Tropische cyclonen zijn bijzonder krachtige weersystemen die gepaard gaan met sterke winden en grote hoeveelheden neerslag. Zulke systemen hebben verschillende namen in verschillende regio's wat vaak voor verwarring zorgt. Tropische cyclonen noemt men orkanen in de Atlantische Oceaan en het noordoostelijk deel van de Stille Oceaan. Maar in het westelijk deel van de Stille Oceaan (Japan, China,...) zal men spreken over een tyfoon, en in India zal men het hebben over een cycloon. Wij zullen op deze pagina voor het gemak spreken over orkanen, maar hier worden dus eigenlijk meer algemeen tropische cyclonen mee bedoeld.
Wanneer een tropische cycloon aan land gaat in een dichtbevolkte regio, kan deze zeer grote menselijke en economische schade veroorzaken. Recente voorbeelden hiervan zijn de orkanen Katrina (regio New Orleans, 2005), Harvey (regio Houston, 2017) en Dorian (Bahama's, 2019) en de tyfoon Haiyan (Filipijnen, 2013).
De typische horizontale doorsnede van een orkaan bedraagt enkele 100 kilometers en in de hoogte strekt hij zich uit over de volledige troposfeer (dus tot ongeveer 15 km hoogte). Om officieel van een orkaan te kunnen spreken dient de gemiddelde windsnelheid (gedurende 1 minuut) 119 km/u te overschrijden. Sommige stormen bereiken gedurende slechts enkele uren deze orkaanstatus, andere orkanen behouden soms weken hun orkaanstatus. Bij de zwaarste orkanen worden 1-minuut gemiddelde windsnelheden van meer dan 250 km/u gehaald en kunnen windstoten oplopen tot meer dan 350 km/u. Orkanen kunnen voor gigantische hoeveelheden regen zorgen, zeker als deze traag bewegen. Orkaan Harvey zorgde in augustus 2017 voor ongelooflijke neerslaghoeveelheden in de regio rond Houston (Texas). Neerslagtotalen van meer dan 800 mm op 3 dagen werden geregistreerd op sommige meetpunten, dat komt ongeveer overeen met de jaarneerslag in Ukkel die daar op 3 dagen tijd valt.
De impact van klimaatverandering op het voorkomen van orkanen is niet heel duidelijk.
Zoals op de afbeelding hiernaast voorgesteld bestaat een orkaan uit een aantal zware onweersbuien die in banden rondom het zogenaamde ‘oog van de orkaan’ draaien. Orkanen ontstaan typisch boven zeer warm oceaanwater waardoor de lucht er zeer vochtig en warm kan zijn. Deze vochtige, warme lucht kan tot op grote hoogte stijgen (convectie, zie eerder) en op een bepaalde hoogte zal de waterdamp condenseren tot waterdruppeltjes. Bij deze faseovergang komt veel energie vrij (met name latente warmte) en deze energie zal de lucht weer opwarmen. Daarom vinden we in het centrum van orkanen een zogenaamde kern van warme lucht. De waterdruppeltjes zullen wolken vormen en uiteindelijk voor (zware) regen zorgen. Als de lucht voldoende vochtig en onstabiel is, kunnen zich zware onweersbuien vormen en als verschillende onweders zich organiseren rond een lagedrukkern kan een orkaan ontstaan.
De lucht wordt onstabiel genoemd wanneer warme lucht makkelijk kan stijgen tot hoog in de atmosfeer. Hier zal deze lucht afkoelen en de waterdamp die aanwezig was in de warme lucht zal condenseren tot waterdruppels om wolken te vormen.
Het oog van de orkaan, met een doorsnede van ongeveer 50 km, wordt gekenmerkt door een zeer lage luchtdruk aan het oppervlak. In het oog van de orkaan is het vaak wolkenloos en staat er amper wind. Net buiten dit oog vinden we het krachtigste windveld dat in tegenwijzerzin rondom het oog blaast (in het noordelijke halfrond). Aan de top van de troposfeer zien we het omgekeerde en zal de lucht in wijzerzin vanuit de kern naar buiten uitwaaieren. Hoe lager de luchtdruk in de kern, hoe krachtiger het windveld aan het oppervlak. Des te krachtiger het windveld, des te meer warmte en vocht van de oceaan door de orkaan zal opgenomen worden. Hierdoor kan er nog meer energie vrijkomen wat de lucht in de kern nog meer opwarmt en de luchtdruk in de kern verder doet dalen.
Als de voorwaarden goed zijn, kan er op een gegeven moment een positieve feedback ontstaan waarbij de verschillende fysische processen elkaar gaan versterken en de orkaan steeds krachtiger wordt. We krijgen dan volgende positieve feedback loop:
hogere windsnelheid → meer opname warmte & vocht van oceaan → zwaardere convectie → meer latente warmte die vrijkomt in atmosfeer → warmere kern orkaan → verlaging luchtdruk kern orkaan → nog sterkere wind → …
Maar als de keten doorbroken wordt, bv. doordat de orkaan over koeler oceaanwater komt of aan land gaat, dan kan de orkaan snel aan kracht inboeten. In het filmpje hiernaast van orkaan Florence (2018) kan je duidelijk zien hoe de orkaan krachtiger wordt boven het warme oceaanwater en snel afzwakt boven land; een illustratie van de positieve feedback die stopt boven het land. Bemerk ook de lange levensduur van Florence.
Kort samengevat kunnen we volgende ingrediënten oplijsten die nodig zijn voor orkaanvorming:
aanwezigheid van warm oceaanwater (> 26 °C) tot een redelijke diepte
voldoend onstabiele atmosfeer zodat zware onweersbuien zich kunnen ontwikkelen
juiste windcondities aan oppervlak maar ook op hoogte zodat onweersbuien zich rondom een lagedrukcentrum kunnen gaan organiseren
aanwezigheid van Corioliskracht zodat circulatie omheen lagedrukgebied kan ontstaan
Er moet voldoende waterdamp aanwezig zijn om een orkaan te kunnen vormen. De hoeveelheid waterdamp aanwezig boven het oppervlak wordt bepaald door een (dynamisch) evenwicht tussen verdamping en condensatie. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht, daarom zal er meer waterdamp aanwezig zijn boven een warm wateroppervlak dan boven een koud wateroppervlak. In de zomer kunnen de temperaturen van de Atlantische en Stille Oceaan oplopen tot meer dan 26 °C en dat is de ondergrens voor orkaanvorming. Vergelijk dit eens met de temperatuur van de Noordzee vandaag. Je kan de oppervlatemperatuur van de Noordzee bekijken via onderstaande knop.
De aarde draait rond haar eigen as en dit heeft een grote invloed op ons weer. Door het draaien van de aarde zullen luchtstromingen onderhevig zijn aan het zogenaamde Corioliseffect. Het Corioliseffect zorgt ervoor dat luchtstromingen steeds worden afgebogen in een richting die loodrecht staat op de bewegingsrichting. In het noordelijke halfrond zal de afbuiging steeds rechts zijn ten opzichte van de bewegingsrichting. In het zuidelijke halfrond is de uitwijking dan weer naar links gericht. Het Corioliseffect is het sterkst aan de Polen, op de Evenaar is er geen Corioliseffect. Om de circulatie rondom het oog te krijgen, dient er een beperkt Coriolis effect te zijn en dit verklaart waarom er op de Evenaar zich geen orkanen kunnen vormen.
Filmpje ter illustratie van orkaanvorming.
Orkaan Dorian komt aan land in Florida
Indien aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, kan er zich een orkaan vormen. Dit wil niet zeggen dat er zich steeds een orkaan zal vormen. Het ontstaan van orkanen is complex en het correct voorspellen van deze weerfenomenen blijft ook vandaag nog lastig.
De voorwaarden die nodig zijn om een orkaan te vormen komen voornamelijk voor tijdens de zomer (en vroege herfst) boven de tropische wateren van de Atlantische Oceaan en Stille Oceaan. In andere oceaanbassins zal de timing voor de vorming van tropische cyclonen verschillen.
De vorming van een orkaan is een complex proces waarbij grote hoeveelheden energie van de oceaan naar de atmosfeer getransporteerd worden. Deze energie komt voornamelijk van de latente warmte (= energie) die vrijkomt wanneer waterdamp in de onweerswolken condenseert. Daarom wordt ook wel eens gezegd dat "warmte de motor is van een orkaan". De enorme hoeveelheid waterdamp die condenseert tot waterdruppels, zal wolken vormen en uiteindelijk deels neervallen als regen.
Wanneer een orkaan geen energie meer uit de warme oceaan kan opnemen, zal deze verzwakken en uiteindelijk zijn orkaanstatus verliezen.
Figuren:
Ingrediënten om een orkaan te vormen:http://www.koreaherald.com/view.php?ud=20170911000935Ahrens C.D. Meteorology Today (2008)https://en.wikipedia.org/wiki/Tropical_cyclonehttps://www.researchgate.net/figure/Global-distribution-of-observed-occurrence-of-tropical-cyclones-transitioning-and-hybrid_fig2_236588503