De aanwezigheid van primitieve reflexen kan ertoe leiden dat de neurologische ontwikkeling van het kind vertraagd wordt. Deze vertraging belemmert het kind om al zijn capaciteiten te ontplooien en is te herkennen aan de hand van verschillende symptomen.
In eerste instantie heeft de blijvende aanwezigheid van primitieve reflexen een impact op de motoriek, het evenwicht en de coördinatie. Doordat die reflexen een grote impact hebben op het vestibulair systeem (in het binnenoor) kunnen ze ook een invloed hebben op de sensorische gevoeligheid. Dit kan dan weer een impact hebben op de veerkracht die een kind heeft om met emoties om te gaan.
Een vrijblijvende vragenlijst brengt in kaart of de behandeling van primitieve reflexen een meerwaarde kan zijn voor jouw kind. Wanneer je symptomen bij je kind herkent, wil dit echter niet zeggen dat er vanzelfsprekend sprake is van de aanwezigheid van primitieve reflexen. Vooraleer we dit kunnen besluiten is het noodzakelijk om de situatie van jouw kind te bespreken en deze reflexen te testen.
Daarnaast is het belangrijk te weten dat niet iedereen met primitieve reflexen problemen in de ontwikkeling ondervindt. Veel mensen hebben nog primitieve reflexen zonder dat die hen belemmeren in hun functioneren. Dit komt omdat het lichaam over het algemeen in staat is om veel te compenseren.
Overzicht van de belangrijkste primitieve reflexen voor de RSEM®
Palmaire reflex
Wanneer je licht met je vinger in de handpalm strijkt, zullen de vingers zich krullen en zal het babyhandje zich stevig om de vinger heen sluiten. De Palmaire reflex of grijpreflex activeert ook de zuigreflex.
Plantaire reflex
Wanneer je met je vinger op de voetzool strijkt, gebeurt eigenlijk hetzelfde en zullen de tenen zich naar binnen krullen.
Zoekreflex
Wanneer je met je vinger over de wang van je baby strijkt, zal hij zijn hoofd naar je vinger toedraaien en zijn mond openen om zijn mond om je vinger te sluiten.
Zuigreflex
Wanneer de baby iets in zijn mond voelt, zal hij meteen beginnen zuigen.
Bovenstaande reflexen hebben naast een motorisch component ook een uitgesproken belangrijke sensorische functie. De gevolgen kunnen zich dan ook op beide niveaus situeren. Motorische gevolgen zijn bijvoorbeeld een slechte pengreep, moeite met articulatie of opvallende mondbewegingen bij concentratie. Sensorische gevolgen bevinden zich eerder op het vlak van een grote gevoeligheid voor aanraking, licht en/of geluid.
TLR
De Tonische Labyrint Reflexen bestaan uit een voorwaartse en een achterwaartse reflex. De voorwaartse reflex komt tevoorschijn in de baarmoeder, wanneer het hoofdje door de baarmoederwand naar voren wordt geduwd. Doordat de baby zich dan in de foetushouding trekt, kan de baby optimaal groeien.
De achterwaartse reflex komt tevoorschijn wanneer de baby geboren gaat worden en het hoofdje de spildraai naar achteren moet maken, waardoor de armen en benen zich strekken en het kindje dus geboren kan worden.
Wanneer deze reflex verdwijnt wordt het voor de baby mogelijk om zijn hoofd te bewegen zonder dat andere lichaamsdelen (rug, benen, armen) meebewegen.
De blijvende aanwezigheid van de TLR heeft een grote impact op het stilzitten. Hoofdbewegingen geven impulsen aan de rug, de benen en de armen om mee te bewegen. Daarnaast heeft deze reflex ook een grote impact op de motorische functie van de ogen.
ATNR
De Asymmetrische Tonische Nekreflex (ATNR) komt tevoorschijn rond 18 weken in de zwangerschap. De baby begint te 'schoppen'.
Wanneer de baby zijn hoofdje draait zullen de ledematen aan de kant waarheen het hoofd draait zich gaan strekken en aan de andere kant zich gaan buigen. Het is vooral goed zichtbaar bij de arm en het been.
Deze reflex is het allereerste begin van de oog-handcoördinatie: wanneer de baby naar zijn handje kijkt en dan zijn hoofdje draait gaat de arm zich strekken en de ogen volgen het handje. Op deze manier leert het kindje de ogen op een verdere afstand te focussen
De blijvende aanwezigheid van de ATNR heeft o.a. een impact op de oog-handcoördinatie en het schrijven.
Galant reflex
Wanneer een zuigeling op zijn buik op de onderarm wordt gelegd en er met de achterkant van een potlood aan één kant van de ruggengraat een lijntje omlaag wordt getrokken, zal het heupje aan die kant naar buiten bewegen. Als je het nu aan twee kanten tegelijk zou doen, dan gaat het kindje plassen.
Deze reflex komt tevoorschijn rond de twintigste week van de zwangerschap.
Het doel van deze reflex is het kindje te helpen om geboren te worden, want wanneer het kindje in het geboortekanaal zit en de weeën de rug stimuleren, zullen de heupen zich bewegen en het kindje helpt zichzelf dus mee naar buiten te werken.
Wanneer deze reflex niet geremd wordt, zal elke aanraking van de rug (door de stoelleuning, de broekriem) resulteren in een beweging van de heupen. Ook kan de aanwezigheid van deze reflex de oorzaak zijn van bedplassen.
MORO
De Moro-reflex of schrikreflex is een reflex die negen weken na conceptie bij de foetus verschijnt. Het is de schrikreflex, hij maakt ons gevoelig voor gevaar.
De Moro-reflex is duidelijk te zien bij een pasgeborene wanneer er plotseling een hard geluid wordt gemaakt. De baby neemt dan een snelle inademing en gooit zijn armpjes wijd uiteen.
Wanneer de armen dan weer over de borst bijeen komen begint de baby te krijsen. Op deze manier roept de baby om hulp.
Deze reflex bevat zowel een motorische als een emotionele component.
De Moro-reflex heeft naast een motorische impact voor achter-waartse bewegingen ook een belangrijke sensorische impact die een emotionele overgevoeligheid kan veroorzaken.