In de verkennende fase van het onderzoek hielden de trekkers per case een netwerkdagboek bij. Op die manier verzamelden we inzichten in het ecosysteem tijdens de dagdagelijkse werking, zonder dat dit een grote extra tijdsinvestering was.
Hieronder lees je hoe je hiermee aan de slag kan gaan.
Het doel van het dagboek is om (1) entiteiten binnen het ecosysteem te detecteren en (2) kenmerken van deze entiteiten in beeld te brengen. Op basis hiervan kunnen entiteiten die van belang zijn (vb. in functie van samenstelling kerngroep, uitrollen acties,…) beter of sneller aangetrokken worden en/of wordt duidelijk welke entiteiten nog ontbreken/nodig zijn.
Plan stelselmatig gesprekken in met collega’s en partners. Begin bij de partners met wie je reeds gesprekken hebt ingepland (scan vb. jouw agenda voor de komende werken). Stel aan het einde van het gesprek de vooropgestelde (dagboek)vragen (zie verder). Vervolgens kan je uitbreiden naar andere entiteiten. Ga enerzijds op zoek naar entiteiten die jij nog niet kent en bij wie de link naar en/of de betrokkenheid op kinderen en jongeren groot is. Kies daarnaast ook voor entiteiten bij wie de link naar kinderen en jongeren minder expliciet aanwezig is.
Ga het gesprek aan met deze entiteiten op basis van enkele (dagboek)vragen:
Betreft het een (organisatie)interne of externe entiteit?
Wat is de functie van de entiteit?
In welke mate heeft deze stakeholder de positie of het mandaat om de perceptie en het gedrag van anderen te veranderen? In welke mate kan hij dingen voor elkaar krijgen?
In welke mate heeft deze stakeholder het vermogen of de capaciteit om daadwerkelijk de perceptie, het gedrag en praktijken te veranderen? In welke mate kan deze stakeholder bijdragen aan een evenwaardige positie van kinderen en jongeren in beleidsprocessen?
Hoe bewust denkt de stakeholder na over de participatie van kinderen en jongeren?
Hoeveel kennis en kunde heeft deze stakeholder in het betrekken van kinderen en jongeren bij beleidsvraagstukken?
In welke mate wil deze stakeholder zich engageren om kinderen en jongeren te betrekken bij beleidsvraagstukken? In welke mate is dit een bekommernis voor deze stakeholder?
In welke mate is participatie van kinderen en jongeren bij het beleid een prioriteit voor deze stakeholder? In welke mate voelt de stakeholder de urgentie om met dit thema aan de slag te gaan?
Hou de indrukken die je opdoet tijdens het gesprek bij. Doet dit op een manier die werkt voor jou. Zo kan je bijvoorbeeld een Google Forms invullen na elk gesprek, een Excel-lijstje bijhouden of via WhatsApp een audiofile aan jezelf/jouw collega sturen.