Brief maart 2024
zr. Lieve Stragier

Missionarissen: wat corona met ons deed – zuster Lieve Stragier, ICM, Rome


De COVID-ervaring voor onze ICM-congregatie

 

Voor een missiecongregatie met grensoverschrijdende activiteiten in verschillende landen werd 2020 een heel bijzonder jaar! Onze missie als ICM-zusters roept ons op om over grenzen heen te reiken naar mensen van andere nationaliteiten, rassen, culturen, religies en ideologieën, om met hen interculturele gemeenschappen op te bouwen waar iets van Gods Rijk zichtbaar wordt. Toch werden dit jaar de termen social distancing, quarantaine, lockdown deel van onze ervaring.

 

Het coronavirus heeft aan ons leven hier als leidinggevend team van de congregatie een onverwachte wending gegeven. We waren sinds half februari alle vier samen in Rome, want begin maart stond een internationale vergadering op het programma van ICM-zusters die instaan voor de vorming van de jonge zusters. Met 35 zouden ze naar Rome komen. Alles was klaar, de reizen geregeld, maar toen werd Italië overspoeld door het coronavirus en werd duidelijk dat we de vergadering moesten uitstellen. We zagen het toen nog optimistisch in en verschoven de vergadering naar eind september. Ook dat viel in het water. De hele maand oktober zijn we bezig geweest met virtuele sessies op ZOOM: we zoeken andere wegen om virtueel grenzen te overschrijden.

 

De bezoeken aan de missies zijn allemaal geschrapt. Zelfs plannen maken voor 2021 lukt niet. We benoemen jonge zusters voor een missie, maar wanneer kunnen ze erheen reizen?

 

Toch gaat de missie verder. De armen - zij die aan de rand staan en tussen de mazen van het welzijnsnet vallen, zij die gediscrimineerd, uitgebuit en niet gehoord worden - staan centraal in onze missie. Zij zijn ook de grootste slachtoffers van de covid-19-crisis. In verschillende landen waar onze zusters werken is het gezondheidssysteem niet goed uitgebouwd. De armsten hebben geen vast inkomen, leven van de hand in de tand, zonder overheidssteun.

Van de sloppenwijken in Port-au-Prince in Haïti, tot bij de K'iche' Indianen in Guatemala, de domestic workers in India, de jonge moslimvrouwen in Podor (Senegal), de werklozen in de Filipijnen, de Mexicaanse immigranten in Texas, en in zoveel meer plaatsen, werken ICM-zusters om mensen nabij te zijn en solidariteit te laten groeien in deze onzekere tijden.

 

De pandemie bracht valse zekerheden aan het licht: zo merkten we de versnippering en het onvermogen om samen te werken als wereldgemeenschap. In zijn encycliek Fratelli tutti nodigt Paus Franciscus ons uit om nieuwe wegen te bewandelen voor een samenleving waar we met elkaar omgaan als broeders en zusters, waar iedereen een plaats heeft en we de waardigheid van elke persoon erkennen.

 

Voor mij persoonlijk was het een sterk moment toen paus Franciscus de speciale Urbi-et-Orbi zegen gaf vanop een regenachtig en verlaten Sint-Pietersplein. Uit zijn toespraak, gebaseerd op het verhaal van de storm op het meer:

 

“Net als Jezus’ leerlingen in het evangelie zijn we overvallen door een onverwachte, heftige storm. We realiseren ons dat we op dezelfde boot zitten: allemaal kwetsbaar en gedesoriënteerd, maar tegelijkertijd belangrijk en nodig en geroepen om samen te roeien. Ieder van ons is in nood én nodig om anderen te troosten. Zo beseffen wij ook: niet aan onszelf denken, maar samen kunnen we het doen!

 

De storm onthult onze kwetsbaarheid en onze valse en overbodige zekerheden, projecten, gewoonten, prioriteiten. De storm laat ons zien hoe we juist die dingen die ons leven en onze gemeenschap voeden hebben laten verzwakken. De storm legt bloot dat we vergeten zijn wat de ziel van mensen voedt. In de plaats kwamen vele pogingen die ons denken en doen verdoven omdat ze redding beloven zonder ons in contact te brengen met onze wortels of met hen die ons zijn voorgegaan. We beroven onszelf van de antilichamen die we nodig hebben om tegenspoed het hoofd te bieden. De storm blaast weg wat façade en imago is voor ons ego. Wat overblijft is de nood aan samenhorigheid, als zusters en broeders.

 

Heer, U roept ons op om deze tijd van beproeving aan te grijpen als een tijd om te kiezen. Het is een tijd om te kiezen tussen wat ertoe doet en wat voorbijgaat, een tijd om te onderscheiden wat nodig is van wat overbodig is, een tijd om ons leven weer op de rails te krijgen met betrekking tot U, Heer, en tot elkaar.

 

Het is het leven in de Geest dat kan verlossen. Dat leven wordt samengevlochten en gedragen door gewone mensen - vaak vergeten mensen die niet verschijnen in de schijnwerpers van de media - maar die in deze dagen de beslissende geschiedenis van onze tijd schrijven: dokters, verpleegsters, supermarktbedienden, schoonmakers, verzorgers, vervoerders, ordehandhavers, vrijwilligers, priesters, religieuze mannen en vrouwen en zovele anderen die hebben begrepen dat niemand in zijn eentje het heil bereikt. Zoveel mensen bieden door hun geduld hoop. Zo komt er in plaats van paniek gedeelde verantwoordelijkheid. Dat is wat de Heer ons vraagt, en aanbiedt, te midden van deze storm.”

 

De covid-ervaring heeft ons als missiecongregatie nieuwe wegen geleerd om verbonden te blijven. Zo zijn er na het Algemeen Kapittel van 2022 verschillende commissies en werkgroepen gecreëerd die elkaar regelmatig online ontmoeten. Ze vormen een nodige aanvulling op de ‘live’ bezoeken en vergaderingen. Ons bewustzijn groeide dat we als ICM één lichaam zijn. Daaraan geven we in onze animatie nu veel aandacht. Zelfs als we letterlijk ver weg van elkaar werken voor het Rijk Gods, zijn we geen alleenstaande eenheden. De gedachte van eenheid en communie proberen we ook te beleven met de mensen en lokale gemeenschappen waar we gezonden zijn.

 

En toch: gedurende de covid-lockdown hoopten we dat we de lessen van deze pandemie niet zouden vergeten. Maar het lijkt erop dat we, nu de pandemie voorbij is, toch naar onze oude gewoonten zijn teruggekeerd…

 

zuster Lieve Stragier, ICM, Rome