energie die nodig is, of vrijkomt, om de nucleonen om te zetten.

Illustratie van waterstoffusie.

De energie die vrijkomt per reactie kan dan berekend worden met volgende uitdrukking:

Kernfusie in een ster

Een waterstoffusieketen die plaatsvindt in een ster.

Het proces van fusie in een ster is echter niet zo eenvoudig. De energie die een ster verkrijgt, is afkomstig van enkele fusiekettingen. Deze kettingen zijn complex en er treden zelf meerdere kettingen tegelijk op. Een vereenvoudigd voorbeeld van een fusieketting is hiernaast weergegeven. Merk op dat het hier (voornamelijk) over het protonen-gas gaat. De elektronen spelen in de fusieketens maar een minieme rol, ze treden soms op als een soort van katalysator.

Je kunt in deze fusieketting zien dat steeds zwaardere kernen worden gemaakt en dat er bij meerdere stappen van dit proces er energie vrijkomt.

neutronen creëren

In de fusieketting die hierboven is afgebeeld, kun je zien dat er ook neutronen worden gecreëerd (groene bollen). Deze ontstaan door een subatomaire reactie waarbij een proton wordt omgezet in een neutron. Hierbij komen nog een aantal (rest)deeltjes vrij die verder niet van belang zijn voor de energieproductie. De reactie waarbij een proton naar een neutron transformeert, vergt energie. Dat deze reactie energie vergt, kun je begrijpen als je weet dat de massa van een proton lager is dan de massa van de productie deeltjes; het neutron (de massa van de restdeeltjes is te verwaarlozen). Deze reactie staat bekend als bèta-plus-verval.

Je kan zien in de fusieketting hierboven dat enkel in de eerste stap er neutronen worden gemaakt. Het is dus ook enkel deze stap die energie vergt. Bij de daaropvolgende stappen komt er energie vrij. Wanneer de hele keten is doorlopen, is er netto (veel) energie vrijgekomen.

De kans dat bèta-plus-verval voorkomt om een proton om te zetten naar een neutron is zeer klein. Zo duurt het gemiddeld 10^10 jaar voor een proton om zo'n transformatie te ondergaan. In de Zon komt dit verval echter wel frequent voor door de enorme hoeveelheid aan protonen die aanwezig zijn. Zonder dit vertragende proces was de zon al lang opgebrand.

Omgekeerd; een neutron dat wordt omgezet in een proton is wel een verschijnsel dat spontaan kan voorkomen, want de massa van een neutron is groter dan de massa van de restdeeltjes. Dit staat beter bekend als bèta-min-verval. Hierbij komen ook een aantal (rest)deeltjes bij vrij die verantwoordelijk zijn voor de gekende radioactieve bètastraling.

Kernfusie op aarde

Illustratie van de ITER kernfusiereactor

Wetenschappers zijn al jaren bezig om energie te produceren door gebruik te maken van kernfusie. De enorme temperaturen die hiervoor nodig zijn maakt dit echter verre van een eenvoudige taak. Wetenschappers zijn er al in geslaagd om kernen te fuseren, maar hebben nog geen energiewinst kunnen maken.

Er is echter wel een verschil tussen de fusieketen op aarde en deze in de Zon. We zagen al dat het creëren van een waterstofkern met één neutron (= deuteron) gebruik maakt van het bèta-min-verval. Dit verval duurde zeer lang en is daarom zeer onwaarschijnlijk. Aangezien in een fusiereactor op aarde véél minder protonen aanwezig zijn dan in de zon, zou de reactie op deze manier nooit op gang komen.

Daarom zijn we op aarde genoodzaakt om deze stap over te slaan, en starten we met deuterium en tritium in plaats van gewoon waterstof (zonder neutronen). Hierdoor zijn we niet meer afhankelijk van deze trage bèta-min-reactie.

uitdagende oefening, kan jij ze oplossen?


Verder met het leerpad: